Ga naar de inhoud

Henri Emmanueli over de economische en financiële crisis

Henri Emmanueli is socialistische afgevaardigde van het departement Landes in het Franse parlement. Hij was voorzitter van de parlementaire enquête commissie over “de werking van speculatie op het functioneren van de wereld economie” die op 24 juni jongstleden ingesteld werd op initiatief van het linkse blok in de assemblee, dit naar aanleiding van de Griekse crisis. De commissie leverde haar rapport gisteren, dinsdag 21 december, in.

 

5 min leestijd
Placeholder image

 

 

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in Le Monde. De vertaling (‘quick and dirty’) is van Patrice Riemens, via nettime.nl

Le Monde (LM): Wat is de belangrijkste lering die U van deze enquête meent te kunnen trekken?

Henri Emmanueli (EM): Ik ben verbijsterd, en met mij alle leden van de commissie, over de omvang van de financiële bubbel. Alle lopende financiële liquiditeiten hebben namelijk de omvang van 12 keer de BNP van de wereld als geheel. Dat wil zeggen zeven honderd duizend miljard Euro’s meer dan de waarde van de hele wereldeconomie. Het verwijt dat men de internationale financiële organisaties kan maken, het Internationale Monetair Fonds, maar ook alle centrale banken, is dat ze nooit gepiept hebben terwijl de omvang van de liquiditeiten jaar in jaar uit vier maal harder groeide dan de economieën zelf. Rapport na rapport vertelden deze organisaties ons dat er geen enkel reden tot bezorgdheid bestond aangezien zij de ontwikkeling van de lonen scherp in de gaten hielden en dat er dus geen risico was van inflatie. Maar ze vergaten erbij te vermelden dat de liquiditeiten sinds 2004 met ongeveer 15% per jaar groeiden. Ik vind dat zij hun rol als toezichthouders verzaakt hebben.

LM:  Maar U schrijft wel in uw rapport dat speculatie een nuttige rol vervult.

Speculatie is een ambivalent iets. Zij heeft altijd bestaan, en heeft ook altijd een effectieve rol in de economie gespeeld. Het is een vorm  van verzekering, die de prijsvorming vloeiend houdt. Maar ze kan ook een andere vorm aannemen: die van de casino economie, dat wil zeggen financiële stromen die geen enkel verband meer houden met de reële economie. In tegenstelling tot de economische cycli waar correctie-mechanismen in werking treden, veroorzaakt de financiële wereld pro-cyclische bewegingen, waarbij speculatie geheel vanuit zichzelf op hol slaat.

LM: Een van de taken van de commissie was na te gaan of er sprake is van voorkennis delicten in het geval van de Griekse crisis. Wat zijn daarover Uw conclusies?

EM:De autoriteiten die belast zijn met het toezicht op de financiële markten, met name de (Franse) AFM, heeft ons verklaard dat zij geen verdachte bewegingen als zodanig hebben waargenomen. Zij denken evenwel dat die wel degelijk plaats hebben gevonden, en zij blijven ernaar speuren. Maar het is uiteraard duidelijk dat als de toezichthouders niet is staat zijn om tot een conclusie te komen, wij ook niet bij machte zijn om dat wel te doen.

LM: U wijst op het bestaan van een aantal financiële instrumenten die U als “maatschappelijk nutteloos” en “potentieel gevaarlijk” kwalificeert. Hoe denkt U daar een einde aan te maken?

EM: ‘Credit Default Swaps’ (CDS) met name zijn theoretisch verzekeringscontracten die in de praktijk volstrekt verderfelijk zijn op het moment dat zij met geen enkel reëel bestaand risico verband houden, wat men ‘naakte’ CDS noemt. ‘Naked futures’ zijn wellicht minder verderfelijk, maar hun nut voor de echte economie blijft tamelijk onduidelijk.
Maar er is nog erger: ‘High Frequency Trading’, oftewel volledig gecomputeriseerde in- en verkoop – dat kan tot 2 miljoen opdrachten per minuut oplopen. Wij hebben echt geprobeerd ons hierover te laten informeren, maar nut en noodzaak van deze instrumenten bleven niettemin volstrekt ongrijpbaar – en vooral: er is geen idee hoe ze gecontroleerd zouden kunnen worden. Dominique Cerutti, de baas van Euronext, heeft ons wel uitgelegd dat HFT heel erg nuttig is, maar hij liet daarbij onvermeld dat het om de helft van zijn omzet gaat. Naar mijn bescheiden mening zou praten over een algeheel verbod meer op z’n plaats zijn.

LM: Maar hoe zou U dat doen?

EM: Tsja, daar kom je dan het politiek probleem tegen dat ‘governance’ heet. Op het niveau van de Europese Unie vooreerst, maar dan is de repliek: ” als wij dat doen, en de VS niet , dan verliezen wij acuut de concurrentieslag. In feiten is het op het niveau van de G20 dat sommige speculatie praktijken buiten de wet gesteld zouden moeten worden, nu men beseft welke risico van economische destabilisatie zij met zich meebrengen. En iets waar je ook niet over kunt zwijgen als je het over speculatie hebt, zijn de belasting paradijzen. De meeste speculatie fondsen zijn daar gevestigd en alle grote financiële instellingen gebruiken trucs om daar een deel van hun activiteiten aan het oog te onttrekken.

LM: Hoe kan je banken wat meer verantwoordelijkheid bijbrengen?

EM: Een van de manieren om bank-instellingen ertoe aan te sporen om een wat deugdzamere bedrijfsvoering erop na te houden is, naast striktere toezicht, hun raden van bestuur rechtstreeks en hoofdelijk aansprakelijk maken als zij zich niet aan hun verplichtingen houden.

LM: Kan het socialistische smaldeel tevreden zijn met de aanbevelingen van het rapport?

EM: Wij hebben ‘voor’ gestemd. Niet dat wij honderd per cent tevreden zijn met de uiteindelijke tekst, maar dit rapport heeft tenminste het probleem duidelijk geformuleerd. Feit blijft, en ik vind het zeer betreurenswaardig, dat gelet op de ruimte die men aan de financiële wereld gelaten heeft, je je kunt afvragen of de politiek überhaupt nog bij machte is om die acteurs ooit weer tot rede te brengen.

Q&D vertaling door Patrice Riemens
Metz (57000.fr), 22.12.2010