Ga naar de inhoud

Europese antiterreurbestrijding gecoördineerd door Europol in Den Haag

Vier jaar lang is Oostenrijk verantwoordelijk voor het EU-netwerk van speciale (politie-)eenheden. Het hoofd van de Oostenrijkse Cobra-afdeling besloot tot een nauwere band met het EU-politie-agentschap. Dit geldt ook voor militaire eenheden die taken op het gebied van interne veiligheid op zich nemen. Naar verluidt gaat het kantoor op 1 juni officieel open.

5 min leestijd

(Door Matthias Monroy, vertaling globalinfo.nl (die dol is op donateurs) foto: ATLAS exercise/demonstration“ (Europol press release).

Het netwerk van Europese speciale eenheden heeft nu een permanent “ondersteuningsbureau” bij het Europol-politiebureau in Den Haag. Het zogeheten ATLAS-netwerk is sinds 1 januari in het Anti-Terror Center (ECTC) van Europol gevestigd. Een overeenkomstige beslissing werd al genomen in 2017, maar pas afgelopen oktober sloot Europol een contract met de Oostenrijkse minister van Binnenlandse Zaken Herbert Kickl. Het regelt de taken die Europol uitvoert voor de speciale eenheden en is bedoeld om de onafhankelijkheid van de troepen te waarborgen. Het kantoor zal bijvoorbeeld niet worden gefinancierd door Europol, maar uit de EU-middelen die zijn bestemd voor ATLAS.
Het nu geopende “Support Office” bestaat uit vaste medewerkers met managementfuncties en politie- of rijkswachtambtenaren uit de lidstaten worden ook gedetacheerd naar Den Haag. De samenwerking moet tegen juni 2020 worden geëvalueerd.

Ondersteuning na een terroristische aanval, ramp of “crisis”

In het ATLAS-netwerk coördineren 38 speciale eenheden uit 28 EU-lidstaten en uit Noorwegen, Zwitserland en IJsland zichzelf. Landen zoals Frankrijk, Spanje en Nederland sturen ook gendarmes (of zoals ze in Nederland heten: marechaussee). Dit zijn eenheden die na basistraining van het leger taken op het gebied van interne veiligheid op zich nemen. Vanuit Duitsland nemen de federale GSG 9 en de politie uit Baden-Württemberg deel aan het ATLAS-netwerk, uit Oostenrijk de Cobra.

Het netwerk is opgericht na de aanslagen van 11 september 2001 en maakt sinds 2008 deel uit van de structuren van de Europese Unie. Officieel aan de Commissie verbonden, wordt het beheerd als een van de 18 “deskundigengroepen” van de werkgroep Rechtshandhaving van de Raad. De EU wil het gebruiken om zich voor te bereiden op grote politiesituaties die de inzet van meerdere lidstaten vereisen.

De basis voor dergelijke missies zou de zogenaamde solidariteitsclausule omvatten, die is verankerd in artikel 222 van het Verdrag van Lissabon. In het geval van een terroristische aanslag, een ramp of een ongedefinieerde crisis kunnen de regeringen eventueel hulp krijgen van de instellingen van de Europese Unie en de lidstaten. Deze procedures voor wederzijdse verzoeken om bijstand zullen nu worden vereenvoudigd.
Nauwe samenwerking tussen GSG 9 en Cobra
De financiele middelen van het ATLAS-netwerk zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen. De begunstigde was vaak GSG 9, dat in 2015 voor het laatst ongeveer een miljoen euro ontving van de EU-commissie. Andere begunstigden waren de Cobra en speciale eenheden uit landen zoals Estland, Polen en Zweden.

GSG 9 werkt niet alleen samen met Cobra in het ATLAS-netwerk. Samen vormen ze het zogenaamde Southern Rail Network. Vóór topbijeenkomsten of andere belangrijke evenementen sturen beide landen hun speciale eenheden naar elkaar. Op de G20-top in Hamburg had het lokale operationele commando de Oostenrijkse troepen ingezet tijdens rellen in de wijk Schanzenviertel.

In 2017 nam Oostenrijk het voorzitterschap van het ATLAS-netwerk voor vier jaar over. Het hoofd van de Oostenrijkse Cobra, Bernhard Treibenreif, leidt het zogenaamde “ATLAS Commanders Forum”.  Een van zijn besluiten was de nauwere samenwerking met Europol.

“Rechtse of linkse ideologieën”

De gemeenschappelijke richtlijnen regelen ook de doelstellingen en vormen van samenwerking tussen Europol en ATLAS. De speciale eenheden zullen voornamelijk worden ingezet op het gebied van terrorisme. In reguliere oefeningen trainen de eenheden de gezamenlijke aanpak van aanvallen en gijzeling door grotere groepen mensen. Een verklaring van Europolstelt stelt dat speciale eenheden moeten reageren op aanvallen die zijn geïnspireerd door ‘religieuze, links- en rechtse ideologieën’.

Het transport van wapens, munitie en gevaarlijke stoffen moet ook worden gereguleerd wanneer het ATLAS-netwerk samenkomt voor oefeningen. Alvorens het land binnen te komen, moeten de buitenlandse eenheden de invoer melden, waarna de bevoegde douaneautoriteiten op de hoogte worden gebracht. Dit proces moet worden vereenvoudigd.
Er zijn ook plannen om over te stappen naar het beveiligde SIENA-netwerk bij Europol, waarmee berichten die als geheim zijn geclassificeerd, kunnen worden verzonden. Niet alle speciale interventie-eenheden van ATLAS zijn echter lid van de Europese Unie en nemen daarom deel aan Europol. Dit zou onder meer kunnen betekenen dat zij worden uitgesloten van gezamenlijke communicatie via Europol.

“Dichter bij de burger” met civiel-militaire trainingen

Naast speciale eenheden wil de Europese Unie ook de samenwerking tussen de gendarmerie/marechaussee en politie-eenheden verbeteren. De afgelopen jaren heeft de Europese Commissie verschillende gezamenlijke trainingssessies georganiseerd, elk bijgewoond door een tiental autoriteiten uit verschillende landen. In september publiceerden de Franse gendarmerie en de Spaanse Guardia Civil een concept voor verdere Europese oefeningen. Het heeft als titel “Geïntegreerde training” en is bedoeld om gemeenschappelijke normen vast te stellen.Mogelijke opleidingsmaatregelen zouden kunnen worden georganiseerd via de Europese Politieacademie CEPOL in Bulgarije.

Het voormalige Oostenrijkse voorzitterschap van de Raad was van plan het voorstel op te nemen in het “proces van Wenen”, dat minister Kickl van Binnenlandse Zaken meer dan een jaar geleden lanceerde. In de woorden van Kickl wil Oostenrijk een “op de burger gerichte, crisisbestendige, duurzame EU-veiligheidsunie” ondersteunen.