Ga naar de inhoud

Zal de EU bedrijven verantwoordelijk stellen voor hun (wan-)daden?

Bedrijven lijken soms verrassend bereid om strengere fiscale of milieunormen te aanvaarden, of hebben het volmondig over de ‘sociale verantwoordelijkheid van de bedrijfswereld’. De ervaring leert dat men dan extra goed uit zijn doppen moet kijken om niet in een val te trappen. De anti lobbygroep CEO (Corporate Europe Observatory) had het goede idee om samen met Friends of the Earth en ECCJ (European Coalition for Corporate Justice) een brochure uit te brengen die waarschuwt voor zulke subtielere manipulatietechnieken.

7 min leestijd

(Door Herman Michiel, oorspronkelijk verschenen bij Ander Europa)

Ze doen dit aan de hand van de reacties van bedrijfslobby’s op het voornemen van de Europese Commissie om via Europese wetgeving in te gaan tegen de straffeloosheid van bedrijven die schendingen begaan tegen mensenrechten of het milieu. Off The Hook – How business lobbies against liability for human rights and environmental abuses is een bijzonder nuttige bijdrage om burgers tot waakzaamheid en kritische geest aan te sporen telkens als ‘de vos de passie preekt’.

De praktische aanleiding is de aankondiging in april 2020 door eurocommissaris Reynders om een initiatief te zullen nemen dat aan Europese bedrijven ‘zorgvuldigheidseisen’ (due diligence) stelt. Daardoor zouden ze  verantwoordelijk kunnen gesteld worden voor de schade die ze zelf of hun onderaannemers aanrichten aan mens en milieu, niet alleen in Europa, maar wereldwijd (*1) .. Indien de EU hierover degelijke wetgeving zou invoeren (*2) zou men van een trendbreuk kunnen spreken, van een minder slaafse overname van de bedrijfswensen. Die wensen, die vaak als eisen klinken, zijn ondertussen goed bekend na de publieke consultatie die commissaris Reynders organiseerde over het wetsvoorstel dat hij later dit jaar zal lanceren. De bedrijfslobby’s hebben alles uit de kast gehaald om ervoor te zorgen dat een eventuele toekomstige Europese wet een tandenloos beestje zou worden.

Een paar aspecten van deze lobbycampagne zoals ze door de brochure uit de doeken worden gedaan laten we hier verder aan bod komen. Het kan een motivatie zijn om de hele brochure door te nemen (in het Engels, 23 bladzijden).

BusinessEurope: wij zijn tegen

Niet alle bedrijfslobbys denken dat er subtiliteit geboden is om hun doel te bereiken. BusinessEurope, de grootste bedrijfslobby in Europa, waarschuwde de Commissie dat een nieuwe wet “negatieve en ongewenste gevolgen zou kunnen hebben”, zoals “het in gevaar brengen van zinvolle en succesvolle bedrijfspraktijken” en “investeringen in derde landen afremmen.” Zorgvuldigheidseisen zouden moeten beperkt worden tot middelen, maar niet tot resultaten; het zou dus volstaan om bijvoorbeeld in contracten in de bevoorradingsketen (supply chain) een clausule over het respecteren van rechten op te nemen, zonder verantwoordelijkheid als het misgaat.

Bij de publieke consultatie gaf BusinessEurope ook te kennen dat het een safe harbour-clausule wil voor de bedrijven. Ze zouden dan vrijgesteld zijn van juridische vervolging als ze niet onmiddellijk verantwoordelijk zijn voor schade, of als ze formeel het bestaan van zorgvuldigheidsregels kunnen aantonen. Voorts zou de klimaatkwestie er buiten moeten blijven, de bewijslast zou bij de slachtoffers moeten liggen, en bedrijven zouden eventueel wel een reprimande mogen krijgen, maar niet gestraft worden.

Wortels, OK, maar geen stokken a.u.b.!

Terwijl BusinessEurope liefst geen zorgvuldigheidswetgeving zou zien ontstaan, en als het dan toch echt niet anders kan moet die beperkt zijn tot een lege doos, zijn er andere lobby’s met een andere aanpak. Ze gaan er waarschijnlijk van uit dat er toch wel iets uit de bus zal komen, en dat een lobby die zich constructief opstelt meer invloed zal hebben op het eindresultaat. AIM bijvoorbeeld, een club van grote merknamen als Coca-Cola, Nestlé, Danone… stelde aan de Commissie voor om bedrijven positief te stimuleren (via incentives) om mensenrechten te respecteren, bijvoorbeeld door ze handelsvoordelen te bieden. Ze zijn geen voorstander van juridische aansprakelijkheid, maar als het toch zover zou komen zou dit beperkt moeten zijn tot ernstige schendingen van de mensenrechten, en zich niet uitstrekken tot de lagere echelons van de bevoorradingsketen. Dat is nu vaak het niveau waar de ergste schendingen zich voordoen, bijvoorbeeld kindslaafarbeid op de cacaoplantages die de grondstof leveren voor chocoladebedrijven.

Een andere drukkingsgroep die zijn stempel wil zetten op een mogelijke zorgvuldigheidswet is Amfori, dat de kaart van de ‘duurzaamheid’ uitspeelt. Bij een eerste blik op hun website zou je bijna denken bij Greenpeace of een ontwikkelingsorganisatie terechtgekomen te zijn, en zelfverzekerd verklaren ze: “For businesses today, doing good for people and planet is as important as revenu”. Juridische aansprakelijkheid wordt zelfs niet meteen van de hand gewezen, maar “is ook geen wondermiddel”. Veel beter zijn ook hier incentives, door bijvoorbeeld rekening te houden met de ‘zorgvuldigheidsinspanningen’ bij het toekennen van openbare aanbestedingen.

Weer een andere aanpak is te doen alsof overheidsbemoeienis niet nodig is, aangezien de industrie zelf reeds de zaken in handen genomen heeft. Jaja, bedrijven erkennen hun sociale verantwoordelijkheid, hun Corporate Social Responsability, hun CSR. Meer dan 10.000 bedrijven in Europa hebben elkaar gevonden in CSR Europe, ‘The European Business Network for Corporate Sustainability and Responsibility’. En niet zomaar KMOkes, maar zwaargewichten als Arcelor Mittal, BASF, Coca Cola, IBM, Total, Volkswagen,  …  Ze hebben de indruk dat de Europese Commissie geen vertrouwen heeft in de bottom up aanpak van de industrie zelf. Ze waarschuwden zelfs dat Europese zorgvuldigheidswetgeving “schadelijk zou kunnen zijn voor lokale gemeenschappen”. Ze kunnen daarvoor zelfs verwijzen naar een kleine cacaoboer, Lady Akissi uit Ivoorkust, die er zich over beklaagt dat haar inkomen en situatie in de voorbije 20 jaar niet verbeterd zijn, niettegenstaande er ondertussen fair trade certificaten gekomen zijn en CSR programma’s bij de bedrijven aan wie ze levert. Merkwaardig argument voor een organisatie die zich CSR Europe noemt.

En daar hebben we weer het ‘gelijke speelveld’ !

U kent dit speelveld ondertussen, het level playing field, het veld waar het grote winstspel wordt gespeeld onder de morele spelregel van de eerlijke concurrentie en de meteorologische voorwaarde van een bedrijfsvriendelijk ondernemingsklimaat. In Nederland is de scheidsrechter daarvoor de VNO-NCW, de ondernemersvakbond, zeg maar. De onderzoeksgroep SOMO ging na hoe VNO-NCW staat tegenover wetgeving voor verantwoord ondernemen (*3). Hun bevinding kort samengevat: “Lange tijd was werkgeversorganisatie VNO-NCW fervent tegenstander van wetgeving die bedrijven verplicht om misstanden in hun productieketens tegen te gaan. Nu wetgeving onafwendbaar lijkt, probeert VNO-NCW samen met de Europese koepel BusinessEurope nieuwe regels juist te beperken en te verzwakken.”

Dat de Nederlandse bazen zich verzetten tegen Nederlandse wetgeving ter zake is natuurlijk omwille van het gelijke speelveld. De regels moeten dezelfde zijn voor iedereen in Europa! Maar ondertussen blijkt VNO-NCW nu op Europees vlak te bestrijden wat ze voorheen op Nederlands vlak deed. En zo gebeurt het ook in Duitsland, en zal het ongetwijfeld overal het geval zijn.

Maar als bedrijven, politici, de Europese instanties zelf de theorie van het gelijke speelveld ernstig namen, dan zouden ze toch niet moeten ophouden aan de Europese grenzen, maar voor wereldomspannende regels gaan ?

Het feit is dat het kader daarvoor bestaat, dat er binnen de Verenigde Naties een verdrag uit de bus is gekomen dat multinationals voor hun verantwoordelijkheid plaatst, gesteund door zowat alle landen uit het ‘Zuiden’, maar dat het door de EU en de Verenigde Staten werd geboycot.

Onder die omstandigheden zou het een mirakel zijn als de EU op Europees vlak zou doorvoeren wat ze op wereldvlak boycotte. Over een Europese ‘zorgvuldigheidswetgeving’ kan nog heel wat theater opgevoerd worden, maar het slotbedrijf kan men zich al voorstellen.

Toegevoegd op 1 juli 2021: In een persmededeling  vraagt het Europees Vakverbond (ETUC) wanneer de Europees commissaris Didier Reynders zal uitpakken met een voorstel rond ‘due diligence’. Onder druk van de bedrijfslobby werd dit al uitgesteld in mei, maar een richtlijn is hoogdringend, aldus de Europese vakbondskoepel. Ze verwijst naar een nieuw rapport waaruit blijkt dat inbreuken op mensenrechten in de werkplaats wereldwijd zijn toegenomen,  ETUC wil ook inzage in de reacties bij de publieke consultatie over zulke richtlijn, en de manier waarop de Commissie daarmee zal rekening houden.

Noten:

(*1) Het woordgebruik “zorgvuldigheid”, due diligence, is op zichzelf al merkwaardig. Als bedrijven mensenrechten of de leefomgeving schenden is het blijkbaar door een gebrek aan zorgvuldigheid. Het zou nochtans eigenaardig overkomen als iemand die rotzooi aan de bosrand gooit of dronken een ongeval veroorzaakt ‘onzorgvuldigheid’ aangewreven werd.

(*2) Een aantal elementen waaraan zulke wetgeving zou moeten voldoen werden opgelijst door een brede coalitie van vakbonden, ngo’s, milieuorganisaties en sociale bewegingen. Zie What we want.

(*3) Zie SOMO, Verhinderen, Vertragen,Verzwakken, 21 mei 2021.