Ga naar de inhoud

Vandana Shiva over Sachs: Mythes die de wereld arm houden

C) Vandana Shiva bekritiseert ‘stop armoede-recept’ van Jeffrey Sachs
“Twee mythes die de wereld arm houden”

5 min leestijd
Placeholder image

In een essay in Ode Magazine nr 28 [1] bekritiseert de Indiase milieuactiviste Vandana Shiva de argumentatie die ten grondslag ligt aan het boek “The End of Poverty” van Jeffrey Sachs. De armen in de wereld zijn en blijven niet arm omdat anderen zich economisch ontwikkelen, zoals de invloedrijke econoom [2] stelt, maar door natuurvernietiging en het ontnemen van mogelijkheden om in het levensonderhoud te voorzien. In deze tijd van grote aandacht voor het armoedevraagstuk is het nodig dat twee mythes over armoede ontkracht worden, aldus Shiva. Een samenvatting.

Volgens Shiva begrijpt Sachs eenvoudigweg niet waar armoede vandaan komt; hij schetst een geheel onjuiste geschiedenis ervan. “Enkele generaties terug was bijna iedereen arm,” zo schrijft hij, daaraan toevoegend:” De Industriële Revolutie bracht nieuwe rijkdommen, maar een groot deel van de wereld bleef ver achter.”
De armen zijn echter niet ‘achtergebleven’ maar ze zijn beroofd. De Europese en Noordamerikaanse welvaart is vooral gebaseerd op de rijkdom die ontvreemd is uit Azië, Afrika en Latijnsamerika. Een geweldadige overname van hulpbronnen uit en markten in de Derde Wereld, die het Zuiden arm maakte.

Mythes

Twee van de belangrijkste economische mythes van onze tijd bieden de gelegenheid om dit direkte verband te ontkennen en om misvattingen te verspreiden over wat armoede werkelijk is.

Ten eerste worden de armen ten onrechte verantwoordelijk gehouden voor de vernietiging van natuur en de mogelijkheden om voor zichzelf te zorgen. De werkelijke oorzaken zijn echter industriële groei en economisch kolonialisme. De ziekte – in de vorm van grotere econonomische groei – wordt vervolgens gepresenteerd als geneesmiddel, als middel om de problemen van armoede en ecologische achteruitgang op te lossen.

Ten tweede wordt er van uit gegaan dat er geen sprake is van echte (economische) productie [3] indien men consumeert wat men produceert. Mensen worden beschouwd als arm indien ze voedsel eten van eigen grond in plaats het commercieel aangeboden junkvoedsel van de globaal opererende agro-industrie. Zo ook indien ze wonen in zelfgebouwde huizen van ecologisch aangepaste bouwmaterialen en indien ze kleding dragen van handgemaakte natuurlijke stoffen.

Een leven in subsistentie [4] houdt niet noodzakelijkerwijs een lage levenskwaliteit in. Integendeel, economieën gebaseerd op subsistentie verzekeren juist een hoge levenskwaliteit waar het gaat om toegang tot goed voedsel en water, mogelijkheden van duurzaam levensonderhoud, stevige sociale en culturele identiteit, en zingeving.

Natuur: gemeenschappelijke rijkdom

In zijn analyse maakt Sachs ten onrechte onderscheid tussen de factoren die overvloed creëren en de factoren die armoede veroorzaken. Zijn recept – een moderne aanpak van economisch ontwikkeling – zal juist leiden tot verergering en uitbreiding van armoede. Al heel lang stelden de subsistentieprincipes samenlevingen in staat te overleven en zelfs te gedijen, waarbij de grenzen van de natuur werden gerespecteerd en dienden als gids voor de begrenzing van de menselijke consumptie. De natuur is dan een vorm van gemeenschappelijke rijkdom, maar wordt geherdefinieerd als hulpbron zodra winst het organiserend principe wordt van de maatschappij en er een financiële verplichting opgelegd wordt om de natuurlijke hulpbronnen te ontwikkelen en te vernietigen ten behoeve van de markt.

Economische ontwikkeling berooft de mensen die het beoogt te helpen van hun vruchtbare grond, schone water en genetische verscheidenheid en dwingt hen te overleven in een steeds meer eroderende natuurlijke wereld. Het economische groeimodel van nu levert duizenden miljarden dollar aan bedrijfswinsten op terwijl het miljarden mensen veroordeelt tot armoede. Armoede: niet het beginstadium van de menselijke vooruitgang waaraan ontsnapt moet worden, zoals Sachs veronderstelt, maar eindstadium wanneer eenzijdige ontwikkeling de ecologische en sociale systemen van subsistentie vernietigt.

Het is niet zo dat – zoals Sachs beweert – het leven van mensen op subsistentieniveau gevaar loopt omdat ze minder dan een dollar per dag te besteden hebben. Het is juist het afnemen van de toegang tot de rijkdom van de ‘commons’, het gemeenschappelijke beheerde, waardoor mensen sterven.
Mensen zijn pas arm zodra ze geen geld hebben voor de bekostiging van basisvoorzieningen, hoe hoog hun inkomen ook is. Zo verliest de Indiase boerenstand per jaar 26 miljard dollar door dumping van goedkoop voedsel en textiele stoffen vanuit ontwikkelde staten en door verlaging van de (Indiase) handelsbarriëres. Dat leidt tot meer armen en duizenden zelfmoorden. En levert de privatisering van drinkwater – eens een ‘commons’ – grote bedrijven wereldwijd nu 1000 miljard dollar winst per jaar op. Een ander voorbeeld: de 50 miljard Noordamerikaanse ‘ontwikkelingshulp’ bedraagt slechts een tiende van het bedrag dat terugvloeit naar het Noorden wegens rentebetalingen en andere onrechtvaardige regelingen opgelegd door Wereldbank en IMF.

Armoede kan alleen maar beëindigd worden door het buitenwerking stellen van het systeem dat de armen berooft van hun gemeenschappelijke rijkdommen, levensonderhoud en inkomens.
Voordat we van armoede geschiedenis kunnen maken, moeten we eerst de geschiedenis van armoede rechtzetten: het gaat er niet om hoeveel welvarende staten kunnen geven, het gaat er veel meer om hoeveel minder ze kunnen nemen.

Noten:
[1] Oorspronkelijke titel: “Two myths that keep the world poor” (link). Het Ode-artikel is een aangepaste versie van hetgeen verscheen in The Ecologist van july/augustus 2005.
[2] Hoofd van het Earth Institute en belast met de leiding van een VN-panel ter bevordering van ‘snelle ontwikkeling’.
[3] In de zin van een bijdrage aan het BNP.
[4] In originele tekst: “Sustenance living”. Sustenance: voedsel en drank dat een mens (…) nodig heeft om in leven en gezond te blijven [Collins Cobuild English Dictionary 1995]. Vrij vertaald: zelfvoorzienendheid op basaal niveau.

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Rob Bleijerveld/WTO-zip.)