Ga naar de inhoud

Vedanta ‘PR Ramp van het Jaar’

In navolging van PRWeek, het Amerikaanse online vakblad voor de PR en Communicatie branche dat jaarlijks prijzen verleent aan succesvolle PR-bedrijven, heeft de mensenrechtenorganisatie Survival International de ‘PR Ramp van het Jaar’-prijs toegekend aan Finsbury PR en haar oprichter Roland Rudd vanwege hun werk voor Vedanta Resources.

3 min leestijd
survivalnavi

Origineel op website survival international

 

Vedanta Resources heeft Finsbury ingehuurd omdat het mikpunt was geworden van een wereldwijde campagne ter voorkoming van de bouw van een bauxietmijn in de Niyamgiri heuvels in de Indiase deelstaat Orissa. Deze mijn zou onvermijdelijk een verwoestende uitwerking hebben op de inheemse Dongria Kondh die daar leven.

De wereldwijde campagne werd gelanceerd op initiatief van Survival International vanwege de manier waarop Vedanta omging met de belangen van de Dongria Kondh. De publiciteitsslag die daarop volgde in de wereldpers berokkende Vedanta aanzienlijke reputatieschade: het bedrijf werd in de kranten omschreven als ‘de meest gehate onderneming ter wereld’ en het mijnbouwproject raakte in ernstige mate omstreden.

Survival verzamelde bewijsmateriaal over de misdragingen van Vedanta in Orissa, zoals het niet vooraf raadplegen van de Dongria Kondh. Belangrijke investeerders, zoals de Anglicaanse Kerk werden hierdoor overgehaald om zich terug te trekken uit het mijnbouwproject en het leidde tot de publicatie van een vernietigend rapport van de Britse regering. Ook het Nederlandse PGGM verwijderde Vedanta uit haar belegingsportefeuille.

De campagne van Survival zorgde er onder andere voor dat:
– meer dan 10.000 sympathisanten van Survival een brief schreven aan de regering van India    
– 650.000 mensen keken naar de film ‘Mine, story of a sacred mountain’ die geproduceerd was door Survival en zich in ontzagwekkende aantallen verspreidde op het internet
– Beroemdheden zoals de Britse acteurs Joanna Lumley en Michael Palin zich uitspraken tegen Vedanta
– Volledig blauw geschilderde Na’vi uit de kaskraker ‘Avatar’ protesteerden tegen Vedanta tijdens diens jaarvergadering in Londen. De verspreiding van de persfoto’s wekte wereldwijd enorme belangstelling op bij het publiek.

Het mijnbouwproject werd uiteindelijk op 24 augustus geblokkeerd door de Indiase Minister van Milieu Jairam Ramesh die verklaarde dat het bedrijf ‘een schaamteloos gebrek aan respect’ had getoond voor de rechten van de Dongria Kondh. Naar verluidt daalde de waarde van Vedanta’s aandelen op deze dag met £300 miljoen (€ 340 miljoen).

Dr. Jo Woodman, die Survivals campagne leidde, verklaarde: ‘Finsbury beweerde ervan overtuigd te zijn dat Vedanta handelde volgens het principe van ‘best practice’, maar uiteindelijk bleek ze hierin alleen te staan – alle andere betrokkenen, van deskundigencommissies tot zelfs de regering, veegden de vloer aan met het bedrijf vanwege diens ‘volkomen gebrek aan respect voor de wet’.

Stephen Corry, directeur van Survival International: “Regeringen en bedrijven die mensenrechten schenden verschuilen zich vaak achter een door PR-bedrijven en communicatieadviseurs opgeworpen rookgordijn. Maar dat is verspilling van geld van zowel burgers als aandeelhouders: de waarheid komt onvermijdelijk aan het licht als mensenrechtenactivisten zich daarvoor inzetten.”