Ga naar de inhoud

Recensie: Geld en macht

Na Geld doet de wereld draaien van Barbara Garson (2004) bracht de Belgische uitgeverij EPO deze maand opnieuw een boek uit waarin het betaalmiddel centraal staat, namelijk Geld & Macht van René de Preter.

6 min leestijd
Placeholder image

Van Ravage Digitaal

‘Wie trekt er aan de touwtjes en wat heeft geld ermee te maken?’ is de centrale vraag die René de Preter zich in zijn voorwoord stelt, om daar in één adem ‘kan het anders?’ aan toe te voegen. De Preter zwalkt van het ontstaan van geld via antwoorden op de vraag waar de menselijke hebzucht vandaan komt, naar een omschrijving van de tegenwoordig dominante vorm van liberalisme.

Vervolgens behandelt hij in rap tempo een reeks opvattingen over het begrip macht van Plato tot Galbraith en gaat vooral in op allerlei manieren waarop macht wordt georganiseerd en uitgeoefend. Opmerkelijk is dat ‘esoterische verenigingen’ zoals de vrijmetselarij hier veel meer aandacht krijgen dan de door hem ‘clubjes’ genoemde instellingen zoals het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank.

Rijkdom

Ook het begrip rijkdom wordt van allerlei kanten bekeken. Vooral de gevolgen van de ongelijkheid in de wereld voor de volksgezondheid komen aan bod. De tweede helft van het betreffende hoofdstuk is gewijd aan de vrije markt, zowel in ideologisch opzicht als in de praktijk van het (internationale) bedrijfsleven en zijn bondgenoten in de publieke sector.

In het vierde hoofdstuk behandelt De Preter vooral de georganiseerde misdaad van de 20ste en 21ste eeuw, die wordt onderscheiden van gelegitimeerde misdaden zoals de slavernij in vroegere tijden. Opvallend is hier dat de maffia de boventoon voert en dat Al-Qaeda slechts even wordt aangestipt in een uitweiding over de diamanthandel.

Ook de houding van christelijke denkers en leiders – de katholieken voorop – tegenover geld en rijkdom komt aan bod. Aan de islam en het jodendom wordt terloops enige aandacht besteed en voor de rest van het niet-westerse geestelijk erfgoed is slechts een toetje van een pagina weggelegd onder de kop ‘oosterse spiritualiteit’. De rode draad hierbij is dat in alle godsdiensten sprake is van een kritische houding, maar dat tegelijkertijd vaak de hand wordt gelicht met regels en principes.

De Preter beperkt zich vooral tot een uiteenzetting over de trend het adjectief ethisch te plakken aan verschijnselen en activiteiten in de financieel-economische wereld zoals sparen, beleggen, bankieren en ondernemen. De uitsmijter over mens en dier tenslotte is bedoeld als drager van de boodschap dat de natuur ons weliswaar niet vreemd is, maar dat we zelf onze samenlevingsvorm en ons economisch systeem kunnen kiezen. Die boodschap klinkt ook door in het slot van het boek, dat uitmondt in een pleidooi voor een systeem waarin de slechte kwaliteiten van de mens aan banden zijn gelegd.

Snuffelaar

Ieder mens voelt op zijn klompen aan dat er een verband bestaat tussen geld en macht. Dan kun je als auteur twee dingen doen: of je neemt een treffend voorbeeld van dat verband en beent dat uit om tot de kern van de zaak door te dringen of je onderneemt een tour d’horizon om de reikwijdte van het verband op zich duidelijk te maken.

René de Preter, die in de banksector en bij de Belgische en Vlaamse overheidsadministratie heeft gewerkt, heeft voor de tweede weg gekozen. Als hij in zijn voorwoord schrijft dat hij graag wil weten hoe alles in elkaar zit, dan ligt het accent op alles en niet op hoe. Vandaar de meer dan 500 eindnoten, de lijst van ruim 250 geraadpleegde werken en 300 namen in de personenindex.
De uitgever meldt in zijn omslagtekst van een duik in een biotoop (van geld en macht), die ‘verrassende gegevens’ heeft opgeleverd. ‘Duik’ kan wel kloppen ja, maar de verrassing is bij mij uitgebleven. De Preter toont zich vooral een snuffelaar. Zijn boek is niets meer of minder dan het verslag van een zwerftocht door de geschiedenis van de mensheid en dan is het niet verwonderlijk dat hij van tijd tot tijd verdwaalt of blijft steken in onderwerpen die met hem op de loop gaan in plaats van andersom.

Zo is bijvoorbeeld de beschouwing over een aantal sociale encyclieken van diverse pausen in het hoofdstuk over geld en religie op zich best interessant, maar vraag ik me tegelijkertijd af waarom dit wel en iets anders dat mij even relevant lijkt niet of nauwelijks wordt uitgewerkt. Door onvoldoende afbakening waaiert het boek alle kanten op. Dat verklaart waarschijnlijk ook waarom de lessen en conclusies die hij aan zijn tocht verbindt nauwelijks het niveau van de gemeenplaats en het gezond verstand overstijgen.

Ethische hype

Zonder meer teleurstellend is het boek in zijn antwoord op de door de auteur zelf gestelde vraag of het ook anders kan. De Preter beperkt zich in zijn antwoord vrijwel volledig tot de ethische hype in het bedrijfsleven van de laatste jaren en dan ook nog voornamelijk tot de Belgische situatie op dat vlak. (Wat Nederland betreft komt hij niet veel verder dan de Triodosbank en de code over bedrijfsleiding van de commissie-Tabaksblat.)

Klaarblijkelijk is de auteur tijdens zijn tocht zo gebiologeerd geraakt door diverse leerstukken van goed en kwaad dat hij geen oog meer had voor de kritische literatuur over het tegenwoordig dominante geldsysteem en de alternatieven die daarvoor bedacht zijn in theorie en praktijk. Zelfs zijn landgenoot Bernard Lietaer, wiens standaardwerk The Future of Money vijf jaar geleden nog in een Nederlandse vertaling verschenen is, ontbreekt volledig in het boek.

Om van andere namen als Binswanger, Hoogendijk, Douthwaite, Chapra en Van Arkel maar te zwijgen. Typerend is dat De Preter het in zijn ethische benadering wel herhaaldelijk heeft over rente en hoe daar in verschillende godsdiensten over wordt gedacht, maar nalaat uit de doeken te doen hoe ons huidige economisch systeem daarvan doortrokken is met alle gevolgen vandien.

Het is overigens wel te hopen dat uitgeverij EPO doorgaat met de uitgave van dwarse boeken die over geld gaan, want op dat gebied is het zeker in Nederland nog steeds armoede troef. In de wereld van de grotere uitgeverijen was het boek van Lietaer tot nu toe een eendagsvlieg en zelfs in de zogenaamde Kritische Reeks van uitgeverij Lemniscaat is niet veel meer te vinden dan een verheerlijking van het fenomeen microkrediet. Wat dat laatste betreft moet gezegd worden dat René De Preter zich, gezien de kritische kanttekeningen bij dat verschijnsel in zijn boek, ontpopt als éénoog in het land der blinden.

René De Preter, Geld & Macht, EPO (Berchem), 2006

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door
Theo Ruyter.)