Ga naar de inhoud

Staatsvijand Mike Davis (1946 – 2022)

Op 25 oktober overleed de linkse onderzoeker en schrijver Mike Davis. Langzaam komen de teksten ter herdenking nu naar buiten. We vertaalden er twee voor u.

11 min leestijd

(Door diverse auteurs, vertaling globalinfo.nl die graag meer donateurs heeft)

Dat Mike Davis niet lang meer te leven had was al langer duidelijk. Ook bij globalinfo maakten we al gewag van zijn naderende einde.

De meeste uitnodigingen om te spreken sloeg hij af. Ik herinner me dat zijn dochter Roisin hem in 2014 zei: “Pap, je moet echt die uitnodiging van de president van Argentinië beantwoorden”, en dat Mike zei: “Als ik de paus niet antwoord, hoef ik haar ook niet te antwoorden.” (Hij was uitgenodigd in het Vaticaan na de publicatie van Planet of Slums). (uit IM in The Nation)

De Duitse uitgeverij Assoziation A die boeken van Davis heeft uitgegeven, schreef meteen na het bekend worden van zijn overlijden:

Vandaag ontvingen wij het trieste nieuws dat onze vriend en auteur Mike Davis gisteren, 25 oktober 2022, is overleden. 

Zijn dood is een onmetelijk verlies. Met hem verliezen we een uitstekend schrijver en onafhankelijke geest die zich onderscheidde met zijn onderzoeken naar onder meer stadsontwikkeling, de politieke economie van de honger en de sociale productie van pandemieën. Veel van zijn boeken werden internationale standaardwerken en hij was een van de eersten die het centrale belang van het ecologische vraagstuk vanuit links perspectief onderkenden. Mike Davis was trouw aan de ideeën waar hij zijn hele leven bij bleef. Hij bleef marxistisch in zijn denken zonder zich ooit te onderwerpen aan een partijrichting. Daar was hij veel te non-conformistisch en rebels voor. Deze houding vormde zijn hele leven, waarin hij steeds weer uit de klassieke academische wereld brak.

Mike Davis werd in 1946 geboren in Fontana, een voorstad van Los Angeles. Op 16-jarige leeftijd onderbrak hij zijn middelbare schoolopleiding om in een vleesfabriek te gaan werken om zijn gezin te helpen onderhouden. Begin jaren zestig studeerde hij kort in Oregon, werd lid van Students for a Democratic Society (SDS), sloot zich aan bij de Communistische Partij en runde de boekhandel daarvan in Los Angeles tot hij in 1969 werd ontslagen als regionaal partijvoorzitter omdat hij de Russische cultureel attaché uit de winkel had gezet.

De volgende vier jaar werkte hij als vrachtwagenchauffeur aan de westkust totdat hij besloot zijn academische opleiding voort te zetten aan de University of California Los Angeles (UCLA). Naast geschiedenis en economie aan de UCLA studeerde hij Ierse geschiedenis in Londen, Edinburgh en Belfast en voerde hij campagne voor de Noord-Ierse onafhankelijkheid. Van 1980 tot 1986 werkte Davis in het Londense kantoor van het tijdschrift New Left Review en richtte hij de Haymarket Series van Verso Publishing op, gespecialiseerd in studies over Noord-Amerikaanse politiek en cultuur. In 1986 publiceerde hij zijn eerste boek “Prisoners of the American Dream” (Duits: Phönix im Sturzflug, Rotbuch, 1986) over de Amerikaanse arbeidersklasse.

Mike Davis’ voornaamste interesse als auteur en marxistisch historicus gaat al lang uit naar stadsontwikkeling en in het bijzonder naar de Californische metropool Los Angeles. Hij werd in 1990 internationaal bekend met zijn bestseller “City of Quartz”, een fascinerende sociale geschiedenis en toekomstscenario van de City of Angels.

In 1987 was hij teruggekeerd naar Los Angeles, waar hij eerst weer werkte als vrachtwagenchauffeur, later als freelance schrijver en docent aan het Southern Institute of Architecture, onder meer campagne voerde voor een vredesakkoord tussen de vijandige jeugdbendes en tot eind jaren negentig nog meer boeken publiceerde (waaronder “Ecology of Fear”). Nadat hem een MacArthur Fellowship was toegekend, verkocht hij zijn huis in Pasadena en trok hij zich voor enkele jaren terug in Papa’aloa (Hawaii) om zijn werk voor het boek “Birth of the Third World” te voltooien. Later werd Mike Davis hoogleraar aan de afdeling geschiedenis van de universiteit van Californië in Irvine.

Zijn boek uit 2005 over de vogelgriep, The Monster at Our Door, bleek een onderzoek naar de sociale productie van pandemieën met verontrustende voorspellende gave ten opzichte van Covid 19. (Het werd ook in het Nederlands uitgegeven, onder de titel Vogelgriep, vert.).

Een jaar later verscheen “Planet of the Slums”, waarin hij zijn stadsstudies uitbreidde tot het mondiale Zuiden en stelde dat de wereldwijde verstedelijking een “Copernicaanse wending” was in de geschiedenis van de menselijke nederzetting.

In december 2008 werd Mike Davis geëerd als “een van de meest interessante en veelzijdige urbanisten van onze tijd” met de Culturele Prijs van de Universitätssellschaft in München, die dat jaar voor het eerst werd uitgereikt. De toespraak van de laureaat, waarin hij zichzelf omschrijft als een “ouder wordende socialist die nog steeds gelooft in de zelfemancipatie van arbeiders met dezelfde vurigheid als gouverneur Sarah Palin gelooft in de kariboejacht”, is (in het Duits) te lezen op Telepolis (www.heise.de/tp/r4/artikel/29/29329/1.html) onder de titel „Wer wird die Arche bauen“ (“Wie zal de ark bouwen”).

Mike Davis woonde laatst in San Diego met zijn vrouw, de Mexicaanse kunstenares Allessandra Moctezuma. In het midden van het jaar werd bekend dat hij had besloten zich niet langer te laten behandelen voor kanker. In een van zijn laatste interviews zei hij: “Zoals je ziet, ben ik omringd door liefde in deze familie. En in sommige opzichten is het absoluut de beste periode van mijn leven geweest.” Mike Davis stierf op 25 oktober 2022.

Wij prijzen ons gelukkig Mike Davis als auteur voor onze uitgeverij te hebben gehad en enkele van zijn baanbrekende boeken in het Duits te hebben gepubliceerd. Rest in Power, Mike! We will miss you.

https://www.assoziation-a.de/autoren/Davis_Mike

Bij uitgeverij Haymarket Books schreef redacteur Anthony Amove:

Mike Davis (1946 – 2022)

Wat kan men over Mike Davis zeggen dat nog niet gezegd is door zovelen die zijn genialiteit, gevatheid, helderheid en geheimzinnige vooruitziende blik waardeerden?

Misschien is er minder gezegd over Mike’s strijdlust, die geen argumentatie was om punten te scoren of agressiviteit geboren uit eigendunk, maar een passie voor politieke strijd en de mensen met wie hij vocht.

“Vechten was zijn element. En hij vocht met een passie, een vasthoudendheid en een succes dat weinigen konden evenaren,” merkte Frederick Engels op over Karl Marx – en hetzelfde kan gezegd worden van Mike.

Toegegeven, Mike’s strijdlust was niet alleen gericht op klassevijanden, hoewel hij meesterlijk was in het richten van zijn vuur op hen. Mike stond onder vrienden bekend om brieven die hij verontwaardigd, en zelfs gekwetst, schreef aan kameraden die volgens hem de fout in waren gegaan. Ik had het ongenoegen er zelf een paar te ontvangen. Maar in al onze uitwisselingen was het duidelijk hoeveel Mike om me gaf. Nooit oefende hij gezag uit of verwachtte hij respect vanwege zijn intellect of vroegere bijdragen. Hij hield ons gewoon aan strenge normen en nam onze politiek zo serieus als de omstandigheden vereisten.

De e-mails die Mike altijd met vrienden deelde, en waarvan sommige uitgroeiden tot blogposts en langere essays, waren buitengewoon. Ze lieten zien hoe je een conjuncturele analyse kunt maken die gegrond is, historisch onderbouwd, en afgestemd op wat zich aandient en ons dwingt om zelfs lang ingenomen standpunten te herzien.

In 1843 schreef Marx een brief aan Arnold Ruge die precies de filosofie verwoordt waarnaar Mike leefde: “het is des te duidelijker wat we nu moeten bereiken: Ik doel op meedogenloze kritiek op alles wat bestaat, meedogenloos in de zin van niet bang zijn voor de resultaten die het oplevert en in de zin van net zo weinig bang zijn voor een conflict met de machthebbers.”

Mike was nooit tevreden met platgebaande antwoorden, vooraf bepaalde conclusies, geleende wijsheid. Hij stond er altijd op de wereld opnieuw te bekijken, rigoureus te zijn, origineel onderzoek te doen, en de werkelijkheid onder ogen te zien zoals ze is, niet zoals we wensen dat ze is.

Ik herinner me een kleine studiegroep met kameraden in New York waar Mike pleitte voor een verbintenis tot revolutionaire politiek, zelfs in het licht van de reële mogelijkheid dat we collectief een moment in de menselijke geschiedenis hadden bereikt waarop revolutie niet kon voorkomen dat de kapitalistische vernietiging van onze planeet in het verleden onomkeerbare, rampzalige gevolgen zou hebben. Zonder garanties op succes, en ondanks deze existentiële onzekerheid, benadrukte hij, waren we verplicht door te gaan.

Mike zette met verbazingwekkende handigheid taken, perspectieven en onderzoeksprogramma’s voor links uit, maar nooit op een dirigistische manier of om de eer voor een idee op te eisen. Hij dacht gewoon altijd aan belangrijk werk dat gedaan moest worden en hoe dat gedaan moest worden. Ruth Wilson Gilmore en Angela Y. Davis hebben Mike’s kritiek op wat hij als een van de eersten “het gevangenisindustrieel complex” noemde, aangehaald om zijn belangrijke bijdrage aan de moderne beweging voor afschaffing van het gevangeniswezen. Maar een volledige waardering van de vele initiatieven en ideeën die hij heeft helpen stimuleren zou boekdelen kunnen vullen.

Mike wilde een socialisme helpen opbouwen dat kon gedijen in de specifieke omstandigheden van de Verenigde Staten, met de vele uitdagingen die dat met zich meebrengt. Elk begrip van Mike’s politieke project moet beginnen met Prisoners of the American Dream: Politics and Economy in the History of the US Working Class, een onmisbaar boek dat het terrein belicht waarop de socialistische politiek in de Verenigde Staten opnieuw zal moeten worden opgebouwd.

Hoewel hij zeer internationalistisch is in zijn visie – wat vooral duidelijk wordt in zijn boeken Old Gods, New Enigmas: Marx’s Lost Theory, Planet of Slums, en Late Victorian Holocausts: El Niño Famines and the Making of the Third World – en hij deed nooit concessies aan nationalistisch gebrul of centrisme – begreep hij dat de contouren van nationale en regionale culturen en uitdrukkingen ertoe doen en dat we onze politiek niet kant-en-klaar uit andere buitenposten kunnen importeren.

Ik had het grote voorrecht om een aantal jaren met Mike samen te werken in de redactie van Haymarket Books. Bij Haymarket hebben we ons niet alleen laten inspireren door Mike’s eigen schrijven, maar ook door zijn redactionele en publicitaire werk, vooral met Michael Sprinker en anderen aan de Haymarket Series bij Verso, waarmee we niet alleen een naam maar ook een gemeenschappelijke visie deelden.

Mike zette zich in voor Haymarket Books toen we nog een amateuristisch groepje waren met wat vechtlust maar vooral veel onervarenheid. Hij droeg ideeën aan die aan de basis lagen van ons project en die ons in staat hebben gesteld een veel grotere impact te hebben dan we ons ooit hadden voorgesteld toen we voor het eerst een nieuw onafhankelijk uitgeefproject begonnen.

Mike nam geduldig deel aan onze redactievergaderingen, schreef messcherpe aantekeningen bij manuscripten en bracht perspectief, gebaseerd op inzicht in de bepalende manieren waarop radicale uitgeefprojecten hebben geleerd van sociale bewegingen en deze op hun beurt hebben geïnspireerd. Met betere middelen hadden we een hele imprint kunnen beginnen die alleen gewijd was aan de heruitgave van uitverkochte boeken die hij koesterde, maar die voor latere generaties grotendeels verloren waren gegaan.

Mike benaderde zijn werk vooral als organisator. Op de conferentie over socialisme in Oakland in 2010 riep Mike op tot het opbouwen van “een organisatie van organisatoren”, een krachtige, duidelijke stelling waarop hij vaak terugkwam en die onze taak en de maatstaf voor onze inspanningen verduidelijkt.

We kunnen geen beter eerbetoon brengen aan Mike’s levenslange werk dan door te proberen organisaties van organisatoren op te bouwen en ons opnieuw in te zetten voor een socialisme dat mondiaal en revolutionair is in zijn visie en toch stevig verankerd is precies waar wij staan.

¡Mike Davis, presente!

————————-

Andere herdenkingsteksten: (Allen Engels)

At the Nation, Jon Weiner remembers a brilliant radical reporter with a novelist’s eye and a historian’s memory.

Owen Hatherley remembers Mike Davis as the best socialist writer of the last half century, at Jacobin.

At the Guardian, Lois Beckett reflects on the passing of a prophetic writer on disaster and social unrest.

Micah Uetricht reminds us that Mike Davis’ socialism was rooted in a love of humanity, at In These Times.

At the New Republic, Max Holleran explores how Mike Davis changed the way we think about cities, inequality, and climate change.