Ga naar de inhoud

De mislukte missie van Barroso & co

Het Europese beleid is doordrenkt met een ‘laissez-faire’ economische ideologie, zonder dat daar een betekenisvol democratisch debat over heeft plaatsgevonden. Het gevolg is een gebrek aan draagvlak en een overschot aan onbehagen. De Europese Unie is langzaam bezig te desintegreren; al is dat besef bij de meeste politici en opiniemakers nog amper doorgedrongen. Is Europa werkelijk aan het falen?

4 min leestijd

(origineel: bij dewereldmorgen.be foto: Spandoek betoging Brussel – Europese vakbondsactiedag van 29 september 2010 (foto: ABVV)).

Hoe door gebrekkige democratie het Europese project langzaam ontspoort

Binnenkort zijn er Europese verkiezingen. Het moment waarop deze plaatsvinden, is zonder meer interessant. Het Europese project is namelijk sluipenderwijs bezig te ontsporen. Zo bleek andermaal weer uit de meest recente opiniepeiling van de Europese commissie.

De zes grootste landen van de Unie lieten een spectaculaire stijging van euroscepticisme optekenen. Bijna 60 procent van de Duitsers vertrouwt niet meer op Europa, waar dat zes jaar geleden nog 36 procent was. Andere landen scoorden overigens nog extremer.

De gematigde politiek heeft deze neergang aan zichzelf te wijten. Het establishment heeft de afgelopen jaren (met onder andere haar economische ‘laissez-faire’-logica en het negeren van referenda) ten volle meegewerkt aan de uitholling van het begrip ‘democratie’. Het zo ontstane democratische tekort van een instituut zo machtig als de Europese Unie, is ronduit bedenkelijk.

Helemaal voor wie menselijke drijfveren erbij betrekt. In dit verband is de bevinding van de beroemde Amerikaans-Turkse psycholoog Muzafer Sheriff interessant. Sheriff bestudeerde de verbondenheid en het conflictgedrag tussen groepen mensen.

Met zijn beroemd geworden ‘Robbers Cave’-experiment stelde hij onder meer vast, dat groepen die relatief geïsoleerd van elkaar leven en strijden om dezelfde hulpgoederen, al snel op voet van oorlog met elkaar samenleven. Over en weer krijgen stereotypen, dogma’s en illusies dan de overhand, uiteindelijk zelfs uitmondend in verschillende vormen van agressie. 

Maar gelukkig, als gezorgd wordt voor onderling contact en samenwerking om problemen met hulpbronnen op te lossen, krijgen solidariteit en vertrouwen een kans en kan men zich zelfs met de andere groep verbonden voelen. Cruciaal daarvoor is wel dat er een overkoepelend doel wordt geformuleerd waarin alle betrokkenen zich kunnen vinden en zich voor kunnen inzetten.

Als Sheriff daadwerkelijk iets wezenlijks over ons gedrag heeft vastgesteld (zijn experiment is velen malen bevestigd), dan zitten we in de problemen. Immers, het formuleren van overkoepelende doelstellingen is bij uitstek een taak van het politieke bedrijf – en het is op dit punt dat Europa schromelijk te kort schiet.

Er is nergens in Brussel een burgergemeenschap, een polis, die fungeert als hart van het publieke debat waarin de pluriforme normen en waarden, noden en levensovertuigingen van pak ‘m beet 450 miljoen Europeanen evenredig kunnen worden gehoord en afgewogen teneinde een hoger doel te formuleren.

Het Europees parlement heeft in ieder geval veel te weinig politieke macht om deze functie te vervullen. Dat is spijtig. Want door deze omstandigheden ontstaat nu vrijwel automatisch een politiek discours dat in de verste verte niet aansluit en inspeelt op de noden van de bevolking.

Op dit moment is het meest treffende voorbeeld van deze mismatch te vinden in het economische beleid. Europeanen worden voortdurend door Brussel de stuipen op het lijf gejaagd met het dogma van ‘economisch vertrouwen’. Niets mag dit vertrouwen schaden waardoor de Europese politiek zichzelf kritiekloos overgeeft aan laissez-faire economische ‘krachten’. Dus bezuiniging op bezuiniging volgt, en extreem rijken worden rijker.

Veelzeggend is dat vrijwel niemand die daadwerkelijk aan de Brusselse knoppen draait (en dat is geen goed teken voor het democratische proces), spreekt over de historische voorbeelden waaruit juist het tegendeel blijkt.

De politiek blijkt namelijk in het verleden meer dan eens de macht van markten te hebben gebroken, zonder dat dit leidde tot economisch verval.

Stephane Hessel, een beroemd Frans verzetsstrijder en medeopsteller van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, verwoordde bijvoorbeeld het opsplitsen van grote banken na de Tweede Wereldoorlog als volgt: “Een ware democratie, zowel economisch als sociaal, kan alleen standhouden wanneer economisch en financieel feodalisme een halt wordt geroepen.”

Hessel volgend, leven we nu dus de facto al niet meer in een ware democratie. Het huidige Europese project zou in zijn ogen (hij is inmiddels overleden) verworden zijn tot een project van financiële repressie. Dat het voeren van een echt open debat hierover vooralsnog not done is, zegt genoeg.

Ooit wilde Europa leren van haar verleden en onderzoeken wat haar toch telkens uiteen dreef. Daar waren de Duitse staatsman Konrad Adenauer en de Franse staatslieden Jean Monnet en Robert Schuman, de geestelijke vaders van Europa, zich van bewust.

Voor duurzame vrede moest het Europese project niet alleen het verstand dienen, maar ook de compassie. Of, zoals de Europese missie door Jean Monnet zou worden verwoord: “We vormen geen coalities tussen staten, we verenigen mensen.”

Afgelopen maand stond er dit in de krant: ‘Woning Duitse ambassadeur beschoten in Athene’. Het was slechts een klein bericht. Maar misschien zat er wel een grote betekenis in verscholen …

Werner de Gruijter

Werner de Gruijter is sociaal psycholoog en doceerde zowel aan de Vrije Universiteit als aan de Universiteit van Amsterdam.