De gele hesjes in Frankrijk: 42 weken en nog springlevend
De Franse gele hesjes blijven marcheren – zij het met verminderde sterkte. Ze geven niet op en willen nog steeds de sociale verhoudingen in Frankrijk veranderen, ondanks alle tegenstand van staatswege. Andrea Drescher sprak voor NachDenkSeite (*1) met de politoloog Sebastian Chwala, die als expert op het gebied van de Franse politiek de beweging bijna vanaf het begin volgde. Hij zorgde ervoor dat veel informatie die niet in de massamedia verscheen toch haar weg naar het publiek vond.
(Door Andrea Drescher, Nachedenkseite, vertaling door Ander Europa) foto Patrice Calatayu, CC2.0/Flickr)
Hoe is uw relatie met Frankrijk tot stand gekomen?
Vrij banaal. Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in Frankrijk, heb vele jaren in Calw gewoond aan de grens met de Elzas en heb intensief Frans gestudeerd. Ik hou van het land en de mensen. Die interesse vond dan ook haar weg naar mijn studie. Mijn supervisor vroeg me wat ik wilde doen, en aangezien er bijna niemand aan de linkerzijde was die echt de weg wist in dit onderwerp, lag mijn keuze voor de hand.
Je hebt je nu geëngageerd in het milieu van de gele hesjes – waarom?
In het begin was ik nogal terughoudend en volgde ik de hele zaak alleen op afstand. De traditionele lijnen van de beweging, de politieke inhoud leek mij problematisch. Maar vanuit mijn politieke omgeving werd vaak de vraag gesteld hoe ik de beweging beoordeelde en inschatte. Het was bij de Rosa Luxemburg Stichting ook bekend dat ik via sociale media zeer goed verbonden ben met Frankrijk en veel contacten heb. Twee weken nadat het in Frankrijk was begonnen, begon ik het onderwerp en de beweging intensief te bestuderen.
Waar haal je je informatie vandaan?
Ik ben in het verleden verschillende keren in Frankrijk geweest, maar ik was niet in de betogingen – toegegeven, uit angst voor de politie. Ik ben echter nauw verbonden met de gele hesjes online via linkse groepen, heb veel contacten in het wetenschappelijk milieu, lees veel artikelen en studies en woon discussievergaderingen bij waarbij mensen betrokken zijn die ter plaatse waren en er telkens opnieuw bij zijn.
Aanvankelijk was links nogal gereserveerd, toch?
Juist, zelfs ik was in het begin niet enthousiast. Het milieu waaruit de beweging voortkwam was allesbehalve probleemloos. In december zagen we de foto’s van de ‘militante’ protesten. Het werd echt interessant toen het eisenprogramma bekend werd. Rond het jaareinde van 2018 werd duidelijk welke explosieve kracht erachter zat. De machthebbers in Frankrijk hadden de beweging aanvankelijk waarschijnlijk als niet-kritisch beoordeeld en zagen geen bedreiging voor de bestaande structuren. Het ideologische gevaar werd echter duidelijk na Kerstmis.
Hoe ontstond volgens jou de beweging en hoe heeft ze zich ontwikkeld?
In eerste instantie heeft men via rechtse netwerkstructuren voor de eerste grote actiedag op 17 november 2018 gemobiliseerd. Op Facebook-groepen en -forums wilde men mensen bereiken die niet in de rechtse of zelfs rechts-radicale organisaties georganiseerd zijn. De ‘volkswoede’ werd aangewakkerd met onderwerpen die traditioneel eerder van rechts komen: belastingen, te veel ‘staat’, verhoging van de benzineprijs, gecombineerd met de ervaren of reële stijging van de kosten van levensonderhoud. Men richtte zich op de kleinburgerij met ‘rechtse neigingen’. Echte partijactivisten werden eerder uitgerangeerd. Kleine ondernemers, ambachtslui, het minder academische milieu, mensen gesitueerd ergens tussen de arbeidersklasse en de ondernemers, die waren actief.
Vanaf december is daar verandering in gekomen. Meer en meer mensen deden mee, voor wie het verder ging dan de kwestie van prijzen en belastingen. Er werden eisen aan Macron en het systeem gesteld. En toen kwam de lijst van eisen: hoger minimumloon, weg met dakloosheid, herinvoeren van een vermogensbelasting. De kwestie van de democratie kwam ter sprake. Er werden vragenb gesteld over de samenleving en het systeem waarin we leven. DAT was het echt bedreigende, waarop de overheid dan ook reageerde.
Naar mijn mening zijn er twee fracties bij de gele hesjes. De enen hebben (nog) een vaste band met het arbeidsmilieu, dat wil zeggen dat in een gezin beide echtgenoten aan het werk zijn, maar de prijsstijgingen en lange verplaatsingstijden naar het werk leiden tot een subjectieve declassering. De inkomens houden geen gelijke tred meer met de stijgende prijzen. De tweede groep zijn mensen die al in precaire omstandigheden leven en die in hun leven al serieuze opdoffers hebben geïncasseerd; van meetaf aan staan ze eerder open voor linkse thema’s. Omdat beide groepen actief samenwerken, kwamen ze met zovelen op straat. En al daalt het aantal vanwege de enorme repressie, bij speciale gelegenheden zijn in vele steden nog steeds veel mensen gemobiliseerd.
Over hoeveel steden hebben we het?
Dat kan ik niet precies zeggen. Parijs, Lille, Marseille, Lyon, Toulouse, Bordeaux … week na week heeft er iets plaatsgevonden in alle relevante grote en middelgrote steden. Eerst werden de rotondes bezet in de gemeentes rond de steden, daarna begonnen de demonstraties. Het is nooit een beweging geweest die centraal op Parijs is gericht, maar regionaal in heel Frankrijk is geworteld. Zelfs als het Ministerie van Binnenlandse Zaken steeds lagere cijfers noemde: alleen al in Toulouse en Bordeaux waren maandenlang elke week tussen de 20.000 en 30.000 mensen op straat. Overal in de steden gebeurde iets, niet elk weekend overal, maar overal opnieuw en opnieuw. Ook tijdens de zomervakantie werd doorgegaan en we verwachten allemaal dat de grote actiedagen na de vakantie weer beginnen. Maar niemand weet het precies, er is geen centraal actiecentrum dat alles regelt. Er zijn alleen bijeenkomsten waarin actieve mensen de gemeenschappelijke initiatieven bespreken. Tot dusverre zijn er drie van dergelijke vergaderingen geweest, een vierde is gepland, maar wanneer en waar is nog niet beslist.
Hoe hebben de deelnemersaantallen zich ontwikkeld?
In het voorjaar waren op een weekend meer dan 130.000 mensen op straat, toen daalde het aantal – ook omwille van het repressiever juridisch optreden en het geweld.
Over geweld gesproken – er circuleren op de sociale media zoveel cijfers over aantallen gewonden of doden en gearresteerden. Wat weet jij hiervan?
Er zijn geen officiële cijfers – de binnenlandse geheime dienst en de veiligheidsdiensten kennen ze natuurlijk, maar officieel bevestigd wordt weinig. Het feit is dat er een groot aantal ernstig gewonden zijn door het ingrijpen van de politie. Bevestigd is dat 23 mensen een oog verloren hebben, 5 mensen hebben ledematen verloren en er zijn 300 hoofdletsels. Bovendien zijn er nog steeds een groot aantal ernstig- en lichtgewonden – maar geen nauwkeurige cijfers. Twee doden worden duidelijk toegeschreven aan politiegeweld, nog 12 mensen zijn gestorven door de ongelukken op de rotondes. Naar mijn mening mag dat niet worden opgeteld. Er zijn ook veel zelfmoorden onder de politie. Meer dan 50 zouden zelfmoord gepleegd hebben, maar men weet niet waarom, er waren geen afscheidsbrieven.
Zelfs over de arrestaties ontbreken betrouwbare actuele cijfers. Vanaf april waren er ongeveer 2.000 rechtszaken, waarvan er 800 zijn geëindigd met gevangenisstraffen. Meer dan 8000 aanhoudingen werden niet officieel gemeld.
Hoe gedraagt de politie zich? Wat heb je waargenomen?
De Franse politie grijpt hard en brutaal in. Voor een deel worden eenheden ingezet die door de overheid samengesteld werden uit angst dat migrantengroepen in opstand zouden komen tegen hun slechte werk- en leefomstandigheden. Deze eenheden worden nu gebruikt om de beweging van de gele hesjes te onderdrukken. Na december 2018 was men echt bang dat de regering omvergeworpen kon worden en het volledige repressieve potentieel van de staatsmacht werd ingezet
Revolutionaire toestanden moeten in ieder geval worden voorkomen – daarvoor heeft men tegen de tot nu toe nogal onpolitieke lagere middenklasse alles uit de kast gehaald wat men had. De ‘Brigade Anti-Criminalité’ moest met veel repressie tegen migranten optreden. Nu is dit de eenheid die de meeste rubberen kogels heeft afgeschoten. Een soort gewapende misdaadpolitie, die zeer agressief en conflictgericht optreedt in kleine eenheden. Het hele arsenaal aan wapens – alles wat zogenaamd niet dodelijk is, zoals granaten, rubberen kogels en drones – wordt ingezet. In Frankrijk zijn dit geen ‘burgers in uniform’, zoals nog steeds het geval is in Duitsland.
Je zei dat de wetgeving werd aangescherpt. Op welke manier?
Al sinds de noodtoestand in november 2015 na de aanslagen zijn de burgerrechten ernstig beperkt. Huisarresten of huiszoekingen zonder bevel van de rechter worden al lang intensief tegen links gebruikt. Marcron heeft deze verordeningen al in het najaar van 2017 aangenomen in de reguliere antiterreurwetgeving. Dit alles werd nu verergerd door de Antiterreurwet, die het mogelijk maakt om demonstraties administratief te verbieden zonder rechterlijk bevel. Daarnaast zijn er twee wetten die niet-specifieke identiteitscontroles toestaan en die het vermommen tot een misdaad maken waarvoor je gevangenis riskeert.
Er was al de wet tegen bendecriminaliteit, waardoor mensen preventief kunnen worden gearresteerd als er zogezegd een risico op een misdrijf dreigt. Door nieuwe wetgeving en bij vermeende vermoedens in de aanloop naar een demonstratie, kunnen ze nu alle mensen oppakken omdat ze mogelijk een misdrijf kunnen begaan. De preventiewetten, die oorspronkelijk bedoeld waren in het kader van de strijd tegen het terrorisme, worden nu overgeheveld naar de civiele maatschappij, waardoor alle rechten en mogelijkheden voor burgers om zichzelf te verdedigen worden geblokkeerd.
Dat wil zeggen, de repressie neemt toe?
Ja, de weg naar de autoritaire politiestaat in Frankrijk gaat onverminderd door. Een ander teken hiervan is het verwijderen van kritische mensen uit het onderwijzend personeel van de opleidingscentra van het politieapparaat. Dit lot overkwam ook de socioloog Sebastian Roche, die tot voor kort lezingen hield voor toekomstige kaders van de politie. Zijn onderzoeksgebied is de relatie tussen het civiele maatschappij en het politieapparaat. Roche had de afgelopen maanden in toenemende mate in het openbaar kritiek geuit op het politiegeweld en de repressie tegen de gele hesjes. Verbaast het dan dat de directie van de ESPN, de belangrijkste politieschool van het land, zich nu afmaakt van Roche onder het mom van een ‘herstructurering’?
Een zelfkritisch onderzoek van het eigen handelen is niet gewenst in het apparaat. Integendeel, de Franse politie zou een burgeroorlog moeten aangaan met brede delen van de samenleving, zoals de heersende politie-elite in het land heeft geëist.
Hoe ervaar je in Frankrijk het omgaan met ‘rechts’ en ‘links’ – een onderwerp dat in Duitsland leidt tot een massale tweedeling in de samenleving?
Er is ook een breuklijn in Frankrijk – maar in de context van de gele hesjes domineerde massale ontevredenheid met het beleid van de afgelopen decennia. Beide partijen werken samen onder de vlag van de natie. Voor links is de natie een emancipatieproject, voor de rechtsen een etnische kwestie.
Maar het is een gezamenlijke beweging die een ander Frankrijk wil en die wordt geconfronteerd met politiegeweld. Dit leidt – verrassend – waarschijnlijk ook bij rechts ertoe dat geloof in autoriteit en staat afnemen. Staat en politie worden steeds meer ter discussie gesteld. Burgers verwelkomen het zwarte blok, dat de politie trotseert. De beweging ontwikkelt zich niet volgens de traditionele lijnen, maar mensen handelen steeds meer samen.
Hoe beoordeel je de gele vesten in Duitsland?
In Duitsland is de breuklijn tussen rechts en links aanzienlijk groter. In het grensgebied met Frankrijk, dus Baden, Saarbrücken en op de grens met de Elzas, zijn er zeer nauwe banden met de Franse gele hesjes. Vele andere groepen beschouw ik echter als xenofoob, conservatief en reactionair. Maar men kan en moet het debat met rechts voeren. Het resultaat is te zien in Frankrijk. Daar zijn de gele hesjes steeds socialer geworden, het nationalistische werd er steeds meer uit verdreven. In Duitsland was het helaas andersom, het werd steeds meer Duits – en niet sociaal. De ‘anti-Merkel retoriek’ heeft niets te maken met de protestbeweging in Frankrijk.
Hoe zie je de verdere ontwikkeling?
Vanwege het wettelijke maatregelenpakket en het geëxplodeerde politiegeweld durven velen de straat niet op. Ik was bang dat het in de zomer zou instorten. Maar elk weekend zijn er mensen actief. Zal er een aanzienlijke toename zijn na de vakantie? We hopen het allemaal.
Tegelijkertijd zie ik een probleem: hoe vertaal je politiek de eisen van de gele hesjes? Er zijn duidelijke eisen, maar het is niet duidelijk hoe deze op een zodanige manier in het maatschappelijk debat kunnen worden gebracht dat machtsverhoudingen kunnen verschuiven of politieke omstandigheden kunnen veranderen. Als politoloog moet ik de vraag stellen: hoe komen we tot de gewenste verandering?
Mijn overtuiging is dat de gele hesjes zelf geen sterke politieke organisatie kunnen vormen. Dat willen ze ook niet. Bestaande progressieve organisaties moeten zich daarom voor de activisten van de gele hesjes openen en ze invloed geven om met hun politieke agenda bij te dragen en het politieke programma als geheel verder te ontwikkelen.
(*) Sebastian Chwala (39) werd geboren in de DDR, en studeerde af als politoloog. Van de Rosa Luxemburg Stiftung kreeg hij een studiebeurs. Momenteel legt hij de laatste hand aan een doctoraat over “Radicaal rechts in Frankrijk”. Hij is lid van Die Linke, en is woordvoerder voor deze partij in de gemeenteraad van Marburg.
Voetnoot:
(*1) Het Duitse NachDenkSeiten, “die kritische Website”, wil bijdragen tot een kritische meningsvorming over sociale, politieke en economische thema’s, en richt zich tot iedereen die zich vragen stelt bij de voorstelling van zaken in de mainstream media.