Ga naar de inhoud

Stress tekent de arbeid meer en meer

Het moet niet gekker worden. Vanmorgen een radioreclame, waarin een adviesbureau ondernemers een antistresspakket aanbood om het leven van hun ‘medewerkers’ te gerieven. Het ‘product’ bleef onuitgewerkt, goedkoop en toch opvallend, maar de suggestie was dat het ging om een baanbrekende innovatie. In de trant van: staand vergaderen, de trap nemen in plaats van de lift, met een gezonde levensstijl het goede voorbeeld geven, na acht uur ’s avonds de iPad uitzetten en niet de hele dag aan je bedrijf denken. De boodschap was kort na het nationale stressdebat geprogrammeerd. De tijd was kennelijk rijp voor meer dan het hart voor de zaak.

4 min leestijd

(Door Hans Boot, oorspronkelijk verschenen op solidariteit)

Dat debat was dagenlang aangekondigd en kreeg de volle aandacht in de kranten. Een goede reden ‘uitzending gemist’ weer eens op te sporen. Bijna twee uur rampberichten, onderbroken door verschillende typen coaches die zich als ervaringsdeskundigen presenteerden met de onvermijdelijke yogaoefeningen, samen vrij dansen, mediteren, zoemen en naar de rust van paarden luisteren. De kritiek van een psychiater was een verademing: mentale kwakzalverij. Daaraan vooraf ging veel dagelijkse, nauwelijks te dragen spanning. Te veel keus in de supermarkt, de dwingende schooltoetsen van de kinderen, de sociale armoede van het digitaal verkeer, een onbedwingbare neiging tot perfectie ….. Opvallend vaak toegeschreven aan de individuele situatie en het door god gegeven persoonlijke karakter.

Modaal als taboe

Als een aangenaam tussendoortje bood een vrachtwagenchauffeur enige zielenrust: ik laat me door baas en klant niet opnaaien, jammer dan. Hij was zo overtuigend dat niemand hem onderbrak en hij als een uitzonderlijk koele kikker door het programma ging. Imponerend was de noodkreet van een mantelzorgster die al jaren voor haar dementerende vriendin zorgde en dag en nacht op haar post moest staan. Een directeur van een basisschool beschreef de hardnekkige onderbezetting, wisselende docenten, het schoolwerk in de avond en het weekeinde, de veeleisende ouders die zich als opdrachtgevers opstelden. Topprestaties leken de norm van het schoolbestuur en de minister, de ‘ratrace’ was in volle gang, waarin ‘modaal’ als een taboe gezien werd.

De twee presentatoren zorgden niet alleen voor een beetje entertainment, een rijtje gedragsdeskundigen gaf uitleg. Ze onderscheidden functionele acute stress en chronische stress die door het aangeboorde hormoon cortisol vrijwel altijd uitloopt op een burn-out; het herstel duurt maanden en de fysieke en psychische kwetsbaarheid is blijvend. De adviezen rolden over elkaar: ‘leer nee te zeggen’, ‘praat erover’, ‘bied een luisterend oor’, ‘pak de ontspanning’, ‘neem je laptop en je werk niet mee naar huis’.

Pikant was dat juist twee (kleine) ondernemers de nadruk legden op de toestand van de arbeid. De ene pleitte voor heldere gezagsverhoudingen en aandacht voor elkaar, de andere liet zich ontglippen dat hij en zijn collega’s uiteindelijk de prijs betalen. Hij was zelf al een keer helemaal door het lint gegaan en dat had hem behalve zijn gezondheid en gezin veel geld gekost. Een zzp’er sloeg de spijker op de kop: ik probeer te selecteren, maar eigenlijk moet ik alles aannemen. In dat opzicht wist zij waar ze aan toe was; ‘wanneer, waar, hoelang en hoeveel’ waren een onzekere vanzelfsprekendheid.

Alarm

De woorden over het onderwijs waren sprekend, evenals over de gezondheidszorg die de verantwoordelijkheid legt bij de mantelzorgers. Het probleem van stress wordt meestal toegeschreven aan een als moeizaam ervaren werkdruk; iets meer pauze, overleg en afwisseling heet dan de oplossing. Maar stress maakt deel uit van een samenleving, waarin economisch succes de maat is, en wordt voortdurend gevoed door de organisatie van de arbeid en de voorwaarden en verhoudingen waaronder dat gebeurt. Stress is meer dan een hinderlijk bijverschijnsel en hangt direct samen met een maximale inzetbaarheid en minimale bezetting van arbeidskracht waarop de neoliberale bedrijfsvoering rust. En dan ook nog participeren. Niet voor niets is één van de terugkerende onderwerpen in de 36 jaar dat Solidariteit verschijnt, eerst als blad en daarna als webzine: management door stress (zie: Dossiers/man).

In de voorbeelden van onderwijs en gezondheidszorg gaat dat via de smalle weg van de financiering en voor een deel de privatisering. Een weg die begaan wordt door uitbreiding van taken, gedelegeerde verantwoordelijkheden voor toezicht en controle en de benutting van alle kwaliteiten, dus van de ’totale persoon’. De private levenssfeer is niet heilig, maar even werelds als de economie. Leven is werken en werken is leven. In het algemeen, dus voor alle bedrijfstakken, samen te vatten als de zelf sturende en zichzelf surveillerende werkkracht oftewel de 360 graden werknemer (Jan Blommaert en collega’s: Je werk of je leven).

In het nationale stressdebat bleef de vakbeweging ongenoemd. Niet onverwacht in een tijd waar ze meer ‘co maker’ is dan tegenmacht. Toch is zij aan zet. Neem de actuele pensioenkwestie. Wanneer arbeid en stress onscheidbaar zijn, dan is de erkenning van specifieke ‘zware beroepen’ een ernstige misser. Welk werk dan ook, inclusief van zzp’ers, is een ziekmakende bron van overbelasting , uitputting en uiteindelijk onmenselijkheid, waar de ‘zelfhulp’ de toon zet. Grote woorden, maar misschien helpen ze in de beoordeling van wat inmiddels een volksziekte wordt genoemd, Alarm dus. Verlaging van de werkdruk en verhoging van de personele bezettingsgraad zijn min of meer vast te leggen in cao-artikelen, maar het wordt tijd dat de vakbeweging de algehele bedrijfsvoering met al haar managementlagen aan de kaak stelt. De inhoud van de arbeid is een beslissend gevechtsterrein. Het zal wennen zijn, maar dan win je ook wat.