Ga naar de inhoud

Bestrijding armoede en de FNV

Falende overheid in armoede- en Inkomensbeleid

7 min leestijd

(Foto Sponzen Ridder, Flickr CC2.0)

De armoede in Nederland neemt toe. Een nijpende kwestie die al een paar jaar geleden aanleiding was om een speciale minister aan te stellen, Carola Schouten. Ze is al weer meer dan een half jaar demissionair. Ondanks de inspanningen wil het niet erg vlotten met de bestrijding van de armoede. De problematiek blijkt ingewikkeld en hardnekkig te zijn. De sector senioren van de FNV heeft de koe bij de horens gevat en de discussie over de armoedebestrijding hoog op de agenda gezet.

Mede aanleiding was de discussie in het Ledenparlement van de FNV die uitmondde in een Meerjaren Inkomensnota 2024. Een interessant discussiestuk dat echter niet verder kwam dan de burelen van het Ledenparlement. Samen met het rapport van de commissie Engbersen Een zeker bestaan!, 2023, heeft het vakbondsdenken over armoedebestrijding een bredere aandacht gekregen en startte de discussie in de sectorraad senioren.
Al snel drong de conclusie zich op dat verbetering van het inkomen slechts een kleine bijdrage levert aan de oplossing van het armoedevraagstuk.

Toeslagen ontoereikend

inkomen offensief fnv
bron FNV

De gedachte dat armoede op te lossen is met meer geld, blijkt niet te kloppen. Tim ‘S Jongers heeft het probleem bestudeerd en er een boek over geschreven (1). Overtuigend komt hij erachter dat er rond het vraagstuk van de armoede meer speelt. Hij wil het uitleggen aan mensen met geld, maar het is ook nodig om het armoedeprobleem toe te lichten bij mensen met macht. De meritocratische gedachte achter het overheidsbeleid van de laatste decennia heeft het hele stelsel van de sociale zekerheid op een verkeerd spoor gezet. Die gedachte is: wanneer je je kansen grijpt, is elk individu in staat een goed leven op te bouwen en uit de problemen (armoede) te blijven. Als er zich dan toch onvoorziene zaken voordoen, bijvoorbeeld onverwachte werkloosheid, dan moet een bescheiden tegemoetkoming in de kosten voldoende zijn om uit de echte problemen te blijven. Dat is de gedachte achter de toeslagen.

In Nederland wordt jaarlijks ter waarde van 19 miljard euro uitgegeven aan toeslagen. Dat leidt niet tot minder armoede, integendeel de aantallen mensen in armoede blijft stijgen. Het systeem werkt dus niet. Daarmee is tevens gezegd dat ondanks de goede bedoelingen van de vakbondsnota dat ook dit inkomensbeleid niet werkt.

‘Kapitalen’

Jongers gaat te rade bij de Franse socioloog Pierre Bourdieu en citeert hem: Zijn je kapitalen op orde, dan kun je het ‘maken’ in het leven. Terecht zegt Jongers, dat er meer nodig is dan inkomen om tot bestaanszekerheid te komen, maar de term ‘kapitaal’ gebruikt hij in een specifieke betekenis. Niet als een middel om door productie van goederen met geld meer geld maken ( kapitaal – extra 471-2, Solidariteit). Voor de mensen die in armoede leven, zijn immers de middelen en voorzieningen niet voor het vergaren van rijkdom, maar om te kunnen leven met voldoende bestaanszekerheid. Bourdieu onderscheidt de volgende ‘kapitalen’:

Financieel kapitaal. Als alles gratis was en de ruil tussen mensen zou niet gaan om winst, dan is er feitelijk geen geld nodig om de bestaanszekerheid te garanderen. De samenlevingen zitten zo niet in elkaar, dus hebben mensen voldoende inkomen nodig om de armoede uit te bannen.

Cultureel kapitaal. Dit betreft bijvoorbeeld naar school of op vakantie kunnen gaan, musea bezoeken, lid worden van een vereniging. Kortom, de tijd en de mogelijkheden om iets anders te doen als alleen maar werken en overleven.

Sociaal kapitaal. Mensen zijn sociale wezens en willen en moeten met elkaar omgaan, leven! De schaamte van de armoede weerhoudt mensen vaak om elkaar op te zoeken. Er is geen geld om de reis naar familie te maken, je loopt straten om bij het bezoek aan de voedselbank. Medische zorg schiet tekort of is zelfs uitgesloten, omdat ook daar onvoldoende mogelijkheden voor zijn.

Strakke controle

Jongers presenteert nog een vorm van kapitaal. Een verschijnsel dat zich openbaart naar aanleiding van bijvoorbeeld de toeslagenaffaire. Het is vaak onmogelijk en gevaarlijk om van diensten van de overheid gebruik te maken, omdat de route naar bestaanszekerheid strak gecontroleerd wordt, onbegaanbaar is en dood loopt.

Hij noemt dat institutioneel kapitaal.

De bureaucratie, vooral van de overheid, is zo complex en tijdrovend dat er voor mensen die het echt nodig hebben nauwelijks mogelijkheden zijn om van de regelingen gebruik te maken. Daarbij zijn die middelen vaak te algemeen. De AOW is een algemene regeling die voor arme mensen ontoereikend is en voor rijken mensen volstrekt overbodig. Hetzelfde geldt voor de zorgtoeslagen, teveel mensen moeten daar gebruik van maken waardoor voor wie het echt nodig heeft er te weinig is. De mogelijkheden om een belastingformulier in te vullen om iets bij de overheid gedaan te krijgen, is bij armoede al gauw te veel gevraagd.

belastingformulieren
Foto Rob Brouwer

Overheid deel van het probleem

Jongers zoekt naar meer verklaringen: Het past in een trend die ik ‘armoede-taylorisme’ noem, naar de Amerikaanse ingenieur Frederick Taylor, de intellectuele vader van het scientific management. Daarin worden bedrijfsprocessen zo structureel en efficiënt mogelijk ingericht, onder meer door het opsplitsen van een grote taak in kleine deeltaken.
Bij armoede-taylorisme wordt het grote structurele probleem dat (dreigende) armoede is opgeknipt in verschillende behapbare armoedeproblemen, met elk hun eigen kenmerken. Spreken over bijvoorbeeld energiearmoede, mobiliteitsarmoede en bewegingsarmoede krijgt dan de overhand op het grotere collectieve probleem dat (dreigende) armoede is. Telkens wanneer een probleem een grotere groep dan louter de armen dreigt te treffen, volgt een eigen label, met specifieke oplossingen en instructies. Het oplossen van dat deelprobleem moet een armoedeval voorkomen, maar intussen blijft het structurele probleem onderbelicht.

De vondst van Jongers is interessant, maar voor de overheid niet precies genoeg. Het taylorisme (extra 483- 3) gaat over arbeidsdeling, zo ontstaat bijvoorbeeld het werk aan de lopende band. De ontwikkelingen zijn verder gegaan. Bijvoorbeeld: lean production, de toespitsing van de productie op dat wat werkelijk nodig is – de rest wordt uitbesteed. Daarmee wordt de productie efficiënt, maar de samenhang gaat verloren. Voor de productie van een automobiel is dat overkomelijk, voor de sociale dienstverlening echter fataal.
De overheid heeft dit concept overgenomen, veel van haar werkzaamheden worden uitbesteed aan buitenfirma’s. Met als gevolg dat overheidsdiensten langs elkaar heen werken, met als consequentie dat de dienstverlening volstrekt onvoldoende is, zo zelfs dat de kosten de pan uit rijzen. Deze werkwijze heeft inmiddels geleid tot doorgeslagen flexibilisering en het precariaat voortgebracht, zowel bij bedrijven als bij de overheid. Een bron voor bestaansonzekerheid en armoede (zie: dossier van Solidariteit en een boekbespreking). De overheid is op die manier, ook als het om armoedebestrijding gaat, onderdeel geworden van het probleem dat ze niet of nauwelijks kan oplossen.

Ben je niet woedend?

Dat is de vraag die Jongers zich stelt in zijn laatste hoofdstuk: Veel maatschappelijke organisaties zijn als armoede-tayloristen uitgegroeid tot een verlengstuk van het verkeerde overheidsbeleid. De overheid is veroorzaker van dit falende beleid. Helaas blijft ook de vakbeweging geloven in die overheid en is ook als armoede-taylorist aan te duiden.
Nu we dankzij vele wetenschappelijke onderzoeken weten welke structuren armoede creëren of in stand houden, dienen we onszelf [niemand uitgesloten] af te vragen of we niet naar georganiseerde constructieve woede moeten opschuiven. Ik vrees dat die woede voor mensen die in bittere armoede leven onvoldoende uit de armoede industrie zal komen.

Die vrees zou voor de vakbeweging niet moeten gelden. Ze staat namelijk voor een rechtvaardig inkomensbeleid en een werkzame armoedebestrijding. In de praktijk ligt de kans om haar positie onder de armen, de kwetsbaren, de precairen zichtbaar te maken als een concrete belangenbehartiger.


(1) Tim ‘S Jongers, Armoede uitgelegd aan mensen met geld (2024), Amsterdam, armoede uitgelegd De correspondent. Zie ook Jonah Falke, Van armoede, reportages over het leven in de schaduw van de welvaart, (2022), Amsterdam, Vrij Nederland Van Armoede