Ga naar de inhoud

Syriza geeft zich over: tijd voor het opleven van verzet van onderop

Nu Syriza zich overgegeven heeft tegenover de schuldeisers, is de noodzaak van mobilisatie van onderop urgenter dan ooit. Een nieuwe cyclus van strijden ligt in het verschiet.

13 min leestijd

(Door Theodoros Karyotis op Roarmag Foto: Demonstranten schreeuwen het uit tijdens een demonstratie voor het Griekse parlement in Athene op maandag 29 juni (door Aris Messinis)).

De afgelopen twee weken lijkt de politieke tijd in Griekenland ineengedrukt te zijn en leven de inwoners continu op het puntje van hun stoel, vechtend tegen krachten die geheel buiten hun controle lijken te liggen. Op 27 juni heeft de door Syriza aangevoerde regering een referendum georganiseerd over het ultimatum dat de schuldeisers gesteld hadden en is gaan ijveren voor een NO (OXI! in het Grieks, vert.). De uitslag van dat referendum – een knallende afwijzing van eeuwige soberheid en voortdurende geketendheid aan de schulden – zal de geschiedenis ingaan als een geweldig moment van waardigheid van een bevolking die te maken heeft met een aanhoudende aanval door de Europese schuldeisers en de Griekse elite.

Ondanks alle patriottische tonen die er te horen waren, was deze uitslag de culminatie van vijf jaar verzet tegen het voortdurend afbreken van ons leven. Het betekende het losbreken uit de wurggreep van de massamedia, en de angst te boven komen van burgers om hun stem te laten horen. Het ratificeerde de volstrekte discreditering van de politieke elites die aan de macht zijn geweest sinds de overgang naar democratie in 1974, en die campagne voerden voor een JA.

Verder onthulde de uitkomst een maatschappij die verdeeld is langs de lijnen van de klassen: de middenklasse en onderklasse, die tot dusverre zo’n beetje alle kosten van soberheid en structurele aanpassing hebben mogen betalen, stemde in grote meerderheid NEE. Desondanks is de uitslag tot nu toe in staat geweest om verzet te bieden tegen de pogingen van alle politieke partijen om er winst uit te slaan; het is de categorische afwijzing van de huidige politieke en economische overeenkomst, de afwijzing die noodzakelijkerwijs voorafgaat aan alle acties richting sociale zelfbeschikking.

Maar minder dan een week na het referendum heeft de Griekse regering een nieuw voorstel voor financiering naar zijn schuldeisers gestuurd, verbonden aan een pakket bezuinigingsmaatregelen die zelfs harder zijn dan die die in het referendum afgewezen werden. Na een weekend van ‘onderhandelingen’ , die onder meer blootlegden dat er ook een kloof bestaat tussen de verschillende schuldeisers  werd er afgelopen maandag een vernederend akkoord overeengekomen, dat Griekenland zo’n beetje zal maken tot een schulden-kolonie van Europa.
Hoe muteerde dit NEE in een paar dagen naar een JA?

Syriza’s dilemma

Zoals veel deskundigen hadden verwacht, pakte de strategie van de regering om de uitslag van de volksraadpleging te gebruiken als drukmiddel in de onderhandelingen, verkeerd uit. Toen ze terugkeerden naar de onderhandelingstafel, maakten de hardliners rond de Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble duidelijk dat ze bereid waren om Griekenland bankroet te laten gaan – met alle gevolgen die dat zou hebben voor de Eurozone – liever dan maar de kleinste aantasting te zien van de neoliberale soberheids-discipline.
De door Syriza geleidde regering zag zichzelf gesteld tegen een keihard en drukkend dilemma: ze zou ofwel de uitvoering moeten leiden van een nieuw neoliberaal programma van aanpassing, of ze zou de politieke kosten moeten dragen van een bankroet, met alle rampzalige gevolgen voor de Griekse bevolking.

Ze heeft voor het eerste gekozen, waarmee ook een officieel punt gezet werd achter een vijf maanden durende stellingenoorlog tussen de Griekse regering en diens zogenaamde Europese ‘partners’. De voorwaarden van de capitulatie zijn pijnlijk omdat ze ingaan tegen alles dat Syriza had beloofd bij zijn verkiezingscampagne: het nieuwe memorandum is, meer nog dan de twee voorgaande, een extreem experiment in ‘social engineering’ en een herverdeling van rijkdom in de richting van de machthebbers.   Het houdt een groot aantal van de onrechtvaardige maatregelen overeind die door voorgaande regeringen zijn ingesteld, zoals ENFIA, een belastingheffing op kleine eigendommen die arme families tot huurders van hun eigen huizen heeft gemaakt, of de opheffing van de belastingvrije voet voor zzp-ers, die het onmogelijk maakt voor opgeleide werkers om buiten de werkloosheidsval te blijven.

De nieuwe overeenkomst blaast ook nieuw leven in TAIPED en geeft die misschien een nieuwe naam. Het betreft een instelling die opgericht werd om alle publieke activa te verkopen, inclusief alle elementaire infrastructuur, zoals havens, vliegvelden en het elektriciteitsbedrijf, dat op de lijst staat om geprivatiseerd te worden.
Verder vereist de overeenkomst dat er een eind gemaakt wordt aan het moratorium op inbeslagname van woningen wegens achterstand van de hypotheekaflossing. Dit zal de deur openzetten voor een gruwelijke reeks huisuitzettingen, die tot een humanitaire ramp kan leiden, zoals we dat in Spanje hebben gezien.
Daar komt nog bij dat de overeenkomst voorziet in een toename van indirecte belastingen, een stijging van de prijzen van voedsel en transport en een verlaging van lonen en pensioenen doordat de bijdrage voor sociale verzekering verhoogd moet worden.

Alles bij elkaar is het een pakket maatregelen dat is ontworpen om de midden- en lagere klassen verder in de verdrukking te krijgen, de recessie en de werkloosheid zal doen toenemen, midden- en kleinbedrijf – dat de ruggengraat van de Griekse economie vormt – zal vernietigen, en alle publieke middelen en gemeenschappelijke goederen aan het transnationale kapitaal over zal leveren. Ondertussen wordt de depressie voortgezet en de schuldenlast nog vergroot, wat de Griekse economie effectief zal verlammen en het vermogen van het land vernietigt om op eigen kracht uit deze crisis te komen.

De schuldeisers hebben zich uit de naad gewerkt om te verzekeren dat de maatregelen zo wraakzuchtig mogelijk zouden zijn. Om hun tegenstanders verder te vernederen, eisten ze ook dat de hervormingswetten onmiddellijk ter stemming voorgelegd werden en dat de Trojka-opzichters terug naar het land toegelaten zouden worden, die in een eerder stadium van de onderhandelingen door de Syriza-regering de deur gewezen waren.

De argumenten die aangevoerd worden door de functionarissen van de regering en partijbonzen die de ‘positieve’ aspecten van het verdrag verdedigen, zijn lachwekkend. Ze echoën de argumenten van alle voorgaande regeringen dat er op de lange termijn perspectief bestaat voor de Griekse economie en dat de kosten van de aanpassing niet afgewenteld zullen worden op de minst vermogenden. Het is eerlijker om het verdrag te houden voor wat het is: een grootschalige operatie van onteigening, een opoffering door een heel land om de waanidee overeind te houden waarop de Eurozone gebouwd is.

Alles wijst erop dat dit het einde van de rit is voor Syriza’s ‘regering van nationale redding’. Het zal de opdracht krijgen om toestemming te krijgen voor en uitvoering te geven aan een soberheidspakket dat niet alleen minachting heeft voor de strijd van de anti-austerity-bewegingen in de afgelopen vijf jaar, waar Syriza ooit deel van uitmaakte, maar is ook een verraad aan het vonnis van die 61% van de Grieken die pas een week geleden tegen soberheidsregime gestemd hebben.

Natuurlijk zouden velen stellen dat dit een collectieve gok is geweest die fout is afgelopen, waarna de regering tegenover de chantage van de “partners” gekozen heeft voor de weg die het minste pijn doet. Er is ook geen twijfel mogelijk dat een chaotische Grexit, samen met de wraakzuchtige maatregelen die dan ingesteld zouden worden door neoliberale hardliners om de Grieken te gebruiken om een voorbeeld te stellen, op korte termijn ook een ramp zou zijn, in eerste instantie voor de lagere klassen. Hoe dan ook, de politieke ontwikkelingen zullen snel gaan: de regering zal in ieder geval omgebouwd worden of vervangen, en Syriza dreigt een interne verscheuring die het einde zou kunnen betekenen van de partij zoals we die nu kennen.

Een tegenstrijdige verhouding

De afgelopen drie jaar hebben sociale basisbewegingen in Griekenland vergaand tegenstrijdige gevoelens gehad jegens de verkiezingsoverwinning van Syriza. Aan de ene kant bood het vooruitzicht van een linkse regering de kans om het conflict naar een institutioneel niveau te dragen; want veel van de eisen uit die strijden werden weerspiegeld in het programma van Syriza en de partij heeft altijd een bewegingsvriendelijk profiel proberen te houden.

Aan de andere kant is Syriza ook een factor geweest die bijdroeg aan demoblisering, die een einde maakte aan de crisis van legitimiteit, die de sociale creativiteit en zelfbeschikking voorop stelde. Het pleiten voor de institutionalisering van de strijden, de marginalisering van eisen die niet in hun straatje van door de staat gerunde projecten pasten, en het herstel van de logica van politieke representatie en delegering, drong in feite aan op passiviteit en tevredenheid.

Tegelijkertijd hield Syriza de illusie overeind dat echte sociale verandering mogelijk zou zijn zonder te breken met de mechanismes van kapitalistische overheersing, zonder de dominante economische paradigma’s ter discussie te stellen, zonder konkrete alternatieven van onderop op te bouwen voor de kapitalistische instellingen, zonder zelfs maar de deelname ter discussie te stellen van het land aan een monetaire unie die door z’n ontwerp voordelig is voor de landen uit het Noorden met hun door export aangedreven economie, ten nadele van de periferie van Europa.

Syriza’s leiders hebben zich losgeweekt van de leden van de partij en hun voormalige bondgenoten in de bewegingen, en hebben zich koppig verzet tegen een publiek debat over de uitwerking van een ‘Plan B’  buiten de Eurozone voor het geval ‘Plan A’ voor een ‘einde aan het soberheidsregime binnen de Eurozone’ zou mislukken. Ze weigerden dat omdat ze bang waren dat dit tegen hen gebruikt zou worden door de oppositie die voorstander is van het soberheidsregime en het als bewijs aan zou kunnen dragen dat ze vanaf het begin een verborgen agenda hebben gehad.

Helaas neigen recente ontwikkelingen naar de bevestiging van de visie van degenen die altijd gesteld hebben  dat een nieuw memorandum alleen mogelijk zou zijn via een nieuwe en populaire ‘progressieve’ regering. De vorige partijen/regeringen waren immers tot op het bot gedeligitimeerd en fragiel. Uiteindelijk is dat dus de rol die Syriza zonder het te willen is gaan spelen, met gebruik van z’n grote reserves aan politiek kapitaal.

Het lichten van de sluier van illusie

Syriza’s onvermogen om enige verkiezingsbelofte af te leveren of de logica van het soberheidsbeleid het hoofd te bieden, licht de sluier op van de illusie over institutionele oplossingen van bovenaf, en zet de basisbewegingen weer precies waar die begonnen waren: als belangrijkste antagonistische kracht tegen de neoliberale aanslag op de maatschappij; de enige kracht die in staat is om een voorstelling te maken van een andere wereld, voorbij de falende instellingen van de roofzuchtige kapitalistische markt en de representatieve democratie.

Ongetwijfeld zijn er veel eerlijke en toegewijde activisten verbonden aan de basis van Syriza als partij. Het is hun taak om te erkennen dat Syriza’s plan mislukt is en zich te verzetten tegen pogingen van de regering om het nieuwe memorandum te verkopen als een positieve of onvermijdelijke ontwikkeling.

Als Syriza, of een groot deel daarvan, besluit om aan de macht te blijven – binnen deze regeringssamenstelling of in enig andere, die nog dienstbaarder is en daar wordt neergezet door de schuldeisers – en de uitvoering van dit gruwelijke memorandum moet leiden, dan is het de taak van de basis van de partij om daar tegen in opstand te komen en zich te verenigen met andere sociale krachten die zoeken naar weg uit deze barbarij. Ze moeten uit de rij van de partij stappen die wel eens in snel tempo zou kunnen omdraaien van een kracht voor verandering, in een aarzelende beheerder van een gruwelijk systeem waar ze geen controle meer over hebben.

De rol die links zou moeten spelen, in grote lijnen, is niet die van een iets welwillender manager van kapitalistische barbarij. Dat was immers de oorspronkelijke doel van de sociaal democratie, een project dat zichzelf al in de jaren 1980 heeft uitgeput. Er bestaat geen ‘soberheid met een menselijk gezicht’: neoliberale ‘social engineering’ is in alle gedaantes, rechts of links, een aanslag op de menselijke waardigheid en op gemeenschappelijke goederen en voorzieningen.

Ik heb eerder elders gesteld dat het NEE in het referendum van afgelopen week ambivalent was, en dat de strijd over het invullen van de betekenis daarvan nog maar net was begonnen. Uren na de aankondiging van de uitslag, legde Premier Tsipras het oordeel uit als een mandaat om ‘in de Eurozone te blijven ten koste van alles’. Het is echter duidelijk dat een nieuw ‘steunpakket’ ontegenzeggelijk buiten zijn mandaat ligt: Plan A, Syriza’s enige plan, met een zicht op een einde aan het soberheidsbeleid zonder confrontatie met de heersende macht, is volstrekt mislukt.

Plan B, dat in verschillende vormen naar voren is gebracht door Antarsya (radicaal linkse partij, vert),  de Communistische Partij (KKE, vert.) en Syriza’s eigen Links Platform, pleit voor een productieve wederopbouw buiten de Eurozone.  

Hoewel toenemend populair nadat de onverzettelijkheid van het Europese project duidelijk is geworden, is het nog steeds een productivistisch, op de staat gericht, van bovenaf plan, dat de dominante bedoelingen van kapitalisme niet ter discussie stelt: eindeloze kapitalistische groei, een economie gebaseerd op extractie, de expansie van productie, krediet en consumptie. Verder is het gebed in een nationaal kader, wat ook het gevaar van autoritaire ontwikkelingen herbergt.
Een bepalend keerpunt

Zoals altijd is de Griekse crisis een keerpunt als het gaat om de toekomst van het Europese project. De hardliners van de Eurozone staan erop dat mensen uit de periferie van Europa de schuld krijgen wegens de structurele tekortkomingen van de eenheidsmunt en hun eigen volharding in het socialiseren van particuliere schulden via wat ze eufemistisch ‘steunpakketten’ noemen. Tegelijkertijd hebben ze de hoofden vergiftigd van de mensen in het Noorden van Europa met een neokoloniaal moralistisch discours dat via de massamedia de wereld in werd gestuurd.

Het ondervonden verlies aan politieke macht over hun leven doet veel Europeanen naar reactionaire xenofobe partijen grijpen die hen een terugkeer in het verschiet stellen naar de zelfstandige autoritaire natie-staat. Europees links staat verbijsterd toe te kijken terwijl diens hoop vervliegt op een EU gebaseerd op solidariteit en sociale rechtvaardigheid, tegelijkertijd met Syriza’s voorstel om te onderhandelen over een menselijke weg uit de Griekse schuldencrisis.

Nu is de tijd rijp voor een brede alliantie van sociale krachten om een ‘Plan C’ naar voren te brengen dat gestoeld is op sociale samenwerking, gedecentraliseerd zelfbestuur en rentmeesterschap van de gemeenschappelijke voorzieningen (‘common goods’ vert.). Zonder het belang ervan te willen ontkennen, is nationale parlementaire politiek niet het uitverkozen veld voor actie als het om sociale verandering gaat.

Het wegkwijnen van democratie in Europa zou opgevuld moeten worden en uitgedaagd door de versterking van zelfgeorganiseerde gemeenschappen op een lokaal niveau en door sterke banden te smeden tussen hen, samen met een wending naar een economie die is gebaseerd op solidariteit en behoeften, en de collectieve bestuur en verdediging van de gemeenschappelijke voorzieningen. De sociale tegenmacht van de onderdrukten zou de sociale macht van kapitaal direct het hoofd moeten bieden op diens geprivilegieerde plek: het dagelijks leven.

In Griekenland zelf is het debat, dat een hele cirkel doorliep, over onze toekomst voorbij de soberheid nog maar net begonnen. De klinkende afwijzing door 61% van het soberheidsregime dient ons te herinneren dat dit debat nu urgent is en de reactivering van de sociale bewegingen die toewerken naar nieuwe sociale verhoudingen van onderop is van levensbelang, na enkele jaren van relatieve demobilisering. Voor ons ligt een nieuwe cyclus van creatief verzet, van het smeden van collectieve subjecten en van onvermoeibare onderzoeken naar de hervorming van onze werkelijkheid van onderop.

————————-

Theodoros Karyotis is socioloog, vertaler en activist die deelneemt aan sociale bewegingen die voorstander zijn van zelfbestuur, solidaire economie en verdediging van de ‘commons’ in Griekenland. Hij schrijft op  autonomias.net en twitters op @TebeoTeo.