Ga naar de inhoud

Dood als de pest

Spraakmakend Nederland is het eens. De doodschoppende voetballertjes en valspestende kinderen getuigen van falende ouders. Die kennen noch nemen hun opvoedende verantwoordelijkheden. Maar ja, wie of wat voedt de ouders op?
Heel stil blijft het daarentegen als psychiater Jan Mokkenstorm in Nieuwsuur het verband beschrijft tussen werkloosheid en zelfdoding en de oververtegenwoordiging van mannen ouder dan 45 jaar. Een tragisch psychisch lot?

4 min leestijd
magsuici

(Oorspronkelijk verschenen op de website solidariteit.nl)

De eerste vraag werd weinig gesteld, hoogstens volgde een antwoord dat verwees naar een ‘maatschappelijke oorzaak’. Een kans die types als Van Gaal en Opstelten gretig grepen door de, in hun ogen, overtolerante en overbeschermende jaren zestig/zeventig als boosdoener aan te wijzen. En Rutte dacht gelijk aan zijn waarheid ‘de staat is geen geluksmachine’, de zorgende overheid had immers slappe ouders en hun ontwrichte kinderen voortgebracht.
De tweede vraag kreeg nauwelijks aandacht, zo’n dodelijke beslissing kon moeilijk begrepen worden uit lof voor de individuele verantwoordelijkheid.

Levenloos werk

Toegegeven, de opmerking van de psychiater was wat terloops. De aanleiding vormde de recente zelfdoding door jonge mensen als een finaal commentaar op onder meer pestgedrag. Deze tweede doodsoorzaak onder jongeren vond 130 maal in 2011 plaats (1969: 76). Over alle Nederlanders bleek dat aantal 1.647 te bedragen (1950: 559, 2007: 1.353). Volgens schattingen is een tiende deel daarvan gerelateerd aan pesten op het werk.
Samenhangend met de toename van de zelfdodingen, stijgt de laatste jaren ook het aantal pogingen dat uitmondt in een (ernstige) ziekenhuisopname (2009: 12.732, 2011: 14.401). Het meest verontrustend is de groei van de letterlijke uitzichtloosheid van het leven in tijden van economische crisis, zelfs zo dat iedere stijging procent werkloosheid samengaat met een procent stijging zelfdoding. En dan te weten dat ten opzichte van vorig jaar in 2012 de geregistreerde werkloosheid met 0,6 procent toenam … Een cijfer dat overigens geen rekening houdt met de lotgevallen van de inmiddels meer dan 850.000 zzp’ers. De trots van het nieuwe kapitalisme, waarvan een derde zonder sociale zekerheid met veel moeite een netto maandloon van 1.200 euro haalt. Vitaal is hun positie niet te noemen.

Hoe complex de zelfdoding ook is en niet in een simpele oorzaak-gevolg verhouding staat met werkloosheid, het (arbeids)bestaan lijkt weinig levenslust en toekomst te bieden. Naast de toenemende sociale en economische onzekerheid, concurrentie, haast, beschikbaarheid, zelfcontrole en arbeidsstress is de versmelting tussen privé en werk kenmerkend voor het huidige maatschappelijk leven. Functie en persoon, arbeidstijd en vrije tijd vallen steeds meer samen, ‘je bent een baan’. Werk en de verwachting daarvan zijn kennelijk even levenloos als de zelfgekozen dood.

Heftige actualiteit

Pestgedrag (van isolement tot geweld) en zelfdoding (wel of niet in verband met arbeid) zijn van alle tijden en stonden nooit op zichzelf. De aandacht en uitbreiding zijn echter van vandaag. Dood in (directe) relatie met de arbeid als gevolg van klassieke, gezondheidschadelijke omstandigheden (stof, gas, arbeidsmiddelen) kreeg sinds de jaren zeventig gezelschap van ‘dood door overwerk’ in Japan (‘karoshi’). Onder invloed van hogedruk managementtechnieken als ‘lean production’ sneuvelden arbeiders. Eind vorige eeuw riep de privatisering bij het Franse Telécom met tienduizenden ontslagen de zelfdoding op van tientallen arbeiders die hun daad in schrijnende en bittere afscheidsbrieven toelichtten. Even schokkend was de sprong door een financiële topmanager in de Verenigde Staten van een dakterras tijdens een bedrijfsfeestje; in maatpak, glas champagne in de hand, gezicht in een professionele grijns en in aanwezigheid van vele babbelende collega’s.
Zelfdoding na (aangekondigde) werkloosheid zal mede een reactie zijn op dit soort situaties van onveiligheid, extreem lange arbeidstijden, mentale overbelasting en ingrijpende reorganisaties. Maar de combinatie van werkonzekerheid en uitzichtloosheid lijkt een heftige actualiteit te zijn.

Tot die actualiteit behoren evenzeer de economische malaise, de ingrijpende bezuinigingen, de overgang van verzorgingsstaat tot dwangstaat en de tentoongestelde rijkdom van een kleine minderheid. Deze ontwikkelingen raken ieder, dus ook elke ouder. Ze verzwakken sociale perspectieven en verbanden – buurt, arbeidsverhoudingen, vakbond – en versterken de atomisering van het maatschappelijk leven. Ze bevorderen een verschijnsel als ontremming dat de vorm aanneemt van snaaien, snoeven en uitsluiten, maar ook van negeren, schelden en intimideren. Onverschilligheid ten opzichte van anderen verheft zich tot norm – ‘jouw zorg is niet de mijne, zeker nu niet’. Dicht bekeken media-evenementen van al of niet bekende Nederlanders gaan nog een stap verder: ‘jouw val is mijn lol’; geregisseerde mislukkingen die veel weg hebben van aanvaard pesten. Hoe zal de eerste dode geïnterpreteerd worden?

Juist deze dagen brengt de FNV een rapport uit: “Techno-stress. Verkenning van een risico in opkomst”. Geïnspireerd door de zorg over de invloed op de privétijd door het zogenoemde mobiele werken, de niet aan tijd en plaats gebonden arbeid. Deze snel toenemende toepassing van digitale apparatuur, zo zijn de aanwijzingen, kan bij de gebruikers tot fysieke en psycho-sociale overbelasting leiden, de scheiding tussen privé en arbeid vervagen en ’technoverslaving’ oproepen. Conclusie: nader onderzoek zal de FNV tot een beleid moeten brengen dat deze risico’s temt.
Hoe voorzichtig en beperkt deze verkenning ook is, ze kan een begin zijn van het einde aan het werk dat het leven overneemt en aan een werkloos leven de zin ontneemt.