Dreiging nieuw Turks grondoffensief in Noord-Syrië nog altijd niet van de baan
Al weken hangt de dreiging van een nieuwe Turkse inval in Noord-Syrië in de lucht. Ankara lanceerde er op 20 november alvast een militaire campagne met bombardementen op stellingen van de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF), alsook op burgerdoelwitten, waaronder belangrijke economische infrastructuur.
(Door Ludo De Brabander, overgenomen van Uitpers, foto VS-militairen in Noord-Syrië, 2018 (Foto: U.S. Army Photo, Sgt. Nicole Paese)
Zowel Rusland als de VS, die beide militair aanwezig zijn in Syrië, verzetten zich tegen een nieuw Turks grondoffensief. Hoewel er een akkoord in de maak lijkt, blijft de vraag of de Turkse president Erdoğan, die over enkele maanden met verkiezingen zit en al jaren naar een bufferzone in Noord-Syrië streeft, op andere gedachten te brengen is.
Al wekenlang bombarderen Turkse gevechtsvliegtuigen verschillende militaire en burgerdoelwitten in Noord-Syrië.
Al wekenlang bombarderen Turkse gevechtsvliegtuigen verschillende militaire en burgerdoelwitten in Noord-Syrië, over de Turkse grens. Ankara stelt dat het reageert op een bomaanslag in Istanboel op 13 november. Daarbij vielen 6 doden en meer dan 80 gewonden. Volgens de Turkse regering zit de YPG (de Koerdische Zelfbeschermingseenheden in Syrië) achter de aanslag. De YPG, die de hoofdmacht vormt binnen de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF), de troepen van het Autonoom Bestuur in Noord- en Oost-Syrië (AANES), ontkent categoriek -net als de Koerdische Arbeiderspartij, PKK- ook maar iets met de aanslag te maken te hebben en sprak zijn medeleven uit met de slachtoffers.
Volgens een verklaring van de linkse oppositionele Democratische Volkspartij (HDP) in Turkije, zit de bewering van de Turkse regering vol inconsistenties. Van de meer dan 25 mensen die na de bomaanslag zijn opgepakt, is niemand van Koerdische oorsprong. Velen zouden zelfs directe of indirecte banden hebben met de islamisten van de Islamitische Staat (IS) of het Vrije Syrische Leger (FSA), dat gesteund wordt door Turkije in de strijd tegen de regering in Damascus.
Bovendien lijkt de hoofdverdachte van de aanslag verschillende keren te zijn gebeld door een belangrijk partijlid van de Turkse extreemrechtse Nationale Bewegingspartij (MHP), de regeringspartner van Erdoğans Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP). Volgens HDP wordt de aanslag dus gebruikt om een aanval in Noord-Syrië te rechtvaardigen.
Turkije viseert militaire en burgerdoelen
Bij de luchtaanvallen, die de Turkse autoriteiten ‘Operatie Klauwzwaard’ hebben gedoopt, vielen volgens het Rojava Informatiecentrum in de eerste vier dagen 16 burgerdoden, naast 17 strijders van de SDF en 24 militairen van het Syrische leger.
Het hoog aantal slachtoffers onder de Syrische troepen is opmerkelijk. Die leven immers op gespannen voet met de SDF. Op het terrein werken ze in bepaalde streken evenwel samen. Toen president Erdoğan in het voorjaar opnieuw dreigde met een invasie, ontplooide Damascus extra troepen in de grensstreek. Dit zorgt ervoor dat het risico op rechtstreekse confrontaties tussen het Turkse en het Syrische regime bij een agressie vanwege Ankara aanzienlijk is vergroot.
Dat geldt ook voor troepen van andere buitenlandse mogendheden die aanwezig zijn in Syrië. Een aanval met een Turkse drone tegen een militaire basis van de SDF in het noordoost-Syrische Shamuka, 45 km verwijderd van de Turkse grens, zorgde voor boze reacties vanuit Washington, omdat vlakbij een belangrijke VS-basis ligt. Washington had bovendien nog maar net opgeroepen tot “de-escalatie”.
De VS beschikt nog steeds over 900 troepen in Syrië, officieel om de SDF te ondersteunen in de strijd tegen IS.
De VS beschikt nog steeds over 900 troepen in Syrië, officieel om de SDF te ondersteunen in de strijd tegen de Islamitische Staat die er nog altijd heel actief is. Het is niet de eerste keer dat het tot een incident kwam in Shamuka. Afgelopen zomer doodde een Turkse droneaanval er vier meisjes van een VN-onderwijscentrum toen ze volleybal speelden. Een vijfde meisje bezweek later aan haar verwondingen. De leidende VS-commandant riep toen eveneens op tot de-escalatie om de strijd tegen de Islamitische Staat niet in gevaar te brengen.
VS reageert boos op Turkse bombardementen
Ankara is op zijn beurt niet te spreken over de samenwerking tussen het Pentagon met de SDF en vooral de Koerdische YPG, die het beschouwt als een terroristische organisatie. Het Pentagon houdt evenwel vast aan die samenwerking en laat niet na geregeld zijn ongenoegen te uiten over het gedrag van NAVO-bondgenoot Turkije. “Deze acties bedreigen onze gemeenschappelijke doelstellingen, onder meer om de strijd tegen de Islamitische Staat voort te zetten en ervoor te zorgen dat de groep nooit meer terug kan opstaan”, aldus het Pentagon in een reactie op de recente militaire campagne van het Turkse leger.
Bob Menendez, de voorzitter van de Commissie Buitenlandse Zaken in de VS-Senaat, liet zich buitengewoon kritisch uit over de “recente acties van de Turkse president” die hij niet alleen als “storend”, maar ook als “onaanvaardbaar” bestempelde. Hij riep zijn land op om Turkije ter verantwoording te roepen voor inbreuken op het internationaal recht. Een dergelijk scherpe oproep vanuit Washington aan het adres van een NAVO-bondgenoot lijkt erop te wijzen dat het geduld met het Turkse regime aan het opraken is. Nochtans is Washington er alles aan gelegen om Turkije niet te hard voor het hoofd te stoten. Ankara ligt nl. nog altijd dwars over de toetreding van Zweden en Finland tot de NAVO. Het Witte Huis wil ook vermijden dat Ankara nog meer toenadering zoekt tot Moskou.
Turkije lijkt vooralsnog niet onder de indruk en viseert verder de economische infrastructuur van het Autonome Bestuur in Noord-Syrië om het zo af te snijden van broodnodige exportinkomsten. Vooral de installaties in de olierijke Jazira-regio moeten het ontgelden. Volgens lokale bronnen zijn er meer dan 20 olieproductiesites geraakt door Turkse bombardementen. Dat heeft niet alleen een impact op de inkomsten, maar ook op de energiebevoorrading van de bevolking in een regio waar de humanitaire noden al zeer hoog zijn.
Erdoğan heeft nooit onder stoelen of banken gestoken dat het zijn intentie is om een nieuw grondoffensief te lanceren in Syrië. Indien het ook doorgaat, zou het al de vierde keer zijn. Bij de vorige invasies deden de Turkse troepen beroep op door Ankara opgeleide en bewapende Syrische rebellen. Het resultaat is een aanhoudende bezetting van belangrijke delen van het noordelijk Syrische grensgebied.
Zowel de VS als Rusland zetten druk op Turkije om af te zien van een nieuw grondoffensief, wat vooralsnog lijkt te lukken. Rusland wil vermijden dat er nog meer Syrisch grondgebied in handen komt van de bondgenoten van Turkije, Syrische rebellen die vaak radicale islamisten zijn.
Ankara zoekt toenadering met Damascus
Op het diplomatieke front onderneemt Ankara sinds augustus van dit jaar pogingen om opnieuw relaties aan te knopen met Damascus. Tot dan ijverde de Turkse regering nochtans resoluut voor een regimeverandering in Syrië. Ze veranderde het geweer van schouder in de hoop om Damascus mee te kunnen inschakelen in de strijd tegen de Koerdische regio.
Hoewel dat voor beide partijen een win-win-situatie zou kunnen zijn (het Syrisch regime zou er zijn autoriteit opnieuw kunnen opleggen), weigert Damascus een toenadering zolang Turkije Syrisch grondgebied bezet. Bovendien geeft Damascus prioriteit aan de strijd tegen Syrische milities die net door Turkije worden gesteund, zoals in Idlib. Het Turkse streven naar een ‘bufferzone’ van goed 30 km langs de hele noordgrens van Syrië is evenmin verzoenbaar met de positie van Damascus, dat de soevereiniteit aan zijn grens met Turkije hersteld wil zien.
Erdoğan wil o.a. een bufferzone aan de Syrische kant van de grens om er de Syrische vluchtelingen in Turkije te kunnen vestigen.
Een belangrijke reden waarom Erdoğan deze bufferzone nodig heeft, is omdat hij er het gros van de Syrische vluchtelingen in zijn land wil vestigen. Dit zou meteen ook een demografische verandering teweegbrengen. De Syrische vluchtelingen zouden er de plaats innemen van de in hoofdzaak Koerdische bewoners, die historisch de grootste groep vormen in deze grensstreek.
Rusland, de belangrijkste steunpilaar van het Assad-regime, is een toenadering tussen Turkije en Syrië genegen, met als voorwaarde een politieke doorbraak tussen het regime en de door Turkije gesteunde opposanten. Maar Rusland lijkt een dergelijke toenadering ook politiek uit te buiten om de Koerden ertoe aan te sporen om het op een akkoord te gooien met Damascus.
SDF-commandant Mazloum Abdi heeft laten verstaan dat hij bereid is naar Damascus af te reizen voor onderhandelingen, o.m. om verdere ontplooiingen van het Syrische leger in het grensgebied mogelijk te maken. Hij sluit zelfs een mogelijke integratie van het SDF en/of de Asayish (de interne veiligheidstroepen van het Noordelijk Autonoom Bestuur) in het Syrische leger niet uit. Dat zou evenwel maar kunnen als er grondwettelijke veranderingen worden doorgevoerd en Damascus de autonomie van de noordelijke regio erkent. Tot nu toe heeft de Syrische president Bashar al-Assad daar weinig openingen voor gelaten. De Turkse dreiging van een nieuw grondoffensief en het weinig aantrekkelijke vooruitzicht van een uitdijende Turkse controle over de grensregio, kan een belangrijke drijfveer vormen voor een politieke doorbraak op dit vlak.
In elk geval lijkt het Noordelijke Autonome Bestuur in Noord-Syrië een mogelijke toenadering tussen Ankara en Damascus -die alle verworvenheden op het vlak van autonomie ongedaan dreigt te maken- voor te willen zijn door zelf een deal te sluiten met het Syrische centrale gezag. Probleem is dat de Syrische regering de SDF ziet als een Trojaans paard van de Amerikaanse aanwezigheid. Een stopzetting van de samenwerking van het SDF met de VS zou een voorwaarde kunnen zijn voor een politieke toenadering.