Ga naar de inhoud

Vluchtelingen uit de EU weghouden met een slim win-winbeleid?

Om het odium van hardvochtigheid en onmenselijkheid tegenover vluchtelingen af te schudden, verweren Europese leiders (en daar bedoelen we zowel nationale ministers als verantwoordelijken in de Europese instellingen  mee) zich vaak door te verwijzen naar een ‘intelligentere’, en uiteindelijk ‘humanere’ vorm van hulpverlening: we ijveren om de levensomstandigheden in de landen waar de vluchtelingen vandaan komen zodanig te verbeteren dat de drang om te emigreren verdwijnt. Het probleem aan de wortel aanpakken, dat is toch altijd verkieslijk, nee? Laat ons dit redelijk argument eens op zijn waarde schatten.

7 min leestijd

(Door Herman Michiel, Ander Europa, foto: De Europese ‘president’ Tusk (r) en de Turkse premier Davutoglu (l), opgetogen over de vluchtelingendeal).

Er zijn twee grote bronnen van migratiestromen. Er zijn enerzijds mensen die vluchten uit gebieden geteisterd door oorlog of grootschalige terreur (zoals uitgeoefend door Boko Haram in Nigeria of door het regime zelf in Eritrea), en asiel zoeken in veiligere landen. Het gaat er veelal letterlijk om het vege lijf te redden. En er zijn de zogenoemde ‘economische vluchtelingen’, die hopen aan de extreme armoede en het ontbreken van elementaire zorgen  te ontkomen door hun kans elders te wagen.

Oorlogsvluchtelingen

Het probleem aan de wortel aanpakken voor wat betreft oorlogsvluchtelingen kan natuurlijk alleen door bij te dragen tot een vredespolitiek met visie op lange termijn; asiel verlenen lost het probleem niet ten gronde op, maar is dé opdracht van het moment. Daartoe hebben we ons trouwens verbonden door de ondertekening van de Conventies van Genève. Dat de EU en haar lidstaten hier schromelijk in tekortschieten is maar al te duidelijk; de EU schrikt er zelfs niet voor terug om een gedwongen terugkeer naar het ‘veilige’ Afghanistan op te leggen. Maar van een Europese bijdrage tot een echte vredespolitiek is er, helaas, geen sprake. Nobelprijs voor de vrede of niet, de Europese Unie denkt alleen in NATO-termen (zoals trouwens in het Verdrag van Lissabon vastgelegd). De verkiezing van Trump wordt door de Europese strategen en wapenlobbys handig aangegrepen om hun militaristische ambities in een stroomversnelling te brengen. Toppunt van sarcasme in een door bezuinigingen geteisterd continent: als het voor militaire uitrusting is zouden de Europese budgettaire dogma’s zelfs opzij geschoven worden! En aan welk soort uitrusting denkt men dan? Dat blijkt duidelijk in Nederland en België, waar de legertop geilt op de aankoop van F-35’s, die peperdure moordmachines met als ‘collateral damage’ dat ze … grote stromen vluchtelingen op gang brengen. Voor de prijs van één van die tuigen zou men moeiteloos een Europees vredesinstituut kunnen oprichten, waar buiten de actieradius van de wapenlobbys onderzoek gedaan wordt naar de bron van oorlog en geweld, waar nagedacht wordt over de rol van een leger, waar aanbevelingen geformuleerd worden voor een Europese Midden-Oostenpolitiek.  Maar zoiets ligt natuurlijk niet in de aard van het EU-beest.

‘Economische’ vluchtelingen

minawao

Vluchtelingenkamp in Minawao, Kameroen, toevluchtsoord voor Nigerianen op de vlucht voor Boko Haram.

De tweede bron van migratiestromen zijn de ‘economische vluchtelingen’. Velen daarvan komen uit sub-Sahara Afrika, maar het onderscheid tussen een economische en een oorlogsvluchteling is vaak theoretisch. Een Nigeriaan kan zijn land ontvluchten wegens de terreur en, legaal of illegaal, beschutting vinden in een ‘gastland’ als Kameroen, Libië of Marokko. ‘Gered’, maar men kan er eerder overleven dan leven; een klein percentage van de Afrikaanse vluchtelingen probeert daarom Europa te bereiken via de Middellandse Zee. Een gevaarlijke operatie waarbij in 2016 4812 mensen verdronken , aldus de Internationale Organisatie voor Migratie.

Dit scenario, waarbij Afrikaanse vluchtelingen hun Afrikaans ‘gastland’ proberen te ontvluchten om zich in Europa te vestigen, is ook de Europese Commissie niet ontgaan. In april kwam ze met een ‘nieuwe strategie‘, en een humanitair discours waar men tranen van in de ogen krijgt. Eurocommissaris Christos Stylianides voor humanitaire hulp en crisismanagement:

“Langdurige crisissen zijn de nieuwe trend geworden, maar ze worden vaak op de oude manier aangepakt. Vluchtelingen en ontheemden hebben niet alleen onze noodhulp nodig, maar ook een perspectief op lange termijn en hoop op een betere toekomst. Humanitaire hulp kan levens redden en instaan voor het noodzakelijkste, maar het is geen oplossing op lange termijn. We moeten het nodige doen om langdurige afhankelijkheid van noodhulp te vermijden, mensen helpen om zelfredzaam en veerkrachtig te zijn, met de nodige voorzieningen voor onderwijs en levensonderhoud. Vluchtelingen moeten meer kansen krijgen om zich volop te ontwikkelen, voor hun eigen welzijn en dat van hun gastland.”

Kortom: de EU gaat haar inspanningen versterken om Afrika te ontwikkelen, wat een win-win-operatie is aangezien  Afrikanen niet langer gevaarlijke overtochten moeten maken, hun levensomstandigheden zien verbeteren en de Europeanen minder vluchtelingen  moeten tegenhouden uit dat continent.

Ontwikkelingshulp: ondermaats …

Is daar in de praktijk iets van te merken? Ja, zegt de  Europese Commissie,  de officiële ontwikkelingshulp van de EU (lidstaten + instellingen) steeg in 2015 met 8.9 miljard euro tot 68 miljard, en we zijn nog steeds de grootste donor ter wereld!

Nochtans is er weinig reden tot fierheid. Vooreerst blijft het niveau van de hulp ondermaats, onder de 0.70% norm. In 2005 verbonden de lidstaten er zich inderdaad toe om tegen 2015 0.70% van hun BBP aan ontwikkelingshulp te besteden, een voornemen dat reeds in 1970 binnen de OESO geformuleerd werd. Maar het gemiddelde over de hele EU ligt nu bij 0.44%, wat in absolute cijfers een minderbedrag per jaar van bijna 37 miljard € betekent in vergelijking met het streefcijfer van 0.70%.  De gegevens per land zijn weergegeven in onderstaande grafiek (overgenomen uit Euractiv). Hieruit blijkt dat alleen Denemarken, Luxemburg, Nederland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk aan 0.70% komen. België haalt slechts 0.42%, en ook het ‘overschotland’ Duitsland haalt slechts 0.52%.

ontw

Maar er is meer.  Nederland komt slechts aan 0.70% als men buiten beschouwing laat dat een deel van het nominale ontwikkelingsbudget (de lichtgroene balken in de grafiek) besteed wordt aan vluchtelingen, studiebeurzen of schuldkwijtschelding, zodat de reële bedragen die in ontwikkelingslanden aankomen (donkergroene balken) aanzienlijk kleiner kunnen zijn. Het percentage van de officiële ontwikkelingshulp dat aan ‘vluchtelingen’ besteed wordt is hieronder weergegeven; hierbij is niet uitgesloten dat onder de hoofding ‘vluchtelingen’ ook bedragen sorteren die gebruikt wordt voor bv. de bewaking van de grenzen.

ontw2

…en steeds vaker misbruikt

In België werd in 2015 12% van het ontwikkelingsbudget gespendeerd aan vluchtelingen. “Een zorgwekkende evolutie”, aldus  Bogdan Vanden Berghe, directeur van de ontwikkelingskoepel 11.11.11. “Natuurlijk is het essentieel om vluchtelingen in de juiste omstandigheden op te vangen. Maar door geld weg te nemen uit de reeds slinkende budgetten ontwikkelingssamenwerking dreigt men in de eigen voet te schieten.” De budgettaire dwangpolitiek van de EU is natuurlijk ook niet vreemd aan de slinkende ontwikkelingsbudgetten. Een van de gevolgen is dat lidstaten druk uitoefenen om steeds meer uitgaven op het ontwikkelingsbudget te boeken, en dat ook als dusdanig in hun ‘ontwikkelingsscore’ meerekenen. Een nota van de researchafdeling van het Europees Parlement vermeldt dat België, Frankrijk en Portugal actief lobbyen om “bijkomende militaire, vredeshandhavende en veiligheidsuitgaven als ontwikkelingshulp te kunnen voorstellen.

Nog bedenkelijker wordt het als men de bestemming van de Europese ontwikkelingshulp bekijkt. Quizvraag: wie krijgt het meest? U dacht waarschijnlijk niet aan Turkije, maar zo is het nochtans. En niet door het miljardenprijskaartje van het akkoord over het weghouden van vluchtelingen uit de EU van eind 2015, maar ook reeds daarvoor. Het geld werd door Turkije o.a. aangewend voor de aanleg van een hogesnelheidstrein. In een uitgebreider overzicht van de grootste ontvangers stelt men bv. vast dat China in 2014 ongeveer vier keer zoveel kreeg als Haïti, en dat terwijl China voor  meer dan 1000 miljard $ Amerikaanse staatsobligaties in handen heeft…

Een zeer kwalijke evolutie is ook dat ontwikkelingshulp als chantagemiddel gebruikt wordt om landen te dwingen tot medewerking aan een terugkeerbeleid. In eurocratentaal heet dit een Partnership Framework with third countries, waartoe in juni 2016 beslist werd. Human Rights Watch spreekt van een “scherpe bocht weg van de werkelijke verdediging van mensenrechten  als basis van het buitenlandbeleid van de EU“.

Niet alleen ontwikkelingshulp kan als chantagemiddel gebruikt worden, maar ook via het handelsbeleid legt de EU haar wil op aan landen die weinig keuze hebben. We hebben het over de Economic Partnership Agreements (EPA’s) waarbij liberalisatie en privatisering opgedrongen worden in ruil voor toegang tot de Europese markt.

Besluit

Van een intelligent toekomstgericht Europees beleid is dus geen spoor te bekennen. Van een vredespolitiek is geen sprake, integendeel, er is een gevaarlijke tendens tot militarisering. Het ontwikkelingsbeleid staat steeds meer ten dienste van kortzichtige  interne Europese ‘belangen’, en in haar economische relaties met arme landen legt de EU hetzelfde neoliberaal beleid op dat in Europa zelf al zo nefast blijkt. Amerika heeft zijn Trump, maar naar welke debacles zullen onze Trumps ons leiden?