Ga naar de inhoud

Mensenrechten in de knel door privatisering

Aan de universiteit van Maastricht vindt op 25 februari een conferentie plaats over hoe mensenrechten in de knel kunnen komen door privatisering.

5 min leestijd
Placeholder image

Deelname aan de conferentie kost 135 euro (studenten 45). Hieronder de uitndodigingstekst, overgenomen van de website van Observant, het universiteitsweekblad.

Na privatisering van het waterleidingbedrijf in Bolivia vloog de waterprijs omhoog en kwamen de armen zonder te zitten. Zie hier hoe privatisering kan leiden tot schending van de mensenrechten, zegt promovendus Antenor Hallo de Wolf. Een volledig onontgonnen onderzoeksterrein; vandaar dat de rechtenfaculteit een conferentie (eind deze maand) op poten zet.

“Water is een primaire levensbehoefte”, zegt Hallo de Wolf, promovendus bij de capgroep internationaal en Europees recht. “Zodra mensen geen toegang hebben tot schoon water, nemen ze hun toevlucht tot vervuild rivierwater drinken en steken infecties de kop op. Daarom is in een mensenrechtenverdrag, het International Covenant on Economic, Social and Cultural Rights, vastgelegd dat staten moeten garanderen dat de bevolking toegang krijgt tot primaire voorzieningen.”
Praktijken waarbij mensenrechten met voeten worden getreden, komen met name voor in derdewereldlanden, waar privatisering in navolging van de westerse wereld een toverwoord is geworden. Een ontwikkeling die aangewakkerd is door de Wereldbank en het IMF, die vaak leningen verstrekken op voorwaarde van privatiseringen. Dat leidt immers tot een slanker en efficiënter overheidsapparaat. Maar helaas ook tot faliekante uitglijders.
In 2000 besloot de Boliviaanse overheid om de watervoorziening in de stad Cochabamba uit te besteden aan een Amerikaans bedrijf. De intentie was prima; een commercieel bedrijf zou de klus in ieder geval beter klaren dan de staat, die niet bij machte was geweest om alle bevolkingsgroepen van water te voorzien. De leidingen en de pompen waren echter zo verwaarloosd dat het bedrijf besloot alles te vernieuwen. Het gevolg: de waterprijs schoot soms met 200 procent omhoog. En dat in een land waar een groot deel van de bevolking niet eens beschikt over een vast salaris. Veel arme gezinnen konden de kosten niet meer opbrengen en werden van toevoer afgesloten.
In Cochabamba leidde dat tot rellen en protestacties: het bedrijf diende te vertrekken. De overheid gaf toe en verbrak het contract. Inmiddels heeft het Amerikaanse bedrijf Bolivia voor de internationale rechter (een arbitrage-panel) gesleept en eist miljoenen dollars.

Uitbuiting
Het verband tussen privatisering en mensenrechten is een ongerept onderzoeksgebied. Zo ongerept dat het Maastrichtse Centrum voor de Rechten van de Mens een conferentie heeft georganiseerd – op vrijdag 25 februari. Niet alleen voor onderzoekers maar ook voor studenten en geïnteresseerde leken.
Een van de redenen dat juristen weinig aandacht besteedden aan privatisering is dat het pas in het midden van de jaren tachtig een hoge vlucht nam. Overheden vormden de ene publieke dienst na de andere om tot particuliere ondernemingen. De spoorwegen, KPN, gezondheidszorg, de energievoorziening. De gedachte erachter is dat bedrijven efficiënter te werk gaan, dat de staat minder geld kwijt is en dat ook de consument op den duur goedkoper uit is vanwege de onderlinge concurrentie tussen bedrijven.
“Het gekke is dat iedereen denkt dat diezelfde publieke voorzieningen sinds mensenheugenis in handen van de staat zijn geweest”, zegt Hallo de Wolf. “Het tegendeel is waar. Vaak begon het met privé-initiatieven, met uitvindingen van particulieren: de stoommachine, elektriciteit of het rioleringstelsel. Als vanzelf bleef de uitvoering in particuliere handen, er kwam geen overheid aan te pas. Dat gebeurde in de loop van de negentiende eeuw, toen water, elektriciteit en gas zo’n belangrijkere rol speelden in het dagelijks leven, mede met het oog op de volksgezondheid, dat de staat deze diensten inpikte. Ook omdat particulieren, die het niet kon schelen of iedereen toegang had tot water, de prijzen meer dan eens opschroefden en zich schuldig maakten aan uitbuiting.”

Toezicht
Behalve bij de watervoorziening gaat er ook op andere terreinen een hoop mis, zoals bij het privatiseren van gevangenissen. In Australië is een detentiecentrum voor illegale migranten gesloten nadat aan het licht kwam dat het particuliere beveiligingsbedrijf de boel verwaarloosde. Een slechte behandeling, smerige en donkere cellen en beroerd eten. In het centrum brak een opstand uit en is uiteindelijk op slot gegaan.
In de VS is er eveneens discussie over de voor en tegens. De tegenstanders werpen de vraag op: hoe maak je als bedrijf winst bij het beheren van een gevangenis? Oftewel: hoe krijg je maximaal geld van de overheid? Door de cellen bezet te houden. Door goed gedrag – een reden voor eerdere vrijlating – te negeren. En door te bezuinigen. De voorstanders menen dat de rechten van gevangenen beter gewaarborgd zijn in geprivatiseerde gevangenissen. Die voelen de druk om hun taken zo goed mogelijk uit te voeren. Zo niet, dan lopen ze het risico dat de overheid een ander bedrijf inhuurt.
Ondanks dat de mensenrechten met zekere regelmaat in de knel raken, wringen ze niet a priori met privatisering, zegt Hallo de Wolf. Belangrijk, en dat ontbreekt vaak in de derdewereldlanden, is toezicht; een onafhankelijke instantie – zoals de Opta in de post- en telecommunicatiemarkt – die de belangen van de consumenten beschermt.

Maurice Timmermans

De conferentie Privatisering en Mensenrechten vindt plaats op 25 februari in Grand Hotel de L’Empereur. Aanvang: 10.00 uur. Kosten: 135 euro, voor studenten 45 euro. Meer info: tel. 043-3883514

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door globalinfo.)