Beleid Arbeidsinspectie knalhard aan de kaak gesteld
De plaats waar Bogdan dag en nacht verblijft, is met een hek afgesloten en door honden en camera’s bewaakt. Wil hij naar buiten, moet hij toestemming vragen. Hij slaapt in een schuur en regelt zelf een toilet, bed en douche. Na zeven maanden raakt hij geblesseerd en kan vertrekken met in totaal 300 euro.
(Door Hans Boot, overgenomen van solidariteit illustyratie: fotocollectie arbeidsinspectie, publiek domein wikimedia commons)
Eén van de mensonterende ervaringen uit ”Slachtoffermonitor Mensenhandel 2015-2019”, waarnaar de Algemene Rekenkamer verwijst in het rapport Daders vrijuit, slachtoffers niet geholpen (28 september 2021). Een verslag over de recente bemoeienis door de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid met arbeidsuitbuiting. Strikt omschreven als ‘mensenhandel’ (dwang, geweld, afpersing, misleiding – moderne slavernij) en sinds 2005 strafbaar gesteld. In 2017 volgde de verbinding aan de breder opgevatte schending van de arbeidsmarktwetten over bijvoorbeeld minimumloon, vakantietoeslag, arbeidstijden, veiligheid en gezondheid – omschreven als ernstige benadeling. Eén van de conclusies in het rapport: bij een sinds 2018 stijgend budget daalt het aantal daders niet en worden niet meer slachtoffers gesteund. Ambtelijk geformuleerd: het huidig instrumentarium is niet effectief. Zeker niet bij de te verwachten groei van groepen migranten en vluchtelingen.
Falende overheid
Waar bijvoorbeeld in de ’toeslagenaffaire’ de overheid fraudeert, blijkt ze volgens de Algemene Rekenkamer te falen in zowel de vaststelling en veroordeling als de verbetering van de schadelijke gevolgen van de ‘perifere arbeid’. Een paar cijfers.
* Over de periode 2012-2016 lopen de schattingen over ‘arbeidsuitbuiting’ uiteen. Jaarlijks ruim 2.0oo (volgens een overheidsdienst) tot ruim 21.000 (volgens de internationale vakbeweging).
* Over 2016-2019 komt de inspectie tot 331 meldingen, daarvan gaat 15 procent (49) naar een opsporingsonderzoek bij de rechter, een deel daarvan is nog niet afgerond. De aantallen dalen van 27 procent in 2016 naar 4 procent in 2019.
* Over de bredere ‘ernstige benadeling’ vallen de schattingen aanzienlijk hoger uit, tienduizenden. Mogelijke maatregelen: stillegging bedrijf, dwangsommen en boetes. Bij ‘arbeidsuitbuiting’: taakstraf, vrijheidsstraf, aanpak vermogen, verbeurdverklaring en boetes.
Enkele conclusies uit het rapport van de Rekenkamer, de zogenoemde knelpunten:
Meldingen en opsporingsonderzoek komen zelden bij de rechter, mede daardoor weinig jurisprudentie – strafrechtelijke benadering schiet tekort.
Aanpak ‘ernstige benadeling’ is beperkt, evenals de sancties. Bijvoorbeeld in 2017 tien maal genoteerd, in 2019 één maal. In diezelfde jaren één dwangsom. Bovendien wegen ondernemers straffen calculerend af tegen de gunstige financiële voordelen.
Positie van de ‘getroffenen’, met name van ongedocumenteerden, is precair, zowel in de verhouding tot de ondernemer als tot het uitzendbureau – bijvoorbeeld afhankelijk van huisvesting, vervoer en andere voorzieningen.
Meest misbruikende sectoren, met name van arbeidsmigranten: vleesverwerking, distributiecentra, seizoensgebonden land- en tuinbouw.
Noodklok
In al die processen van halfzacht onderzoeken, signaleren en melden, hebben inspecteurs een vitale functie. Maar ook als ze van goede wil zijn, beschouwt ruim 30 procent van hen zich onvoldoende geschoold om ‘arbeidsuitbuiting’ en ‘ernstige benadeling’ vast te stellen, aan te pakken en hulp te bieden aan de betrokken arbeid(st)ers. Mede als gevolg daarvan daalt het aantal geregistreerde slachtoffers, van 75 in 2018 naar 46 in 2019. Bovendien is in de afgelopen jaren geen bedrijf stilgelegd na de vaststelling van ‘ernstige benadeling’ – onderbetaling, lange werkdagen, beschikbaarheid op afroep.
In enquêtes melden inspecteurs hun handen vol te hebben aan hun overige werk, zoals arbeidsongevallen, gevaarlijke stoffen en verstrekken van voorlichting. Een terugkerende complicatie is dat alleen al een melding nadelig uitpakt voor de ‘benadeelden’. Een tragische conclusie van de inspectie is dat 85 procent van de meldingen niet voldoen aan de ingewikkelde en weinig eenduidige wetgeving en dat de voorgestelde verbeteringen al enige tijd op ministeriële en parlementaire behandeling wachten, ook op een missionaire minister.
Dat dit wanbeleid en de knalharde kritiek niet op zich staan, is inmiddels dagelijks nieuws. Kortzichtigheid en lamlendigheid van beleidsfunctionarissen in combinatie met forse bezuinigingen met een zware onderbezetting als gevolg. Bij de arbeidsinspectie in 2012 zo’n 20 procent. En dat verbonden aan de verantwoordelijkheidscultus: primair verantwoordelijk zijn werkgevers en werknemers, via ‘zelfinspectie’ verbeteringen tot stand brengen. De FNV vat terecht het onderzoek van de Rekenkamer op als een bevestiging van de noodklok die ze al jaren tevergeefs luidt. Even terecht is de constatering dat een falende controle op en een mislukte terugdringing van alle vormen van precaire arbeid de bijl aan de wortel van de rechtstaat leggen (FNV nieuws 28-09-2021). Juist daarom is de oproep Minister pak verantwoordelijkheid op z’n minst merkwaardig te noemen. Want dat is precies degene – Koolmees – die zonder enige aarzeling of nuance de laatste jaren het aangeklaagde beleid voerde en nu als loyale pensioenvriend het verzoek krijgt zich wat in te houden en de boksbeugel te vervangen door een verantwoorde bokshandschoen.
Er zit echt niks anders op, desnoods met blote handen: ga (meer) naar de arbeidsplaatsen en bedrijven waar de dwang, misleiding, schijnconstructies, onderbetaling, onzekerheid en onveiligheid dag in dag uit plaatsvinden. Misschien dat Marx’ omschrijving van ‘uitbuiting’ als een grondslag van het kapitalisme daartoe inspireert: ieder in loondienst ontvangt slechts een deel van de voortgebrachte waarde in het loon.