Ga naar de inhoud

Chomsky: “Onderhandelingen beste optie voor Syrische bevolking”

Noam Chomsky bezocht recent Libanon. In Beiroet ontmoette hij meerdere onafhankelijke Syrische activisten, hij kwam vooral om te luisteren en hun standpunten te horen over de situatie in Syrië. De Syrische theaterauteur Mohammed Attar had een gesprek met hem. Op die manier, zo verklaarde Attar aan Chomsky bij het begin van hun gesprek, kon Chomsky zich rechtstreeks tot de Syriërs richten (nvdr: dit interview verscheen oorspronkelijk in Arabische vertaling) met zijn evaluatie van de toestand in hun land.

20 min leestijd
Noam Chomsky tijdens een lezing aan de Islamitische Universiteit van Gaza op 20 oktober 2012 (foto: Majdi Fathi/Electronic Intifada)

(De vertaling van dit interview verscheen oorspronkelijk bij DeWereldMorgen)

Foto: Noam Chomsky tijdens een lezing aan de Islamitische Universiteit van Gaza op 20 oktober 2012 (foto: Majdi Fathi/Electronic Intifada)

Chomsky had immers net een reeks interviews gegeven aan Libanese kranten waarin hij de indruk gaf het onderwerp te bekijken door de ogen van de kranten zelf, met hun eigen prioriteiten en politieke vooringenomenheid. Chomsky, die nu 84 is, maakte Attar vriendelijk duidelijk hij juist in Libanon was om meer vertrouwd te geraken met de kwestie en dus niet om een eigen, afgewerkte analyse van de situatie te geven.

Hun gesprek ging over de stellingen die Chomsky had verdedigd in vorige interviews over de complexe situatie in Syrië, over de rol van Hezbollah, de Amerikaanse en Israëlische houding tegenover revolutionair Syrië en andere aanverwante zaken.

Over de betrokkenheid van Hezbollah en Iran

Wat is jouw standpunt over de openlijke betrokkenheid van Hezbollah bij de frontlinies in Syrië, aan de zijde van de strijdkrachten van het regime? Uit eerdere verklaringen kan worden afgeleid dat je begrip kunt opbrengen voor hun interventie.

“Er is een verschil tussen begrip hebben voor de redenen waarom men iets doet, en het goedpraten daarvan. Om duidelijk te zijn: niets kan de inmenging van Hezbollah rechtvaardigen. Als je me zou vragen wat ze geloven, dan zou ik je mijn mening geven over wat het is waar ze in geloven. Als je me daarentegen vraagt wat ik vind van hun beslissing (nvdr: om zich in de strijd te mengen), dan is mijn standpunt eenvoudig: ze hadden zich niet moeten bemoeien. Ik ben echter hun geestelijke raadgever niet en ze hebben me niet om raad gevraagd.”

“Om terug te komen op mijn inzicht in wat zij geloven: als ze niet waren tussengekomen in al-Quseir (nvdr: de Syrische stad in de buurt van de Libanese grens die recent door de regeringstroepen werd heroverd), dan zou de stad in handen gebleven zijn van de gewapende oppositie. Dat zou erop gewezen hebben dat de macht van het Syrische regime afneemt en het dus minder steun krijgt van Iran. Bovendien zou het symbool staan voor de geleidelijke afname van hun militaire slagkracht tegenover Israël. Dat land is immers altijd hun voornaamste voorwendsel geweest om zo zwaar bewapend te blijven.”

“In hun plaats zou ik gekozen hebben voor een non-interventie in Syrië – wat duidelijk lijnrecht tegenover hun beslissing staat – om in plaats daarvan hun economische en sociale rol in Libanon te versterken. Daarmee zouden ze het concept afschrikkingskracht vanuit een heel andere hoek benaderd hebben. Dat concept is volgens mij trouwens helemaal niet zo essentieel is als sommigen laten uitschijnen.”

“Eerlijk gezegd wordt er weinig aandacht besteed aan wat er ondertussen gebeurt in Israël. Dat is een grote vergissing. Er wordt geopperd dat de oorlog van 2006 (de laatste oorlog van Israël tegen Libanon) de Israëli heeft geleerd dat een toekomstig conflict met Libanon best niet gebaseerd is op een langdurige landoorlog met Hezbollah, dat nu een enorm raketarsenaal beschikt.”

“Een nieuw conflict zou daarentegen beter de vorm aannemen van een snelle blitzkrieg, gericht op totale vernietiging, die Libanon mogelijk binnen twee dagen met de grond gelijkmaakt… Hezbollahs afschrikwekkende, militaire arsenaal zou zoiets niet kunnen tegenhouden.”

Geloof jij dat er, nu Hassan Rohani verkozen is tot nieuwe president, een betekenisvolle verandering kan komen in het buitenlands beleid van Iran?

“Gezien de macht van de Iraanse regering heeft Rohani als president slechts een gering aantal opties. Het is echter belangrijk om hier te vermelden dat het Iraanse buitenlandse beleid de laatste jaren al een aantal veranderingen heeft gekend. Onder het bewind van president Khatemi (1997-2005) was er een toenaderingspoging tot het Westen, dat daar echter negatief op gereageerd heeft.”

“Ook in 2010 had in de kernwapenkwestie een gelijkaardige evolutie kunnen plaatshebben. Iran ging toen akkoord met een voorstel van Obama, dat door Brazilië en Turkije werd overgenomen. Het voorstel werd echter op het laatste moment verworpen door de VS zelf.”

“Het akkoord hield in dat laagverrijkt uranium uit Iran gestockeerd zou worden in Turkije. In ruil daarvoor zou Europa hoogverrijkt uranium geven aan Iran. Brazilië was zeer ontstemd toen de VS het akkoord verwierp.”

“Algemeen gesproken, denk ik wel dat er manieren zijn om de spanning tussen Iran en het Westen te verminderen. De enige voorwaarde is wel dat zowel de Amerikaanse regering en de geestelijke leiding van Iran daarvoor open staan.”

Gebruikt Iran de situatie in Syrië als een troefkaart in de onderhandelingen met het Westen over de kernwapenkwestie?

“Ik denk het niet. Ik meen eerder dat de crisis in Syrië voor hen een last is. Uiteraard willen ze niet dat het regime valt. Het is hun laatste bondgenoot in de regio. Jammer genoeg is die regio in zijn geheel aan het afglijden naar een steeds diepere polarisering tussen sjiïeten en soennieten. Waarschijnlijk zal Iran het Syrische regime steunen tot het bittere eind.”

Israël, de VS en hun houding tegenover de Syrische revolutie

Hoe staat Israël volgens jou in werkelijkheid tegenover de Syrische revolutie?

“Israël heeft niets gedaan dat er ook maar op zou kunnen wijzen dat het land het regime van Assad wil neerhalen. Er gaan steeds meer stemmen op die zeggen dat het Westen van plan is de oppositie van wapens te voorzien. Dat is volgens mij misleidend. Als de VS en Israël werkelijk geïnteresseerd waren in de ondergang van het Syrische regime, dan zouden ze heel wat andere maatregelen kunnen nemen alvorens de oppostie te bevoorraden met wapens.”

“Al die andere opties zijn nog altijd beschikbaar. Zo kan de VS Israël er bijvoorbeeld toe aanzetten om zijn strijdkrachten te mobiliseren aan de grens met Syrië. Die zet zou geen bezwaren uitlokken van de internationale gemeenschap. Het zou het regime in Syrië dwingen zijn strijdkrachten terug te trekken uit de frontlinies en het zou de druk op de oppositie verlichten. Dat is niet gebeurd. Dat zal ook niet gebeuren zolang de VS en Israël niet bereid zijn om het regime van Assad ten val te brengen.”

“Waarschijnlijk zijn die landen geen voorstanders van het regime, maar het is desalniettemin een regime dat zeer ervaren is in het uivoeren van hun eisen. Eender welk alternatief zou wat dat betreft erger kunnen zijn. Het is dus veel beter om toe te kijken hoe de Syriërs elkaar bevechten en vernietigen.”

Je stelt ondubbelzinnig dat de VS en Israël het regime niet willen zien vallen en dat hun acties worden bepaald door het volgende principe: ‘beter af met de duivel die wel al kennen’. Vooral in linkse kringen in Europa, de VS en de Arabische wereld is er echter een andere analyse, die spreekt van een Amerikaans/Israëlisch/imperialistisch complot. Volgens sommigen is de revolutie in Syrië al van bij de start een samenzwering. Volgens anderen werd de revolutie door de samenzwering gekaapt. Hoe verklaar je die andere analyse?

“In de Arabische wereld en elders circuleren al langer verhalen en illusies over de bovennatuurlijke kracht van de VS. De VS zou zowat alles controleren door middel van complexe samenzweringen en complotten. Vanuit een dergelijk wereldbeeld kan je alles wat gebeurt verklaren in termen van imperialistische samenzweringen. Dat is fout. De VS is zonder twijfel een grootmacht die in staat is gebeurtenissen te beïnvloeden. Het land kan echter niet altijd zomaar alles manipuleren door middel van complexe samenzweringen. Dat gaat hun krachten echt te boven.”

“Uiteraard proberen de Amerikanen dat regelmatig te doen, maar vaak mislukt dat. Wat in Syrië gebeurd is, valt eigenlijk niet zo moeilijk te begrijpen. Het begon als een populaire, democratische protestbeweging die democratische hervormingen eiste. In plaats van daar op een constructieve, positieve manier op te reageren, antwoordde Assad met brutale repressie.”

“Een dergelijke reactie heeft gewoonlijk als resultaat dat het protest met succes de kop wordt ingedrukt, of dat de protestbewegingen evolueren en zich militariseren. Dat laatste is nu gebeurd in Syrië.Wanneer een protestbeweging deze fase bereikt, is er sprake van een nieuwe dynamiek. De meest extremistische en brutale elementen gaan dan meestal meer op de voorgrond treden aan de frontlinies.”

Kiezen tussen onderhandelingen of het bewapenen van de oppositie

Je neemt een voorzichtig standpunt in tegenover de recente verklaringen in het Westen over de bewapening van de oppositie. Waarom?

“Je moet dat zien in de context van de mogelijke consequenties. Ik zeg het nogmaals: het Westen kan veel eenvoudiger manieren toepassen alvorens militaire hulp aan te bieden. Enkele daarvan heb ik hierboven al vermeld. Dat houdt echter ook in dat de humanitaire hulp wordt opgevoerd. Als we het ernstig menen met Syrië, dan moeten we naar de consequenties van onze acties kijken. Wat zou het resultaat zijn op humanitair vlak? Dat is geen ethische, maar gewoon een praktische vraag.”

“Mijn antwoord verschilt niet zo erg van dat van andere waarnemers die de situatie in Syrië op de voet volgen. Patrick Cockburn (nvdr: Brits journalist, schrijft o.a. voor The Independent en Counterpunch) bijvoorbeeld zei dat een verdere stap (nvdr: bewapening van de oppositie) de militaire confrontatie zou doen escaleren. Het militaire evenwicht daarentegen zou nauwelijks veranderen, vermits Syriës bondgenoten – Rusland, Iran en Irak – het regime zullen blijven bevoorraden met almaar gesofisticeerder wapentuig, zoals ze altijd gedaan hebben.”

Jouw analyse gaat uit van de veronderstelling dat Rusland het Syrische regime zal blijven voorzien van geavanceerd wapentuig. Dat zou het (onuitgesproken) machtsevenwicht met Israël op de helling zetten. Zou het niet kunnen dat Rusland, ook al is het een bondgenoot van Syrië, liever geen stappen zet die de Israëlische veiligheid in het gedrang zouden kunnen brengen?

“Rusland kan Syrië voorzien van geavanceerde wapens, zonder daarom Israël effectief te bedreigen. Laat ons ook niet vergeten dat het regime mogelijk chemische wapens inzet. Daar is nu nog heel wat onduidelijkheid over. Die mogelijkheid zal in de toekomst echter onvermijdelijk de realiteit worden.”

Jij ziet onderhandelingen, vergezeld van politieke en diplomatieke druk, als de beste manier om het regime te dwingen tot toegevingen. De meeste Syriërs daarentegen zijn ervan overtuigd dat het regime nooit ernstige toegevingen zal doen of echt zal onderhandelen met de oppositie, zelfs al staan de revolutionairen aan de trappen van het presidentieel paleis. Khaddafi is daar een recent voorbeeld van.

“Daar kan ik het mee eens zijn. Om Syrië tot onderhandelingen te dwingen, moet je echter de omstandigheden zodanig aanpassen dat het regime gedwongen wordt die te aanvaarden. De VN zou dit bijvoorbeeld kunnen doen door een situatie te creëren die het regime aanmoedigt, of eerder dwingt – de VN is daar perfect toe in staat, mocht ze willen – in te stemmen met een overgangsperiode. Zo’n VN-resolutie zou de weg vrijmaken voor de uiteindelijke aftreding van Assad.”

Niettemin slaagt men er maar niet in de oppositie op een gecoördineerde manier te bewapenen. Er wordt gevreesd dat bepaalde individuen en religieuze autoriteiten in de Golf daardoor ondertussen vrij spel hebben om wapens te verschaffen aan een beperkt deel van de gewapende oppositie, namelijk de meest extremistische elementen. Leidt dat niet tot de voorgezette marginalisering van de gematigde oppositiestrijdkrachten?

“Je vraag gaat over een zeer beperkt spectrum aan tactische opties. Assad naar de onderhandelingstafel dwingen en daarna doen aftreden, dat willen we allemaal. De vraag is: hoe bereiken we dat? De eerste manier is dus de oppositie te bewapenen. Dat zou meer dan waarschijnlijk leiden tot een escalatie van het militaire conflict en de deur openen voor een verdere militaire uitbreiding van het regime. Het zou de vernielingen verder doen toenemen en het regime nog langer in stand houden. De tweede optie is dat de verschillende grootmachten – met inbegrip van Rusland – samenwerken en het regime via de VN een bestand op te leggen. Dat zijn onze opties.”

Geloof je echt dat onderhandelingen ertoe zullen leiden dat het regime zijn houding verandert?

“Eerlijk gezegd moet ik toegeven dat geen van beide scenario’s een grote kans heeft op slagen, maar we moeten een keuze maken. Welk pad slaan we in? Geen van beide opties is ideaal. We moet echter bedenken wat we in handen hebben. Volgens mij kiezen we er best voor eerst te onderhandelen. Mocht dat mislukken, wordt de tweede optie aanvaardbaar.”

Onderhandelingen zullen veel tijd in beslag nemen. Ondertussen gaan er in Syrië echter levens verloren.

“Het tegenovergestelde argument is dat heel wat Syriërs zouden sneuvelen als we de andere optie kiezen.”

Je zit dan toch met een moeilijk probleem. Hoe overtuig je grote delen van de Syrische bevolking, die gedwongen werden de wapens op te nemen, ervan dat de bewapening door het buitenland de toestand enkel zal verergeren? Het regime zelf krijgt ondertussen immers massaal steun en hulp van bondgenoten. Denk je niet dat de echte uitdaging niet zozeer ligt in het accepteren van die wapens, maar wel in het tegenhouden van die groeperingen die wapens leveren om zo hun eigen agendapunten te verwezenlijken?

“Ook nu moeten we ons afvragen wat de gevolgen zouden zijn van een dergelijke actie. Daarbij gaat het niet louter om de toename van het aantal slachtoffers en vernielingen. Het gaat ook over het ingraven van het huidige militaire machtsevenwicht in Syrië op een hoger niveau, met meer wapens. Welke gevolgen heeft dat voor Syrië? Wat je punt over die ‘agendas’ betreft, dat is een compleet verschillende kwestie. Wat verwacht je anders van een land zoals Saoedi-Arabië?”

Geweldloosheid, militarisering en wereldwijde solidariteit met de Syrische revolutionairen

Vandaag verwijt men de Syriërs nog steeds dat de revolutie, die begon als een vreedzaam protest, nu voornamelijk draait om gewapend verzet. Denk je dat de Syriërs andere opties hadden, maar deze laten liggen hebben?

“Ik denk niet dat de Syriërs een keuze hebben gemaakt. Dit is allemaal gebeurd tijdens de repressieve reactie van het regime van Assad. Syriërs hadden dan de keuze om zich over te geven of de wapens op te nemen. Hen dat verwijten staat gelijk met zeggen dat de Vietnamezen een fout maakten door met gewapend verzet te reageren op de slachtingen die werden begaan daar hun door de VS ondersteunde regering. Uiteraard hebben de Vietnamezen ervoor gekozen om zichzelf te bewapenen. Het alternatief was nog meer slachtpartijen te ondergaan. Dit is echt geen ernstige kritiek.”

De Syrische bevolking heeft terecht een bitter gevoel over het gebrek aan effectieve solidariteit met hun beweging. Ik heb het hier niet over regeringen en politici, maar over gewone burgers, activisten en sociale organisaties van de civiele maatschappij. Dit is niet het resultaat van de huidge situatie. Je moet daarvoor teruggaan naar het prille begin, toen de protesten nog volledig vreedzaam waren en bleven, zo ongeveer de eerste tien maanden. Hoe verklaar je dat?

“Dat is niet de indruk die ik heb, bekeken vanuit de acitivistenbeweging in het Westen. Ik geloof dat er solidariteit is met de Syriërs. Maar hoe kan solidariteit omgevormd worden tot actie? Dat is een andere kwestie. Stel dat je een activist bent die in New York woont: hoe kan je dan je solidariteit tonen? Wat zou je doen? Wekelijkse demonstraties organiseren, wellicht?”

Er waren demonstraties, niet veel misschien. Uiteindelijk hebben demonstraties slechts een beperkt effect.

“Maar toen de volksbeweging op het Taksimplein begon, zagen we, ondanks het feit dat het om een andere context gaat, demonstraties uit solidariteit met Turken over de hele wereld. In Syrië verlangden we hetzelfde te zien.”

“Naar mijn mening draait het om het vermogen van Turkse gemeenschappen om in het Westen te verzamelen en mobiliseren, een vaardigheid die de Syrische gemeenschappen voor zover ik weet niet bezitten. Maar ik herhaal nogmaals dat ik geloof dat Syrië wel degelijk solidariteit heeft ontvangen, net zoals Tunesië en Egypte dat eerder kregen.”

Met betrekking tot Egypte, er was een wijdverspreide solidariteit – waarvan de oorzaken duidelijk zijn – met de demonstranten op het Tahrirplein. De gevoelens van bitterheid bij de Syriërs komen voort uit het gevoel dat zij gevraagd werden om een tweede Tahrirplein te produceren als zij dezelfde steun wilden ontvangen, hoewel ze geen steen onberoerd lieten en vele levens verloren gingen om enkel dat te bereiken.

“Absoluut. Dat werd voorkomen door het gebruik van excessief geweld. Ik ben het met je eens dat het Tahrirplein een uitzonderlijke mate van aandacht kreeg, die deels te danken was aan activisten die zo hun best deden om met de rest van de wereld in contact te komen. Solidariteit tussen de demonstranten van het Tahrirplein en hun tegenhangers in Wisconsin, bijvoorbeeld, had een diepe impact op het Amerikaanse publiek.”

“In elk geval is de vertraging van het laten zien van solidariteit en steun al veel vaker gebeurd. Kennedy viel in 1961 Zuid-Vietnam binnen. Zijn vliegtuigen begonnen vanaf die datum met bombarderen, maar toch kostte het vijf jaar voordat het eerste georganiseerde protest plaatsvond tegen de interventie van de VS.”

Maar we hebben het nu over het tijdperk van de nieuwe media, moderne communicatietechnologieën en een vrij beschikbare stroom van beelden…

“Correspondenten en verslagen bereikten ons ook vanuit Vietnam, dat was niet het grootste obstakel naar mijn mening. In principe was er nog geen wil bij het volk om de beweging te steunen. Steun en effectieve solidariteit hebben tijd, inspanning en organisatie nodig en wellicht is dat wat er ontbreekt. Kijk naar Palestina: we hebben een tragedie die al decennia bezig is en ik geloof niet dat er genoeg solidariteit voor bestaat. Dingen zijn recent verbeterd misschien, en we zien een grotere effectiviteit aan de gang, maar ik heb jarenlang politiebescherming nodig gehad steeds als ik voor Palestina opkwam of een initiatief in solidariteit met Palestina organiseerde.”

Het lot van Bashar Al Assad en de toekomst van Syrië

Wat gaat het lot van Bashar Al Assad zijn, denk je?

“Zijn lot zal zijn dat hij valt, op de een of andere manier. Maar ik zal er niet om liegen: ik denk dat de consequenties van de huidige situatie verschrikkelijk kunnen zijn. Syrië kan uiteen vallen. De Koerden kunnen onafhankelijkheid verkrijgen in sommige van hun gebieden via een band met Iraaks Koerdistan of misschien in coördinatie met Turkije, terwijl de resterende Syrische territoria in tweeën kunnen splitsen, met Assad die een van die delen leidt. Dit is vreselijk en erg pijnlijk voor het Syrische volk en Syrië zelf, maar helaas is dat de manier waarop dingen op het moment gaan.”

Maar geloof je dat de omringende staten het prima zouden vinden als zo’n kaart vorm zou krijgen, met alle instabiliteit die de veranderingen met zich meebrengen aan de grenzen van het land?

“Ze zullen het niet leuk vinden, maar welke opties hebben ze? Je moet kiezen tussen de keuzes die je hebt, en niet de opties die je wenst. Dat is waar het werkelijk om gaat. Ik vermoed dat de Verenigde Staten het zullen accepteren en dat Israël ook redelijk blij zou zijn, omdat Syrië dan net zo gebroken en gefragmenteerd is als de rest van de Arabische wereld.”

Hoe zit het met de obsessie van Syrië met veiligheid aan zijn noordelijke grenzen?

“Er zouden geen grote veranderingen zijn. Assad zou die sector blijven controleren. Over het geheel zal er geen serieuze bedreiging zijn voor de veiligheid van Israël omdat het een aanzienlijke militaire overmacht bezit ten opzichte van al haar buren, wat de uiteindelijke uitkomst ook mag zijn. Soms wordt de prioriteit die Israël geeft aan haar veiligheid overdreven. Israël heeft vele aanbiedingen afgewezen om zijn veiligheid te verzekeren via vredesverdragen gebaseerd op VN-resoluties. Het verkiest uitbreiding boven veiligheid: dat is haar beleid.”

Er is een verbazingwekkend punt gerelateerd aan de Syrische revolutie. Individuen en groepen die tot extreemlinks in Europa behoren, de Arabische wereld en andere regio’s van de aardbol, hebben vijandigheid getoond ten opzichte van de revolutie, omdat het onderdeel van een Amerikaanse en imperialistische samenzwering zou zijn.

Vijandigheid komt ook van extreemrechts, die het als een extremistische bedreiging ziet voor het bestaan van minderheden en christenen specifiek. We hebben vergelijkbare uitspraken gehoord van extreemrechts in Frankrijk en van Nick Griffin, leider van de extremistische British National Party die Damascus bezocht, waarin Bashar Al Assad verdedigd werd (nvdr: ook Filip Dewinter van het Vlaams Belang heeft dat gedaan). Hoe zie je dit fenomeen?

“Negeer ze gewoon. Ze zijn onbelangrijk. Ze vertegenwoordigen groepen die niet bereikt kunnen worden of waar niet mee te communiceren valt. Het is niet nodig om je teveel zorgen te maken om het onvermogen om kleine groepen te overtuigen die sowieso al moeilijk te bereiken zijn. Er zijn groepen die veel belangrijker, actiever en invloedrijker zijn in het beslissingsproces, die eerst benaderd moeten worden.”

In een gesprek dat je opnam tijdens de eerste maanden van de revolutie, met martelaar Basel Shehade, zei je dat je geen advies of kant-en-klaar recept had aan te bieden aan het Syrische volk in hun hachelijke situatie. Is dat veranderd?

“Eerlijk gezegd is er niets veranderd. Syriërs staan voor moeilijke en complexe omstandigheden en ze hebben zelf ongetwijfeld een beter idee van wat ze zouden moeten doen dan ik. Ik heb altijd geweigerd om advies te geven, is het in Vietnam, Nicaragua of op een andere plaats. Maar misschien zou ik zeggen dat Syriërs de keuzes die ze hebben moeten evalueren, en de consequenties van elk overwegen. Je moet de ware feiten onder ogen zien en niet blijven hangen in een wereld van je eigen verbeelding, zeggende ‘Ik wil dit’ en ‘Ik wil dat niet’.”

“Alle bewegingen die uiteindelijk succesvol waren hebben concessies gedaan op bepaalde momenten, gebaseerd op hoe zij de werkelijkheid zagen en op een evaluatie van de mogelijke opties. Zelfs de zionistische beweging ging een verbintenis aan met het rapport van de Peel Commissie uit 1937, als de beste van alle beschikbare oplossingen, en ging verder vanaf daar.”

“De Vietnamezen accepteerden de overeenkomsten van Genève van 1954: feitelijk toegevend aan splitsing. Het alternatief had het gebruik van nucleaire wapens tegen hen kunnen zijn, of een militaire nederlaag. Ze stemden in zodat ze in het spel zouden blijven en naar mijn mening hebben ze daar goed aan gedaan.”

“Het is moeiljk om vooruitgang te boeken in de echte wereld zonder diverse compromissen te sluiten. Ik heb geen ander advies dat te zeggen dat je wensen de feiten niet uit de weg mogen ruimen. Wees je bewust van de feiten. We leven in een echte wereld, met al haar gruwelijkheid en lelijkheid, en we moeten daarmee omgaan en onze beslissingen nemen binnen deze wereld.”

Geloof je dat een onderhandelingsproces er uiteindelijk toe kan leiden dan Al Assad onderdeel is van een toekomstig Syrië, wat dan ook het kader van de oplossing zal zijn?

“Het kleine beetje hoop (al is deze zwak) groepeert zich rond onderhandelingen met de aanhangers van Assad – vooral Rusland – die doen wat ze beweren te doen, en Assad dwingen om te accepteren dat hij onderdeel wordt van een voorbereidende overgangsregering met beperkte macht, die de weg vrij maakt voor zijn vertrek. Wellicht een mager beetje hoop, maar niet onmogelijk. Als je me zou vragen naar de waarschijnlijkheid van haar succes heb ik geen antwoord klaar, maar het lijkt niet onmogelijk.”

Interview van Noam Chomsky door Mohammed Attar, 16 juni 2013, Beiroet, Libanon

Mohammed Attar is Syrisch theaterauteur en acteur. Zijn meest recente theaterstuk ‘Could You Please Look into the Camera’ had zijn première in Brussel, Athene en Berlijn.

Vertaling door Lode Vanoosten Leonie Hogervorst.

Externe links

Originele tekst van het interview op de website van de Heinrich Böll Stiftung (EN)