Ga naar de inhoud

De FNV en de strijd tegen extreem rechts

In zijn commentaar Overpeinzingen van veertien dagen geleden vroeg Ab de Wildt zich af of binnen de FNV discussies gevoerd worden over de (on)verenigbaarheid van het lidmaatschap van PVV of FvD én de FNV. Hij betwijfelde dat, zeker in vergelijking met de eerste jaren tachtig van de vorige eeuw met de komst van de Centrumpartij.

6 min leestijd

(Door Hans Boot, overgenomen van Solidariteit, foto van website doorbraak)

Deze twijfel riep herinneringen op aan een debat in de Algemene Vergadering van de toenmalige onderwijsbond ABOP in de jaren 1983/1984. Daarbij ging om de verwerping van fascistische organisaties, hun invloed op rechtse partijen en de uitsluiting van de leden van die organisaties in de ABOP en de vakbeweging in het algemeen. De kritiek daarop van een minderheid, waartoe ik behoorde, kwam neer op: spreek of zie je die mensen en hun opvattingen niet (meer), ze zijn er nog wel.

Fascisme en kapitalisme

Die kritiek had ook een andere betekenis: na verdrijving van fascistoïde opvattingen, is het kapitalisme er nog. En daar lag een verschil in visie met de grote meerderheid van de vergadering, inclusief het hoofdbestuur. ‘Wij’ legden een verband tussen de sociaaleconomische crisis van een in zijn voegen krakend kapitalisme en de georganiseerde steun aan een oplevend fascisme. In die opvatting is het fascisme een extreme en totalitaire uitwerking van het kapitalisme. Met als consequentie dat ook het kapitalisme racisme, seksisme, vreemdelingenhaat en antisemitisme kent, zij het in mildere vorm. De idee van die meerderheid dat het fascisme ‘slechts’ een kwaadaardige ideologie is, negeert dat het een maatschappelijk systeem is dat rust op een antisocialistische dictatuur en vakbonden verbiedt. Bestrijding van de één (fascisme) is onvermijdelijk gericht tegen de ander (kapitalisme).

De Centrumpartij (CP), als afsplitsing van de Nederlandse Volksunie in 1980, huldigde een fascistoïde programma en kwam in 1982 met één zetel in de Tweede Kamer. Tot 1986, om na afsplitsingen in 1997 veroordeeld te worden als een criminele organisatie. Een jaar later sprak de Amsterdamse rechtbank een verbod uit en een verklaring tot ontbinding. Inmiddels was de aanduiding ‘extreem rechts’ gebruikelijk, misschien wel om aan verdergaande typeringen te ontkomen.

Uitsluiten van de discussie

Met name toen leden van de CP zichtbaar actief waren, in bijvoorbeeld de Jongerenbeweging en de Industriebond FNV in Zeeland, volgden binnen de FNV rond 1984 moties om tot uitsluiting over te gaan. Dat was ook het geval in de Bouw- en Houtbond FNV, maar een standpunt van de FNV als geheel bleef uit.

Daarover ging één van de discussies in de eerste lezersconferentie van Solidariteit, juni 1984. Dat daar zoals in de ABOP de standpunten uiteenliepen, laten fragmenten uit een verslag zien:

de nadruk op de CP en een verbod daarvan doet het bestaan van bijvoorbeeld racistische ideeën niet achter de horizon verdwijnen,

zolang de CP een legaal bestaan leidt, kunnen mensen op zijn minst de indruk krijgen dat die ideeën toelaatbaar zijn,

als leden van de CP uit de bond gezet worden, is het te verwachten dat de discussie uitgesloten is met in ieder geval een deel van de partij,

geef de leden van de CP geen steunpunten, hun opvattingen gaan lijnrecht in tegen de doelstellingen van de bond.

Wilders’ dubbele tong

En deze dagen? Opnieuw ondergaat het kapitalisme al een aantal jaren een sociale, economische en politieke crisis. Behalve met een algemene verrechtsing van de samenleving, gaat deze gepaard met een groei van extreem rechts dat sinds 2021 zo’n 20 procent van de 150 zetels in de Tweede Kamer bezet. De twee koplopers Partij voor de Vrijheid (PVV) en Forum voor Democratie (FvD) nemen samen bijna 17 procent voor hun rekening. Sinds 2022 lijken ze ‘normaal’ te worden met hun optreden in het ‘publieke bestel’ via de omroepvereniging “Ongehoord”. Een normalisering die een bevestiging vindt in bijvoorbeeld politieke ontwikkelingen als in Italië.

Ondanks juridische pogingen de leider van de PVV, oprichter en enig lid, te corrigeren na zijn beruchte uitspraken over ’teveel’ Marokkanen, is de partij parlementair ingeburgerd. Dat begon al snel na de afsplitsing van de VVD (!) in 2004 met de beloning zes jaar later als gedoogpartij van Rutte 1. Deze ‘dubbele tong’ spreekt moeiteloos zijn zorgen uit over bijvoorbeeld de gammele sociale zekerheid, zonder ooit de ondernemersbelangen te schaden. Zorgen die de partij het imago geeft ook ‘links’ te kunnen zijn en daarmee in de vakbeweging aanhang weet te winnen.
Of dat laatste ook geldt voor de FvD valt te betwijfelen, maar is niet uitgesloten. De algehele economische en politieke onvrede kan ook een uitweg vinden in de machteloze erkenning dat een machtswellustige, internationale elite ook in Nederland de dienst uitmaakt. Dat vakbondsleden vatbaar zijn voor deze spinsels van samenzweringen en oproepen tot geweld, is nauwelijks voor te stellen.

Een verbod

Nieuw is het recente initiatief van D66 om door wetswijzigingen politieke partijen te verbieden wegens ondermijning van de democratische rechtsstaat. Algemeen geformuleerd en al langer ‘in bespreking’, maar als aanleiding de oproep van een Kamerlid van de FvD om het parlement te bestormen.

Bijna vergeten lijkt dat het Ledenparlement van de FNV een jaar eerder, 21 november 2021, het besluit nam Forum voor Democratie geen ruimte geven, noch een podium te bieden om zijn verwerpelijke gedachtegoed te verspreiden. Met als aanvulling dat eventuele bijeenkomsten, waarin dat wel zou gebeuren niet gefinancierd werden. Tevens gold dat besluit voor andere partijen die de democratie aan hun laars lappen.

De verkiezingen van de gemeenteraden van maart 2022 waren aanleiding dit besluit uit te voeren door bij de plaatselijke door de FNV te organiseren bijeenkomsten niet alleen de FvD, maar ook de PVV uit te sluiten. Dit stuitte op twee afwijzingen. In de eerste plaats door Horecabond FNV die nadrukkelijk koos voor de dialoog en geen lid wenste uit te sluiten. In de tweede plaats liet onder meer de FNV-bijeenkomst in Dordrecht een verrassende ontknoping zien. VVD, CDA, PvdA en Groen Links haakten af bij een dergelijke als ondemocratisch beschouwd verkiezingsdebat. Kitty Jong, vicevoorzitter van de FNV: Zij niet, dan wij ook niet. Het debat werd afgeblazen (Trouw, 12 maart 2022).

Een conclusie. Deze is tweeledig. Het markante besluit van het Ledenparlement is niet breed uitgedragen. Voor de bekendmaking ligt een openbaar verslag van de bewuste vergadering van 21 november voor de hand. Er is slechts een ‘videoverslag’ dat er geen woord aan wijdt. Naar verluidt zou het voorstel in de rondvraag aan de orde gesteld zijn. Of dit betekent dat slechts ‘insiders’ op de hoogte zijn, is aannemelijk. Ook de aankondiging van de landelijke manifestatie van 26 november in Amsterdam meldt niets. In dit opzicht zijn de twijfels van Ab de Wildt aan de actuele discussie over extreem rechts begrijpelijk.
Het tweede element van de conclusie is het verbod van partijen als de PVV en FvD. Zowel door de FNV uitgesproken als door D66 aangekondigd. Een uiting van zielloze overtuigingskracht naar de eigen aanhang? Wat de FNV betreft, met verbiedende woorden, aanvallende daden naar heersend en ondernemend rechts te ontlopen? Of houdt D66 juist dat ‘ware rechts’ uit de wind? En tot slot, antwoorden op deze vragen zullen uitkomen op een onderschatting of zelfs ontkenning dat halfzachte antwoorden op een klassieke kapitalistische crisis extreem rechts en fascistoïde opvattingen oproepen.