Ga naar de inhoud

Bloedbad in Tsjaad, Frankrijk kijkt toe

Het rommelt in de buik van Afrika. Op 20 oktober jongstleden onderdrukte de regering van Tsjaad volksdemonstraties op een bloedige manier. Daarbij lieten minstens 50 mensen het leven. Parijs houdt de gebeurtenissen nauwlettend in de gaten want het land is een zeer belangrijke strategische partner, met bovendien massa’s mineralen en edele metalen in de ondergrond. Uitleg door Afrikakenner Saïd Bouamama.

9 min leestijd

(Door Saïd Bouamama, overgenomen van Dewereldmorgen, foto eerdere represseie in N’Djamena in 2018 door  André Kodmadjingar (VOA) – Publiek Domein, wikimedia commons)

Bloedige drift

Mahamat Idriss Deby Itno 360x480

Mahamat Idriss Deby Itno. Foto: Christophe Licoppe, Wikimedia Commons.

Op donderdag 20 oktober gaf het Tsjadische volk massaal gehoor aan de oproep van verschillende oppositiepartijen en verenigingen om te demonstreren tegen de eenzijdige beslissing van president Mahamat Idriss Deby Itno om zijn mandaat aan het hoofd van het land met twee jaar te verlengen.

De datum is symbolisch: dat was ook het einde van de overgangsperiode van 18 maanden die door de militaire raad was afgekondigd na de dood van president Idriss Deby, de vader van de huidige president.

Het ministerie van Openbare Veiligheid had de demonstratie verboden op grond van “niet-naleving van de wettelijke bepalingen inzake vreedzame betogingen“. Het ministerie verweet de organisatoren de wettelijke termijn van vijf dagen om een demonstratie aan te geven niet in acht te hebben genomen.

De Tsjadische regering zei in een verklaring: “Deze mars is de voorbereiding van een gewapende volksopstand met de steun van externe krachten om het land te destabiliseren. Meer dan 1.500 jongeren worden getraind en opgeleid om gerichte aanvallen uit te voeren op openbare gebouwen en bekende figuren van de Republiek.”

De duizenden demonstranten in Djamena en in verschillende steden van het land, zoals Moundou, Abeche, Bongor en Koumra, werden hardhandig onderdrukt, waardoor 20 oktober een ‘zwarte donderdag’ in de Tsjadische geschiedenis werd.

Saleh Kebzabo

Saleh Kebzabo. Foto: André Kodmadjingar, Wikimedia Commons.

De tol van dit vreselijke bloedbad – anders kun je dat echt niet omschrijven – is bijzonder zwaar: minstens 50 doden en meer dan 300 gewonden, aldus de nieuwe premier Saleh Kebzabo, aangesteld door Mahamat Idriss Deby Itno. Honderden demonstranten werden gearresteerd en naar het noorden van het land gedeporteerd.v

De ngo Dobian Asingar legt uit: “We zijn overdonderd door de getuigenissen van familieleden in Mossouro, een stad op de weg tussen Djamena en Koro Toro, waar zich een gevangenis met een trieste reputatie bevindt. Zij zagen verscheidene voertuigen met 500 tot 1.000 mensen aan boord die werden gedeporteerd naar een onbekende bestemming, in strijd met alle verdragen van nationaal en internationaal recht die door Tsjaad zijn bekrachtigd. Zijn we een schurkenstaat geworden?”

De Tsjadische mensenrechtenorganisatie vat de omvang van de repressie samen als een “zwarte donderdag in Tsjaad: bloedbad, ontvoeringen, arrestaties”. Ook de secretaris van de ngo ‘Tournons la page’, Laurent Duarte, spreekt van “een van de ergste repressies die we in vele jaren hebben gezien in Franstalig Afrika. We kunnen spreken van een bloedbad”.

“Dit is een van de ergste repressies die we in vele jaren hebben gezien in Franstalig Afrika. We kunnen spreken van een bloedbad”.

De onderdrukking van de oppositie is nog lang niet voorbij. Premier Saleh Kebzabo kondigde aan “dat de activiteiten van belangrijke oppositiegroepen worden opgeschort” en dat hij “ervoor zal zorgen dat in het hele land orde heerst en dat hij geen enkele afwijking, waar die ook vandaan komt, meer zal tolereren”.

Franse peetvader

Na de plotselinge dood van president Idriss Deby, op 20 april 2021, na schoten van nog onbekende oorsprong, kwam er een staatsgreep die de zoon van het slachtoffer aan de macht bracht. In tegenstelling tot andere staatsgrepen in de regio, in Mali of Guinee, schaarde Parijs zich onmiddellijk achter de nieuwe sterke man in Djamena.

tsjaad 339x320

Tsjaad. Kaart: Wikimedia Commons.

Terwijl Macron schandalige sancties eiste tegen Mali of Guinee, eiste hij niets vergelijkbaars voor Tsjaad. Integendeel, Macron besloot naar Tsjaad af te reizen en legitimeerde daarmee Mahamat Deby en verzekerde hem van de steun van de voormalige koloniale macht. De Franse president verklaarde toen “nota te nemen van de staatsgreep” en vroeg de nieuwe sterke man in Djamena “plaats te maken voor alle kinderen van Tsjaad”.

Parijs beschouwt het Tsjadische regime als zijn beste bondgenoot in de Sahel.

Parijs beschouwt het Tsjadische regime als zijn beste bondgenoot in de Sahel ten tijde van vader Déby en zijn zoon Mahamat. Tsjaad is immers het Afrikaanse land dat het grootste aantal militaire interventies heeft gekend sinds zijn onafhankelijkheid.

In de jaren zestig en zeventig voerde het Franse leger een ware oorlog tegen de troepen van het Front de libération nationale du Tchad, FROLINAT. In 1986 had Operatie Sparrowhawk tot doel Hissène Habré te steunen en het Libië van kolonel Kadhafi te isoleren.

Die operatie eindigde pas in 2014 en werd onmiddellijk vervangen door operatie Barkhane voor de hele Sahel, die haar commandopost vestigde in de voormalige Sparrowhawk-basis. In feite heeft het Franse leger Tsjaad nooit verlaten. Na de operatie-Limousin tussen 1969 en 1972, was het de beurt aan de operatie-Tacaud van 1978 tot 1980, vervolgens de operatie-Manta van 1983 tot 1984, vervolgens de operatie-Epervier van 1986 tot 2014 en tenslotte Barkhane.

Het Franse beleid ten aanzien van dit land kan worden samengevat als “onvoorwaardelijke steun aan Idriss Déby” en vandaag als “onvoorwaardelijke steun aan Mahamat Deby”.

manuel strategique de l afrique

Overigens heeft Frankrijk in 1990 ook geholpen Deby senior aan de macht te brengen. In deel 1 van ons Afrika-strategiehandboek analyseren wij deze rol in detail. In deze analyse presenteerden wij het werk van de Tsjadische sociologe Marita Toglo-Allah die verklaart: “Volgens de documenten van het Franse DGSE, het directoraat-generaal binnenlandse veiligheid, erkent deze dienst de huidige president van Tsjaad, Idriss Deby, aan de macht te hebben gebracht”.

Economische en strategische belangen

De reden voor deze onwrikbare steun van Parijs is natuurlijk, net als in de rest van het Afrikaanse continent, het economische en strategische belang van dit land voor de Franse staat. Tsjaad beschikt over een schat aan edele metalen, goud en zilver, alsmede ertsen als koper, lood en aluminium. Bovendien exporteert Tsjaad sinds 2003 al twee decennia olie en wordt 90% van het geëxploiteerde zwarte goud naar Frankrijk uitgevoerd.

In december 2021 meldde de Franse onderneming Perenco, die reeds aanwezig was in Tsjaad maar ook in Kameroen, Gabon en de twee Congo’s, dat zij twee Tsjadische olievelden in Mangara en Badila kocht van de Zwitserse reus Glencore.

Tsjaad beschikt over een schat aan edele metalen, goud en zilver, alsmede ertsen als koper, lood en aluminium.

De strategische inzet voor Parijs is dus zeer hoog. Generaal De Gaulle vatte het in 1962 tijdens het bezoek van de Tsjadische president aan Parijs als volgt samen:

“Tsjaad ligt in het hart van Afrika, dat in volle dracht is: het lot van dit continent weegt zwaar op dat van de wereld. Toch staat u aan het hoofd van een staat waarvan het noordelijke deel deel uitmaakt van de Sahara, het centrum zowel naar de Nijl als naar de Niger reikt, en het zuiden de regio’s raakt die afdalen naar de Congo.“

Een studie van de OESO, de organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling, merkte in 1999 hetzelfde op: “Tsjaad neemt een uitzonderlijke strategische positie in Afrika in, op de grens tussen Noord en Zuid, Oost en West”.

Gelegen in het hart van de Franse franc-zone is het land voor Frankrijk een essentieel element in de beheersing van de hele regio. Gisteren en vandaag, van het koloniale tijdperk tot het huidige neokolonialisme, is Tsjaad door Parijs altijd beschouwd als een militair gebied dat een strategische sluis vormt die tot elke prijs moet worden gecontroleerd.

Het belang van Tsjaad voor het Franse imperialisme is vandaag de dag nog belangrijker, nu het in veel landen in de regio met toenemende moeilijkheden wordt geconfronteerd. In economische concurrentie met de opkomende landen en China in het bijzonder, afgewezen in Mali dat het ervan beschuldigt een dubbel spel te spelen in de zogenaamde strijd tegen het jihadisme, en betwist door de publieke opinie in de meeste landen in de regio van Burkina tot Niger via Benin, klampt het Franse imperialisme zich vast aan Tsjaad alsof het een levensader is.

Anti-koloniaal bewustzijn

Maar in Tsjaad zelf groeit de “anti-Franse propaganda” zoals de Franse regering zegt, wat in feite een patriottisch en anti-koloniaal bewustzijn is. Afgelopen mei eisten volksdemonstraties het vertrek van de Franse troepen. Op 14 mei was er een volksdemonstratie in de hoofdstad met leuzen als “Frankrijk, vertrek!”, “Frankrijk buiten!” en “Nee tegen de kolonisatie!”.

Tijdens de betoging werden zeven tankstations van de Franse oliemaatschappij Total vernield en Franse vlaggen verbrand. Twee dagen na de betogingen werden vijf leiders van de oppositiecoalitie, bekend onder de naam “Wakit Tamma”, beschuldigd van “samenscholing om de openbare orde te verstoren, aantasting van de fysieke integriteit van mensen, verbranding en vernieling van eigendommen”.

Tegelijkertijd bedankte de minister van Communicatie, Abderaman Koulamallah, zijn internationale medestanders: “Ik spreek mijn dank uit aan de internationale gemeenschap en aan bevriende landen, met name Frankrijk, voor hun voortdurende steun aan het Tsjadische volk in deze overgangsfase”.

“Ik spreek mijn dank uit aan Frankrijk voor de voortdurende steun aan het Tsjadische volk in deze overgangsfase”.

De Franse en Europese reacties op het bloedbad van afgelopen donderdag zijn gemakkelijk te begrijpen gezien deze historische, economische en geostrategische context. De woordvoerster van de Franse regering hield het bij een korte verklaring: “Vanmorgen hebben zich in Tsjaad gewelddadigheden voorgedaan, waaronder het gebruik van dodelijke wapens tegen demonstranten, wat Frankrijk veroordeelt. De foute informatie over een vermeende betrokkenheid van Frankrijk is ongegrond”.

De Europese Unie van haar kant doet cynisch alsof zij niet weet wie verantwoordelijk is voor het bloedbad: “De Europese Unie roept de overgangsautoriteiten op om de daders van dit geweld snel te identificeren en voor het gerecht te brengen”.

Wat in Tsjaad gebeurt, berust op dezelfde logica als wat in de rest van de regio gebeurt, namelijk de wens van Frankrijk om tot elke prijs zijn economische en militaire aanwezigheid te handhaven. Het verzet zich steeds harder tegen een antikoloniaal bewustzijn en een eis van nationale soevereiniteit.

Dit is de vertaling door Frans De Maegd van een videoboodschap in de reeks ‘De wereld van onderuit’ op Investig’action.

Om meer te weten:

– Nicolas Beau, Cinquante morts et une stabilité en trompe l’œil, Mondafrique.
– Ibrahima Mansaly, Tchad : retour sur le «jeudi noir», Pressafrik, Pressafrik.com.