Ga naar de inhoud

Protesten in Kazachstan: een kleurenrevolutie of een opstand van de arbeidersklasse?

Alle post-Sovjet massamedia en TV-zenders zijn geboeid door de protesten die Kazachstan plotseling overspoelen. Bij sommigen wekken ze hoop, bij anderen afschuw en afwijzing. Er zijn verschillende en tegenstrijdige interpretaties van wat er gebeurt: oprecht volksprotest, geruzie tussen clans, samenzwering van pro-westerse en pro-Turkse krachten of zelfs ‘islamistische reactie’. Wat gebeurt er nu werkelijk? Een correspondent van Zanovo-media interviewde Ainur Kurmanov – een van de leiders van de Socialistische Beweging van Kazachstan.

12 min leestijd

(Door Ainur Kurmanov – vertaling grenzeloos, kaart van wikipedia)

Een modelrepubliek

Kazachstan is een van de grootste post-Sovjet-landen, dat slechts tweede is na de Russische Federatie in het systeem van politieke en economische betrekkingen, dat werd opgebouwd na de ineenstorting van de Sovjet-Unie. Nursultan Nazarbayev was een van de architecten van het GOS (Gemenebest van Onafhankelijke Staten). Het Kazachse model van soepele transformatie van de voormalige partij- en Sovjetnomenclatuur in een kapitalistische oligarchie met ‘een Aziatisch gezicht’ werd door velen als een model gezien. Dit model had inderdaad oppervlakkig gezien aantrekkelijke kenmerken, niet alleen voor de heersende elites in andere republieken, maar ook voor de gemiddelde burger: een hoog economisch niveau, de aanwezigheid van formele attributen van democratie en weinig beperkingen voor de westerse cultuur. De grote voorraden natuurlijke hulpbronnen, waaronder olie en het industriële potentieel, geërfd van de socialistische periode, bleken een goed vertrekpunt voor de jonge staat. Tegelijkertijd stelde de officiële propaganda van de Russische Federatie en de GOS Kazachstan graag ten voorbeeld als het ging om het behoud van ‘de tradities van de unie’, het in ere houden van de herinnering aan de Grote Patriottische Oorlog, de afwezigheid van nationalisme, enzovoort.

Onmiddellijk na de Nieuwjaarsvakantie braken op 2 januari massale protesten uit. De reden voor de protesten was de prijsstijging van vloeibaar gas voor auto’s, van 60 tenge naar 120 tenge per liter. De eerste niet toegestane demonstraties begonnen in het westen van Kazachstan, in de regio Mangistau, het hart van grote olieproducerende ondernemingen. Hier bevindt zich het beruchte Zhanaozen, waar tien jaar geleden een staking van arbeiders bruut werd neergeslagen: 15 stakers werden toen gedood en honderden raakten gewond.

De volgende dag – 3 januari – voegden de betogers in de provincie Mangistau nieuwe sociale en politieke punten toe aan hun oorspronkelijke eisen: verlaging van de voedselprijzen, maatregelen tegen de werkloosheid, oplossing van het drinkwatertekort, aftreden van de regering en de plaatselijke autoriteiten. Op deze dag begonnen de demonstranten zich ook te verzamelen op de pleinen en straten van Almaty, de hoofdstad Nursultan en andere steden. Op een aantal plaatsen werden wegen geblokkeerd en zelfs ’s nachts gingen de demonstranten niet uiteen.

Op dinsdag 4 januari raakten demonstranten slaags met de politie. In Alma-Ata gebruikten veiligheidstroepen verdovingsgranaten om de demonstranten uiteen te drijven. Op hun beurt gooiden demonstranten politieauto’s omver. In de avond van dezelfde dag werkten mobiel internet, berichtendiensten en sociale netwerken niet meer.

De Kazachstaanse autoriteiten probeerden de stijging van de gasprijs te verklaren door het feit dat de prijs nu wordt bepaald door elektronische aanbestedingen. Zoals zij zeggen: ‘de markt heeft beslist’. Het bestuur van de regio Mangistau verklaarde met klem dat alles binnen de kaders van de moderne markteconomie viel en dat de oude prijs niet meer terug zou komen.

Maar op 4 januari werd de regering, onder druk van de demonstranten, gedwongen de gasprijs in de regio Mangistau te verlagen tot 50 tenge per liter. De president van Kazachstan, Kasim-Jomart Tokajev, zei dat de overige eisen van de bevolking afzonderlijk zouden worden bekeken. En toen werd op 5 januari het kabinet ontslagen. De directeur van de gasverwerkingsfabriek in Zhanaozen werd gearresteerd.

Regio van totale armoede

De medevoorzitter van de Socialistische Beweging van Kazachstan Aynur Kurmanov beschreef de situatie als volgt:

De arbeiders in Zhanaozen waren de eersten die in opstand kwamen. Een verhoging van de gasprijs diende slechts als aanleiding voor de volksprotesten. De berg van sociale problemen stapelt zich immers al jaren op. Afgelopen najaar werd Kazachstan getroffen door een inflatiegolf. Er moet rekening mee worden gehouden dat producten in de regio Mangistau worden ingevoerd en dat ze daar altijd 2-3 keer duurder zijn. Maar op een golf van stijgende prijzen eind 2021 stegen de kosten van levensmiddelen nog meer, en aanzienlijk. We moeten er ook rekening mee houden dat het westen van het land een regio is met een stevige werkloosheid. In de loop van de neoliberale hervormingen en privatiseringen zijn de meeste bedrijven daar gesloten. De enige sector die hier nog actief is, zijn de olieproducenten. Maar die zijn voor het grootste deel in handen van buitenlands kapitaal. Tot 70% van de olie uit Kazachstan wordt naar westerse markten geëxporteerd, de meeste winsten gaan ook naar buitenlandse eigenaren.

Er wordt praktisch niet geïnvesteerd in de ontwikkeling van de regio. En vorig jaar begonnen deze bedrijven op grote schaal te saneren. Banen werden geschrapt, werknemers begonnen hun salaris en bonussen te verliezen, veel bedrijven zijn slechts dienstverlenende bedrijven geworden. Toen in de regio Atyrau het bedrijf Tengiz Oil in één keer 40.000 werknemers ontsloeg, was dat een echte schok voor heel West-Kazachstan. De staat deed niets om dergelijke massaontslagen te voorkomen. En men moet begrijpen dat één oliearbeider 5-10 familieleden voedt. Ontslag van een arbeider veroordeelt automatisch het hele gezin tot de hongerdood. Er zijn hier geen banen, behalve in de oliesector en de sectoren die in de behoeften van de olie-industrie voorzien.

Kazachstan heeft in feite een kapitalistisch grondstoffenmodel opgebouwd. Onder de bevolking hebben zich een heleboel sociale problemen opgestapeld, er is een enorme sociale gelaagdheid. De ‘middenklasse’ is geruïneerd, de productieve sector is vernietigd. De ongelijke verdeling van het nationaal product heeft een aanzienlijke corruptiecomponent. Neoliberale hervormingen hebben het sociale vangnet zo goed als uitgeschakeld. En waarschijnlijk hebben de eigenaren van multinationale bedrijven berekend – 5 miljoen mensen zijn nodig om de  de olie-industrie te onderhouden; de hele Kazachse bevolking van meer dan 18 miljoen is te veel. En daarom is deze opstand in vele opzichten antikoloniaal. De oorzaken van de huidige protesten zijn geworteld in de werking van het kapitalisme: de prijs van vloeibaar gas is werkelijk gestegen in de elektronische handel. Er was een samenzwering van monopolisten die profiteerden van de uitvoer van gas naar het buitenland, waardoor er een tekort aan gas ontstond en de gasprijzen op de binnenlandse markt stegen. Ze hebben dus zelf de rellen uitgelokt. Er zij echter op gewezen dat de huidige sociale explosie gericht is tegen het hele beleid van kapitalistische hervormingen die in de afgelopen 30 jaar zijn doorgevoerd en de destructieve resultaten daarvan.

Tradities van arbeidersstrijd. Spontane staking

De vorm van protest was aanvankelijk een klassieke ‘proletarische’ staking. In de nacht van 3 op 4 januari begon een wilde staking in de Tengiz Oliebedrijven. Al snel breidde de staking zich uit naar de aangrenzende regio’s. Nu heeft de stakingsbeweging twee zwaartepunten – Zhanaozen en Aktau.

Zoals samenzweringstheoretici vandaag schrijven, werd de onrust in Kazachstan zorgvuldig voorbereid in het Westen, zoals blijkt uit de zorgvuldige organisatie en coördinatie van de demonstranten. In Kurmanov’s woorden:

Dit is geen Maidan, al proberen veel politieke analisten het wel zo voor te stellen. Waar komt zo’n verbazingwekkende zelforganisatie vandaan? Dit is de ervaring en traditie van de arbeiders. Sinds 2008 wordt de regio Mangistau opgeschrikt door stakingen en de stakingsbeweging begon al in de jaren 2000. Zelfs zonder enige inbreng van de Communistische Partij of andere linkse groeperingen werd er voortdurend aangedrongen op nationalisering van de oliemaatschappijen. De arbeiders zagen gewoon met eigen ogen waar privatisering en buitenlandse kapitalistische overname toe leidden. In de loop van deze vroegere demonstraties deden ze enorme ervaring op in strijd en solidariteit. Alleen al het leven in de ellende zorgde ervoor dat de mensen bij elkaar bleven. Het was tegen deze achtergrond dat de arbeidersklasse en de rest van de bevolking samenkwamen. De protesten van de arbeiders in Zhanoazen en Aktau hebben vervolgens de toon gezet voor andere regio’s van het land. Yurts en tenten, die de demonstranten op de grote pleinen van de steden begonnen op te zetten, waren helemaal niet ontleend aan de ‘Euromaidan’-ervaring: ze werden al gebruikt in de Mangastau-regio tijdens de plaatselijke stakingen van vorig jaar. De bevolking zelf bracht water en voedsel voor de demonstranten.

In Kazachstan is er nu geen legale oppositie, het hele politieke veld is leeggeveegd. De Communistische Partij van Kazachstan was de laatste die in 2015 werd geliquideerd. Slechts 7 pro-gouvernementele partijen bleven over. Maar er zijn genoeg ngo’s actief in het land, die actief samenwerken met de autoriteiten om een pro-westerse agenda te promoten. Hun favoriete onderwerpen: de hongersnood van de jaren dertig, de rehabilitatie van deelnemers aan de Basmachi-beweging en collaborateurs van de Tweede Wereldoorlog, enzovoort. Ngo’s werken ook aan de ontwikkeling van een nationalistische beweging, die in Kazachstan volledig pro-regeringsgezind is. Nationalisten houden bijeenkomsten tegen China en Rusland die door de autoriteiten worden gesanctioneerd.

Volgens onze gesprekspartner zijn de sinistere islamisten die achter de recente gebeurtenissen zouden zitten, ook in Kazachstan uiterst zwak en slecht georganiseerd. Zoals hij ons verzekerde, streeft het moderne Kazachstan in feite naar de opbouw van een mono-etnische staat en is nationalisme de officiële ideologie. Alle berichten over een ‘pro-Sovjet’ Kazachstan door onder meer de tv-zender Mir zijn een mythe:

Al in 2017 werd in Kyzyl-Orda een monument opgericht voor Mustafa Chokai, de bezieler van het Turkestanlegioen van de Wehrmacht. Nu herziet de staat de geschiedenis radicaal. Dit proces is vooral geïntensiveerd na het bezoek van Nursultan Nazarbayev aan de VS een paar jaar geleden. De pan-Turkse beweging wordt ook steeds actiever. Meer recentelijk werd op initiatief van Nursultan Nazarbayev op 12 november 2021 in Istanbul de Unie van Turkse Staten opgericht. De elite van Kazachstan houdt haar belangrijkste troeven in het Westen. Daarom zijn de imperialistische staten absoluut niet geïnteresseerd in de ondergang van het huidige regime; het staat al volledig aan hun kant.

Maar misschien is niet alles zo eenduidig met de geopolitieke prioriteiten van Kazachstan? Het lijkt erop dat zijn leiders toch de neiging hebben een berucht multi-vectorbeleid te voeren, manoeuvrerend tussen Rusland, het Westen, China en Turkije. Maar één voorwaarde komt alle buitenlandse partners hier goed uit – de plaatselijke ‘loyale’ wetgeving staat buitenlandse bedrijven toe hun winsten uit het land te halen. Indien mogelijk zal echter geen van de wereldspelers stoppen om de regering in een nog volgzamer regering te veranderen. En natuurlijk zal de liberale oppositie proberen haar greep op de massale protestbeweging te vestigen, ze doet dat nu al.

Het aftreden van Nazarbajev als president en zijn benoeming als hoofd van de Veiligheidsraad, werd ingegeven door de wens om de schijn van democratie op te houden, ook voor het Westen. In werkelijkheid behoudt hij de volledige controle over alle takken van de macht en heeft hij zijn macht alleen maar vergroot, terwijl hij tegelijkertijd de verantwoordelijkheid volledig uit de weg is gegaan. President Tokajev is een decoratiefiguur, een pion binnen de heersende groep. Ongetwijfeld kunnen de huidige protesten ertoe leiden dat sommige facties een paleiscoup of soortgelijke acties proberen te plegen. Je kunt niet alles reduceren tot samenzweringstheorieën. Je moet de huidige protestbeweging ook niet idealiseren. Ja, het is een sociale beweging aan de basis, met een voortrekkersrol voor arbeiders, gesteund door werklozen en andere sociale groepen. Maar er zijn heel andere krachten in aan het werk, vooral omdat arbeiders geen eigen partij hebben, geen klassenvakbonden, geen duidelijk programma dat volledig tegemoet komt aan hun belangen. De bestaande linkse groeperingen in Kazachstan zijn meer kringen en kunnen de gang van zaken niet serieus beïnvloeden. Oligarchische krachten en krachten van buitenaf zullen proberen zich deze beweging toe te eigenen of op zijn minst voor hun eigen doeleinden te gebruiken. Als zij winnen, zullen de herverdeling van eigendom en de open confrontatie tussen verschillende groepen van de bourgeoisie, een ‘oorlog van allen tegen allen’, beginnen. Maar in ieder geval zullen de arbeiders bepaalde vrijheden kunnen winnen en nieuwe kansen krijgen, waaronder de oprichting van hun eigen partijen en onafhankelijke vakbonden, die hun strijd voor hun rechten in de toekomst zullen vergemakkelijken.

Kazachstaanse strijdkrachten proberen de demonstranten te bestrijden

PS: Na de publicatie van het artikel werd bekend dat er in Almaty en enkele andere steden hevige gevechten zijn uitgebroken, de demonstranten hebben veel belangrijke gebouwen in Almaty en andere steden bezet. Onder druk van de protesten heeft president Tokajev ongekende sociale concessies gedaan – hij beloofde overheidsregulering van gas, benzine en sociaal belangrijke goederen, een moratorium op het verhogen van de rekeningen van nutsbedrijven, gesubsidieerde huurprijzen voor huisvesting voor de armen en de oprichting van een openbaar fonds ter ondersteuning van de gezondheidszorg en de kinderen. De demonstranten eisten ook een terugkeer naar de grondwet van 1993 en een regering die bestaat uit mensen van buiten het systeem. En ze eisen nog steeds lagere voedselprijzen en een verlaging van de pensioengerechtigde leeftijd tot 58-60 jaar, hogere lonen, pensioenen, kinderbijslag, enzovoort.

Liberale activisten van de oppositie haastten zich te verklaren dat zij het zijn die de beweging coördineren.

Tegen de avond van 5 januari kwam het bericht dat Nursultan Nazarbajev niet langer voorzitter van de Veiligheidsraad was. President Tokajev nam zijn plaats in en verklaarde van plan te zijn ‘zo hard mogelijk op te treden’. Tegelijkertijd werd beloofd dat spoedig ‘consequente politieke hervormingen’ zouden worden doorgevoerd.

Later op de dag riep Tokajev op tot een ‘vredeshandhavende’ (in feite politionele) operatie van de landen van de Organisatie voor het Verdrag inzake Collectieve Veiligheid (Rusland, Wit-Rusland, Armenië, Oezbekistan, Tadzjikistan en Kirgizië) om de protesten te onderdrukken, die door de Kazakken nu werden bestempeld als een poging tot interventie van buitenaf. Tegen de ochtend van 6 januari had de CSTO-raad het verzoek goedgekeurd en er zijn reeds berichten over Russische troepen in Kazachstan.

Dit artikel stond op LeftEast (origineel in het Russische Zanovo Media). Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.