Ga naar de inhoud

Verzet tegen fossiele industrie

Kolenvervoer in de Amsterdamse haven en de klimaatdestructie. ”Misschien kunnen we in gesprek over welk deel van de haven bezet moet worden om olie uit te faseren.” Een paar maanden eerder is de haven voor een dag stilgelegd door een actiegroep om de alarmklok tegen klimaatdestructie te luiden. De Amsterdamse haven is één van de grootste doorvoerders van fossiele brandstoffen. Het is vrijdagmiddag 3 november 2017. We bevinden ons op de Kolencruise, een boottocht langs de Amsterdamse haven georganiseerd door verschillende ngo’s. Eeuwig polderend heet de woordvoerder van de haven, Ab Cherribi, ons welkom.

7 min leestijd

(Foto’s en tekst van Harriet Bergman oorspronkelijk verschenen op solidariteit.nl)

Hij is uitgenodigd in zijn functie van havenmeester van de op één nagrootste kolenhaven ter wereld en de boot is gevuld met mensen die strijden voor een betere wereld. Naast activisten en medewerkers van de organiserende ngo’s zitten er ook politici, media, vakbondsmensen en geïnteresseerde wereldverbeteraars in de zaal. Eén van de panelleden, Sven Jense van Fossielvrij NL, heeft net voorgesteld om met de andere ngo’s en actiegroepen op bezoek te gaan bij Cherribi. Dan zou er gezamenlijk uitgevonden kunnen worden welk deel van de haven plat gelegd moet worden, zodat die in 2030 niet alleen met het vervoer van kolen is gestopt, maar ook niet via olietransport bijdraagt aan klimaatdestructie.

Verder wordt er gediscussieerd over solidariteit en duurzaamheid binnen de klimaatbeweging en bij mensenrechtenorganisaties. Uit gesprekken tussen de zaal en het panel blijkt dat sociale vraagstukken een essentieel onderdeel zijn van de klimaatcrisis, maar ook dat kennis en bewustwording niet afdoende zijn om het te winnen van economische belangen.

 

Schade en vervuiling

Het debat gaat onder andere over het uitfaseren van kolen, een term die verwijst naar een afnemend gebruik van fossiele brandstoffen en de uiteindelijke overschakeling naar een soort energie die niet bijdraagt aan de onttakeling van het klimaat. Zowel ngo’s als actiegroepen zijn uitgenodigd om in dialoog te gaan over de acties die nodig zijn om de Nederlandse bijdrage aan klimaatvernietiging tot een minimum te beperken.

verzet tegen fossiele industrie2
Naast Jense zijn onder anderen aanwezig Maina van der Zwan van vredesorganisatie PAX, Philip Bajo van Code Rood, een actiegroep die oproept tot breed verzet ter bescherming van onze collectieve toekomst, en de Zuid-Afrikaanse activiste Lorraine Kakaza. Aan het eind van de middag stelt de zaal vast dat de ‘uitfasering’ van fossiele brandstoffen veel te langzaam gaat. Daarom is het wrang dat ieder schip met bloedkool dat Amsterdam binnen vaart Nederland medeverantwoordelijk maakt voor gezondheidsschade, grondvervuiling en dodelijke slachtoffers.

 

Haast is geboden

Als belangenbehartiger van de fossiele industrie, stelt havenmeester Cherribi: ”We hebben nog een beetje tijd, de energietransitie is nog maar aan het begin.” Een half uur eerder hoorden we van Kakaza dat in Zuid-Afrika, het land waar zij vandaan komt, de situatie met de dag verslechtert. Elke boot met Zuid-Afrikaans bloedkool die aanmeert in de Amsterdamse haven, draagt bij aan landjepik van de mensen uit haar gemeenschap. Zo ook aan de voedselonzekerheid en directe gezondheidsschade door vervuild water en de stof die vrijkomt en ademhalingsproblemen en oogschade veroorzaakt. Kakaza doet een gepassioneerde oproep om nú iets te doen.
verzet tegen fossiele industrie3

Philip Bajo is één van de mensen die afgelopen zomer geprobeerd heeft iets te doen. Met zo’n 350 anderen deed hij mee aan de burgerlijke ongehoorzaamheidsactie van Code Rood om de alarmklok te luiden: tot hier en niet verder. Na een jaar voorbereiding werd de OBA Bulkterminal die de kolen vervoert, voor één dag stilgelegd. Bajo: ”Het zijn meestal de westerse bedrijven die het meest financieel profiteren van de fossiele industrie, maar hier wonen ook de mensen die er de minste last van ondervinden. De fossiele industrie is niet alleen verantwoordelijk voor de verdere opwarming van de aarde, maar ook voor het kapot maken van levens in gebieden binnen én buiten de ‘veilige’ grenzen van Fort Europa.” Daarna concludeert hij: ”Het is tijd voor massaal verzet tegen de fossiele industrie, om verdere klimaatdestructie te voorkomen.”

 

Banen van havenarbeiders

Daar is Cherribi het niet mee eens. Over de acties van Code Rood zegt hij: ”Je moet doseren. Acties zoals bezettingen werken niet. Op het moment dat je alleen bedrijven gaat ‘bashen’, schieten ze in de verdediging, en gaan ze over op niets doen.” Bedrijven hebben hulp en steun nodig, en niet alleen kritiek, meent hij. In 2030 is de haven immers al kolenvrij. Jense van de actiegroep Fossielvrij geeft complimenten over pogingen de duurzame transitie in gang te zetten. Cherribi incasseert die graag en benadrukt dat over dertien jaar de opslag en doorvoer van bloedkool stoppen. De Zuid-Afrikaanse Kakaza zit in het publiek. De discussie wordt in het Nederlands gevoerd en dus gaan de complimenten aan het havenbedrijf dat weigert verantwoordelijkheid te nemen voor het indirect kapotmaken van haar gemeenschap aan haar voorbij …

verzet tegen fossiele industrie4

”In Nederland actie ondernemen om sneller te stoppen met de fossiele industrie is naïef”, vervolgt Cherribi. Bedrijven zouden dan ergens anders hun kolen naar toebrengen. Vanuit de zaal komt daarop de terechte kritiek dat andere havens in Europa veel minder groot zijn en de investeringen nalaten die nodig zijn om bloedkolen te kunnen verwerken. De banen kunnen zich helemaal niet verplaatsen, andere havens nemen hun verantwoordelijkheid en zijn allang bezig met die zogenaamde uitfasering, klinkt uit het publiek. Bajo wijst erop dat sommige dingen moeten stoppen, omdat ze simpelweg immoreel zijn. ”Alles helpt: we hebben kinderarbeid in Nederland verboden. Daarmee is niet alle kinderarbeid verdwenen, maar we hebben wel voorkomen dat we er aan meedoen. Het is een goedkope truc te zeggen iets niet te doen, omdat een industrie zich dan ergens anders heen verplaatst.”

Een vakbondsbestuurder wijst op het belang om de vakbeweging, zowel binnen als buiten Nederland, te betrekken bij de overschakeling naar schone energie. Ook Maina van der Zwan van PAX stelt dat de arbeiders niet alleen om morele, maar ook om strategische redenen betrokken moeten worden bij het afbouwen van kolen. ”Het zijn immers hun banen. Als we samenwerken met gemeenschappen en vakbonden, wordt onze sociale kracht ook groter.”

 

Emoporno

Uit het publiek komt de vraag of we niet met spijt en afschuw terug zullen kijken op de manier waarop nu de discussie gevoerd wordt. Langzame uitfasering, geschade economische belangen, het de tijd geven, somt de vragenstelster op. ”Al deze opmerkingen doen mij verdacht veel denken aan de argumenten van Nederlandse kolonisten die zich verzetten tegen de afschaffing van de slavernij. Nu schamen we ons kapot dat we spraken over ‘langzame uitfasering’ en compensatie voor ‘eigenaars’ van tot slaaf gemaakten, terwijl we zo duidelijk fout zaten.” Cherribi lacht het weg: ”We leven in totaal andere tijden nu.”

Wat kunnen we van deze discussie leren? Het verhaal van Kakaza wordt genegeerd. Maar is de rest van onze westerse maatschappij, inclusief degenen onder ons met de beste bedoelingen, veel beter? Ik denk van niet. De koloniale traditie, waarin witte mensen profiteren ten koste van het negeren van de menselijkheid van andere bevolkingsgroepen, is nog altijd springlevend. Dit toont aan dat het op een podium hijsen van een slachtoffer niet afdoende is om échte verandering te bereiken. ‘Emoporno’ is het: reduceren van structurele onderdrukking tot individuele ervaringen. Trauma’s van minder geprivilegieerden worden gebruikt als educatiemiddel om meer geprivilegieerden iets te leren. Mensen als Kakaza wordt gevraagd iets te vertellen over hoe haar gemeenschap kapot gaat, om Nederlanders ervan te overtuigen dat de praktijken om ons van energie te voorzien écht niet kunnen. Het creëert bewustwording. Maar het bewerkstelligt ook dat we het enkel nog over individuele ervaringen hebben, in plaats van dat we systeemkritiek uiten.

 

Tegenmacht

Hebben we echt een ervaringsdeskundige nodig, een slachtoffer, of een verdrietige bootvluchteling voor we beseffen dat de manier waarop wij de wereld inrichten fundamenteel onrechtvaardig is en dringend bijgestuurd moet worden? Moet je het echt van een slachtoffer horen – à la de hashtag MeToo over structureel seksisme – voor je serieus gelooft wat al honderden keren onderzocht is en op papier gezet? Is het werkelijk noodzakelijk uit iemands mond te horen dat bloedkool metterdaad levens kost van onschuldige mensen? Moet dat allemaal met ‘oohs’ en ‘aahs’ uit het publiek, recht voor je neus, voor je het daadwerkelijk erg vindt?

Het is niet bewustwording over problemen die voorkomt dat we daadwerkelijk iets doen aan de zogenaamde vluchtelingencrisis, of het virulente seksisme in de samenleving, of de klimaatdestructie. Het is het besef dat dit allemaal samenhangt met macht en privileges. Om die reden zijn milieuproblematiek en sociale vraagstukken dan ook innerlijk met elkaar verbonden.

We kunnen polderen tot de zeespiegelstijging het onmogelijk maakt zonder roeiboot de vergadertafel te bereiken. Waar het uiteindelijk om gaat, is het creëren van een effectieve tegenmacht. We moeten de verantwoordelijkheid nemen voor de slachtoffers die binnen en buiten de landsgrenzen vallen. Het is hoog tijd om samen in actie komen tegen de fossiele industrie!