Ga naar de inhoud

No Shit

Shit, het gaat helemaal niet goed. Er is een race tegen de klok bezig, die we op veel punten sowieso al verliezen, nu gaat het erom te redden wat er nog te redden valt. Een voor ons leefbare natuur, biodiversiteit, een klimaat zonder al te veel fratsen. Wat we zelf kunnen doen is heel veel, maar dat werkt alleen als we die dingen massaal doen. Massaal plantaardig eten, massaal weinig energie gebruiken, massaal weinig spullen kopen. Als iedereen zo zou leven zou het kapitalisme niet kunnen bestaan. Ik loop de winkels voorbij, mode is aan mij niet besteed, evenmin als vliegreizen. Massaal de winkels voorbij lopen, massaal Schiphol vermijden. Nee, het schiet niet op, we zijn met zo weinig.

3 min leestijd

(Door Rymke Wiersma, overgenomen van Konfrontatie foto Benketaro, CC2.0 Flickr)

 Maar wacht, er is nu toch een maatregel vanuit de regering, het gaat over stikstof, en dat had natuurlijk veel eerder gemoeten, het is te laat en te weinig, maar beter iets dan niets – maar daar denken de boeren anders over, kijk, daar rijden ze weer lawaaiig en CO2-uitstotend op hun trekkers het hele land door, een spoor van stinkende gier en gekapte wilgen achter zich latend.

 En nu blijkt Trump ook nog de Nederlandse boeren steunen. Ik heb neiging erom te lachen maar bedenk nog net op tijd hoe Trump ook op de lachspieren werkte voor hij tot president gekozen werd, hoe het lachen ons daarna verging. Nee, weinig te lachen. Ook niet om de boeren. Zelfs niet met kiespijn.

 Maar hallo, de boeren, de boeren, dat slaat nergens op. Niet alle boeren doen eraan mee en zeker niet allemaal zijn ze Thierry- of Trumpaanhangers of anderszins kromdenkers. Er zijn ook boeren met idealen, met wensen en ambities die verder reiken dan de eigen portemonnee. Boeren die duurzame landbouw voorstaan, die willen bijdragen aan biodiversiteit.

 Het is misschien wat arbeidsintensiever, kleinschaliger, maar mensen die er werken kiezen er meestal heel uitdrukkelijk voor.

Iets dat je niet snel zult tegenkomen in grootschalige landbouw, laat staan in de vee-industrie: mensen die uit vrije wil en onbetaald mee komen werken, omdat ze het een goede zaak vinden. In de kleinschalige en alternatieve hoek gebeurt dit veel. Groentetuinen met een vaste groep afnemers, mensen die zelf komen oogsten, waarvan velen ook ander werk doen op het land.

 Een aantal biologische en duurzame organisaties (waaronder de Federatie van Agro-Ecologische Boeren) heeft een ‘groenboerenplan’ bij de minister ingediend (‘Duurzaam boeren kan alleen als er een eerlijke prijs wordt betaald’; ‘Zorg voor ondersteuning voor iedere boer die zich verder wil ontwikkelen op het pad van verduurzaming’ en zo nog een achttal punten.)

Helaas werden ze nogal overschreeuwd door hun niet-bio-collega’s.

 Bij de Federatie van Agro-Ecologische Boeren zit ook een organisatie die behalve biologische ook veganistische landbouw voorstaat, een combinatie die nog schaars is, maar wel in opkomst: het Netwerk voor Biocyclische Veganlandbouw Nederland &Vlaanderen. Er wordt onderzoek gedaan, ze hebben onlangs een prijs gekregen, en op de website staat weer een link naar een andere (overlappende) club: de no-shit-beweging.

 Ja, er bestaat wereldwijd een ‘no shit’ beweging, voor biologische landbouw zonder gebruikmaking van dierlijke mest. Dieren worden er niet uitgebuit, ze worden ook niet gehouden. Er wordt wel met dieren sámengewerkt: met wormen en andere bodemdieren. Een gezonde, evenwichtige bodem, dus een met veel diertjes, is onmisbaar als je er voedsel wilt verbouwen.

 Op de website (noshitfood.nl) lees ik:

Met No Shit eet u voedsel dat is geteeld met respect voor alles wat leeft. Dat het milieu en klimaat niet belast, maar de bodem juist steeds gezonder maakt. Dat helemaal losstaat van het houden van productiedieren. Want industriële veehouderij, daar wordt niemand vrolijk van.

Dankzij slimme wisselteelt en plantaardige bemesting kunnen we zonder. En dat is heel goed nieuws. Natuurlijk voor de dieren in kwestie, maar ook voor mensen, vooral als je naar de lange termijn kijkt. Op dit moment wordt namelijk driekwart van de landbouwgrond voor veevoer gebruikt. Hoe minder we op productiedieren leunen, hoe meer grond er vrijkomt. We kunnen dus veel meer monden voeden en zelfs land teruggeven aan de natuur.

Beter dan het afgeven op destructieve boeren kunnen we deze opbouwende boeren steunen.

Rymke Wiersma