Ga naar de inhoud

De G8 en hun agenda voor 2007

Informatie over vorm en inhoud van de G8 en hun agenda voor de nu al beruchte topconferentie van volgend jaar in Duitsland.

4 min leestijd
Placeholder image

De G8 (groep van de acht meest geïndustrialiseerde landen) bestaat uit de VS, Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk, Italië, Canada en Japan, met Rusland als belangrijke geostrategische partner. Ook de Europese commissie neemt deel aan de bijeenkomsten van de G8. Het voorzitterschap van de G8-bijeenkomsten rouleert onder de lidstaten voor telkens een jaar. Volgend jaar is de beurt weer aan Duitsland. De G8-topconferentie zal van 6 tot 8 juni plaats vinden in Heiligendamm, een kustplaatsje in Noord-Duitsland.

De G8 is geen formele internationale organisatie. Sinds 1975 (toen nog als G6 zonder Canada en Rusland) komen deze landen in een informele setting bij elkaar om in ‘een prettige sfeer’ te praten over mondiale problemen. Niet geheel toevallig controleren de acht landen die hier vertegenwoordigd zijn vijftig procent van de wereldhandel en genereren de helft van het mondiale bruto binnenlands produkt. Tevens hebben zij bijna de helft van de zetels in belangrijke internationale instellingen zoals de Wereldbank en het IMF.Vier van de vijf landen van de VN veiligheidsraad zijn onderdeel van de G8. Op de toppen van de G8 worden vaak geen openlijke besluiten genomen, maar politieke afspraken worden gemaakt die vervolgens worden ingebracht in de ander internationale instellingen.

De jaarlijkse G8-bijeenkomstem worden tegenwoordig uitvoerig voorbereid door verschillende ministeries en door verschillende ‘sherpas’ die benoemd worden door de respectievelijke landen. Terwijl aan het begin een strategische antwoord op de eerste oliecrisis centraal stond, zijn de onderwerpen in de laatste dertig jaar voortdurend uitgebreid. Vooral de schuldenproblematiek, de klimaatverandering en de toegankelijkheid van AIDS medicijnen stonden de afgelopen jaren hoog op de agenda. Behalve hoogdravende slotverklaringen is er echter nogal weinig van terug te zien. En goed voorbeeld hiervan is de G8-top van 2005 in het Schotse Gleneagles waar een schuldenkwijtschelding aan de 18 armste landen van de wereld werd beloofd (weliswaar onder de voorwaarde mee te werken aan structurele aanpassingsprogramma’s: een opening van hun markten voor buitenlandse investeerders). Die belofte werd toen als een grote doorbraak naar buiten gebracht. Gebeurd is er tot dusver nog niets.

De focus van het Duitse voorzitterschap zal liggen op (economische) groei en – zoals het op de website van de bondsregering genoemd wordt – “verantwoordelijkheid”. Daarbij worden nog steeds de oude neoliberale ideeën naar voren geschoven om Afrika te “helpen”. Economische groei moet hier bewerkstelligd worden door buitenlandse investeringen, alleen dit keer dan ‘duurzaam’. Er wordt echter met geen enkel woord gerept over sociale en ecologische voorwaarden in die gesteld worden aan die investeringen. Volgens de Duitse voorstellen zal het gezondheidssysteem in Afrika door investeringen automatisch verbeteren (bijvoorbeeld de beschikbaarheid van AIDS-medicijnen). Duitsland wil daarbij met de G8 inzetten op hervormingsgerichte partnerschappen die streven naar ‘good governance’ in Afrikaanse landen.

Andere belangrijke onderwerpen voor de G8-top van 2007 zijn afspraken rond “onevenwichtige mondiale verhoudingen” (genoemd worden de relatief trage economische groei in Europa en Japan) en energieveiligheid. Bij het laatste onderwerp gaat het helaas niet om een verandering van denken wat betreft het gebruik van fossiele brandstoffen. Veeleer wordt de noodzaak benadrukt om de toegang tot olie en gas veilig te stellen voor de acht meest geïndustrialiseerde landen.

Het is duidelijk dat in geen van deze voorstellen rekening wordt gehouden met de felle kritiek die sinds jaren wordt geuit door verschillende maatschappelijke organisaties, sociale bewegingen en vooraanstaande economische experts. Nog steeds wordt vastgehouden aan het neoliberale mantra van liberaliseren (om nieuwe markten te creëren voor multinationale ondernemingen), privatiseren (om concrete investeringen mogelijk te maken voor ondernemingen) en dereguleren (van sociale structuren) Er wordt niet eens de noodzaak ingezien van het hervormen van de structuren van verschillende instellingen van het wereldhandelssysteem. De G8 blijft ontkennen dat veel van de problemen waar ze het, na jaren van protest, over hebben, een gevolg zijn van hun eigen beleid. De enige notie van duurzaamheid zit dan ook in het in stand houden van de exclusieve structuur van de G8 als club van de meest invloedrijke landen die proberen hun ideeën op te leggen aan de rest van wereld. Klaarblijkelijk is de G8 niet bereid tot heroverweging van zijn rol en beleid. Hoogste tijd om ze dan maar te laten ontsporen!

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Dissent!-NL.)