“De groene economie is niet de oplossing voor de klimaatcrisis”
“Wat wij willen zijn echte oplossingen. En dat zijn de oplossingen van de lokale gemeenschappen. We hebben veel ervaring met het gemeenschappelijk beheer en gebruik van water en bossen, met agro-ecologie en andere vormen van zelfbestuur rond grondbeheer. Dit zijn volgens ons de echte oplossingen. En de overheden moeten zich ertoe verbinden om deze oplossingen te stimuleren en de gemeenschappen middelen en technisch advies te geven. Het zou een politieke prioriteit moeten zijn.”
(Interview door Zynke Huysmans en Dirk Van der Roos, oorspronkelijk verschenen op DeWereldmorgen)
Recent organiseerde Oikos denktank samen met een aantal partners Ecopolis 2018 – Just Transition in het Kaaitheater in Brussel. Het centrale idee is dat een rechtvaardige transitie zowel klimaat, jobs als rechtvaardigheid bevat. De slogan dit jaar was dan ook ‘To change everything it takes everyone’.
Dit thema sluit ook sterk aan bij de klimaattop die momenteel doorgaat in Polen. Daarom werd op Ecopolis een sessie georganiseerd over ‘de uitdagingen voor de COP24’. In dit debat nam een mensenrechtenactiviste uit Colombia deel, namelijk Catalina Caro. Ze werkt voor CENSAT (Friends of the earth Colombia) waar ze opkomt voor de rechten van inheemsen en boerengemeenschappen, onder andere rond het Cerrejón-project in La Guajira, de grootste steenkoolmijn van Colombia.
Je gaat naar de COP24-bijeenkomst in Polen. Wat verwacht je van die klimaattop?
Catalina Caro: Het doel van de top is om het Akkoord van Parijs te implementeren. Wij geloven dat dergelijke akkoorden enkel en alleen concreet kunnen worden aan de basis. Vanuit dit idee nemen wij deel, en om aan beleidsbeïnvloeding te doen. Vooreerst willen we dat de fossiele brandstoffen in de grond blijven. Colombia en klimaatverandering: dat heeft alles te maken met het ontginningsmodel. Dat is het economische model waar we al zo’n twintig jaar mee leven en dat zich heeft verspreid over het hele land. Het bracht gedwongen verplaatsing van veel gemeenschappen teweeg, verontreiniging en toe-eigening van water, verlies van respect voor de milieurechten en het recht op voedsel van veel gemeenschappen, en in het algemeen een proces van enorme plundering. Wij willen dus bekijken hoe we deze expansie een halt kunnen toeroepen, hoe we de mijnbouwkoorts kunnen stoppen. met als doel te beginnen werken aan een post-extractivistische energietransitie die de mogelijkheid geeft aan de gemeenschappen om op hun grondgebied te blijven.
We eisen van de politici dat ze niet kiezen voor valse oplossingen. In Colombia en elders in Latijns-Amerika, probeert men de klimaatcrisis in te perken vanuit het idee van de zogenaamde ‘groene economie’. Wij beschouwen de groene economie niet als een oplossing voor de klimaatcrisis. In tegendeel, het zorgt voor een ‘greenwashing’ door kapitalisten, die de ongelijkheid en de klimaatonrechtvaardigheid zelf veroorzaakt hebben. Wij vinden het belangrijk om dit bloot te leggen, zodat valse oplossingen afgebouwd worden.
Wat wij willen zijn echte oplossingen. En dat zijn de oplossingen van de lokale gemeenschappen. We hebben veel ervaring met het gemeenschappelijk beheer en gebruik van water en bossen, met agro-ecologie en andere vormen van zelfbestuur rond grondbeheer. Dit zijn volgens ons de echte oplossingen. En de overheden moeten zich ertoe verbinden om deze oplossingen te stimuleren en de gemeenschappen middelen en technisch advies te geven. Het zou een politieke prioriteit moeten zijn.
Tenslotte vinden we dat de grote multinationale extractieve bedrijven, die ook in ons land actief zijn, moeten vertrekken uit de onderhandelingen over een klimaatakkoord. Het is nodig dat deze bedrijven geen invloed meer kunnen uitoefenen op het beleid via lobbywerk. We kunnen geen oplossingen bedenken voor de toekomst van onze planeet en van de mensheid, zolang de bedrijven de bovenhand nemen en ons hun belangen blijven opleggen. Die belangen vernietigen de natuur, dat is wat er nu gebeurt.
We weten dat dit niet gemakkelijk is. In die kringen wordt van boven naar beneden gedacht. De ngo’s en de gemeenschappen kunnen dus slechts minieme invloed op het beleid uitoefenen. Dat geldt nog meer voor Colombia, waar onze regering de belangen van onze gemeenschappen en onze organisaties niet vertegenwoordigt. Het is een enorm gevecht. Niet alleen op dat niveau, maar ook om uit te leggen aan de gemeenschappen wat klimaatverandering eigenlijk is. Het is een heel technisch concept, dat gehanteerd wordt in een technocratische omgeving. Dat is moeilijk. Hoe kunnen we de mensen vertellen dat er wereldwijd beleidsafspraken zijn die beslissen over het gebruik van hun water, terwijl zij met de problemen kampen?
Zijn de effecten van klimaatverandering zichtbaar in Colombia? Hoe gaat de Colombiaanse overheid om met het klimaatthema?
De gemeenschappen ondervinden de problemen nu al. Het weer en klimaat verandert, er zijn lange periodes van droogte. De mensen kunnen niet meer zaaien en voorspellen wanneer de oogst er zal zijn. Dat is hoe de mensen de klimaatverandering zien. We moeten een brug slaan tussen het wereldwijde beleid en de realiteit van de lokale gemeenschappen.
In Colombia zijn de cycli van het klimaat veranderd. Dat geeft een grote onzekerheid voor de plattelandsgemeenschappen. Er zijn ook twee klimaatfenomenen La Niña en El Niño die te maken hebben met golfstromen en die we al langer kennen, maar die nu versterkt zijn. Zij zorgen voor een grote kwetsbaarheid en heel wat risico’s voor de gemeenschappen: rivieren stromen over, wegen worden beschadigd. Dit heeft impact op de autonomie en de voedselsoevereiniteit van plattelandsgemeenschappen.
De Colombiaanse regering behandelt deze thema’s als een normale evolutie van de natuur. Het is opvallend dat precies in de regio La Guajira, waar de Cerrejón, de grootste steenkoolmijn van Latijns-Amerika zich bevindt, verschillende jaren geen regen is gevallen. Men zei dat dit te wijten was aan La Niña en El Niño, dat de natuur zo was. Maar wij weten beter.
De Colombiaanse regering maakt vastberaden nationale plannen, maar tot op heden schiet ze tekort om de verschillende maatregelen in praktijk te brengen en om de gemeenschappen te betrekken.
Wat is de bijdrage van de mijnbouw in Colombia aan de klimaatverandering?
De klimaatcrisis heeft alles te maken met de impact van mijnbouw en het extractieve economisch model. Colombia is de vierde grootste uitvoerder van steenkool in de wereld. Vorig jaar werd 90 miljoen ton steenkool uitgevoerd, waarvan 95% naar Europa, Turkije en Israël. De steenkool wordt uit onze grond ontgonnen en nadien verbrand in elektriciteitscentrales overal ter wereld. Het zijn zij die voor de uitstoot zorgen. Dus, hoewel er in Colombia maar weinig steenkoolcentrales zijn, dragen wij ook een verantwoordelijkheid door de ontginning van de steenkool.
In Colombia halen we onze energie uit waterkrachtcentrales en stuwdammen. Daarvoor worden mensen uit hun dorpen verdreven. Wie zich verzet, wordt bedreigd of vermoord. Colombia is één van de onveiligste landen ter wereld voor milieuactivisten.
Grootschalige agro-industriële landerijen voor de productie van suikerriet en palmolie dragen eveneens bij aan de emissies.
Wat zijn de grote redenen waarom de plaatselijke gemeenschappen zich verzetten tegen mijnbouwprojecten?
Mijnbouw treft als eerste het water, de toegang ertoe, de vervuiling, en het gebruik ervan. Water is het eerste slachtoffer van het extractivisme, terwijl het ons leven geeft. Het is de levensbron van het hele ecosysteem.
Zonder water is er ook geen autonomie en geen voedselsoevereiniteit. De mensen kunnen niet meer leven van hun veld en moeten elders werk gaan zoeken. In mijnbouwzones, zoals La Guajira, sterven veel kinderen aan ondervoeding. Cijfers van het Colombiaans instituut voor welzijn in het gezin, tonen aan dat in La Guajira in drie jaar tijd bijna 500 kinderen stierven door een gebrek aan voedsel. Er is geen welzijn meer voor de gemeenschappen.
Tenslotte is er de plundering en de ontheemding die de mijnbouw heeft teweeggebracht. In het kader van grootschalige mijnbouw gebeuren er veel gedwongen verplaatsingen. De slachtoffers die hun geboortegrond verlieten, moeten een nieuw leven beginnen, in een andere sociale, culturele en leefomgeving.
Mensen en gemeenschappen willen beslissen over hun grondgebied en hun alternatieve levenswijzen uitbouwen. Daarom verzetten de mensen zich, en verzetten wij ons.
Je bent zelf een activiste. Heb je een verhaal waaruit je veel voldoening en energie hebt gehaald?
Ik heb verschillende jaren gewerkt met inheemse volkeren in het zuidwesten van Colombia. De Nasa-gemeenschappen in het zuidwesten van Colombia zijn zeer strijdlustig en houden van hun grondgebied. Die liefde voor het grondgebied heeft mij geïnspireerd om te doen wat ik nu doe, om aan hun zijde te strijden met alles wat ik heb. Om een halt toe te roepen aan de intocht van de multinationals en aan de minachting voor het water en voor het leven. Ook de kracht van de Wayuu en de Afro-Guajiros inspireert mij. Zij leven in een regio waar dertig jaar intensieve steenkoolontginning veel ellende heeft gebracht. Toch hebben ze een enorme levenskracht en blijven zij geloven dat ze de situatie kunnen veranderen.
Het heeft me doen inzien dat het leven, het water, alles een geheel vormt, als een allesomvattende visie. De inheemse kosmologie toont ons een ander soort relatie met de natuur. En we moeten die relatie blijven verdedigen, de mensen in de steden ermee in contact brengen, er zelf verbinding mee zoeken, vanuit onze organisaties, vanuit het activisme en ook vanuit de academische wereld. Ik was docent aan de universiteit en probeerde jongeren aan te sporen om verder te kijken dan hun eigen leven in de steden, en terug verbinding te maken tussen natuur en maatschappij. Relaties die het kapitalisme afgebroken heeft.
Ecopolis ging over ‘rechtvaardige transitie’. Wat betekent dat voor een land als Colombia?
De transitie is een concept en een proces dat we doorlopen met de sociale beweging in Colombia. We spreken over een noodzakelijke transitie, en hoe we kunnen overgaan naar een andere situatie, op een manier die rekening houdt met het volk.
De transitie moet onder bepaalde voorwaarden gebeuren: ze moet uitgaan van het volk en participatief en rechtvaardig zijn. Rechtvaardig in die zin dat ze de schendingen van de mensenrechten en de ongelijkheid veroorzaakt door het extractivisme erkent, en dat ze de rechten van de getroffen gemeenschappen herstelt.
Participatief, dat wil zeggen dat iedereen kan deelnemen. En de participatie moet gegarandeerd zijn als het gaat over bindende beslissingen. De transitie moet het ‘energiemetabolisme’ van de samenleving veranderen. Post-extractief dus. Ze moet ons uit dit model trekken. Voor de Latijns-Amerikaanse landen moet dit de fundamentele voorwaarde van de transitie zijn.
Wie zet die in gang? Verschillende sectoren. Voor de steenkool- en petroleumwinning bijvoorbeeld, worden geopolitieke veranderingen verwacht. De Europese landen zeggen dat ze af willen van steenkool, dat ze hun economieën koolstofarm willen maken. Dat betekent dat landen zoals Colombia, die steenkool verkopen, moeten nadenken over wat ze gaan doen. Wij vinden dat er een dialoog nodig is met verschillende sectoren, met de arbeidssector, met de gemeenschappen en ook met de staat, om te bepalen wat ieders taak is.
Ook het transitieproces voor de mijnbouw moet in verschillende etappes gebeuren. De sluiting van een mijn omvat vele aspecten Tot op heden hebben wij bijvoorbeeld geen zicht op het plan voor de sluiting van de Cerrejón-mijn. Dit is niet bekend, niet publiek. Wij vinden dat we moeten kunnen begrijpen welke wetgeving van toepassing is, op welke manier de bedrijven de sluiting denken door te voeren en ook hoe de staat zich voorbereidt op deze sluiting. Dat brengt ons ook bij de financiering. Tot op de dag van vandaag weten we daar niets over. In landen als Duitsland bestaan er fondsen en kredieten voor de sluiting, die op voorhand van de bedrijven geëist worden. In Colombia gebeurt dat niet. We willen veel meer duidelijkheid in deze stap.
Een tweede stap zou zijn wat we de integrale reconstructie van het grondgebied noemen. Dat gebeurt niet enkel door middel van ecologisch herstel, maar ook door het herstel van de culturele rechten van de getroffen gemeenschappen. Bijvoorbeeld door processen en milieurapporten die een herhaling voorkomen, en door gerechtigheid voor de slachtoffers in La Guajira en andere regio’s.
De opbouw van alternatieven, ten slotte, vereist vooreerst een erkenning van de reeds bestaande alternatieven, daar belang aan hechten en publieke financiering garanderen zodat deze alternatieven kunnen functioneren. En we geloven dat daarvoor ook betrokkenheid van het volk nodig is, op sub-regionaal en gemeentelijk vlak. Dat wil zeggen dat die mensen invloed moeten kunnen uitoefenen op de plannen voor ruimtelijke ordening en op de beslissingen die in de gemeenteraad genomen worden, en rond het gebruik van de grond en het water, om er voor te zorgen dat die alternatieven duurzaam zijn. Want je kan wel kleine agro-ecologische projecten opzetten, maar zonder gegarandeerde steun van de overheid, zijn die niet duurzaam. Wat we dan krijgen zijn valse oplossingen, die volgens ons niet in een transitie thuishoren. Om de transitie vorm te geven, werken we nu een plan uit met alle volkssectoren samen, van onderuit.
Een organisatie als Broederlijk Delen promoot een duurzame levensstijl in België. Heb je een boodschap voor ons?
Voor iedereen in België en in Europa is het belangrijk om te weten waar je energie vandaan komt, waar het water vandaan komt, waar alles vandaan komt dat ons in staat stelt om te leven. Wanneer we die connectie hebben, is het makkelijker om te begrijpen dat veel van die processen onrechtvaardigheid met zich meebrengen. Als jullie veranderen, dan kan ook de situatie rechtvaardiger worden op de plaats van herkomst van de grondstoffen, de brandstoffen en de vele diensten die jullie hier hebben. De boodschap is dus dat jullie moeten doorgaan, we moeten het kleine veranderen, maar ook het grote, en zo kunnen we ons leven veranderen. Maar als we niets doen aan de machtsrelaties die de energieonrechtvaardigheid in de wereld veroorzaken, dan gaan we daar niet in slagen. We moeten dus werk leveren op vele niveaus.