Coronavirus En Arrogant Incompetentie
Het is vast en zeker absurd het gevaar van het coronavirus te ontkennen. Is het daarentegen niet even absurd dat een verstoring in het gangbare verloop van ziekten het onderwerp uitmaakt van een emotionele uitbuiting. Roept het allemaal niet de arrogante incompetentie op die eerder de wolk van Tsjernobyl buiten de Franse grenzen hield? Eerst heette het, dat het coronavirus Europa niet zou bereiken, toen het er wel was, zou het weinig besmettelijk zijn en in de zomer zou het doven vanwege de warmte. Oh ja, en ook zou binnen enkele weken de groepsimmuniteit het virus terugdringen. Hoe kort van memorie moet je zijn om dit allemaal te vergeten? De Belgische maatschappijcriticus Raoul Vaneigem houdt het nog maar eens aan ons voor. Het korte stuk werd opgenomen in zijn Franstalige bundel L’insurrection de la vie quotidienne(éd Grevis, 2020, p 163-169). Onze Belgische kameraad Geert Carpels vertaalde het. [ThH]
(Door Raoul Vaneigem, oorpsronkelijk verschenen op Libertaire Orde foto van website voidnetwork)
Raoul Vaneigem: We kennen inderdaad het gemak waarmee het schrikbeeld van de apocalyps als een duivel uit zijn doosje springt en zich meester maakt van de eerste de beste ramp, de beelden van de universele zondvloed oplapt en het ploegijzer van de schuld door de steriele grond van Sodom en Gomorra haalt.
De goddelijke vloek snelt de macht handig ter hulp. Of toch minstens tot de aardbeving in Lissabon van 1755, toen de markies van Pombal, vriend van Voltaire, handig gebruik maakte van de aardschok om de jezuïeten uit te moorden, om de stad weer op te bouwen volgens zijn eigen opvattingen en om lustig zijn politieke rivalen uit te roeien in ‘Stalinistische’ processen ‘avant-la-lettre’. Pombal, hoe gruwelijk hij ook was, hoeft zich niet beledigd te voelen, als we zijn dictatoriale stunt vergelijken met de armzalige maatregelen die het democratische totalitarisme wereldwijd uitvaardigt tegen de epidemie van het coronavirus.
Hoe cynisch toch om de uitbreiding van de plaag toe te schrijven aan de betreurenswaardige tekortkomingen van de ingezette medische middelen! Al decennia lang wordt de openbare sector aangetast, ondergaan de hospitalen een politiek die de financiële belangen boven de gezondheid van de burgers plaatst. Er is steeds meer geld voor de banken en er zijn steeds minder bedden en verzorgers voor de hospitalen. Welke fratsen zullen nog langer verdoezelen dat dit catastrofale beheer van het catastrofisme inherent is aan het dominante financiële wereldkapitalisme, en vandaag wereldwijd wordt aangevochten uit naam van het leven, van de planeet en van de te redden soorten?
Zonder over te hellen naar de afgezaagde idee van een goddelijke straf, waarbij de Natuur een einde maakt met de Mens als lastig en schadelijk ongedierte, is het niet onnodig om in herinnering te brengen dat de uitbuiting van de menselijke en de aardse natuur gedurende millennia het dogma van de antifysis, de antinatuur is geweest. Het boek van Eric Postaire uit 1997, De epidemieën uit de 21ste eeuw, bevestigt de rampzalige gevolgen van de voortdurende ontaarding, die ik al decennia aanklaag. In verband met de gekke koeien ziekte (die door Rudolf Steiner al in 1920 werd voorspeld) herinnert de auteur eraan dat we tegenover bepaalde ziekten niet alleen hulpeloos zijn, maar dat we ons er eveneens bewust van worden dat het de wetenschappelijke vooruitgang zelf is die ze kan uitlokken.
In zijn pleidooi voor een verantwoordelijke aanpak van de epidemieën en hun behandeling, beschuldigt Postaire wat de schrijver van het voorwoord, Claude Gudin, de ‘filosofie van de geldlade’ noemt. Hij stelt de vraag: “Door de gezondheid van de bevolking ondergeschikt te maken aan de wetten van het profijt, tot het transformeren van herbivoren in carnivoren toe, riskeren we dan niet om fatale catastrofes te veroorzaken voor de Natuur en de Mensheid?” We weten dat de regeringen al met een unaniem JA hebben geantwoord. Maar welk belang heeft het, aangezien het NEEN van de financiële belangen cynisch blijft triomferen? [Vergelijk ‘Kapitalismus über Alles?’; thh.]
Was het coronavirus echt nodig om de meest bekrompen mensen te laten zien dat de ontaarding om rendabele redenen rampzalige gevolgen heeft op de wereldgezondheid – die zonder verpozen wordt beheerd door een Wereld Organisatie die met haar dierbare statistieken het verdwijnen van de publieke ziekenhuizen vergoedt? Er bestaat een voor de hand liggend verband tussen het coronavirus en de instorting van het wereldkapitalisme. Tezelfdertijd lijkt het niet minder voor de hand te liggen dat de epidemie van het coronavirus wordt afgedekt en overspoeld door een emotionele pest, een hysterische angst, een paniek die zowel de tekorten in de behandeling verdoezelt als het probleem verder verspreidt door de patiënt bang te maken. Tijdens de grote epidemieën uit het verleden deed de bevolking boete en bekende schuld door zich te geselen.
Hebben de managers van de ontmenselijking van de wereld er niet alle belang bij de volkeren ervan te overtuigen dat het armzalige lot dat hen wordt aangedaan, geen uitweg kent? Dat hen slechts de geseling van de vrijwillige onderdanigheid rest? De geweldige mediamachine doet niets anders dan het steeds opnieuw wauwelen over de oude leugen van het hemelse, ondoordringbare, onafwendbare decreet waarbij het gekke geld de plaats heeft ingenomen van de bloeddorstige en wispelturige Goden uit het verleden.
De ontketening van de politionele barbaarsheid tegen de vredelievende betogers heeft voldoende aangetoond dat de militaire wet het enige is dat nog efficiënt werkt. Ze gaat vandaag over tot het in quarantaine ophokken van vrouwen, mannen en kinderen. Buiten, de doodskist, binnen de televisie, een open venster op een gesloten wereld! Deze toestand is in staat de existentiële malaise te verergeren omdat ze inzet op de rauwe emoties van de angst, omdat ze de verblinding van de onmachtige woede verergert.
Maar zelfs de leugen zwicht voor de algemene instorting. De staats- en populistische idiotie heeft haar limieten bereikt. Ze kan niet meer ontkennen dat er een experiment gaande is. De burgerlijke ongehoorzaamheid verspreidt zich en droomt van radicaal nieuwe samenlevingen want radicaal menselijk. De solidariteit bevrijdt de individuen die niet bang meer zijn zelf na te denken, van hun individualistische schapenvacht.
Het coronavirus is de onthulling geworden van het bankroet van de Staat. Ziehier toch minstens een onderwerp ter reflectie voor de slachtoffers van het gedwongen huisarrest. Ten tijde van de publicatie van mijn Modestes propositions aux grévistes (Gallimard 2004; ‘Bescheiden voorstellen aan stakers’), spraken vrienden me aan over de moeilijkheid om terug te grijpen naar de collectieve weigering om belastingen en fiscale heffingen te betalen, zoals ik suggereerde. Maar kijk, het vastgestelde failliet van de Staat-boef duidt op een economisch en sociaal verval dat de kleine en middelgrote bedrijven helemaal insolvent maakt, net zoals de lokale handel, de kleine verdieners, de familiale landbouwbedrijven tot de zogeheten vrije beroepen toe. De instorting van de Leviathan slaagde er sneller in te overtuigen dan onze vastberadenheid hem omver te werpen.
Het coronavirus deed nog beter. Het stopzetten van de hinder van de productiviteit dreef de wereldverontreiniging terug, bespaarde de geprogrammeerde dood van miljoenen personen, de aarde ademt, de dolfijnen dartelen weer rond Sardinië, de kanalen van Venetië zijn gereinigd van het massatoerisme en hebben weer helder water, de beurs stuikt in. Spanje gaat over tot het nationaliseren van de private ziekenhuizen, alsof het de sociale zekerheid herontdekt, alsof de Staat zich herinnert dat het de welzijnsstaat heeft vernietigd.
Niets is verworven, alles begint. De utopie kruipt nog op vier poten. Laat die miljarden aan bankbiljetten en lege ideeën die boven onze hoofden cirkelen, over aan hun hemelse onzin. Het is belangrijk ‘zelf onze boontjes te doppen’ en die zeepbel van zaakjes uit zichzelf te laten uiteenspatten. Laten we ons hoeden voor een tekort aan durf en zelfvertrouwen!
Het is de opening naar alle mogelijkheden. Het is onder invloed van de paniek dat de oligarchische Staat werd gedwongen maatregelen te nemen die hij gisteren nog als onmogelijk bestempelde. Het is de roep van het leven en van de te herstellen aarde die we willen beantwoorden. De quarantaine bevordert de overpeinzing. De opsluiting schaft de aanwezigheid van de straat niet af, ze vindt ze opnieuw uit. Sta me toe te denken, cum grano salis (met een korreltje zout), dat de opstand van het dagelijkse leven onvermoede therapeutische krachten heeft.
Raoul Vaneigem (Vertaling Geert Carpels; redactie en opmaak thh.).