Ga naar de inhoud

De wereld als polder

Over de aarzelende Nederlandse stapjes in het internationale campagne-werk, en de polder-draai die dat krijgt.

8 min leestijd
Placeholder image

Dit was begin februari geschreven voor het komende nummer van tijdschrift solidair.

De architecten van de wereldeconomie zijn onvermoeibaar bezig. Maar u ziet ze niet altijd. Er zijn schaarse momenten dat ze zich in het openbaar gemeenschappelijk en democratisch aan het werk zetten, zoals bij de WTO-top in Hong Kong afgelopen december. Dan richten duizenden activisten en lobbyisten zich op hen, om te voorkomen dat ze de hel op aarde groter maken dan die nu al is. Wederom was de hoeveelheid kritische aandacht die ze in Hong Kong kregen – ter plekke of op een afstand – hoopvol stemmend. Dat kwam mede door een paar duizend – voornamelijk Zuidkoreaanse – boeren die onvermoeibaar demonstreerden. Het resultaat van de top was een tamelijk mager akkoord, qua inhoud dan, dat nu echter verder ingevuld gaat worden, in de luwte van de anonieme kantoren in Genève of bij obscure bijeenkomsten tussen een paar landen. En tijdens een speciale bijeenkomst op het World Economic Forum (WEF), het jaarlijkse private onderonsje van miljonairs/zakenmannen en politici op de besneeuwde bergtop in Davos, Zwitserland. Daar is deze keer door ministers van 30 WTO-lidstaten vergaderd en afgesproken om naarstig te gaan werken aan het uitvoeren van de afspraken en het vervolmaken van de ‘vrijhandel’. Naar verwachting zullen vele anderen volgen, veelal omdat ze wel moeten.

Circus Davos

Er lijkt weinig aan te merken op de ontwikkeling van dit proces. De meeste politici en journalisten doen tenminste of er niets aan de hand is. Iedereen mag toch met elkaar afspreken als die dat wil? Vanuit basisorganisaties en actiegroepen bekeken die het proces willen beïnvloeden, is het echter veel duidelijker. Hier is de “sluipende wereldstaatsgreep” in uitvoering, waar groepen als Focus on the Global South voor waarschuwen. Nu het ‘ons’ eindelijk gelukt is om massale oppositie te organiseren tegen het publieke gedeelte van het machtsspel van de wereldeconomie, gaan ze vergaderen in de spelonken en op plekken en momenten die buiten de aandacht liggen. Om daar toch de besluiten te nemen die ze willen, maar dan zonder de lastige aandacht van een kritische menigte. Het circus in Davos is wat dat betreft het meest tekenend.
In het kielzog van de ontluikende globaliseringsbeweging, begonnen Zwitserse en Franse actiegroepen eind jaren ’90 betogingen te organiseren tegen het WEF. Dit leidde meteen tot confrontaties met de politie, die het elitaire gebeuren beschermde. De organisatoren en bezoekers van het WEF, en veelal namens hen de journalisten die wel pap lusten van dit soort garnalencocktailevenementen, claimen bovendien steevast dat het een onschuldig informeel gebeuren zou zijn, cultureel bovendien, en juist bedoeld om van gedachten te wisselen, etcetera. Hoe kun je daar nu tegen zijn? De afgelopen jaren werden de veiligheidsmaatregelen rondom dit WEF steeds drastischer. Het was in feite onmogelijk om er ook maar in de buurt te komen, als demonstrant. Al op tientallen kilometers afstand werd je van de weg gehaald door een soort militairen achter van die stapels zandzakken met een mitrailleur er overheen. De trein met demonstranten werd steevast beneden in het dal gestopt en (soms met salvo’s traangas en rubberkogels) leeggehaald. De paar demonstranten die het desondanks lukte om in het skioord te geraken, werden bij 10 graden celsius onder nul op wat fijne stralen uit het waterkanon getrakteerd. Leve de bakermat van de democratie! Omdat de demonstranten geen zin hadden om steeds tegen dezelfde muur van repressie te lopen, was dit jaar het protest niet in Davos zelf gepland, maar op allerlei andere plekken en momenten in Zwitserland (zie: website)

Andere forum’s

Toch blijft het een probleem dat de elite erin slaagt zo’n plek zeker te stellen waar ze ongestoord die dingen kunnen bekokstoven die publiekelijk moeilijk gaan. Vreemd genoeg is dat ook debet aan het ontstaan van het veelgeroemde World Sociaal Forum, en al diens regionale en locale varianten. Het eerste WSF in 2001 werd letterlijk als tegenhanger van het WEF gehouden, en sindsdien jaarlijks herhaald. Hoewel veel initiatiefnemers er de beste bedoelingen mee zullen hebben gehad, is inmiddels duidelijk dat een aantal vertegenwoordigers van meer regeringsgezinde organisaties ook bewust de angel uit de globaliseringbeweging heeft gehaald. Ze wilden af van de militante confrontaties die tot dan toe een belangrijk onderdeel van de agenda en het beeld vormden en planden daarom – met een hoop overheidsgeld overigens – een eigen circus aan de andere kant van de wereld. Hoewel daar ook plausibele argumenten voor zullen zijn geweest, zoals dat teveel geweld afschrikkend werkt op nieuwe aanwas van de beweging, is nu duidelijk welke prijs daarvoor betaald wordt. Degenen die stug vol bleven houden dat je ‘de rijken’ ook aan moet blijven vallen, zijn in de minderheid gekomen. Het waren steeds een paar duizend mensen die door een overmacht aan politie in de pan werden gehakt in het dal bij Davos. Als de grote NGO’s mee waren blijven doen (degenen die nog in staat zijn een achterban op de been te krijgen dan) en de vakbonden en dergelijke, dan zou de druk veel groter zijn geworden. Dan had de WTO-agenda zich niet moeiteloos naar de Zwitserse kerststal kunnen verplaatsen.

Handelen in de polder

Voor het eerst is er in Nederland een wat bredere coalitie ontstaan om het Nederlandse beleid ten aanzien van de WTO onder de loep te nemen. De coalitie heet Coalitie voor Eerlijke Handel (CEH) en heeft een soort eisenpakket van tien punten uitgevaardigd (zie: pdf brochure). De CEH is ontstaan als Nederlandse deelnemer aan de (op het WSF 2005 afgesproken) Global Action Week (voor eerlijke handel). Wat onmiddellijk opvalt als de Nederlandse invulling van zo’n activiteit wordt vergeleken met de internationale (zie: website internationale), is dat de gestelde uitgangspunten in Nederland meteen een stuk gematigder zijn. Dat is des te merkwaardig als je bedenkt dat de initiatiefnemers van de wereldwijde actieweek allerminst van die radicale houwdegens zijn. Het betrof voornamelijk progressief-christelijke ontwikkelingsorganisaties als Cafod uit Engeland. Maar in Nederland werd meteen op de eerste vergadering besloten niet het internationale manifest als uitgangspunt te nemen, met daarin zware kritiek op het heersende neoliberale beleid, maar een eigen veel neutralere tekst te schrijven. Hier lijken de wetten van het polderen te heersen. Ook bij de benadering van de WTO-problematiek is een dergelijke ruk naar het midden meteen waarneembaar. Bovendien blijken de leden van dit soort coalities, die toch vaak enorme kantoren vol werknemers hebben en miljoenen subsidiegeld incasseren, niet in staat enig protest te organiseren. Er is in Nederland dit jaar geen man (of vrouw) op straat gekomen om onze eigen minister Brinkhorst duidelijk te maken dat hij op moet houden zijn ondernemersvriendjes te bedienen.

Wij, van XminY soldiariteitsfonds, hebben een beetje meegedraaid met de CEH. Maar we waren wat al te blij dat we daarnaast – binnen het in dit blad eerder beschreven initiatief Vóór de Verandering – ook onze eigen pad zijn blijven bewandelen. Hoewel met wat minder miljoenen georganiseerd, zijn we tamelijk tevreden over ons Tribunaal tegen het ministerie van EZ (en minister Brinkhorst) waarin diens WTO-beleid aardig gefileerd werd. (zie verslag). Volgende keer gaan we ook weer zelf proberen wat mensen op straat te krijgen.

NSF

In mei 2006 zal er voor de tweede keer een Nederlands Sociaal Forum worden gehouden. Er woedt momenteel een voorzichtige discussie over de koers die dezelfde ngo’s die hierboven het voortouw namen, aan het NSF geven. Binnen groepen met een wat radicalere opvatting over de politiek, bestaat nogal wat argwaan en weerzin jegens de bedoelingen van de Novib’s, FNV’s en Milieudefensie’s die een prominente rol hebben in het opzetten van dit forum. Men vraagt zich af of ze het geheel niet vooral gebruiken om hun verloren sexappeal terug te winnen, terwijl ze ondertussen lekker voort blijven marchanderen aan de onderhandelingstafels van de polder. Terwijl zo’n forum toch vooral voor basisbewegingen bedoeld is, en eigenlijk zelfs tot verboden gebied voor politieke partijen (en zeker regeringen) verklaard was.
Afgelopen januari werd door (een deel) van die meer kritische groepen een festivalweekend gehouden onder de noemer 2.Dh5 (zie: website). Daar vond onder meer een vruchtbare discussie plaats over zin en perspectief van een volgend NSF. Een van de ideeën was om juist op het NSF een seminar te organiseren, over wat de oorspronkelijke bedoelingen van zo’n forum zijn en waarom het belangrijk is om daaraan vast te houden. De moraal van dit alles is dat je nooit bij de pakken neer hoeft te zitten en niets voor voldongen feiten hoeft te houden. Als het niet gaat zoals je wilt, organiseer je zelf iets beters. De ‘Do It Yourself’-strategie, werd dat op het 2.dh5-festival betiteld. Of zou de conclusie moeten zijn dat in Nederland zelfs de kritische groepen niet ontkomen aan de polder?

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Kees Hudig.)