Ga naar de inhoud

Drie keer globalisering (in een media)

Over de balans in de berichtgeving over demonstraties in Italie, de EU-top in Barcelona en de VN-top over ontwikkeling in Mexico

7 min leestijd
Placeholder image

Verscheen eerder in Extra!

Media hebben het maar moeilijk met de berichtgeving over wat we voor het gemak maar ‘globalisering’ zullen noemen. Lang waren ze gewend om de hele berichtgeving weg te stoppen (voor zover er al aan gedaan werd) in die ene pagina economie (in het geval van het NRC een dagelijks half katern). De opkomst van een sterke en nog steeds groeiende beweging en de daarmee gepaard gaande demonstraties en rellen bracht de thematiek langzaam naar de nieuws-, achtergrond- en voorpagina’s. Maar ze schieten nog steeds heen en weer tussen de opties: negeren, als ‘normaal nieuws’ beschouwen of terug naar het hokje voor economische deskundologen.
De afgelopen week was extra interessant omdat er drie giga-evenementen door elkaar heen liepen. Zo was er de voorjaars-Eurotop in Barcelona, de Financing for Development-top van de Verenigde Naties in het Mexicaanse Monterrey, en de massademonstratie tegen Berlusconi in Italië.

Barcelona
Om met de eerste te beginnen; er kwamen in Barcelona een half miljoen mensen op de been om te demonstreren. 500.000! Autoriteiten houden het op 300.000 en stel dat het opkomstcijfer tussen die twee getallen in ligt, dan is het nog verbijsterend. Zeker voor een EU-top. Confrontaties tussen het radicalere deel van de beweging en politie bleven beperkt tot wat vluchtige rituelen op de Ramblas. De berichtgeving in Nederland was minimaal. De Volkskrant beperkte zich zelfs letterlijk tot een foto-met-onderschrift. Op de (weliswaar indrukwekkende) foto zie je ME-ers op demonstranten inhakken. Naar verluidt (de betrouwbare bron in deze is mijn moeder) was er op tv meer aandacht voor, maar toch… Deelnemers uit Nederland kwamen terug met enthousiaste verhalen over de goede stemming onder de demonstranten, de gigantische opkomst, de problemen aan de grens (waar tenminste duizend aanreizende demonstranten tegengehouden werden) en inventieve acties. Zo was er voorafgaand aan het begin van de top een hilarisch optreden van honderden lobby-busters, die in speciale pakken aan de slag gingen om de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven die immer als vliegen op de stroop op zo’n top af komen, de stad uit te zetten. Niets van dit alles was terug te vinden in de verslagen in de Nederlandse commerciële media. Als er dan geen spetterende rel is….

Monterrey
Anders was het met de VN-top in Mexico, Financing for Development. Deze monstertop stond in het teken van de ontwikkelingsverplichting van de rijke landen, die immers beloofd hadden in 2015 een heel eind gevorderd te zullen zijn met het uitroeien van de armoede. Nu is het probleem dat steeds minder mensen geloven dat dat door middel van ontwikkelingshulp bereikt kan worden. Neoliberale economische globalisering vergroot voorlopig de armoede alleen maar en daar tegenover zijn wat hulpprojecten maar druppels op de gloeiende plaat. Voor de westerse regeringen, die hun neoliberale koers niet wensen te veranderen, is een Ontwikkelingssamenwerkingsshow echter juist cruciaal om nog enige geloofwaardigheid bij de zuidelijke landen en de eigen bevolking te behouden. Weinig politici rennen daarbij zo fanatiek op het podium rond als onze minister Eveline Herfkens. Alsof ze persoonlijk de wereld zou gaan redden, zo sprong ze overal achter de microfoon om het blijde nieuws te verkondigen dat ze nóg wat miljarden dacht te kunnen ritselen.

Wat zich in Monterrey afspeelde was een gênante dans om wat miljarden, waarvan iedereen wist dat ze niet zouden helpen. De pers besteedde er massaal aandacht aan, en voor een deel ook redelijk kritisch, maar weigerde om de toch redelijk logische benadering te hanteren dat ontwikkelingshulp eigenlijk een sigaar uit eigen doos is voor de ontwikkelingslanden. Een hoogtepunt in de aandacht vond plaats toen Herfkens in het NRC het vermaarde Hollands Dagboek mocht volschrijven en – ere wie ere toekomt – zij legde een verband met de EU-top in Barcelona door er één zin aan te weiden. Namelijk de volgende: “In de verwachte demonstraties in Barcelona zullen de politieke arm van de ETA en de ‘globalifobo’s’ dwars door elkaar heen lopen.” In haar stuk gebruikt onze minister overigens 61 keer het woord ik of me/mijn en de inhoud is navenant. De hele wereld, inclusief de Amerikaanse ministers, ligt aan haar voeten, als we de minister mogen geloven.

Het AD was gelukkig zo wijs om ondertussen eens een kijkje te nemen in de omvangrijke krottenwijken van Monterrey en daar naar de mening over de armoedetop te vragen. Ze bleken daar liever een riolering te hebben en hadden uitgerekend dat het organiseren van de top meer had gekost dan de regering Fox van plan was het gehele jaar uit te trekken voor armoedebestrijding in eigen land.

Rome
Een weekend later maakte Italië zich op voor een massale vakbondsdemonstratie tegen de regeringscoalitie (van neoliberalen, maffia en neo-fascisten) van Berlusconi. Daar werd al maanden aan gewerkt. Sinds de massale demonstraties tegen de G8 in Genua, vorig najaar, lijkt links een nieuwe bloeiperiode door te maken. Vier dagen vóór de demonstratie werd Marco Biagi, een medewerker van Berlusconi die betrokken was bij het opstellen van een arbeidswet die de aanleiding was van de vakbonden om te demonstreren, doodgeschoten. Hoewel de daders onbekend zijn, slaan alle media meteen aan het gissen over de achtergrond van de terreurdaad. Ze komen bijna unaniem uit op de theorie van een heropleving van de Rode Brigades, die in de jaren ’70 en ’80 zoveel moorden en aanslagen had uitgevoerd (maar jarenlang niets meer van zich had laten horen). Na twee dagen volgt een persverklaring in het bekende betonnen marxistische voorhoedejargon van de Rode Brigades. In Italië zelf circuleren hele andere theorieën, die merkwaardig genoeg nauwelijks de Nederlandse media halen.

Smerige operaties en geheime diensten
Luca Casarini, een belangrijke woordvoerder van de ‘no global’-beweging in Italië, bracht een korte, heldere verklaring uit waarin gesteld werd dat het hier om een ‘pro-regerings-moord’ zou gaan. Hij noemt daarbij een paar opmerkelijke feiten, zoals dat het slachtoffer al lange tijd openlijk bedreigd werd en bescherming had gevraagd van de regering die deze weigerde te geven. Ook werd de aanslag een week eerder aangekondigd in een tijdschrift. Casarini vermoedt dat dit het werk was van iemand binnen de regeringskringen die van de moordplannen op de hoogte was en door te lekken wilde voorkomen dat ze uitgevoerd zouden worden. De verklaring is onder meer te vinden op: de Nederlandse indymedia-site Casarini verklaarde tevens zelf met naam en toenaam door de minister van Arbeid (van de extreemrechtse partij Lega Nord) te zijn genoemd als ‘een doel dat uitgeschakeld zou moeten worden’.
Of Casarini’s beweringen kloppen, zal misschien nooit bewezen kunnen worden, maar Italië heeft een lange geschiedenis van smerige operaties door geheime diensten, en de moord zou goed kunnen passen in een nieuwe strategie van de spanning, bedoeld om de groeiende vakbondsactiviteiten te kunnen criminaliseren. Vreemd is in ieder geval dat er in de berichtgeving van bijvoorbeeld Marc Lijendekker in NRC-Handelsblad niets van terug te vinden is. Terwijl hij twee lange artikelen wijdt aan de moord, komen noch de verklaring van Casarini noch de daarin genoemde feiten in zijn verhaal voor.

Op zaterdag 23 maart komen er zo’n twee miljoen mensen de straat op. Ze hebben zich niet laten intimideren, en hebben aan hun oorspronkelijke eisen tegen het economische beleid van Berlusconi en diens nieuwe arbeidswetgeving een oproep tegen geweld en terrorisme toegevoegd. De BBC maakt er in haar eerste berichtgeving op haar website vervolgens van “Miljoenen Italianen demonstreren tegen terrorisme”. Nederlandse media berichten natuurlijk over deze gigantische demonstratie, maar komen veelal niet erg ver in verklaringen voor wat er momenteel in Italië gaande is. Van de vier landelijke kranten die ik onder ogen kreeg, ging alleen het Parool in op de opmerkelijke toespraak die de leider van de grootste vakbond CGIL hield en waarin hij onomwonden zijn steun uitsprak aan de anti-globaliseringsbeweging, deze opriep om zich niet te laten intimideren en verklaarde dat zij “de vakbond aan haar kant zal vinden als dat nodig is”.

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Kees Stad.)