Debat over militant activisme en ‘Occupy’ in VS
Verslag van en bedenkingen bij een interview met B.Traven en C.Hedges. Naar aanleiding van het artikel ‘Cancer In Occupy’ van C. Hedges is er een vraaggesprek georganiseerd met C. Hedges en B. Traven met als titel ‘Violence & legitimacy in the Occupy movement and beyond’.[1] In deze discussie gaan de sprekers dieper in op het geweldsthema aan de hand van een actuele situatie, met name de Occupy-beweging in de VS en de ‘Black Bloc’-tactieken die gebruikt zijn tijdens Occupy acties in Oakland. In het kader van het dossier over de geweldsdiscussie binnen sociale bewegingen lijkt het me waardevol om bij dit bewuste interview stil te staan, daarvan de belangrijkste bevindingen en discussiepunten uit te lichten en indien nodig van enig commentaar te voorzien.
Ook dit artikel is afkomstig uit het onvolprezen kwartaalblad Buiten de Orde, uit het eerste nummer van 2013 dat als thema ‘geweld’ heeft. Er staat nog veel meer lezenswaardigs in dat (en andere) nummers. Een abonnement nemen is dan ook aangeraden. Losse nummers zijn te koop in oa. Het Fort van Sjakoo (Amsterdam) en de Rooie Rat (Utrecht)
Het debat
In zijn artikel zette C. Hedges, een Amerikaans journalist en oorlogscorrespondent, Black Bloc weg als een kanker binnen Occupy, naar aanleiding van acties die in Oakland zijn gevoerd. Deze acties waren volgens Hedges gewelddadig, maar speelden zich af binnen de context van Occupy, een uitgesproken geweldloze beweging aldus Hedges. C. Hedges ziet zichzelf als een Occupier. CrimethInc heeft hierop een reactie[2] gepubliceerd waarin wordt beargumenteerd dat het frame ‘geweld’ gebruikt wordt om bepaalde activiteiten te delegitimeren[3] en dat activisten bepaalde tactieken moeten trachten te legitimeren omdat ze bevrijdend én emancipatorisch zijn. B. Traven is als activist van CrimethInc uitgenodigd en verdedigt de ‘diversiteit van tactieken’. Hij is ook betrokken bij Occupy.
De discussie behandelt vragen als ‘Wat is geweld?’, ‘Wie bepaald wat geweld is?’, ‘Passen illegale acties binnen de Occupy beweging?’, en ‘Is geweld hypermannelijk[4] en sluit het mensen of groepen uit?’. Het interessante is dat ten eerste het feit dat een voor- en tegenstander zo openlijk met elkaar in discussie gaan. Ten tweede het feit dat deze discussie niet in een abstract vacuüm wordt gevoerd, maar in de context van een strijd die zich al aan het ontwikkelen is. De verschillen in tactische benadering van deze strijd reflecteren vaak een fundamenteel verschil in strategie en doelstelling.
Traven stelde zich voor als één van jullie – wijzend naar het publiek: geen expert, maar gewoon ‘a guy in the movement’. Hedges daarentegen stelde zich daarna wél duidelijk voor als een expert – oorlogsverslaggever – en dus zeer goed op de hoogte van wat geweld is en wat het doet. Mijn eerste gedachte was: ‘goh, da’s wel mooi dat die Traven zich niet op een voetstuk zet en wat is die Hedges zelfbewust, bah’. Maar even later dacht ik ‘Da’s bullshit. Traven is helemaal niet uitgenodigd omdat hij ‘just another guy’ is, maar wel omdat hij actief is bij CrimethInc en er een uitgesproken mening over heeft’. Dit is met andere woorden helemaal geen debat om te kijken of we er samen uit kunnen komen en of we samen tot een consensus kunnen komen, maar wel om een bepaald idee te propageren: geweld versus geweldloos. Traven speelt dan eigenlijk een spelletje en Hedges is eerlijk door aan te geven wat zijn achtergrond is. Toch? Ook de manier van debatteren viel me tegen bij Traven, met zijn persoonlijke prikjes ten aanzien van Hedges, die zelf alleen maar bij inhoudelijke argumenten bleef.
Verder toch ook een woordje over de aanloop naar het debat. Ik had de column van Hedges gelezen, en dat was een kwalijk stuk. Niet genuanceerd, vol met grove onwaarheden en bevooroordeeld. Er klopten ook vast wel dingen van wat hij schreef, maar de toon was aanvallend, niet constructief en vooral erop uit om Black Bloc te marginaliseren. Moet gezegd worden, het stuk is gepubliceerd als een column. Ik ben ook wel in zekere mate vertrouwd met werk van CrimethInc en ik kan dat wel waarderen. Ik was dus wel benieuwd naar dit interview.
Hedges is onverantwoord opgesprongen met zijn schrijftalent en zijn publieke rol om Black Bloc te diskwalificeren (Traven)
Diversiteit van tactieken en het debat eromheen
Traven is geschokt door het artikel van Hedges. Hij vindt dat die onverantwoord is omgesprongen met zijn schrijftalent en zijn publieke rol door de manier waarop hij zijn kritiek op ‘Black Bloc’ uit. Hij zet ‘Black Bloc’ weg als crimineel, gewelddadig, illegaal, een kanker. Zo probeert hij de mensen die deze tactiek hebben toegepast te diskwalificeren, te marginaliseren en te isoleren. Bovendien hanteert Hedges verschillende onwaarheden, zoals zou Black Bloc een groep, een entiteit zijn eerder dan een tactiek. Hij zou zo een schisma binnen de beweging teweegbrengen en de staat helpen door zijn discours en door mensen of groepen te criminaliseren.
Traven beschrijft tijdens het debat dat het Black Bloc een tactiek is die probeert een antwoord te vinden op de toenemende staatscontrole en repressie. Een van de elementen daarbij is de anonimiteit van de participanten. Dat is volgens Traven een kwestie van veiligheid. Zeker voor de kwetsbare mensen is dat belangrijk. Niet iedereen is volgens hem geprivilegieerd om herkenbaar deel te nemen aan acties. Wanneer je tijdens een conflict in een patstelling terecht komt, wanneer je niet meer voor of achteruit gaat, stelt Traven, dan proberen enkelen nieuwe tactieken en trachten die te ontwikkelen. Als deze tactieken goed blijken te zijn, een antwoord bieden in de gegeven situatie en emancipatorisch en bevrijdend werken, dan zullen die tactieken aanslaan en zodoende gelegitimeerd worden. Hij stelt dat het Black Bloc met te veel is om nog zo maar te verdwijnen, dat velen er dus vertrouwen in hebben dat deze tactiek misschien de ‘deadlock’ kan openbreken.
In de column en met het volle gewicht van zijn publieke rol en zijn scherpe pen zou Hedges proberen het Black Bloc te delegitimeren en te marginaliseren en zou hij het op chirurgische wijze willen verwijderen uit Occupy, zoals bij een kanker. Hieruit concludeert Traven dat Hedges geen voorstander is van een diversiteit van tactieken en alleen maar geweldloze acties toestaat. Daarnaast, beargumenteert Traven, is zo’n column op zo’n site niet de geschikte plek om tactieken te evalueren, bekritiseren of te verantwoorden. Die discussie moet binnen de beweging gebeuren op basis van analyse en praktijk. En dat gebeurt ook volgens Traven, binnen de groepen zelf die dit soort tactieken aanwenden, maar ook daarbuiten. De mensen die Black Bloc-tactieken toepassen zijn namelijk deel van de beweging, kennen elkaar dus en nemen deel aan verschillende discussies. Daarom vindt hij het ook zo belangrijk om deel te nemen aan dit debat.
[Streamer:] Hedges vindt dat elke tactiek zijn specifieke moment kent, en dat tactieken in functie moeten staan van een te behalen doel
Hedges betwist dat hij een tegenstander zou zijn van een diversiteit van tactieken. Integendeel, hij denkt zelf ook dat op gegeven momenten geweld de enige optie is. Hij vindt echter dat elke tactiek zijn specifieke momenten kent, én dat tactieken in functie moeten staan van een te behalen doel. Hedges vindt de doelen van het Black Bloc moeilijk te begrijpen, net als de relatie van de middelen tot die doelen.
De kern van het betoog van Hedges met betrekking tot Black Bloc en Occupy, is dat de Occupy-beweging volgens hem gehinderd wordt in het ontwikkelen van haar geweldloze tactiek door de Black Bloc-acties bijvoorbeeld in Oakland, waarbij vernielingen zijn aangebracht aan goederen en gebouwen en de confrontatie is opgezocht met de politie. In die zin heeft volgens Hedges Black Bloc weinig te maken met diversiteit van tactieken, in tegendeel. Het Black Bloc reikt de staat redenen aan om de bezettingen en ander acties van Occupiers te beantwoorden met harde repressie.
Het is frappant dat beide sprekers elkaar beschuldigen de diversiteit van tactieken in te willen perken. Black Bloc zou dat doen door geweldloze acties te kapen, Hedges door bepaalde tactieken te diskwalificeren, of groepen die tactieken gebruiken. Laat mij duidelijk zijn, de column van Hedges is inderdaad niet goed, een tactische blunder. Je moet, zoals Traven betoogt, erg goed je woorden wikken en wegen wanneer je de tactieken van je kameraden bekritiseert. Hedges en Traven staan namelijk ideologisch helemaal niet zover uit elkaar, maar ze hebben wel andere opvattingen over strijd en tactiek. Hedges nam zijn woorden jammer genoeg niet terug, maar in het debat heeft hij geprobeerd zijn standpunt constructiever te beargumenteren. En uit mijn beperkte ervaring heb ik evengoed mijn vraagtekens bij sommige gelegenheden wanneer een Black Bloc tactiek werd gehanteerd en de hele situatie mee werd gesleurd in een geweldsspiraal waar andere deelnemers niet voor hebben gekozen.
Doel en effectiviteit
In de discussie worden twee tactieken van elkaar onderscheiden, een geweldloze tactiek zoals die van Occupy aan de ene kant en de Black Bloc-tactiek aan de andere kant. Hedges stelt dat het doel van Occupy is om een systeemkritiek mainstream te maken en Occupy is volgens hem een bepaalde tactiek.[5] Het heeft dus niet als eerste doel het systeem te veranderen, maar wél om de randvoorwaarden te creëren om het systeem te kunnen veranderen.
[Streamer:] De elite is écht bang van systeemkritiek die mainstream wordt (Hedges)
Volgens Hedges is namelijk de slaagkans van sociale verandering groter naarmate de systeemkritiek mainstream wordt. Hiervoor is de elite volgens Hedges écht bang, want als dat gebeurt – als de kritiek mainstream wordt – is de geest uit de fles. Dat bewijst de opstand in Egypte. De elite had pas een probleem toen het Tahrir-plein door meer dan een miljoen mensen was bezet en het leger niet langer wou schieten op de eigen bevolking. Het leger zag geen fanatiekelingen of extremisten, maar hun moeder of vader, hun zus of broer, hun kinderen. De opstand in Egypte was volgens Hedges ook helemaal niet geweldloos, die was met momenten zelfs erg gewelddadig en toch werd die in het Westen geframed als geweldloos.
Revolutionaire veranderingen hebben volgens Hedges ook tijd nodig. De geesten moeten als het ware worden rijp gemaakt. Om een beweging op te bouwen, moeten mensen op straat komen, moeten ze elkaar ontmoeten en moeten mensen zich bewust worden van hun sociaal-economische posities en de machtsmiddelen die ze samen in handen hebben. Occupy slaagde daar erg goed in en het is niet omdat er nu geen bezette gebieden meer zijn in de VS dat de beweging dood is. Die heeft zich verplaatst of men gebruikt andere tactieken.
Hedges is er ook van overtuigd dat een protesterende moeder met kind voor de staat beangstigender is dan een militante groep. De redenering is tweeërlei: enerzijds legitimeert het geweld van in dit geval het Black Bloc het geweld van de staat, en anderzijds is het onmogelijk eenzelfde geweldsniveau te behalen als de staat. Hedges ziet namelijk de huidige VS als een imploderend ‘Empire’. Tijdens zo’n periode van ineenstorting zullen de gevechtstroepen die opereren aan de uiteinden van de empire zich terugtrekken naar het epicentrum. De nachtelijke, druggerelateerde invallen in de VS verschillen volgens Hedges niet van de invallen van het leger in Fallujah (Irak) en illustreren deze implosie. Dat betekent dat het geweldsniveau van de staat, waarmee die zijn orde wil handhaven, steeds vernietigender wordt. Als we het geweld van de staat met geweld willen beantwoorden, dan moet dat op hetzelfde vernietigende niveau gebeuren. En dat gevecht kunnen we echt niet winnen. Hiermee geeft Hedges aan dat zijn keuze voor geweldloze actie in de hedendaagse Amerikaanse context geen morele keuze is, maar een strategische.
Het doel van Black Bloc is niet om mainstream te worden. Mainstream en massa zijn concepten waarbij CrimethInc (terecht volgens mij) ernstige vraagtekens zet. Volgens Traven is het doel van Black Bloc activisten de macht over hun eigen levens te helpen nemen. Mainstream of de grote getallen zijn niet genoeg volgens Traven. De protesten tegen de oorlog in Irak waarbij meer dan zes miljoen mensen op de been kwamen, hebben nul effect gehad. Als al deze mensen ál hun mogelijkheden hadden ingezet, dus ook wat we misschien als gewelddadig zouden zien, dan hadden we die oorlog wellicht kunnen tegenhouden. Met de Black Bloc-tactiek zouden de actievoerders hun eigen kracht exploreren en werken ze bevrijdend en emancipatorisch. Traven beschrijft de tactiek van Black Bloc als een tactisch antwoord op de toenemende staatscontrole en repressie zoals die in de jaren tachtig was in West Duitsland. Hiermee verwerpt hij het argument dat Black Bloc de staatsveiligheid in de hand werkt door het escalerend staatsgeweld makkelijker te kunnen legitimeren.
Traven meet de mate van succes van de Black Bloc-tactiek af aan het ‘empowerment’ en aan de mate van bevrijding van de actievoerders
De mate van succes van de tactiek meet Traven niet af aan de invloed die deze uitoefent op de bestaande sociale realiteit of aan de veranderingen die het heeft teweeggebracht. Hij meet het daarentegen voornamelijk af aan het ‘empowerment’ en aan de mate van bevrijding van de actievoerders. En daarin is de tactiek volgens Traven redelijk succesvol gebleken, want het geeft de participanten het gevoel dat ze iets concreet kunnen bijdragen in de strijd.
Ik vind dit toch wel een problematische redenering. Zoals Traven het voorstelt, is de bijdrage in sociale verandering niet van groot belang in de evaluatie van de effectiviteit van de Black Bloc-tactieken, maar wel dat de individuele deelnemers het gevoel krijgen macht over hun leven te krijgen, dat de tactiek bevrijdend en emancipatorisch is, niet zozeer het resultaat waarop de tactiek is gericht. Het middel wordt het doel. Voor mij bevestigt dit de kritiek dat CrimethInc een individualistisch en lifestyle anarchisme propageert.
Hij haalt een voorbeeld aan waarbij rellen zijn uitgebroken en ramen gesneuveld. De zogenaamde relschoppers hebben helemaal geen andere ‘machtsmiddelen’ dan deze rellen. De aanleiding was dat een politieagent iemand als het ware had geëxecuteerd en dat dit verder onbestraft is gebleven. Deze uitbarsting van geweld – die vele kenmerken had van Black Bloc- tactieken – heeft ervoor gezorgd dat er alsnog een onderzoek werd ingesteld. Dus zelfs voor het verdedigen van een bestaande situatie is de tactiek van Black Bloc legitiem en succesvol gebleken. Ook haalde hij de acties in Seattle aan tegen het IMF en de WTO. De Black Bloc-acties aldaar hadden volgens hem het positieve effect dat de punkscene (waarin hij toen vertoefde) zich binnen de kortste keren verdiepte in de IMF en WTO. De Black Bloc-acties hadden er mede voor gezorgd dat er veel aandacht was voor dit probleem en daardoor gingen weer veel mensen zich hierin verdiepen.
Mogelijks deels dezelfde jongeren als twee jaar geleden voeren weer acties in de straten van Egypte. Ze gooien weer met projectielen en gaan de confrontatie niet uit de weg. Twee jaar geleden waren het geweldloze actievoerders, nu zijn het relschoppers
Wat is geweld en wie mag/kan dat bepalen?
Dit was een nogal theoretisch, soms een wat abstracte discussie. Daarom niet minder interessant of relevant, want een discussie over (gewelddadige) tactieken komt vroeg of laat dit punt tegen. Traven haalt een aantal voorbeelden aan die illustreren wat het belang of de consequenties zijn van iets voor te stellen als (al dan niet) gewelddadig.
Tijdens de protesten tegen de FTAA in 2001 in Québec werden gigantische hoeveelheden traangas en rubberen kogels afgeschoten. In heel Québec hing een doordringende stank van al het traangas. Groepen die Black Bloc-tactieken toepasten, hebben als enige georganiseerde groep het traangas teruggegooid naar de politie in een poging de demonstranten te beschermen tegen deze repressie. De volgende dag kopte een krant: ‘Black Bloc’ gooit traangas naar de politie’. Daartegenover staat het beeld dat in het Westen gegeven werd van de opstand in Egypte. De meeste verslaggeving berichtte over een geweldloze opstand door Egyptenaren. Op de beelden was echter goed te zien dat er ook projectielen werden gegooid naar de politie en militairen. Het protest is daar niet minder gewelddadig dan bijvoorbeeld tijdens de protesten in Québec, maar in Egypte werden die acties gelegitimeerd door mainstream media omdat de opstandelingen aan ‘onze’ kant staan, dezelfde waarden zouden nastreven als ‘wij’ en omdat ze aan de winnende hand waren. Nu, twee jaar na die opstand zie je het omgekeerde. Mogelijks deels dezelfde jongeren als twee jaar geleden, voeren weer acties in de straten van Egypte. Ze gooien met projectielen en gaan de confrontatie met de politie niet uit de weg. Nu zijn het relschoppers, gewelddadige activisten. Wat is er veranderd? Er is een nieuwe regering die gelegitimeerd is door zogenaamde democratische verkiezingen en die vooralsnog door het Westen erkend wordt als de legitieme autoriteit in Egypte.
Iets als gewelddadig, illegaal of crimineel kwalificeren is een manier om mensen te delegitimeren, om ze uit te sluiten van het legitieme discours, aldus Traven. De staat en de commerciële media gebruiken deze invalshoek om bepaalde mensen te marginaliseren en het gebruik van staatsgeweld te legitimeren. Het is een doelbewuste strategie om een beweging kapot te maken. Als wij binnen de beweging hetzelfde discours hanteren om elkaars tactieken af te breken, dan doen we net hetzelfde, is zijn redenering.
Geweld relateert Hedges aan oorlog en omschrijft hij als alle vormen die medeleven kapot maken. Hiervoor moet de geweldenaar dat wat hij wil vernietigen tot een ding reduceren. In die zin is geweld ook iets als pornografie, waarbij mensen worden gereduceerd tot lustobjecten. Die eigenschap van het ontdoen van medeleven en het verzakelijken is een hypermannelijke manier van doen. De tactiek van Black Bloc vindt Hedges passen in deze omschrijving van geweld. En wat Hedges betreft, kan alleen het slachtoffer bepalen wat geweld is. Daar is zeker veel voor te zeggen, maar daar zou je makkelijk de vraag ‘wie zijn de slachtoffers dan?’ tegenover kunnen zetten. Zijn wij niet allen slachtoffer van een veel groter geweld, dan het sneuvelen van enkele ramen of rellen met de politie, van staatsgeweld, uitbuiting, seksisme, racisme, enzovoort?
Traven heeft grote problemen met deze genderanalyse. Het klopt dat meeste mensen die deelnemen aan Black Bloc-tactieken mannen zijn, maar zeker niet meer dan bij bijvoorbeeld Occupy. Hij stoort zich mateloos aan witte mannen die aan geprivilegieerde politiek doen in de vorm van wedstrijden ‘om het verst plassen’, die gaan bepalen op welke basis de straat veroverd mag worden. Hij verwijst hier naar een sterk pleidooi van Harsha Walia[6] tijdens een soortgelijke discussie die ontstond naar aan leiding van protesten in Toronto met betrekking tot de Olympische Spelen die daar georganiseerd werden. In dat pleidooi plaatst ze de kritieken op de Black Bloc-tactiek tijdens deze protesten in een patriarchale context in een poging mensen en groepen mensen uit te sluiten en te criminaliseren.
Tot slot
Ik vond het debat erg interessant. In eerste plaats voor sociale bewegingen in de VS en in het bijzonder voor Occupy. Naar mijn idee is Occupy in de VS zo succesvol geworden mede door de vele debatten en praktijk die goed gedocumenteerd en voor iedereen toegankelijk zijn, zoals ook dit debat dus. In zekere zin wordt deze discussie met iedereen gevoerd, of toch zeker gedeeld. Ook hier weer. De discussie, die wij ook voeren binnen onze groepen en structuren, wordt door dit debat gevoed door goede argumenten, aan beide zijden. Dit zou een beter begrip moeten opleveren dat nodig is om een goede evaluatie te maken en te leren voor de strijd van morgen. En laat ik duidelijk zijn: de column van Hedges is kwalijk en weinig constructief. Daarentegen heeft het wel mee aan de wieg gestaan van dit debat. Jammer dat Hedges van de gekozen woorden geen afstand neemt.
Toch maakt Traven volgens mij een denkfout. Pleiten voor ‘diversiteit van tactieken’ staat volgens mij haaks op de idee dat één strategie de enige juiste strategie kan zijn. Dat we inderdaad alles wat in ons vermogen ligt, zullen moeten inzetten om onze strijd te winnen. Dat wil echter niet zeggen dat je alle middelen altijd en overal tegelijk moet inzetten. Iedere tactiek heeft zijn moment en plaats. Iedere tactiek moet een relatie hebben tot het doel. In het voorbeeld van de rellen naar aanleiding van niet-gesanctioneerd politiegeweld heeft de gebruikte tactiek wel resultaat behaald. Het speelde zich echter niet af in een grotere demonstratie of actie en het stelde erg concrete eisen, het verdedigen van een bestaande situatie zoals Traven zelf zegt. Maar in fundamentele sociale verandering teweegbrengen, en niet richting een totalitaire politiestaat, of een beweging opbouwen, is de Black Bloc-tactiek vooralsnog niet geslaagd.
Daar meet Traven het succes of de legitimiteit van de Black Bloc-strategie ook niet aan af. Het gaat hem om de bevrijding en emancipatie van de actievoerder(s), door de actie of tactiek zelf. En dat vind ik eigenlijk best heftig omdat ik hier een bevestiging in zie van Hedges’ stelling over de hypermannelijkheid van het ‘Black Bloc’, net zoals oorlogsgeweld. Als je streeft naar emancipatorische vrijheid door middel van Black Bloc-tactieken, dan wil je die bivak op en die gewelddadige confrontatie aangaan, alleen al om dat gevoel van vrijheid terug te beleven. En steeds weer opnieuw, zoals met een drug waarmee Hedges geweld vergelijkt.
Dat is ook heftig omdat ik denk dat er legio situaties zijn op te noemen uit 2012 die inderdaad zogenaamde Black Bloc-tactieken legitimeren, zoals gezichtsbedekking, offensief ten aanzien van politie (en leger), of de confrontatie niet schuwend. Maar Traven lijkt te impliceren dat de tactiek een onderdeel van een levensstijl is, een sacrament van individualistische, zogenaamde revolutionaire anarchisten die met én door hun acties bevrijding en emancipatie voor zichzelf realiseren en zich verder niet druk maken over dat het weinig effect heeft op de sociale verhoudingen. En zo plaatst Traven dit soort tactieken in een voor mij asociaal en misschien wel contrarevolutionair frame.
Noten
1. Videoverslag te zien op website van de AGN: http://www.anarchistischegroepnijmegen.nl.
2. crimethinc.com/texts/recentfeatures/violence.php
3.’ Legitimacy’ heeft geen goede Nederlandse vertaling, maar ‘gerechtvaardigdheid’ zou in de buurt kunnen komen. In deze context zou het geweld dus legitiem zijn wanneer het bevrijdend en emancipatorisch werkt.
4. In het interview wordt het woord ‘hypermasculin’ gebruikt.
5. Noot van de vertaler: hier is in eerdere nummers van Buiten de Orde al veel aandacht aan besteed.
6. Harsha Walia van No One’s Illegal: youtube.com/watch?v=oesjegD1-Vg