VS: vakbonden discussiëren hoe ze een coup van Trump kunnen weerstaan
In tegenstelling tot het grootste deel van de wereld hebben Amerikaanse vakbonden bijna geen geschiedenis van politieke massastakingen. Maar met de uitzonderlijk gevaarlijke en ondemocratische dreigementen van Donald Trump bespreken sommige vakbonden de mogelijkheid om het werk neer te leggen om hem ervan te weerhouden de verkiezingen te stelen.
(Door Dan La Botz, The Jacobin, vertaling grenzeloos, foto van medium.com)
Vanaf de basis tot in de top van de arbeidersbeweging discussiëren vakbondsfunctionarissen en leden over de vraag hoe ze zich kunnen verzetten tegen president Donald Trump als hij een vreedzame overdracht van de macht zou weigeren. Sommige vakbonden bespreken openlijk hoe ze zich kunnen verzetten tegen een ‘staatsgreep’ die ze vrezen; andere hebben het over een ‘algemene staking’.
Dit is buitengewoon. De meeste Amerikaanse vakbonden hebben nog nooit op deze manier gesproken. Maar de weigering van Trump om te zeggen dat hij de resultaten van de verkiezingen zal accepteren, zijn oproep aan zijn aanhangers om op te treden in stemlokalen, en het recente rechtse complot om Gretchen Whitmer, de gouverneur van Michigan, te ontvoeren en de regering van die staat omver te werpen, maakt dat we allemaal op onze hoede zijn.
We kunnen massale protesten verwachten na de verkiezingen, waarschijnlijk vooral onder leiding van sociale bewegingen. De vakbonden zullen een standpunt innemen, de arbeiders zullen zich mobiliseren, en we zouden stakingen kunnen zien die sommige werkplekken verlammen. Of er iets zal komen van deze gesprekken over een politieke algemene staking, die zo strijdig is met de geschiedenis en cultuur van de Amerikaanse arbeidersbeweging, is nog maar de vraag, maar deze gesprekken zijn onze aandacht waard.
In de meeste vakbonden begon men met de vraag hoe de verkiezingen te winnen voor de kandidaat van de Democratische Partij, Joe Biden, waarna men zich richtte op de verdediging van het stemrecht van de leden en vervolgens op de bescherming van het stemproces, de stemmachines, de stembiljetten en vervolgens op de telling. Juristen zullen op bepaalde punten een sleutelrol spelen. Maar als Trump de verkiezingen verliest en weigert de macht op vreedzame wijze over te dragen aan Biden, wat moeten de arbeiders dan doen?
Op 25 september gaf de voorzitter van de vakbondskoepel AFL-CIO Richard Trumka een krachtige verklaring uit, waarin hij zei:
‘Het AFL-CIO verwerpt categorisch alle bedreigingen voor een vreedzame machtsoverdracht. De arbeidersbeweging zal eenvoudigweg geen enkele schending van de Amerikaanse grondwet of andere pogingen om de wil van het volk te ontkennen toestaan. Leden uit de volle breedte van het politieke spectrum van de vakbondsfederatie zijn verenigd in onze fundamentele overtuiging dat de stemmen van het Amerikaanse volk altijd het presidentschap moeten bepalen. De Amerikaanse arbeiders zullen standvastig blijven in de verdediging van onze democratie tegen de capriolen van president Trump en wij staan klaar om ons steentje bij te dragen om ervoor te zorgen dat zijn nederlaag in deze verkiezing wordt gevolgd door zijn verwijdering uit het ambt.’
De verklaring belooft dat ‘de Amerikaanse arbeiders standvastig zullen blijven in de verdediging van onze democratie’, maar suggereert niet wat ze zouden kunnen doen om deze democratie te verdedigen.
Wat zullen de vakbonden doen als Trump een staatsgreep probeert te plegen? Veel oudere vakbondsactivisten herinneren zich dat toen president Ronald Reagan in 1981 11.350 leden van de vakbond van Luchtverkeersleiders (PATCO) ontsloeg, de AFL-CIO-bonden verdeeld waren en niet in staat om te handelen. Sommige vakbonden organiseren zich nu om dat te voorkomen.
De Rochester Labor Council heeft een resolutie aangenomen waarin staat, ‘dat de Rochester Labor Council AFL-CIO de Nationale AFL-CIO, alle aangesloten vakbonden en alle andere arbeidsorganisaties in de Verenigde Staten van Amerika oproept om een algemene staking van alle werkende mensen voor te bereiden en uit te voeren, indien nodig, om te zorgen voor een grondwettelijk verplichte vreedzame machtsoverdracht als gevolg van de presidentsverkiezingen van 2020‘.
De Seattle Education Association heeft een resolutie aangenomen waarin staat dat zij in het geval van inmenging in de federale verkiezingen, binnen een week speciale vergaderingen van haar leidinggevende organen zal bijeenroepen om ‘arbeidsacties’ aan te bevelen die door de leden in stemming moeten worden gebracht.
De American Postal Workers Union in Detroit waarschuwde haar leden om bereid te zijn zich te verzetten tegen een ‘staatsgreep’ en legde een pamflet aan haar leden voor om een belofte te doen die luidt:
– We zullen gaan stemmen.
– Wij zullen de verkiezingsuitslag weigeren te accepteren totdat alle stemmen zijn geteld.
– We zullen geweldloos de straat op gaan als er een poging tot staatsgreep wordt gedaan.
– Als het nodig is, zullen we dit land platleggen om de integriteit van het democratische proces te beschermen.
Terwijl verschillende vakbonden en regionale organisaties dergelijke standpunten innemen, zijn sommige nationale vakbonden zoals de Service Employees International Union (SEIU) en de Communications Workers of America (CWA) aangesloten bij een brede coalitie van NGO’s en sociale bewegingen genaamd Protect the Results, die van plan is om activiteiten te organiseren om de stemming te beschermen en wat er vermoedelijk daarna komt.
Massale stakingen in de VS, zoals de arbeidsonrust van de jaren dertig, de stakingsgolf na de Tweede Wereldoorlog van 1944 tot 1949, of de opmerkelijke onrust in 1970, waren in wezen economisch en niet politiek van aard. De Verenigde Staten hebben nooit een nationale algemene staking gehad en slechts zelden een algemene staking in een hele stad, zoals de algemene staking in Seattle in 1919 of de algemene staking in Oakland in 1946.
Er is vrijwel geen geschiedenis van politieke stakingen in de Verenigde Staten. In de twintigste eeuw kan men ze op de vingers van één hand tellen: het verzet van de United Mine Workers tegen de belofte om niet te staken in 1943, de mijnwerkersstaking voor een vuile longen-toeslag in West Virginia in 1969, en enkele andere. Uitzondering hierop is de International Longshore and Warehouse Union (ILWU) die jaren lang politieke stakingen organiseerde: tegen de Amerikaanse oorlog in Vietnam, tegen het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime, en een staking op vrijheidsdag (19 juni) dit jaar uit solidariteit met de protesten tegen de moord op George Floyd. De ILWU laat zien dat het mogelijk is.
Tegelijkertijd hebben we nog nooit een moment als nu meegemaakt waarop het lijkt alsof we – voor het eerst sinds de burgeroorlog – te maken hebben met een crisis van het hele politieke systeem. Zelfs tijdens de Grote Depressie van de jaren dertig van de vorige eeuw werd het politieke systeem niet geconfronteerd met zo’n politieke crisis, hoe ernstig de gebeurtenissen toen ook waren.
Sommige andere landen kennen bijna routinematig algemene stakingen, met name in Europa en Latijns-Amerika. En in de twintigste eeuw en vrij recentelijk hebben we politieke stakingen tegen dictatuur of politieke tirannie meegemaakt: Senegal in 1946, Hongarije in 1956, Polen in 1980, Brazilië in het begin van de jaren tachtig, Zuid-Korea in het begin van de jaren tachtig, en meer recentelijk in Argentinië, Ecuador, Bolivia, Hongkong, Frankrijk, Wit-Rusland, Algerije en Soedan.
Zelfs zes maanden of een jaar geleden had je je niet kunnen voorstellen dat de vakbonden in de Verenigde Staten zouden spreken over protesten en stakingen om zich te verzetten tegen een staatsgreep, zoals de vakbonden op elk ander continent hebben gedaan. Is Amerika niet langer een uitzondering? Daar zullen we snel achter komen.
Dit stuk verscheen op Jacobin. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.