Ga naar de inhoud

Blue Card

De toekomst van het Europese toelatingsbeleid voor migranten van buiten
de EU werd deze week wat duidelijker door het voorgestelde 'blue card'
systeem: alleen mensen die kunnen aantonen hier veel geld te gaan
verdienen, mogen nog in Europa komen werken. Het zijn de contouren van
een nieuwe fase in de oorlog tegen arme en economisch onrendabele
mensen, die zowel landelijk als internationaal gevoerd wordt.

6 min leestijd
Placeholder image

Dit artikel verscheen eerder op de website van
eurodusnie.
Zie ook onder het artikel een uitvoerige discussie over de
implicaties van dit beleid.

Met arme mensen uit Afrika die naar de Europese Unie reizen om hier een wat beter bestaan op te bouwen, loopt het vaak slecht af:
jaarlijks verdrinken duizenden mensen die met bootjes de Middellandse
Zee over trachten te steken. Hetzelfde lot treft de laatste tijd mensen
die de Canarische Eilanden proberen te bereiken over de
Noord-Atlantische Oceaan. De mensen die niet verdrinken, worden
doorgaans in kampen gestopt en teruggestuurd. Arme mensen uit
Aziatische landen nemen niet zelden even grote risico's om in de rijke
Europese Unie te komen. Sommigen trotseren zelfs mijnenvelden om Europa
te bereiken. De woede over de duizenden mensen die jaarlijks sterven
onderweg naar Europa richt zich doorgaans op de 'mensensmokkelaars',
niet op het restrictieve toelatingsbeleid van de EU.

Goedopgeleide mensen van buiten de EU die hier willen komen
werken hebben het een stuk gemakkelijker. Zij hoeven niet onder aan een
vrachtwagen te hangen of met tientallen anderen in een armzalig bootje
een onzekere reis te beginnen om hier te komen: zij kunnen, als het aan
de Europese Commissie ligt, in aanmerking komen voor een 'blue card'.
Als zij kunnen aantonen minimaal drie keer het minimumloon te gaan
verdienen, kunnen ze deze tijdelijke werk- en verblijfsvergunning
krijgen. Het systeem is afgekeken van het Amerikaanse 'green card'
systeem, dat ook gericht is op het aantrekken van de rijkere en vooral
hoogopgeleide migrant.

Het achterliggende idee van dit systeem is simpel: Europa kan
hoogopgeleide arbeidsmigranten goed gebruiken. Zij leveren geld op –
dat schijnt nodig te zijn, ook met het oog op de vergrijzing – en zij
kunnen de arbeidstekorten in bepaalde sectoren opvullen. Zij zijn,
kortom, "goed voor de economie". Arme migranten en vluchtelingen
daarentegen zijn slecht voor de economie. Zij leveren geen geld op;
sterker nog: zij doen vaak slechts een beroep op de verzorgingsstaat,
en kosten dus alleen maar geld. En ze blijven ook nog te lang, wat al
helemaal rampzalig is. Het Centraal Planbureau omschreef het deze week
duidelijk: "Omdat de gemiddeld laaggeschoolde arbeidsmigrant over zijn
levensloop geen positieve bijdrage levert aan de publieke kas, kan
permanent verblijf van deze groep de financiering van de welvaartsstaat
onder druk zetten". Ook de Europese Commissie had het in deze zin over
het "beschermen van de Europese burger tegen goedkope arbeid".

Het beleid – dat op nationaal niveau trouwens al langer
ontwikkeld wordt – is er dus op gericht de laagopgeleide, arme migrant
te weren, en de rijkere, hoogopgeleide migrant te lokken. De 'blue
card' was afgelopen maandag onderwerp van debat bij het populaire
radioprogramma "standpunt.nl". Een aanwezig VVD-kamerlid was
enthousiast over het plan, en verwees jaloers naar het beleid van de
VS: die slaagt er veel beter in de goedopgeleide migrant aan te trekken
– ruim driekwart van de stroom hoogopgeleide migranten gaat naar de VS,
en slechts een kleine minderheid van deze groep kiest voor de EU. Zijn
verklaring hiervoor: het belastingsysteem is in Europa, en vooral in
Nederland, onaantrekkelijk voor goedverdienende, hoogopgeleide mensen.
Bovendien schrikt het te riante sociale zekerheidssysteem hoogopgeleide
mensen af, en werkt dit als een magneet op de laagopgeleide arme
sloebers, waarvan er dus veel te veel hierheen komen, is de redenering.

En zo is de cirkel weer rond: om de economie te stimuleren
(wat natuurlijk altijd moet, hoe dan ook) moet het belastingssysteem
verder worden 'hervormd' ten gunste van de rijken. Tegelijk moet het
"onhoudbare" sociale zekerheidsstelsel verder worden gesaneerd, dat
toch alleen maar nutteloze mensen aantrekt en in leven houdt, en moeten
de grenzen selectief worden dichtgegooid: de arme slechtopgeleide
mensen blijven buiten, de goedopgeleide mogen naar binnen. Maar
natuurlijk niet voor al te lang, want dan bestaat de kans dat ze
blijven hangen, en toch gaan profiteren. Nederlandse partijen pleitten
daarom meteen voor een tijdelijke
blue card: in tegenstelling tot de Amerikaanse 'green card' zal de
Europese kaart slechts twee jaar geldig zijn. Verlenging is in principe
mogelijk, maar mocht de kaarthouder dan zijn of haar baan hebben
verloren, dan is het inpakken en wegwezen.

Vroeger werd er nog wel eens gerept over "brain-drain": het op
grote schaal wegtrekken van beter gesitueerde en hoogopgeleide mensen
van arme naar rijke landen heeft een rampzalig maatschappelijk effect
op die arme landen. Daar hoor je niemand meer over. Rijke landen zijn
nu met elkaar in zware concurrentie
wie de meeste hoogopgeleide (tijdelijk of niet) mensen kan
binnenslepen, en hoe de armen zoveel mogelijk op hun plek gehouden
kunnen worden. Om dit laatste te bereiken doet een organisatie als het
IOM (International Organization for Migration) aan "migratie-management":
in arme landen worden de mensen al ontmoedigd, tegengehouden of
geregistreerd, om te voorkomen dat ze hierheen komen. Als ze onverhoopt
toch hier terecht zijn gekomen, worden er programma's ontwikkeld om ze
zo snel mogelijk terug te krijgen. Zelfs een bekende Afrikaanse zanger
als Youssou N’Dour wordt ingezet om de boodschap over te brengen: arme sloebers, thuisblijven!

De strijd tegen de arme, onrendabele mensen die door onze
regeringen gevoerd wordt, vindt ook op kleinere schaal plaats,
bijvoorbeeld met de zgn. Rotterdam-wet. In Rotterdam had men het idee
dat er in bepaalde wijken teveel arme, kansloze mensen woonden, en te
weinig rijke en goedopgeleide. Middels de Rotterdam-wet kunnen
kanslozen geweerd worden, en kunnen rijkeren en het bedrijfsleven
aangetrokken worden.

Maar zoiets als een door Den Haag gesanctioneerde "Rotterdam-wet"
is vaak niet eens nodig om het gewenste effect te bereiken. Het beleid
(huuropdrijving, sloop en 'renovatie') van woningbouwcorporaties zorgt
er ook voor dat arme mensen zich in steeds meer (delen van) steden niet
meer kunnen vestigen, eenvoudigweg omdat het te duur is. De armen
kunnen zo geweerd worden uit de gebieden van de rijken, en zijn
aangewezen op verslonste buitenwijken, die voor de goede orde af en toe
een zak geld krijgen toegestopt. De ontwikkelingen in de
gezondheidszorg gaan in een vergelijkbare richting. Optimale zorg zal
in de toekomst worden uitgevoerd in privéklinieken voor de rijken;
armen zullen zijn toegewezen op kwalitatief lagere instellingen voor
gezondheidszorg.

De oorlog tegen de armen en 'onrendabelen', die bestaat uit
afzondering en uitsluiting, wordt zodoende zowel op internationaal als
landelijk niveau gevoerd. Wet- en regelgeving, zoals bij de 'blue
card', is meestal niet eens nodig: de 'onzichtbare hand' van de vrije
markt is doorgaans afdoende om langzaam maar zeker een nieuw sociaal
apartheidssysteem te creëren.