Ga naar de inhoud

Belastinglek Indonesië door verdrag met Nederland

Het belastingverdrag met Nederland is een van de grootste belastinglekken van Indonesië
Een overzicht van 27 rechtzaken van het Indonsische belastinghof en de Hoge Raad.

3 min leestijd

(Bron: persbericht SOMO)

Amsterdam/Jakarta, 29 augustus 2019

Het belastingverdrag tussen Indonesië en Nederland wordt veelvuldig door multinationals gebruikt om belastingen te ontwijken, met als gevolg inkomstenderving in Indonesië. Meer dan 75 procent van het totaal aan investeringen vanuit Nederland in Indonesië, vindt plaats via brievenbusmaatschappijen. Pogingen van de Indonesische belastingautoriteit om belastingontwijking op juridische gronden tegen te gaan, stranden in veel gevallen bij het Indonesische Belasting- en Hooggerechtshof. De Indonesische belastingdienst, laat nieuw kwalitatief onderzoek zien, legt het in de meeste gevallen af tegen de bedrijven.

Samen met onze Indonesische onderzoekspartner Prakarsa hebben wij 27 rechtszaken uit de periode 2002-2015 onderzocht. Op twee na werden deze gewonnen door de betreffende multinational. Een belangrijke factor hierbij is de onduidelijke toepassing van juridische verdragsbepalingen, zoals beneficial ownership. In 2002 spraken Nederland en Indonesië al af om tot een gezamenlijke definitie te komen, maar deze is er tot de verdragswijziging van 2015 niet gekomen.

Het belastingverdrag tussen Indonesië en Nederland is eenvan de meest gunstige op het gebied van bronbelastingen. De gebruikte tarieven behoren tot de laagste ter wereld. Verder bevat het verdrag geen antimisbruikmaatregel, waardoor het veel wordt gebruikt voor treaty shopping.

SOMO en Prakarsa hebben uitgebreid gekeken naar rechtszaken rond bedrijven als AkzoNobel, Boskalis, Indosat, Friesland Brands en ECCO en schatten dat de Indonesische regering minimaal IDR 386 miljard (ongeveer EUR 24 miljoen) is misgelopen voor de 27 zaken beschreven in het rapport. Bovendien legt het onderzoek een aantal structurele problemen bloot van het belastingverdrag:

  • De uitzonderlijk lage tarieven voor bronbelasting maken de DTA erg populair voor belastingplanningsdoeleinden.
  • De lage substance-eisen in Nederland, waardoor het als doorsluisland fungeert met meer dan 18.000 brievenbusmaatschappijen.
  • Ontbreken van een effectieve anti-misbruikmaatregel. 

“Nederland beloofde in 2011 om ontwikkelingslanden hogere bronbelastingtarieven aan te bieden. In het opnieuw-onderhandelde verdrag van 2015 wordt die belofte niet nagekomen: de bronbelastingtarieven blijven ook daarin ongekend laag. Nederland druist daarmee in tegen haar eigen uitgestippelde beleid ten aanzien van ontwikkelingslanden”, aldus SOMO-onderzoeker Maarten Hietland.

“Voeg dit toe aan de beperkte capaciteit en middelen van de Indonesische rechtbanken om belastingontwijking aan te pakken en je begrijpt waarom het zo belangrijk is dat de structurele oorzaken worden opgelost”, vervolgt hij. “Dit belastingverdrag heeft een zeer negatieve impact op de Indonesische belastinggrondslag en daarmee op openbare diensten en de mensen die daarvan afhankelijk zijn, met name vrouwen en meisjes die het meest behoefte hebben aan een goede publieke financiering van volksgezondheid en onderwijs.”

(meer over het onderzoek hier)