Corona als herkansing voor de bankencrisis
In 2009 brak de bankencrisis uit, al snel gevolgd door de eurocrisis. Banken dreigden om te vallen en werden massaal overeind gehouden met staatssteun of door nationalisatie. Het was de eerste economische crisis waarbij het bedrijfsleven achter de schermen aandrong op extra duurzaamheidsmaatregelen. Momenteel zijn veel bedrijven wederom in zwaar weer geraakt door de maatregelen om het coronavirus te beteugelen en wederom klinkt de roep om de crisis aan te grijpen om bedrijven duurzamer te laten opereren. Op Europees niveau werd al gewerkt aan een Green New Deal, een term die tijdens de vorige crisis ook al rondzong. Tegelijkertijd klinkt de roep om bepaalde bedrijven, zoals Air France-KLM, tegen alle mogelijke kosten te redden. Tijd voor een terugblik en om als samenleving randvoorwaarden aan bedrijven die steun willen te formuleren.
(Door Krispiijn Beek, oorspronkelijk verschenen bij sargasso, en met hun toestemming hier geherpubliceerd)
Bankencrisis 2009
Tijdens de bankencrisis van 2009 werkte ik bij het Ministerie van Economische Zaken. De roep om duurzaamheidsmaatregelen vanuit het bedrijfsleven riep daar verwarring op, milieu en duurzaamheid hoorde je toch juist uit te stellen bij economische tegenwind? Wat het Ministerie gemist had was de mate waarin een deel van de Nederlandse bedrijven inmiddels meerwaarde wisten te creëren door duurzamer te ondernemen. De strategienotitie over duurzaamheid als kans, waar ik toentertijd aan werkte, werd op hoofdlijnen positief ontvangen door de leden van VNO-NCW. Dat was ook voor het ambtelijk apparaat van VNO-NCW wennen, want het meeste commentaar dat zij voorafgaand aan het overleg met de milieucommissie van VNO-NCW terug hadden gestuurd diende grotendeels als niet verzonden te worden beschouwd. Alleen de kritiek op de inzet op elektrisch rijden mocht ongewijzigd blijven staan.
Bij de Nederlandse banken die wankelden heerste ook onzekerheid over de voorwaarden die het rijk zou kunnen stellen aan staatssteun. Naast eisen aan de beloning voor bestuurders was de verwachting bij een aantal banken dat er eisen gesteld zouden worden ten aanzien van duurzaamheid. Samen met een collega werd ik informeel uitgenodigd voor een aantal verkennende gesprekken, waarvan het belangrijkste doel leek te zijn om te peilen welke voorwaarden er te verwachten waren van het Ministerie van Financiën. Samen met de bankmedewerkers bedachten we een aantal voorwaarden die duurzaamheid vooruit zouden helpen en die tegelijkertijd de internationale concurrentiepositie van Nederlandse banken zou versterken. Bij het Ministerie van Economische Zaken en bij Financiën vonden deze ideeën weinig gehoor, eerst moest de crisis aangepakt worden. Bij de steunpakketten voor de banken en verzekeraars werden dan ook nauwelijks eisen gesteld aan duurzaamheid, maatschappelijk verantwoord ondernemen of beloningsbeleid. Na verstrekking van de steun was er bij de banken ook geen behoefte meer om te praten over verduurzaming. Toen ik dit als gemiste kans van de crisis benoemde in het personeelsblaadje van Economische Zaken kwam dat me op een reprimande van de directie te staan, dat blaadje werd namelijk ook door Tweede Kamerleden gelezen… In het uiteindelijke economisch steunpakket werd wel 30 miljoen Euro uitgetrokken voor het stimuleren van duurzaam ondernemen, een fractie van de steun die aan de banken werd verstrekt en een fractie van wat eisen aan banken en verzekeraars tot effect zouden kunnen hebben gehad.
Coronacrisis
In de huidige coronacrisis wordt er wederom van verschillende kanten opgeroepen om in te zetten op verduurzaming van de economie. Er is een oproep van 170 Nederlandse wetenschappers, de Europese Commissie werkt aan een Green New Deal en 13 lidstaten, waaronder Nederland, roepen op tot een duurzaam economisch stimuleringspakket.
Vooral de oproep van de Nederlandse en Franse overheid roept bij mij vraagtekens op. Van de Europese Commissie wordt een groen stimuleringspakket verwacht, maar tegelijkertijd geen woord over vergroening in het debat over steun aan KLM. Tijdens het coronadebat van woensdag 8 april in de Tweede Kamer stelde PvdA-leider Lodewijk Asscher drie voorwaarden. Er moet rekening worden gehouden met werknemers, de staat moet zeggenschap krijgen en andere aandeelhouders moeten meebetalen. Geen woord over duurzaamheid of klimaatverandering, bij andere partijen is dat helaas niet veel anders in de plenaire zaal. De coronacris biedt echter een prima gelegenheid om de opening van Lelystad Airport en de uitbreiding van Schiphol te stoppen. Dan leeft het Kabinet zelf ook meteen voor wat ze aan de Europese Commissie vraagt: vergroen de economie. Wat betreft zelf meebetalen zou voor ieder bedrijf dat overheidsgeld ontvangt moeten gelden dat de topman fors in salaris terug mag, dat het bedrijf een claimemissie op bestaande aandeelhouders dient te doen, en dat dividend betaling en inkoopprogramma’s van eigen aandelen gestopt dienen te worden.
Luchtvaart
In de huidige coronacrisis zijn het vooral de luchtvaartmaatschappijen die hard schreeuwen om steun. Air France – KLM benoemt zichzelf tot vitale infrastructuur, terwijl je je toch af kunt vragen of het niet de OAD van de luchtvaart is. Tegelijkertijd is al een tijd duidelijk dat de luchtvaart een forse impact heeft op onze leefomgeving en gezondheid. Denk daarbij onder andere aan geluidsoverlast, luchtvervuiling, negatieve effecten op de Nederlandse natuur en de bijdrage van de luchtvaart aan klimaatverandering. Nu luchtvaartmaatschappijen in de touwen hangen en om overheidssteun vragen is het dus hoog tijd om lessen uit de vorige crisis te trekken en dit keer wel eisen te stellen. En vooral om niet in te gaan op de roep van luchtvaartbedrijven om de toch al slappe klimaatdoelen voor de luchtvaart verder te verwateren door het basisjaar aan te passen.
Juist nu de crisis nog volop huishoudt in de luchtvaartsector, want niet voldoen aan de eisen die de samenleving stelt aan overheidssteun betekent faillissement. Gelet op de zware lobby van de luchtvaart tegen milieumaatregelen, het betalen van normale belastingen en accijnzen en de enorme overlast die de luchtvaart voor omwonenden veroorzaakt is dit de ideale kans om de luchtvaart te dwingen weer binnen de grenzen van wat maatschappelijk aanvaardbaar is te functioneren. Het laatste getal dat circuleert voor Air France – KLM is 10 miljard Euro steun. Wat de vraag doet reizen of bij de huidige beurswaarde van krap 2 miljard Euro een nationalisatie niet verstandiger is. Of beter wellicht een faillissement met doorstart, waarbij het bedrijf zich kan ontdoen van bestaande verplichtingen (zoals de lease van voorlopig niet meer nodige vliegtuigen).
Thijs ten Brinck heeft op zijn website vijf aanzetten gegeven voor verduurzaming van de luchtvaartsector. Een mooie aanzet, zelf zou ik zijn idee om ieder jaar de CO2 uitstoot met 3% te verminderen vervangen door het eisen van science based targets. Ik vraag me namelijk af of een lineaire afname van de broeikasgasemissies van de luchtvaart voldoende is om aan de klimaatdoelen van Parijs te voldoen.
Groningen
Door de coronacrisis zou je het bijna vergeten, maar in Groningen wachten nog steeds vele mensen op herstel en versteviging van hun huis. Herstel en versteviging van woningen kan prima samengaan met het verduurzamen van de woningvoorraad in Groningen. Nu de zakken van het Kabinet ongekend diep blijken te zijn in de huidige coronacrisis is het niet meer dan logisch om als de wiedeweerga aan de gang te gaan met deze gigantische opgave en de ereschuld aan de Groningers in te lossen. Groningen als kraamkamer voor het energieneutraal maken van de bestaande gebouwde omgeving. Niets is echter minder waar. De gaskraan gaat weliswaar dicht, daar zijn Groningers met schade aan hun woning niet mee geholpen. Het dichtdraaien van de gaskraan zorgt er wel voor dat de aandacht in Den Haag voor Groningen wegebt. Nog even en Groningen zit met de rekening, terwijl Den Haag kwistig met miljarden strooit naar KLM. Het geld dat het Kabinet wel naar Groningen stuurt lijkt meer op een grabbelton uit de tijd van het Fonds Economische Structuurversterking.
Transitie gebouwde omgeving
Voor de bouw is corona het derde probleem dat zich afgelopen jaar heeft aangediend, na PFAS, dat vooral grondverzetbedrijven raakt, en de stikstofproblematiek. Breder dan in Groningen zijn er dan ook zorgen over het effect van de coronacrisis op de bouw. De verwachting bij sommigen is al dat de huidige crisis er harder in gaat hakken dan de bouwcrisis in 2012. Volgens Cobouw wordt vooral verduurzaming van de bestaande voorraad getroffen door corona. Netbeheerders werken momenteel liever niet bij bewoners binnen en voor veel verduurzamingsoperaties in de bestaande bouw zijn ombouw van de aansluitingen op het gas- en elektriciteitsnetwerk benodigd.
Tegelijkertijd biedt thuiswerken grote kansen in de utiliteitsmarkt, want scholen en kantoren staan grotendeels leeg of worden slechts gedeeltelijk gebruikt. Gebouweigenaren die snel kunnen schakelen kunnen hun bestaande pand verduurzamen, of bestaande apparatuur beter laten inregelen door de installateur. Hetzelfde geld voor zwembaden, die een
Energiesector
In de energiesector liggen verschillende kansen. Op de eerste plaats licht de vraag naar elektriciteit, gas, kolen en olie lager dan gebruikelijk. Deels komt dit door de zachte winter, voor een ander deel door het coronavirus. In de oliesector is de vraag naar kerosine grotendeels weggevallen door de problemen in de luchtvaart. Daar komt de, inmiddels bijgelegde, prijzenoorlog tussen Saoedi Arabië en Rusland van afgelopen weken nog bovenop. Het heeft er voor gezorgd dat de tankopslagbedrijven overvol zitten en dat olietankers als drijvende opslag voor olie worden gebruikt. De verwachting van analisten is dan ook dat de productiebeperking onvoldoende is om de terugvallende vraag te compenseren. Al steeg de olieprijs gisteren wel. In Amerika heeft het eerste schalieoliebedrijf inmiddels surseance van betaling aangevraagd en overwegen bedrijven om werkende olieputten te sluiten. Verschillende grote oliebedrijven, zoals Shell en ExxonMobil, hebben aangekondigd hun investeringen fors te verlagen.
De lage olieprijs zorgt daarnaast voor problemen in de toeleverende industrie, zoals Halliburton. Al liggen daar ook kansen, bijvoorbeeld doordat bedrijven die boringen doen nu capaciteit vrij krijgen om naar aardwarmte te boren. Sommigen zien in de problemen die de oliesector momenteel plagen een kans om publieke invloed te gebruiken voor afbouw van de sector.
In de elektriciteitssector zet de wegvallende vraag en de groei van het aandeel groene stroom druk op de elektriciteitsprijs en daarmee ook op de winstgevendheid van kolen- en gascentrales. Daarmee daalt ook de economische waarde van de resterende Nederlandse kolencentrales, wat het sluiten van deze centrales goedkoper maakt. Het sluiten van kolencentrales levert een daling van de stikstof en CO2 uitstoot op. De lage prijs van wind- en zonne-energie maakt het waarschijnlijk onzinnig om extra subsidie hierin te steken. Het ligt meer voor de hand om een stimuleringspakket op te zetten dat knelpunten in de energietransitie kan oplossen, bijvoorbeeld door het stimuleren van demand management, energieopslag en smart grids.
Transportsector
In de transportsector is de verkoop van auto’s wereldwijd aan het dalen. Michael Leibrecht van Bloomberg New Energy Finance stelt voor om autofabrikanten niet te ondersteunen met geld, maar met maatregelen die ervoor zorgen dat ze een enorme vraag naar nul-emissie voertuigen kunnen verwachten. Bijvoorbeeld door pakketbezorgers en webwinkels te stimuleren om hun bestellingen met nul-emissie voertuigen te bezorgen. Hetzelfde geldt voor deelauto’s (GreenWheels ed), taxi’s, doelgroepenvervoer, voertuigen van overheidsdiensten en het openbaar vervoer.
Cultuursector
De grote ontbrekende sector, die momenteel keihard geraakt wordt is de culturele sector. In de gebouwen van de culturele sector valt ongetwijfeld duurzaamheidswinst te boeken. Belangrijker dan dat is dat veel artiesten en culturele instellingen ook zonder het covid-19 virus al moeite genoeg hadden om het hoofd boven water te houden.
Slotoverweging
In alle stimuleringsplannen die gemaakt wordt, of ze nu groen zijn of niet, blijft de alles overheersende vraag: Redden we mensen of redden we bedrijven? In 2008 was het antwoord: we redden banken en verzekeraars. Nu 10 jaar later is het de vraag of daarvan geleerd is. Zo niet, dan kunnen de midden-partijen zich naar mijn mening opmaken voor een stevige verdere opmars van wat ze als populisme zien in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen in 2021.