Ga naar de inhoud

Trekt de VS zich terug uit Afghanistan? Niet echt.

De Amerikaanse invasie van Afghanistan in oktober 2001 was misdadig. Het was misdadig vanwege de immense kracht die werd gebruikt om de fysieke infrastructuur van Afghanistan te verwoesten en de sociale banden in het land te doen breken.

8 min leestijd

Door Noam Chomsky en Vijay Prashad (*) Dit artikel is geproduceerd door Globetrotter, vertaling globalinfo.nl foto NARA archives public domain)

Op 11 oktober 2001 interviewde journalist Anatol Lieven de Afghaanse leider Abdul Haq in Peshawar, Pakistan. Haq, die een deel van het verzet tegen de Taliban leidde, maakte zich op om onder dekking van de Amerikaanse luchtbombardementen terug te keren naar Afghanistan. Hij was echter niet blij met de manier waarop de Verenigde Staten hadden besloten de oorlog voort te zetten. “Militair optreden op zich maakt in de huidige omstandigheden de zaken alleen maar moeilijker – vooral als deze oorlog nog lang duurt en er veel burgerslachtoffers vallen,” zei Abdul Haq tegen Lieven. De oorlog zou 20 jaar duren, en in die periode zouden minstens 71.344 burgers het leven verliezen.

Abdul Haq zei tegen Lieven dat “het het beste zou zijn als de VS zou werken aan een eensgezinde politieke oplossing waarbij alle Afghaanse groepen betrokken zijn. Anders zal er een diepe kloof ontstaan tussen de verschillende groepen, gesteund door verschillende landen en met ernstige gevolgen voor de hele regio.” Dit zijn vooruitziende woorden, maar Haq wist dat niemand naar hem luisterde. “Waarschijnlijk,” zei hij tegen Lieven, “heeft de VS al besloten wat te doen, en komen alle aanbevelingen van mijn kant te laat.”

Na 20 jaar van ongelooflijke verwoesting door deze oorlog, en na het aanwakkeren van vijandigheid tussen “alle Afghaanse groepen”, zijn de Verenigde Staten teruggekeerd naar het exacte beleidsvoorschrift van Abdul Haq: politieke dialoog.

Abdul Haq keerde terug naar Afghanistan en werd op 26 oktober 2001 door de Taliban gedood. Zijn advies is nu achterhaald. In september 2001 waren de verschillende hoofdrolspelers in Afghanistan, waaronder de Taliban, bereid te praten. Zij deden dat deels omdat zij vreesden dat de dreigende Amerikaanse oorlogsvliegtuigen voor Afghanistan de deuren naar de hel zouden openen. Nu, 20 jaar later, is de kloof tussen de Taliban en de anderen nog groter geworden. De bereidheid tot onderhandelen is er gewoon niet meer.

Burgeroorlog

Op 14 april 2021 waarschuwde de voorzitter van het Afghaanse parlement, Mir Rahman Rahmani, dat zijn land op de rand van een “burgeroorlog” staat. In de politieke kringen van Kaboel wordt al geruime tijd gesproken over een burgeroorlog wanneer de Verenigde Staten zich op 11 september terugtrekken. Daarom vroeg Sharif Amiry van TOLOnews op 15 april, tijdens een persconferentie in de Amerikaanse ambassade in Kaboel, aan de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken naar de mogelijkheid van een burgeroorlog. Blinken antwoordde: “Ik denk niet dat het in iemands belang is, op zijn zachtst gezegd, dat Afghanistan in een burgeroorlog vervalt, in een lange oorlog. En zelfs de Taliban, naar wij horen, heeft gezegd daar geen belang bij te hebben.”

In feite is Afghanistan al een halve eeuw in een burgeroorlog verwikkeld, althans sinds de oprichting van de mujahideen – onder wie Abdul Haq – om de regering van de Democratische Volkspartij van Afghanistan (1978-1992) te bestrijden. Deze burgeroorlog werd versterkt door de steun van de VS aan de meest conservatieve en extreem-rechtse elementen van Afghanistan, groepen die deel zouden gaan uitmaken van Al Qaeda, de Taliban, en andere islamistische groeperingen. De Verenigde Staten hebben in deze periode nooit een weg naar vrede aangeboden; in plaats daarvan hebben zij steeds blijk gegeven van een gretige wil om de onmetelijkheid van de Amerikaanse strijdmacht te gebruiken om de uitkomst in Kaboel te bepalen.

Terugtrekking?

Zelfs deze terugtrekking, die eind april 2021 werd aangekondigd en op 1 mei begon, is niet zo eenduidig als het lijkt. “Het is tijd voor Amerikaanse troepen om naar huis te komen”, kondigde de Amerikaanse president Joe Biden op 14 april 2021 aan. Op dezelfde dag verduidelijkte het Amerikaanse ministerie van Defensie dat 2.500 troepen Afghanistan per 11 september zouden verlaten. Ondertussen had de New York Times in een artikel van 14 maart opgemerkt dat de VS 3.500 manschappen in Afghanistan heeft, hoewel “[p]ublicly, 2.500 U.S. troops are said to be in the country.” De onderwaardering door het Pentagon is obscurantisme. In een rapport van het Office of the Assistant Secretary of Defense for Sustainment wordt voorts opgemerkt dat de Verenigde Staten ongeveer 16.000 contractanten ter plaatse hebben in Afghanistan. Zij verlenen een verscheidenheid aan diensten, waaronder waarschijnlijk ook militaire ondersteuning. Het is niet de bedoeling dat deze contractanten – of de niet nader genoemde 1.000 extra Amerikaanse troepen – zich zullen terugtrekken, noch dat er een einde komt aan luchtbombardementen, waaronder drone-aanvallen, en evenmin aan missies van speciale strijdkrachten.

Op 21 april zei Blinken dat de Verenigde Staten bijna 300 miljoen dollar zouden verstrekken aan de Afghaanse regering van Ashraf Ghani. Ghani, die net als zijn voorganger Hamid Karzai vaak meer een burgemeester van Kabul lijkt te zijn dan de president van Afghanistan, wordt overvleugeld door zijn rivalen. In Kaboel wordt druk gesproken over regeringen na de terugtrekking, waaronder een voorstel van Hezb-e-Islami-leider Gulbuddin Hekmatyar om een regering te vormen die hij zou leiden en waarin de Taliban niet zouden zitten. De VS hebben intussen ingestemd met het idee dat de Taliban een rol in de regering zouden moeten spelen; er wordt nu openlijk gezegd dat de regering-Biden gelooft dat de Taliban “minder hard” zou regeren dan zij van 1996 tot 2001 heeft gedaan.

De Verenigde Staten lijken bereid te zijn de Taliban weer aan de macht te laten komen onder twee voorwaarden: ten eerste dat de Amerikaanse aanwezigheid blijft, en ten tweede dat de belangrijkste rivalen van de Verenigde Staten – China en Rusland – geen rol spelen in Kabul. In 2011 sprak de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton in Chennai, India, waar zij voorstelde een initiatief voor de Nieuwe Zijderoute op te zetten dat Centraal-Azië zou verbinden via Afghanistan en via de havens van India; het doel van dit initiatief was Rusland de pas af te snijden van zijn verbindingen in Centraal-Azië en de totstandkoming te beletten van het Chinese “Belt and Road”-initiatief, dat nu helemaal tot Turkije loopt.

Stabiliteit zit er niet in voor Afghanistan. In januari sprak Vladimir Norov, voormalig minister van Buitenlandse Zaken van Oezbekistan en de huidige secretaris-generaal van de Shanghai Cooperation Organization (SCO), een webinar toe dat was georganiseerd door het Islamabad Policy Research Institute. Norov zei dat Daesh of ISIS zijn strijders van Syrië naar Noord-Afghanistan heeft overgebracht. Deze verplaatsing van extremistische strijders is niet alleen zorgwekkend voor Afghanistan, maar ook voor Centraal-Azië en China. In 2020 onthulde de Washington Post dat het Amerikaanse leger de Taliban vanuit de lucht heeft gesteund bij hun strijd tegen ISIS-strijders. Zelfs als er een vredesakkoord met de Taliban komt, zal ISIS het land destabiliseren.

Vergeten mogelijkheden

Vergeten zijn de bezorgde uitspraken voor de Afghaanse vrouwen, woorden die de legitimiteit verschaften voor de Amerikaanse invasie in oktober 2001. Rasil Basu, ambtenaar van de Verenigde Naties, was van 1986 tot 1988 hooggeplaatst adviseur voor de ontwikkeling van de vrouw in de Afghaanse regering. De Afghaanse grondwet van 1987 verleende vrouwen gelijke rechten, waardoor vrouwengroepen konden strijden tegen patriarchale normen en voor gelijkheid op het werk en thuis. Omdat grote aantallen mannen in de oorlog waren gesneuveld, vertelde Basu, gingen vrouwen verschillende beroepen uitoefenen. De vrouwenrechten werden aanzienlijk verbeterd, onder meer door een stijging van de alfabetiseringsgraad. Dit alles is grotendeels uitgewist tijdens de oorlog van de V.S. in de afgelopen twee decennia.

Nog voordat de USSR zich in 1988-89 uit Afghanistan terugtrok, zeiden mannen die nu om de macht strijden – zoals Gulbuddin Hekmatyar – dat zij deze verworvenheden ongedaan zouden maken. Basu herinnerde zich de shabanamas, mededelingen die onder vrouwen circuleerden en hen waarschuwden de patriarchale normen te gehoorzamen (zij stuurde een opiniestuk waarin zij voor deze catastrofe waarschuwde naar de New York Times, naar de Washington Post, en naar Ms. Magazine, die het allemaal verwierpen).

De laatste communistische regeringsleider van Afghanistan – Mohammed Najibullah (1987-1992) – diende een nationaal verzoeningsbeleid in, waarin hij de rechten van de vrouw bovenaan de agenda plaatste. Het werd verworpen door de door de VS gesteunde islamisten, van wie velen vandaag de dag nog steeds een gezaghebbende positie bekleden.

Er is geen lering getrokken uit deze geschiedenis. De VS zullen zich “terugtrekken”, maar zullen ook hun krachten achterlaten om China en Rusland in toom te houden. Deze geopolitieke overwegingen overschaduwen elke zorg voor het Afghaanse volk.

——————————

(*) Noam Chomsky is een legendarische taalkundige, filosoof en politiek activist. Hij is de laureaat professor in de linguïstiek aan de Universiteit van Arizona. Zijn meest recente boek is Climate Crisis and the Global Green New Deal: The Political Economy of Saving the Planet.

Vijay Prashad is een Indiase historicus, redacteur en journalist. Hij is een writing fellow en hoofdcorrespondent bij Globetrotter. Hij is hoofdredacteur van LeftWord Books en directeur van Tricontinental: Institute for Social Research. Hij is senior non-resident fellow aan het Chongyang Institute for Financial Studies, Renmin University of China. Hij heeft meer dan 20 boeken geschreven, waaronder The Darker Nations en The Poorer Nations. Zijn nieuwste boek is Washington Bullets, met een inleiding van Evo Morales Ayma.