Brief aan een vriend, gevallen in de strijd voor Afrin
Haukur Hilmarsson, een No Border-activist actief in IJsland en Griekenland, stierf op 24 februari in Afrin door een aanval van de Turkse luchtmacht. Laura Wauters schrijft hem een afscheidsbrief.
(Door Laura Wauters, oorspronkelijk verschenen op DeWereldMorgen)
Afgelopen juli sloot Haukur zich aan bij de YPG, de Koerdische militie in het Syrische Rojava. In oktober bevrijdde hij als subcommandant van zijn eenheid mee Raqqa van IS. In januari begon de Turkse president Erdogan met de operatie ‘Olijventak’ een inval in het kanton van Afrin, waarbij het Turks regime het volledige kanton onder Turkse controle wil brengen.
Op 18 maart bereikten de Turkse troepen, gesteund door jihadistische milities, het centrum van Afrin. De YPG trok zich tactisch terug om nog meer burgerslachtoffers te vermijden en zette verder in op guerilla verzet. Intussen stierven door het Turkse geweld honderden burgerslachtoffers en heel wat YPG militanten lieten het leven bij de verdediging van Afrin.
Toen Haukur hoorde van de Turkse inval in Afrin, trok hij er met zijn eenheid heen. Hij sneuvelde er samen met twee Arabische militanten. Pas vorige week kwamen vrienden en familie dit te weten, hoewel er nog steeds geen officiële bevestiging van het Turkse regime is.
Haukurs verhaal lijkt op dat van de Spaanse burgeroorlog in de jaren ‘30 en bij Latijns-Amerikaanse guerrillabewegingen in de jaren ‘80. Net zoals toen is er een sociaal experiment, namelijk Rojava (Syrisch Koerdistan), dat internationale activisten overtuigt om alles achter te laten en zich in te zetten voor het project. We doen er goed aan hun verhalen nooit te vergeten. Daarom schrijf ik postuum een brief, als eerbetoon aan jou, Haukur, zodat anderen jou leren kennen als de gedreven persoon die ik me altijd zal blijven herinneren.
Haukur in Raqqa
Dag Haukur,
In een herinnering die me in het geheugen gegrift staat, krijg ik van jou een opgefrommeld stukje stof in mijn handen geduwd. De stof is blauw en wit, met een streepje rood. Je kijkt me met een ondeugende glimlach aan. Het blijkt de IJslandse vlag te zijn. “Wat moet ik daar nu mee doen?”, vraag ik je met een onzekere blik. “Simpel… verbranden!”. Je geeft me een knipoog en loopt weg.
Die herinnering dateert uit 2008. Het jaar daarvoor had ik je leren kennen als activist van Saving Iceland. Deze beweging was in 2006 ontstaan als actiegroep tegen de bouw van de Kárahnukjardam, een megalomaan project in de IJslandse hooglanden om de Amerikaanse aluminiumsmelterij ALCOA van energie te voorzien. Het reservoir van de dam zou een groot stuk van één van de laatste wildernissen van West-Europa onder water zetten en zo de biotoop van zeldzame rendieren, sneeuwuilen, giervalken en talrijke andere unieke fauna en flora vernietigen. Dit prachtige landschap was jouw thuis, Haukur, en je zou die thuis dan ook compromisloos verdedigen.
De protesten van Saving Iceland tegen ALCOA bleven niet beperkt tot de ecologische impact van de dam. De beweging voerde ook actie tegen de banden van ALCOA met het Amerikaanse leger, de grootste afnemer van het bedrijf, en de verantwoordelijkheid die de aluminiumsmelterij bijgevolg droeg in de destijds fel woedende Irak-oorlog. Ook de ontginning van bauxite, het erts dat nodig is om aluminium te maken, werd onder een kritische loep genomen. Bauxite werd immers geïmporteerd uit India en Congo, waar lokale industrieën arbeiders in verdoken slavenarbeid lieten werken, gronden onteigenden en de leefomgeving vervuilden. Saving Iceland verenigde dus in één West-Europese actiegroep protest tegen oorlog, klimaatvervuiling en mensenrechtenschendingen.
Je was onze nar, Haukur. Onze rebelse clown uit Utopia. Een revolutionair die altijd gekke bekken trok. Sleur stond niet in je woordenboek en starheid en dogmatisch denken zette je liever pootje lap. Maar je deed dit nooit voor jezelf. Ik weet dat je jarenlang interviews weigerde en portretten van jou waren amper te vinden. Je gekdoenerij was dan ook geen grap. Het was voor jou de enige manier om moedig te blijven strijden op alle fronten waar je onderdrukking zag: voor het behoud van de prachtige IJslandse natuur, tegen corrupte premiers, voor het lot van gestrande vluchtelingen. Je doorprikte de heersende normen, inconsequenties en hypocriete ideologieën binnen de samenleving met zoveel enthousiasme en vrolijke moed, dat wij ons zelf ook minder gek begonnen voelen om hetzelfde te doen. Haukur, je kon als geen ander het voortouw nemen en mensen inspireren.
Je bleef de gebreken in de IJslandse samenleving onvermoeibaar blootleggen. Gebreken die door de IJslandse politiek en media liever bedekt werden gehouden om het ideaalbeeld van het land (zeker naar het buitenland toe) niet te schaden. Harde feiten, zoals de hallucinant hoge nationale cijfers van alcoholmisbruik, depressie en zelfmoord of het feit dat IJsland van alle Scandinavische landen na Groenland het hoogst scoort in cijfers van seksueel misbruik. Wist je trouwens dat de loonkloof in IJsland groter is dan in België?
Van alle zweren die jij indrukte, barstte er één heftig uit in de herfst van 2008 met de Potten- en Pannenrevolutie (Búsáhaldabyltingin). Meer dan 10.000 IJslanders namen in de nasleep van de financiële crisis deel aan protesten tegen de regering. Maar jij ging altijd een stapje verder. Niemand zal ooit vergeten hoe jij op het dak van het parlement kroop (zie video vanaf 1:21) om de IJslandse vlag te vervangen door een vlag van Bónus, een lokale discountketen vergelijkbaar met Aldi, om de uitverkoop en corruptie van de IJslandse regering aan te klagen.
Je zocht voortdurend naar manieren om jezelf en anderen uit te dagen. Je verslond boeken en stond altijd op scherp tijdens debatten. Maar bovenal wou je acties ondernemen die hier en nu verandering brengen. Bij elke ontmoeting de afgelopen tien jaar was je weer aan het broeden op nieuwe ideeën.
In hetzelfde jaar van de Potten- en pannenrevolutie, liep je met een mede-activist de tarmac van de internationale luchthaven van Keflavík op. Jullie doelwit was het vliegtuig waar de Keniaanse vluchteling Paul Ramses op zat. Hij was de nacht ervoor opgepakt, gescheiden van zijn 1 maand oude zoontje en zou illegaal gedeporteerd worden. Jouw actie bracht een nationaal debat op gang en zette de rechten van vluchtelingen eindelijk op de agenda van de IJslandse politici. Paul Ramses kon uiteindelijk terugkeren naar zijn familie in IJsland en verklaarde in recente interviews dat jouw actie zijn leven gered heeft. Ook toen al schrok je er niet voor terug om persoonlijke risico’s te nemen in je strijd voor rechtvaardigheid. Weet je nog hoe we in Brussel een actie deden aan de IJslandse ambassade om mee de druk op te voeren en jullie vrij te krijgen?
Dit wapenfeit inspireerde je uiteindelijk tot de oprichting van No Border Iceland, een beweging die via directe actie het debat rond migratie actueel hield op de politieke agenda. De actiegroep protesteerde onder meer tegen de directe en indirecte staatssteun van IJsland aan de oorlogsindustrie en haar rol als lid van de NAVO en de Dublin akkoorden. Sinds de lancering van No Border Iceland verdiepte je je steeds meer in de werking van het deportatiesysteem en hielp je vluchtelingen waar je maar kon, van IJsland tot Griekenland. Vorig jaar nog hielp je in Athene mee vluchtelingen huisvesten in leegstaande panden. Jouw teksten en reflecties als No Border activist blijven trouwens inspireren.
Wat een ordinair laatste weerzien hadden we, dansend op Polé Polé tijdens de Gentse Feesten van 2016, beklemd tussen bezwete, vrolijke feestgangers. Een jaar later stond je midden in de oorlog in Syrië. Je wist ook perfect in welke absurde situatie je je bevond. Je kon je vinden in de egalitaire en ecologische visie van de YPG, maar je besefte ook dat oorlog het niet evident maakt een dergelijke visie consequent aan te houden. Het kon dan ook niet anders dan dat je ook met de oorlogssituatie de draak stak. Medestrijders herinneren zich jou terwijl je het volledige gedicht “Hum Bomb” van Allen Ginsberg citeerde tijdens een patrouille of accordeon speelde in het verwoeste Raqqa. Je bleef vooral jezelf, tot het laatste moment.
Je vuur was te groot voor IJsland, en zelfs voor Europa. Gedreven door een nood aan verandering en een groot gevoel van rechtvaardigheid belandde je op één van de meest macabere plekken op aarde. En daar doofde de Turkse luchtmacht jouw vuur. Maar niet zonder dat jouw strijd het onze weer aanwakkerde. Want nu is het aan ons om de fakkel over te nemen en méér te zijn, weg van het conformisme.
Die IJslandse vlag die je me in 2008 gaf, ligt trouwens nog steeds in mijn woonkamer. Noch verbrand, noch verscheurd. Maar ik beloof je dat ik er iets mee zal doen. Iets om jou te eren.
We zullen je missen.
Pekrêwan namrin (*)
—
(*) Een Koerdisch spreekwoord: wie puur van ziel is, is onsterfelijk