De wereld heeft geen banken nodig, maar banken de wereld
De Europese top van regeringsleiders zal dan eindelijk vandaag, 26 oktober 2011, na maanden van impotent overleg, naar eigen zeggen manmoedig knopen doorhakken, die de euro en daarmee de lidstaten van de EU als monetaire eenheid, van ‘kopje onder’ zullen redden. Althans voor wie dat gelooft. In dit artikel een helpende hand voor de Europese raad van politieke ‘wijzen’.
Een spagaat
De kern van de onmacht en de besluiteloosheid die de Europese regeringsleiders – en trouwens bijna alle regeringen wereldwijd – nu al zo lange tijd aan de dag leggen als het gaat om een oplossing van de crisis die door de financiële markten bewust is veroorzaakt, moeten we zoeken in hun dogmatisch, star, om niet te zeggen fundamentalistisch, geloof aan de markteconomie.
Waar in bepaalde godsdienstige overtuigingen er geen heil is buiten God, zo komt voor de marktfundamentalist alle heil onvoorwaardelijk van de financiële markten. Zonder zogenaamd gezonde financiële markten komt er niet voldoende kapitaal ter beschikking voor een bloeiende en groeiende economie, en dat zal het volk merken. De vaart der volkeren komt tot stilstand of nog erger. Het eerste gebod is: dien de bancaire sector, en dit opperwezen zal het volk gunstig gezind zijn.
Maar hoe orde op zaken te stellen als de financiële sector is verziekt, als het door een losbandig leven de tering niet naar de nering heeft gezet, bewust en opzettelijk veel meer heeft uitgegeven dan er binnenkwam, en dus opgezadeld zit met vele honderden of wellicht duizenden miljarden euro’s/dollars schuld? Waar haal je het geld vandaan om deze haast bodemloze put, dat dit opperwezen is, te dempen? Er is maar één bron die dan echt zoden aan de dijk kan zetten: het volk, en de uitbuiting ervan, die we misleidend bezuinigen noemen.
Maar hoe ver kun je daarin gaan? Bij te veel uitbuiting gaat het volk morren en het gevaar is niet denkbeeldig – zie de protesten wereldwijd, onder meer in de Occupy-beweging – dat het van zijn geloof valt in het opperwezen: de markteconomie. Het zal zich van haar afkeren en geen offers meer brengen. De (politieke) hogepriesters en de dienaren van de markt zitten in een spagaat: ze kunnen het volk niet eindeloos uitpersen. En dat niet uit compassie, maar omdat een te ver en te lang doorgevoerde uitbuitingsgraad het volk in opstand brengt en in armoede stort, waardoor de geldstroom van het volk naar de banken zal haperen. Hier zien we een fundamentele contradictie van het kapitalisme: het enige, in ieder geval belangrijkste doel, de opzet en de bestaansreden van het systeem is de eindeloze verrijking van de financiële markten – het kapitaal – , maar de uitbuiting van het volk kan niet ver genoeg opgevoerd worden om aan die noodzaak van een steeds verdergaande verrijking te blijven voldoen. Als het zover is, en dat is nu het geval, stokt het systeem en blijkt dat het vanaf het begin een doodgeboren kind was. Kiest de politiek voor het volk, dan gaat dat ten koste van de groei(dwang) van het kapitaal, kiest zij voor de laatste, dan is het volk het slachtoffer. Zie Griekenland. Dat is de spagaat van de politiek, en zij heeft te weinig verbeeldingskracht om zich daaruit op te richten. Welke oplossing de Europese raad van politieke wijzen vandaag ook zal beslissen, altijd zal een voorstel ter tafel komen waarin het belang van het kapitaal het beste is gediend. Zelfs als de banken gedwongen worden een flink percentage van de schuld van landen af te waarderen, zal dat gedaan worden met de bedoeling op die manier het systeem te redden en dus de financiële foerage van de banken in stand te houden. De uiteindelijk oplossing die hoogstwaarschijnlijk gekozen wordt zal neerkomen op de verplichting van banken schulden van landen tot op bepaalde hoogte af te waarderen, wat dan weer zal dienen als legitimatie voor verdere uitbuiting – bezuinigingen, privatiseringen etc. – van het volk, zodat die afwaarderingen in de kortst mogelijke tijd gecompenseerd zullen worden.
De wereld heeft geen banken nodig
De onmacht van de politiek is haar geloof in de markteconomie. Alsof dit stelsel niet door mensen gemaakt is en dus ook verlaten kan worden, maar uit de hemel is komen vallen of een van nature onvermijdelijk gegeven is. Iedere geldeconomie, iedere economie die gebaseerd is op geld, leidt tot een fundamentele tegenstelling tussen volk en kapitaal, omdat dit kapitaal een steeds groter deel van de rijkdom naar zich toe zal /moet sluizen, ten koste van het welzijn en de welvaart van het volk. Dit is zo in het kapitalisme/markteconomie, dit was ook zo in het reëel bestaande socialisme. Een geldeconomie die in het gareel wordt gehouden en dienstbaar is aan de ontwikkeling van het volk, is een contradictio in terminis. De fundamentele oplossing is gelegen in een geldloze economie, in een economisch systeem waarin geen geld meer omgaat. Geld is geen noodzakelijke productiefactor. Het is om opportunistische redenen ingevoerd, voornamelijk ten gerieve van de kapitalisten. De werkelijke productiefactoren zijn grond(stoffen) en arbeid. Er zijn grond(stoffen) genoeg, knowhow ook, evenals mensen die de nodige arbeidskracht kunnen leveren, om voor iedere bewoner op de wereld nu en in de toekomst een redelijk welvarend leven mogelijk te maken, in respect voor de natuur. Voor zo’n redelijk welvarende wereld is niet méér nodig dan het bijeenbrengen van grond(stoffen), arbeid en knowhow. Kapitaal is niet nodig, banken kunnen we maar beter missen, geld moet de wereld uit. De financiële markten begunstigen niet de economische ontwikkeling. Integendeel, ze zijn als een roedel hyena’s die hun prooi levend verslinden, en ter wille van een altijd maar meer decadente verrijking gewetenloos het leven op de planeet in steeds meer opzichten in gevaar brengen. Wij hebben geen banken nodig, zij zijn de plaag van de wereld. De dag dat het kapitaal wordt verdreven, kan de wereld weer beginnen aan een glorieus nieuw begin.
Hoe ziet zo’n begin van een geldloze economie eruit?
Het geld is uit de economie te verwijderen door het onmogelijk te maken om met inzet in het productieproces een inkomen te verdienen. Arbeid wordt gratis, aan de levering van grondstoffen kan geen geld meer worden verdiend, en omdat en wannéér dit zo is, hebben we ook geen kapitaal meer nodig om in het productieproces te investeren. In zo’n geldloze economie zijn alle productiemiddelen, goederen en diensten gratis. Er staat niets meer in de weg om voor welke behoefte dan ook van de mens en de natuur, grondstoffen, knowhow en arbeid bij elkaar te brengen en aan de slag te gaan. Wég is de belemmering dat er voor de realisering van dit alles te weinig geld is omdat bijna alles richting financiële markten gaat. De enige belemmering die nog bestaat is de draagkracht van de natuur, die niet overschreden mag worden.
Een persoonsgebonden periodiek budget
Ter wille van de natuur moet de consumptie beperkt worden binnen de draagkracht van de natuur en het milieu. Het instrument daarvoor in een geldloze economie is het periodiek budget. Het bestaat uit een bepaalde waarde, die voor iedereen vrijwel gelijk is, en die zo afgestemd is op de waarden van goederen en diensten, dat een consumptie mogelijk is die een relatief welvarend leven mogelijk maakt voor ieder nu en in de toekomst, zonder dat de draagkracht van de natuur geweld wordt aangedaan. Het budget wordt door de overheid periodiek overgemaakt. De waarde van het budget bestaat natuurlijk niet uit een traditionele geldwaarde. Geld is immers uit de economie gebannen. Evenzeer bestaat de waarde van goederen en diensten ook niet uit geldwaarde. De waarde van een consumptiegoed wordt bepaald door de hoeveelheid vervuiling die ontstaat bij de productie ervan. De waarde van het budget wordt gevormd door een hoeveelheid ‘vervuilingseenheden’. Een goed of een dienst kan worden geconsumeerd, aangeschaft, door inlevering van een hoeveelheid vervuilingseenheden die overeenstemt met de hoeveelheid vervuiling ontstaan tijdens de productie van het beoogde goed of dienst. Voor een dienst, bijvoorbeeld, waarvan de productie zeven eenheden vervuiling zijn opgeleverd, levert de consument zeven vervuilingseenheden uit zijn budget in. Zeven eenheden worden van zijn budget afgeschreven, en verdwijnen dan ‘ins blaue Hinein’. Dat wil zeggen dat die eenheden niet worden bijgeschreven op het budget van de dienstverlener of verkoper. Die allen hebben immers ook de beschikking over een budget waarvan ze leven.
Hoe hoger de vervuiling, hoe meer vervuilingseenheden van het budget afgeschreven zullen worden. Een uitzondering kan gemaakt worden voor goederen en diensten die een hoog maatschappelijk goed vertegenwoordigen. Zo kunnen bijvoorbeeld (gezondheids)zorg, onderwijs en openbaar vervoer buiten het budget gehouden worden en gratis ter beschikking gesteld worden.
Productiemiddelen – gebouwen, machines en dergelijke – worden door iemand die wil ondernemen bij een overheidsinstantie aangevraagd, die een totaaloverzicht heeft en een oordeel kan vormen over de wenselijkheid ervan. Bij toestemming krijgt de ondernemer die middelen gratis ter beschikking gesteld. De ondernemer weet dat hij daar geen geld mee kan verdienen. In een geldloze economie is geld geen prikkel meer, en vervangen door persoonlijke ambitie om te ondernemen en de ijver het algemeen belang te dienen.
Zegeningen
De zegeningen van dit alternatief zijn groot. In het algemeen: alle besluiten en handelingen voor het welzijn van het volk, die in het kapitalisme afwezig blijven vanwege het eeuwige geldgebrek, zijn in dit alternatief mogelijk. Ieder kan in het arbeidsproces ingezet worden; werkloosheid bestaat niet meer; van de wieg tot het graf is inkomen verzekerd door het periodiek budget, problemen met pensioen, aow, uitkeringen etc, zijn er niet meer. Imperialistische oorlogen bestaan niet meer omdat ze niet ‘lonend’ meer zijn. Belastingen kent men niet meer, evenmin als rente. En niet in het minst: het leven op de planeet en de natuur worden niet langer meer bedreigd omdat de consumptie blijft binnen de draagkracht van het milieu.
Wereldwijde invoering
Deze alternatieve, geldloze economie, heeft alleen kans op leven als zij wereldwijd wordt ingevoerd. Voor wie bij deze gedachte een gevoel van machteloosheid bekruipt, kunnen we verwijzen naar het kapitalisme, dat zich ook wereldwijd heeft genesteld. Het moet dus mogelijk zijn, niet in het minst omdat uit de Occupy-beweging blijkt dat het verzet tegen het kapitaal wereldwijde vormen aanneemt. Het momentum lijkt rijp. Nu nog proberen de neoliberale politiek en de neoliberale politici hun legitimiteit te ontnemen en met pensioen te sturen.