Ga naar de inhoud

Geen woorden maar daden: Over Direct Action

De activist en antropoloog David Graeber heeft een uniek boekwerk afgeleverd. Het beschrijft van binnenuit een van de meest vermaarde topprotesten in de geschiedenis van de recente globaliseringsbeweging, die rond de FTAA-top in Quebec in 2001. Het boek beschrijft minutieus en met veel humor en gevoel voor detail, hoe de protesten voorbereid en uitgevoerd werden, en probeert ook een inschatting te geven van de effecten ervan. Een korte recensie stond op indypendent.org

5 min leestijd
davidsgraebersbook

Recensie Direct Action: An Ethnography (David Graeber, AK Press 2009)

Sociale theorie komt voort uit het bezinksel dat wordt achtergelaten door sociale bewegingen, waarbij het de vooruitgang in kaart brengt die er op theoretisch niveau behaald is. Tien jaar na Seattle begint de globaliseringsbeweging (of zoals die in de VS genoemd wordt; de mondiale rechtvaardigheidsbeweging, vert.) intellectuele vruchten af te werpen. David Graeber’s nieuwe werk, Direct Action: An Etnography is de meest indrukwekkende poging tot dusver om te begrijpen wat het perspectief en beleid van de globaliseringbeweging is.

Direct Action kan ruwweg in drie delen worden opgedeeld. De eerste vier hoofdstukken bestaan uit een beschrijving van de voorbereidende bijeenkomsten voor de acties in 2001 tegen de top voor de voorgestelde Amerikaanse Vrijhandelszone (Free Trade Agreement of the Americas, FTAA) in Quebec City en de acties zelf. Ze zijn gebaseerd op de notities die Graeber maakte en lezen als een roman. De volgende vijf hoofdstukken bestaan uit observerende essays over onderwerpen als “activistische cultuur”, “vertegenwoordiging” en “bijeenkomsten”. Het afsluitende hoofdstuk, “Imagination,” is een theoretische reflectie op de voorafgaande ethnografie (de studie van bevolkingsgroepen, vert.).

In Direct Action werkt Graeber een argument uit dat hij elders ook al heeft gesteld. De ideologie van de globaliseringsbeweging was gevat in haar praktijk. Wat voor waarnemers van buiten overkwam als een chaotische mengelmoes van boodschappen bij protesten die georganiseerd waren door Marxistische groepen, was in feite een bewuste keuze om toe te staan dat een diversiteit van standpunten uitgedrukt werd. En wat leek op een slepend proces van vergaderingen, was het resultaat van een toewijding aan directe democratie en de afwijzing van een politiek van vertegenwoordiging ten gunste van een politiek van participatie. In plaats van zich alleen, of zelfs maar hoofdzakelijk, op het doel te concentreren, richtte de globaliseringsbeweging zich op de middelen en probeerde daarbij de idealen in de praktijk en in het heden gestalte te geven en momenten van bevrijding mee te smokkelen.

Graeber opereert hier als een participerend academicus die probeert de verschillen tussen die twee rollen weg te vegen – of is het overstijgen? De ondertitel “An Ethnography” is een verwijzing naar de verankering van Direct Action in Graebers vakgebied de antropologie, maar hij schrijft vanuit de vergaderingen en de verbeelding van de globaliseringsbeweging en niet als een daarvan losstaande observant. Terwijl Graeber in New Haven werkte als professor aan de Universiteit van Yale (waar hij in 2005 ontslagen werd) in New York, bevond hij zich middenin de globaliseringsbeweging als een woordvoerder van het Direct Action Network.

Graeber’s opleiding in de antropologie en zijn positie als deelnemer, staan hem toe om verder te gaan dan enig schrijver hiervoor in het begrijpen van de globaliseringsbeweging. Hij concentreert zich op de dynamiek van bijeenkomsten en organisatiepraktijken waarbij elke analyse of ideologie van de organisaties of deelnemers bijna uitgesloten worden. Als hij dat onderwerp al aanpakt, beschrijft hij de meeste deelnemers van de beweging als “anarchisten van de kleine a”, die wel verbonden zijn aan anarchistische uitgangspunten maar met weinig banden hebben met historische tradities van anarchistische strijd of met enige specifieke stroming binnen het anarchisme.

Terwijl anarchisten de voorhoede vormden van de globaliseringsbeweging, hebben ze over het algemeen niet gepoogd om andere demonstranten en sympathisanten te bekeren voor een expliciete geloofsrichting. In plaats van een partijlijn voor te schrijven, hebben ze praktijken verspreid, waarbij ze adviseerden om ‘affinity groups’ (basisgroepen, vert.) te vormen, en beslissingsstructuren op basis van consensus en ‘spokescouncils’. Graeber stelt dat het Direct Action Network, de meest betekenisvolle organisatie van de globaliseringsbeweging (in Noord Amerika dan, vert.), hoewel van korte levensduur buitengewoon succesvol was in het verspreiden van een organisatiemodel dat gebaseerd was op directe democratie.

De globaliseringsbeweging kwam na 9/11 tot stilstand en was niet in staat om het momentum te behouden in de context van verhoogde staatsrepressie en het falen van de non-strategie van het houden van protesten bij elke opeenvolgende handelstop. Desondanks herinnert Graeber de lezer eraan hoeveel er wel bereikt is.

In de periode van minder dan een paar jaar na Seattle, bracht de globaliseringsbeweging niet alleen protest terug in de publieke belangstelling in het mondiale Noorden. Ze verpulverde ook de neoliberale consensus waarover Margaret Thatcher verklaard had dat er geen alternatief voor was. Seattle en wat daarop volgde onthulde de mogelijkheden van alternatieve manieren om de wereld te ordenen, hetgeen buiten beeld was geraakt gedurende de korte periode van “het einde van de geschiedenis”.

Direct Action laat ons zien dat niet alleen een andere wereld mogelijk is, maar dat, ondanks alle gebreken, de praktijk van de globaliseringsbeweging helpt illustreren hoe die wereld er uit zou kunnen zien.

(Direct Action: An Ethnography (David Graeber, AK Press 2009, 600 pp, 25,- dollar)
————————–

Op 22 februari zal dit boek, en enkele andere van Nederlandse ‘activistische academici’ over de globaliseringsbeweging, centraal staan in in een avond over ‘de globaliseringsbeweging en de crisis van de democratie’ te Crea in Amsterdam.