Ga naar de inhoud

Waarom revolutie niet langer mogelijk is

De harde logica van het kapitalisme overheerst, zelfs in het hart van de deeleconomie. Hoe leuk het ook mag zijn om te delen, niemand geeft iets gratis weg.

9 min leestijd

(Door Byung-Chul Han, vertaling globalinfo.nl, de Engelse vertaling van Erik Butler verscheen op open democracy. Het stuk komt oorspronkelijk uit de Suddeutsche en is al uit 2014. Foto David, CC/flickr)

Een jaar geleden reageerde ik op de presentatie van Antonio Negri in de Berliner Schaubühne, waar twee kritieken op het kapitalisme met elkaar botsten. Negri had zich enthousiast betoond over het wereldwijde verzet tegen ‘Empire’, het neoliberale systeem van overheersing. Hij presenteerde zichzelf als een communistische revolutionair en verwees naar mij als een sceptische wetenschapper.

IJverig riep hij de “Multitide” op – de genetwerkte massa van protest en revolutie – die hij duidelijk toevertrouwde om het Imperium tot een val te brengen. Het standpunt van de communistische revolutionair viel me op als overdreven naïef en verwijderd van de realiteit.

Daarom probeerde ik te zeggen waarom revolutie vandaag niet meer mogelijk is.

Waarom is het neoliberale overheersingssysteem zo stabiel? Waarom is er zo weinig weerstand tegen? Waarom komt de weerstand die wel opwelt zo snel weer tot niets? Waarom is revolutie niet langer mogelijk, ondanks de steeds groter wordende kloof tussen arm en rijk? Om deze stand van zaken te verklaren, hebben we een precies begrip nodig van hoe macht en dominantie vandaag de dag functioneren.

Iedereen die een nieuw stelsel van regels wil instellen, moet weerstand elimineren. Hetzelfde geldt voor de neoliberale orde. Het implementeren van een nieuw systeem van heerschappij vereist een instantie van macht die dat oplegt; vaak brengt dit het gebruik van geweld met zich mee. De macht die een systeem tot werkelijkheid brengt, valt echter niet samen met die die een systeem intern stabiliseert. Zoals bekend behandelde Margaret Thatcher, de vaandeldrager van het neoliberalisme, vakbonden als “interne vijanden” en bestreed deze met geweld. Desondanks; het gebruik van geweld om de neoliberale agenda te vestigen, valt niet samen met de macht om het systeem te behouden.

Systeembehoudende kracht is niet repressief, maar verleidend

In de disciplinaire en industriële samenleving was systeembehoudende macht repressief. Fabrieksarbeiders werden bruut uitgebuit door fabriekseigenaars. Zo’n gewelddadige uitbuiting van andermans arbeid bracht daden van protest en verzet met zich mee. Daar was het mogelijk voor een revolutie om de permanente productieverhoudingen om te gooien. In dat systeem van repressie waren zowel de onderdrukkers als de onderdrukten zichtbaar. Er was een concrete tegenstander – een zichtbare vijand – en men kon weerstand bieden.

Het neoliberale overheersingssysteem heeft een geheel andere structuur. Nu werkt systeembehoudende kracht niet langer door onderdrukking, maar door verleiding – dat wil zeggen, het leidt ons op een dwaalspoor. Het is niet langer zichtbaar, zoals het geval was onder het regime van discipline. Nu is er niet langer een concrete tegenstander, geen vijand die vrijheid onderdrukt die men zou kunnen weerstaan.

Neoliberalisme maakt de onderdrukte arbeider tot een vrije aannemer, een ondernemer van het zelf. Tegenwoordig is iedereen een zelfstandige werkgever in zijn eigen onderneming. Elk individu is meester en slaaf in één. Dit betekent ook dat klassenstrijd een interne worsteling met zichzelf is geworden. Vandaag de dag geeft iedereen die niet slaagt zichzelf de schuld en schaamt zich. Mensen zien zichzelf, niet de maatschappij, als het probleem.

Het onderworpen subject is zich zelfs niet bewust van zijn onderwerping

Elke disciplinaire macht die moeite doet om mensen in een keurslijf van geboden en verboden te dwingen, is inefficiënt. Het is aanzienlijk efficiënter om ervoor te zorgen dat mensen zichzelf ondergeschikt maken aan overheersing. De efficiëntie die het systeem vandaag de dag definieert, vloeit voort uit het feit dat het, in plaats van te werken door middel van verbod en ontbering, erop gericht is te behagen en te vervullen. In plaats van mensen inschikkelijk te maken, probeert het hen afhankelijk te maken. Deze logica van neoliberale efficiëntie geldt ook voor surveillance. In de jaren tachtig, om een voorbeeld te noemen, waren er felle protesten tegen de volkstelling in Duitsland. Zelfs schoolkinderen gingen de straat op.

Vanuit het perspectief van vandaag lijkt de daar gevraagde informatie – beroep, opleidingsniveau en afstand tot de werkplek – bijna lachwekkend. In die tijd geloofden mensen dat ze tegenover de staat stonden als een voorbeeld van dominantie die gegevens van burgers tegen hun wil aan het ontfutselen was. Die tijd is allang voorbij. Tegenwoordig stellen mensen zich graag bloot. Juist dit gevoel van vrijheid maakt protest onmogelijk. In tegenstelling tot de dagen van de volkstelling, protesteert bijna niemand tegen surveillance. Vrijwillige zelf-openbaring en -blootstelling volgen dezelfde logica van efficiëntie als vrije zelfuitbuiting. Waar moet men tegen protesteren? Zichzelf? Conceptuele kunstenaar Jenny Holzer heeft de paradox van de huidige situatie geformuleerd: “Bescherm me tegen wat ik wil.”

Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen macht die oplegt en de macht die behoudt. Tegenwoordig neemt de macht die het systeem in stand houdt een “slimme” en vriendelijke gedaante aan. Door dit te doen, maakt het zichzelf onzichtbaar en onaantastbaar. Het onderworpen subject herkent niet eens dat het onderworpen is. Het onderwerp denkt dat ze vrij is. Deze manier van dominantie neutraliseert de weerstand vrij effectief. Overheersing die de vrijheid onderdrukt en aanvalt, is niet stabiel. Het neoliberale regime blijkt stabiel door zichzelf te immuniseren tegen alle weerstand, omdat het gebruik maakt van vrijheid in plaats van die te onderdrukken. Vrijheid onderdrukken roept snel weerstand op; het uitbuiten van vrijheid doet dat niet.

Na de Aziatische financiële crisis stond Zuid-Korea er verlamd en geschokt bij. Het IMF greep in en breidde het krediet uit. In ruil daarvoor moest de regering met geweld haar neoliberale agenda handhaven. Dit was een repressieve, opleggende macht – de soort die vaak gewelddadig is en verschilt van de systeembehoudende macht, die erin slaagt zichzelf als vrijheid voor te stellen.

Volgens Naomi Klein biedt de staat van sociale schok na rampen zoals de financiële crisis in Zuid-Korea – of de huidige crisis in Griekenland – de kans om de maatschappij met geweld radicaal te herprogrammeren. Tegenwoordig is er nauwelijks weerstand in Zuid-Korea. Integendeel: er heerst een enorme consensus – evenals depressie en burn-out. Zuid-Korea heeft nu ’s werelds hoogste zelfmoordcijfer. Mensen voeren geweld tegen zichzelf uit in plaats van te proberen de maatschappij te veranderen. Agressie naar buiten gericht, die een revolutie met zich mee zou brengen, heeft toegegeven aan agressie die innerlijk is gericht, tegen zichzelf.

Tegenwoordig bestaat er geen samenwerkende, genetwerkte menigte die zou kunnen opstaan in een wereldwijde massa van protest en revolutie. In plaats daarvan is de heersende productiewijze gebaseerd op eenzame en geïsoleerde zelfondernemers, die ook van zichzelf zijn vervreemd. Bedrijven concurreerden elkaar. Binnen elke onderneming kan echter solidariteit optreden. Tegenwoordig concurreert iedereen met iedereen – en ook binnen dezelfde onderneming. Hoewel een dergelijke competitie de productiviteit met sprongen verhoogt, vernietigt het de solidariteit en de gemeenschapszin. Geen revolutionaire massa kan ontstaan uit uitgeputte, depressieve en geïsoleerde individuen.

Neoliberalisme kan niet in marxistische termen worden uitgelegd. De beroemde ‘vervreemding’ van arbeid komt niet eens voor. Vandaag duiken we gretig in werk – totdat we uitbranden. De eerste fase van het burnout-syndroom is immers euforie. Burnout en revolutie sluiten elkaar uit. Bijgevolg is het verkeerd om te geloven dat de Menigte het parasitaire rijk zal verjagen om een communistische maatschappij in te wijden.

De deeleconomie leidt tot de totale commercialisering van het leven

Hoe staat het tegenwoordig met het communisme? “Sharing” en “community” worden voortdurend opgevoerd. De deeleconomie zou de economie van eigendom en bezit moeten vervangen. Sharing is Caring luidt de spreuk van de ‘Circlers’ in Dave Eggers’ recente roman: delen is genezen, om zo te zeggen. Het trottoir dat naar het hoofdkantoor van de Circle leidt, is versierd met slogans zoals Community First en Humans Work Here. Een eerlijker motto zou zijn: Caring is Killing.

Digitale ridesharing-centra, die ons allemaal veranderen in taxichauffeurs, adverteren ook met een beroep op de gemeenschap. Maar het is verkeerd om te beweren – zoals Jeremy Rifkin doet in zijn nieuwste boek, The Zero Marginal Cost Society – dat de deeleconomie het einde van het kapitalisme heeft ingeluid en een gemeenschap heeft geïntroduceerd waarin delen belangrijker is dan bezitten. Het tegenovergestelde is het geval: de deeleconomie leidt uiteindelijk tot de totale commercialisering van het leven.

De verandering die Rifkin viert – van bezit naar ’toegang’ – heeft ons niet bevrijd van het kapitalisme. Mensen zonder geld hebben nog steeds geen toegang tot delen. Zelfs in het tijdperk van toegang leven we nog steeds binnen wat Didier Bigo het ‘Ban-opticon’ heeft genoemd, en degenen zonder middelen blijven uitgesloten. “Airbnb” – de geautomatiseerde marktplaats die elk huis in een hotel verandert – heeft zelfs gastvrijheid tot een koopwaar gemaakt.

De ideologie van ‘gemeenschap’ of een ‘collaborative commons’ leidt tot de totale kapitalisatie van het bestaan. Het maakt het onmogelijk om vriendelijk te zijn zonder een doel. In een samenleving van voortdurende, wederzijdse feedback wordt ook vriendschap gecommercialiseerd. Mensen zijn vriendelijk om betere beoordelingen te krijgen.

De harde logica van het kapitalisme heeft de overhand, zelfs in het hart van de deeleconomie. Hoe leuk het ook mag zijn om te delen, niemand geeft iets gratis weg. Het kapitalisme bereikt de volmaaktheid wanneer het communisme als handelswaar wordt verkocht. Communisme als handelswaar luidt het einde van de revolutie in.

—————–

Dit stuk werd oorspronkelijk uitgebracht in de Süddeutsche Zeitung, 2 September 2014.

Over de auteur:

De in Korea geboren Duitse filosoof Byung-Chul Han doceert filosofie en culturele studies aan de universiteit van de Kunsten van Berlijn (UdK). Hij is de auteur van meer dan 16 boeken over onderwerpen die uiteenlopen van geweld, liefde, ADHD tot religie. In de afgelopen jaren zijn zijn provocatieve essays vertaald in verschillende talen en hij is uitgegroeid tot een van de meest gelezen filosofen in Europa en daarbuiten. Twee van zijn boeken, The Transparency Society en The Burnout Society, werden in augustus 2015 in het Engels gepubliceerd door Stanford Universitiy Press.

———

Zie ook deze recensie van drie essays van de auteur op dewereldmorgen.