Ga naar de inhoud

Beste financiering van Afrikaanse ontwikkeling is het inperken van de plundering van Afrikaanse rijkdom

Waar komt de gestolen rijkdom van Afrika terecht? Onder andere in de Trump Tower.

6 min leestijd

(Door William Minter, via Foreign Policy in Focus (FPIF), vertaling globalinfo.nl (donateur worden?))

Toen het VN-forum over Ontwikkelingsfinanciering vorige maand bijeenkwam op het hoofdkwartier van de VN in New York, werd het probleem van illegale geldstromen – ook wel gestolen rijkdom genoemd – diep in het verslag van het forum begraven.

Ondertussen konden voorbeelden van gestolen Afrikaanse rijkdom, op een steenworp afstand gevonden worden, geparkeerd in high-end onroerend goed zoals Trump Tower of via mondiale banken zoals Credit Suisse.

Multinationale ondernemingen, corrupte ambtenaren en financiële intermediairs over de hele wereld zijn bezig om Afrikaanse rijkdom af te romen. Illegale belastingontduiking en legaal-maar-smerige belastingontwijking, samen met misleidend beleid zoals cadeautjes via belastingverdragen, plunderen inkomsten leeg voordat ze kunnen worden belast. Daardoor ontstaan nationale begrotingen die geen middelen hebben om te investeren in Afrika’s gezondheid, onderwijs en duurzame economische groei.

Dit zijn de conclusies van een rapport van de Economische Commissie voor Afrika van de Verenigde Naties (ECA) dat in maart werd gepubliceerd, waarin de nadruk werd gelegd op de urgentie om “inkomstenlekken” te beperken om fondsen te vinden voor de ontwikkeling van Afrika. 

Het ECA-rapport beschrijft specifieke manieren waarop Afrikaanse landen deze verliezen kunnen beteugelen. Ondanks corruptie in veel regeringen op het continent, kan Afrika rekenen op een toenemend aantal eerlijke ambtenaren die hun best doen om tegemoet te komen aan de behoeften van mensen, evenals maatschappelijke organisaties die campagne voeren voor transparantie. Maar het rapport benadrukt dat de Afrikaanse inspanningen worden bemoeilijkt door het feit dat veel van de afgeroomde rijkdom verstopt wordt in financiële hoofdsteden buiten Afrika.
Twee recente voorbeelden zijn een appartement van $ 7,1 miljoen in Trump Tower, gekocht met fondsen die zijn gestolen uit olie-inkomsten in de Republiek Congo en een frauduleuze reeks leningen van 2,2 miljard dollar aan Mozambique, die de Mozambikaanse regering mogelijk moet terugbetalen. Het vergoeden van verliezen op dergelijke transacties en het voorkomen van toekomstige verliezen is verre van eenvoudig. Maar het blootleggen van de verborgen geldroutes is een essentiële eerste stap.

Het Trump Tower-appartement, zo onthulde een recent rapport van Global Witness, werd in 2014 gekocht door Ecree, een New York LLC (limited liability company, een soort BV, vert.) die werd opgericht door een toonaangevend advocatenkantoor in New York.

Global Witness onthulde de complexe route die het geld aflegde naar de vergulde haven van Trump. Het spoor begon met een betaling van $ 765 miljoen door de Congolese overheid aan de dochteronderneming in Delaware van een Braziliaanse aannemer. Dit werd gevolgd door een betaling van $ 31 miljoen vanuit Delaware via een mantelbedrijf op de Britse Maagdeneilanden naar nog een ander mantelbedrijf op Cyprus, opgezet door een advocaat in Portugal. De uiteindelijke overdracht bedroeg $ 7,1 miljoen aan de New Yorkse LLC. Ondertussen had de Portugese advocaat, die zowel het Braziliaanse bedrijf als de regering van Congo vertegenwoordigde, het eigendom van het bedrijf op Cyprus overgedragen aan Claudia Sassou-Nguesso, dochter van de Congolese president.

De rijkdom geparkeerd in een appartement in de Trump Tower is slechts een fractie van de miljoenen die weggesluisd worden uit de oliesector van Congo door de president van dat land en zijn familie. De meeste olieverkopen worden beheerd door Zwitserse handelsbedrijven die banden hebben met de heersende familie van Congo en onderzoeken in Frankrijk waren ook gericht op de vele bedrijven die de familie in dat land bezit.

In het geval van Mozambique was het een aanklacht uitgevaardigd door een Grand Jury in het oostelijk district van New York in december 2018 die een multinationale set van personages blootlegde. De vijf genoemde personen die zijn aangeklaagd, zijn de voormalige minister van financiën van Mozambique, een Libanese zakenman die een internationaal scheepvaartconglomeraat in Abu Dhabi vertegenwoordigt, en drie in Londen gevestigde bankiers, destijds in dienst van de gigantische Zwitserse bank Credit Suisse. Het Mozambikaanse maatschappelijk middenveld klaagt de legitimiteit van de leningen aan die niet wettelijk zijn goedgekeurd, en de Mozambikaanse regering heeft een zaak tegen de bank aangespannen bij het Londense Hooggerechtshof.

Hoeveel Mozambique op deze leningen moet betalen, is afhankelijk van juridische procedures in Mozambique, Londen, New York en Zwitserland. De uitkomst zal een grote invloed hebben op het vermogen van het land om te herstellen van de massale stormen die Mozambique de afgelopen maanden geplaagd hebben.

Zelfs wanneer dergelijke gevallen worden blootgelegd, slagen pogingen om gestolen rijkdom te recupereren zelden. Ondanks een Wereldbank-programma voor het herstel van gestolen activa, is tussen 2010 en juni 2012 slechts $ 147,2 miljoen teruggegeven door leden van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Dit is een klein deel van de geschatte $ 20 – $ 40 miljard die elk jaar wordt gestolen. Daarom richt de ECA zich primair op het stoppen van diefstal voordat dit gebeurt door de Afrikaanse capaciteit te verbeteren om de activiteiten van multinationale ondernemingen te controleren en belasten, met name in de vermogende sector van de natuurlijke hulpbronnen.

De inspanningen van Afrika kunnen worden versterkt door parallelle actie in rijke landen, waar belastingontduiking en belastingontwijking ook de overheidscapaciteit aantasten. De beweging voor belastingtransparantie groeit over de hele wereld, gevoed door nieuws zoals het feit dat zestig van de grootste Fortune 500-bedrijven geen belastingen betaalden of belastingterugbetalingen kregen in 2018, inclusief Amazon, IBM en General Motors.

Een nieuw onderzoek door de Financial Accountability en Corporate Transparency (FACT) Coalition documenteert de groeiende internationale trend, gesteund door zowel investeerders als activisten, om publieke rapportage per land (country-by-country ) door multinationale ondernemingen te eisen. Dit zou het investeerders en regeringen mogelijk maken om precies te zien waar winsten verdiend worden, in plaats van hen toe te staan om die in het geheim over te sluizen naar landen met een lage belasting of zonder belastingen.

De andere belangrijke stap, die nu steun krijgt  in het hele politieke spectrum, zou zijn om van alle bedrijven te eisen dat ze hun echte eigenaars rapporteren in plaats van anonieme mantel-bedrijven toe te staan. Veel mantel-bedrijven bevinden zich in de Verenigde Staten – “een van de gemakkelijkste plaatsen ter wereld voor witwassers, criminele organisaties en terroristische groeperingen om geld te verbergen“, aldus een belangenorganisatie voor sociale nutsbedrijven. De Corporate Transparency Act van 2019, die nu bij het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden ligt, zou vereisen dat de eigenaren van alle bedrijven die in de Verenigde Staten zijn geregistreerd, worden gemeld aan het Handhavingsnetwerk voor financiële criminaliteit.

Afrikaanse landen kunnen en moeten alle binnenlandse middelen mobiliseren die mogelijk zijn om te investeren in ontwikkeling en om te reageren op rampen. Maar voor duurzame oplossingen is ook wereldwijde samenwerking nodig om het voortdurende afvoeren van de rijkdom van Afrika te beteugelen.

(William Minter is de redacteur van AfricaFocus Bulletin. De uitgave van AfricaFocus Bulletin van 30 april 2019 bevat uitgekozen fragmenten uit het bovengenoemde ECA-rapport.)

Aanvuling globalinfo:

Zie ook: Berichtgeving in QZ over de Trump-Tower Condo

en:  Hoe multinationals elk jaar Ghana leegroven op Alternet.