De hybride oorlog van de VS en de Braziliaanse oligarchie tegen Lula
De aanhouding van voormalig Braziliaans president Jair Bolsonaro komt dichterbij. Met een mogelijke verkiezing van Donald Trump dit najaar dreigt een nieuwe poging tot staatsgreep tegen president Lula, naar analogie met de staatsgreep tegen voormalig president Dilma Rousseff in 2016. De Braziliaanse oligarchie bereidt zich er al op voor.
(Foto: Lula tijdens verkiezingsmeeting in São Paulo. Foto: Midia Ninja/CC BY-SA 2:0)
Na een jaar waarin het Braziliaanse bruto binnenlands product meer dan 3 keer zo snel groeide als het IMF had voorspeld, de werkloosheid het laagste cijfer van de voorbije 11 jaar bereikte en het aantal Brazilianen dat leeft in ernstige voedselonzekerheid daalde van 33 miljoen naar 20 miljoen, heeft president Lula zich de woede op de hals gehaald van internationale zakelijke elites, het leger en evangelische christenen. Dit heeft geleid tot een maandenlange negatieve berichtgeving in de Braziliaanse mainstream en sociale media die doet denken aan de lastercampagnes in de aanloop naar de coup tegen Dilma Rousseff in 2016.
Op maandag 18 maart riep Lula de ministers van zijn kabinet bijeen voor een vergadering over communicatiestrategieën, nadat uit peilingen was gebleken dat zijn populariteit was gedaald van 54 naar 51%. Hoewel dit soort neerwaartse schommelingen normaal gesproken geen reden tot ongerustheid zijn, doen ze nu in combinatie met de lastercampagne in de media de alarmbellen afgaan.
Hoewel de regering-Lula nog steeds te populair is voor zijn vijanden om ze omver te werpen (vooral door het populariteitscijfer van 68% in het noordoosten), kunnen maanden van voortdurende aanvallen de regering genoeg verzwakken om actie te ondernemen. Die kans wordt groter als Donald Trump, wiens extreemrechtse medestanders dicht bij de familie Bolsonaro staan, dit najaar wordt verkozen.
Bovendien zouden de dalende populariteitscijfers Lula kunnen dwingen om meer compromissen te sluiten met de ruralistas – de vertegenwoordigers van de traditionele Braziliaanse agro-industriële families (lees: afstammelingen van grote slavenhouders) die meer dan 60% van het Congres uitmaken, en hun multinationale agro-bondgenoten zoals Cargill.
De zuivering van het leger
Op 8 februari viel de Federale Politie van Brazilië, als onderdeel van het onderzoek naar de mislukte couppoging van 8 januari 2023, binnen in de woningen van enkele van de machtigste actoren van de ‘diepe staat’ in Brazilië, waaronder de gepensioneerde generaal Augusto Heleno, die lange tijd onaantastbaar werd geacht.
Heleno is internationaal bekend als de militaire commandant van de VN Minustah-bezetting van Haïti tijdens het bloedbad in Cité Soleil (nvdr: De Mission des Nations Unies pour la Stabilisation en Haïti of VN-Stabilisatiemissie in Haïti, was een VN-vredesmacht in Haïti van 2004 tot 2017. De missie werd geleid door het Braziliaanse leger en werd beschuldigd van het aanrichten van een bloedbad in Cité Soleil, een wijk van Port-au-Prince). In Brazilië wordt hij herinnerd vanwege zijn rol als adjudant van generaal Sylvio Frota tijdens de militaire dictatuur. Generaal Frota negeerde als bevelhebber van het Ministerie van het Leger en als leider van een harde interne factie genaamd de tigradas, herhaaldelijk de bevelen van president Geisel om het martelen en executeren van politieke gevangenen in te perken. Hij werd in oktober 1977 ontslagen nadat hij had geprobeerd een coup uit te lokken die hem tot nieuwe dictator zou hebben gemaakt.
Als hoofd van Jair Bolsonaro’s Institutionele Veiligheid hield generaal Heleno toezicht op 17 overheidsafdelingen waaronder ABIN, de nationale inlichtingendienst.
Op 15 maart gaf de federale politie de transcripties vrij van de ondervraging van 27 verdachten en getuigen van het onderzoek naar de couppoging van 8 januari 2023. Een van de vele onthullingen was Generaal Heleno’s ‘verbazing’ over het feit dat luchtmachtcommandant Carlos Baptista Jr. zijn steun weigerde aan het verbreken van de democratische rechtsorde.
Uit de getuigenissen blijkt dat de politie nu genoeg bewijs heeft om voormalig president Bolsonaro, vice-presidentskandidaat van 2022, generaal Walter Braga Neto en voormalig commandant van de marine, Almir Garnier Santos, aan te klagen wegens verraad. We weten nu ook dat de door het leger geweigerde steun de belangrijkste reden was voor het mislukken van de coup.
De regering Lula heeft stappen gezet om de militaire top te zuiveren van coupplegers, maar de overdracht van het onderzoek van militaire naar burgerlijke rechtbanken heeft machtige mensen in het leger boos gemaakt.
De toorn van de zionisten
Lula’s verklaring over Gaza tijdens een persconferentie op 18 februari op de top van de Afrikaanse Unie in Addis Abeba, is ook het voorwerp geworden van hevige binnenlandse en internationale kritiek. Lula zei: “Als ik de aankondiging zie van de rijke wereld over het stopzetten van de humanitaire steun aan de Palestijnen, stel ik me vragen bij de grootte van het politieke bewustzijn en het mededogen in de harten van deze mensen, die niet zien dat wat er in de Gazastrook gebeurt geen oorlog is – het is een genocide. Wat er nu gebeurt met het Palestijnse volk in de Gazastrook is ongekend in de geschiedenis. Eigenlijk gebeurde het al toen Hitler besloot om de Joden te vermoorden.”
Lula deed deze uitspraak 14 weken nadat hij de Israëlische regering voor het eerst publiekelijk beschuldigde van het plegen van genocide op de Palestijnen in Gaza. Hij was niet de eerste publieke figuur die overeenkomsten suggereerde tussen de genocide in Gaza en de nazi-wreedheden zoals in het getto van Warschau. Zijn opmerking ontketende echter een diplomatieke oorlog met Israël.
Premier Benjamin Netanyahu verklaarde hem “persona non grata” en de machtigste zionistische lobbygroep van Brazilië, CONIB – die al antizionistische Joodse journalisten zoals Breno Altman vervolgde – zette de Braziliaanse pers in om hem van antisemitisme te beschuldigen.
Voor zover Netanyahu al een kruiperige verontschuldiging verwachtte, is die er nooit gekomen. De volgende dag riep Brazilië zijn ambassadeur uit Israël terug. Terwijl Globo, CNN Brasil en Folha de S. Paulo Lula beschuldigden van antisemitisme, schreef de voorzitter van de Arbeiderspartij, Gleisi Hoffman: “Netanyahu’s reactie op president Lula bevestigt de brutaliteit van de leider van een extreem-rechtse regering die zijn land naar een ramp leidt en naar verstoting uit de internationale gemeenschap. Hij negeert dat Brazilië niet langer geregeerd wordt door een fascist zoals hij. Netanyahu zou zich zorgen moeten maken over de afwijzing die hij in de wereld en in zijn eigen land oproept voordat hij probeert degenen te berispen die zijn beleid om het Palestijnse volk uit te roeien aan de kaak stellen. Hij heeft noch de morele noch de politieke autoriteit om iemand met de vinger te wijzen.”
De Braziliaanse Joodse bevolking telt ongeveer 140.000 mensen – niet groot genoeg om een nationale verkiezing te beïnvloeden. Het voorval heeft echter wel Lula’s aanzien aangetast bij de Israël-aanbiddende Evangelische Christelijke bevolkingsgroep in Brazilië, die 31% van de bevolking uitmaakt.
Het is een groep waarbij de Arbeiderspartij stappen vooruit zette, maar waarvan de leden nu op sociale media worden gemicrotarget met beelden van andere oorlogen en videospelletjes, en desinformatie over Palestijnen die “baby’s onthoofden”.
Op 19 maart had de extreemrechtse gouverneur van São Paulo, Tarcisio de Freitas, die wordt gezien als Bolsonaro’s waarschijnlijke opvolger bij de presidentsverkiezingen van 2026, een ontmoeting met Benjamin Netanyahu in Israël, om “in naam van het Braziliaanse volk excuses aan te bieden” voor Lula’s opmerkingen en om te werken aan strategieën om de Arbeiderspartij af te zetten.
Krachttoer
Op 25 februari kwamen naar schatting 69.000 mensen met privébussen vanuit het hele land aan in São Paulo. Uit verslaggeving van Agencia Publica bleek dat de meeste bussen gecharterd waren door rechtse politici die van plan zijn mee te doen aan de lokale verkiezingen van dit jaar.
Tienduizenden inwoners van São Paulo sloten zich bij de menigte aan. Ze kwamen naar buiten om te protesteren tegen het Braziliaanse Hooggerechtshof. Dat heeft toestemming gegeven voor een reeks federale politieonderzoeken naar voormalig president Bolsonaro voor vermeende misdaden, waaronder: het verduisteren van 3,2 miljoen dollar aan juwelen; het gebruik van Israëlische spionagesoftware om een parallel spionageagentschap op te zetten om 30.000 Brazilianen te bespioneren; en het beramen van een mislukte staatsgreep die een rel in de Braziliaanse hoofdstad Brasilia combineerde met terroristische aanslagen op 16 zendmasten en een mislukte bomaanslag op een vliegveld.
Doordat de federale politie illegale financieringskanalen naar Carlos Bolsonaro’s “haatnetwerk” afsloot, bleef de aandacht in de Braziliaanse sociale media beperkt. Het protest kwam die dag niet voor in de top 10 van populairste zoekopdrachten op Google, en eindigde achter 9 voetbalwedstrijden en een schandaal rond het rechtse medium Jovem Pan (nvdr: het grootste radiostation van Brazilië).
Israëlische media en overheidsfunctionarissen gebruikten de foto’s en dronebeelden echter om het ten onrechte af te schilderen als een “pro-Israël” protest. Rechtse figuren zoals Tucker Carlson (nvdr: omstreden journalist, ontslagen bij Fox News) frameden het als een krachttoer van Bolsonaro die – niet in staat om een nationaal protest op te zetten zoals dit jaar in meer dan 35 steden op Internationale Vrouwendag – ervoor koos om het bij één stad te houden. Het mag dan wel van bovenaf gefinancierd zijn om als een volksprotest over te komen, maar het gaf hoop aan de 25% Braziliaanse kiezers die zichzelf nog steeds bolsonaristas noemen.
Opstand van de hedge fund-managers
Op 7 maart schokte Petrobras, het Braziliaanse beursgenoteerde oliebedrijf dat voor het grootste deel in handen is van de overheid, haar particuliere aandeelhouders. Het bedrijf kondigde aan dat het zijn dividendrendement verlaagde tot 45%, waardoor het uit de lijst verdween van de 20 bedrijven die wereldwijd het hoogste dividend uitkeren, een lijst waarop het bedrijf in 2022 nog op de tweede plaats prijkte.
De stap maakt deel uit van de strategie van de regering-Lula om het bedrijf weer op te bouwen na jaren van systematische ontmanteling na de coup tegen Dilma Rousseff in 2016. Door de dividenduitkeringen aan investeerders te beperken tot “slechts” 72,4 miljard Braziliaanse real (14,5 miljard Amerikaanse dollar), kan Petrobras haar reserves versterken en meer investeren in onderzoek en ontwikkeling.
Het maakte de elites echter woedend. Daarbij zijn ook buitenlandse vertegenwoordigers die 26% van de aandelen van het bedrijf in handen hebben. Grote Braziliaanse media zoals Globo, die al tientallen jaren strijdt voor volledige privatisering van Petrobras, vielen Lula aan omdat hij “geen verstand heeft van economie” en riepen op tot het aftreden van Petrobras-directeur Jean Paul Prates, die weigerde te buigen voor de druk.
Gevraagd naar het nieuwe beleid tijdens een interview met SBT TV op 12 maart, zei Lula: “Petrobras is niet alleen een bedrijf dat de aandeelhouders die erin investeren tevreden moet stellen. Het moet er ook zijn voor de 200 miljoen Brazilianen die de echte eigenaren zijn. Als je alleen naar het gezeur van de markt luistert, kun je niets doen. De markt is een woeste neushoorn, een dinosaurus. Ze wil alles voor zichzelf en niets voor het volk.”
Hybride oorlogvoering
Zoals Chico Cavalcante (nvdr: journalist, politiek adviseur en directeur van Vanguarda Política, een strategisch communicatiebureau dat zich richt op progressieve campagnes en doelen) schrijft, “hebben we te maken met een zorgvuldig opgebouwde publieke opinie. De ongunstige opiniepeilingen zijn het resultaat van hybride oorlogvoering – een hedendaagse vorm van politieke strijd gebaseerd op het voortdurend destabiliseren van regeringen via sociale netwerken en de pers.
Het is een tactiek die de neiging van de algoritmes van sociale media om desinformatie te bevoordelen versterkt, wat bijdraagt aan een grotere polarisatie die een vicieuze cirkel genereert. Hierdoor wordt de publieke opinie in de richting van simplistische oplossingen geduwd voor de complexe problemen van de samenleving en de economie – met andere woorden, in de richting van rechts.”
De basis wordt gelegd voor de 4de Braziliaanse staatsgreep in minder dan 100 jaar. Of die zal slagen hangt af van meerdere factoren. In samenwerking met de in ongenade gevallen voormalige Lava Jato rechter Sergio Moro, hielp het Ministerie van Justitie van de regering Obama bij het saboteren van de Braziliaanse economie door in 2015 een milde recessie om te zetten in een crisis in de aanloop naar de illegale afzetting van Dilma Rousseff.
Het is moeilijk voor te stellen dat elites dit jaar een coup plegen, in een periode van economische groei en succesvol herverdelend sociaal beleid. Maar één ding is zeker: als Trump wordt verkozen, zullen ze het proberen, gezien de nauwe banden die hij en zijn medestanders hebben met de familie Bolsonaro.
Het idee dat een toekomstige regering Biden betrokken zou kunnen raken bij een couppoging moet ook ernstig worden genomen. De Amerikaanse steun voor de staatsgrepen van 1964 en 2016 vond immers plaats onder Democratische presidenten.
Bovendien hebben de VS tijdens de Koude Oorlog 72 couppogingen gepleegd over de hele wereld. Waarom zou een nieuwe Koude Oorlog anders zijn?
De geschiedenis van de afgelopen 120 jaar toont aan dat telkens wanneer een natie in het Zuiden ook maar een beetje soevereiniteit probeert uit te oefenen, de VS een staatsgreep plant.
Dit artikel verscheen op Counterpunch. Vertaling: Ann Dejaeghere
Brian Mier komt uit Chicago en woont al 25 jaar in Brazilië. Hij is mederedacteur van Brasil Wire en Brazilië-correspondent voor het tv-nieuwsuitzending van TeleSur English, From the South.