Ga naar de inhoud

Nieuw EU handelsbeleid vergroot armoede en crisis

Op 9 november presenteerde eurocommissaris De Gucht een nieuwe Europese handelsstrategie, getiteld ‘Trade, Growth and World Affairs’. Van diverse kanten werd stevige kritiek op de uitgangspunten van deze strategie geleverd en op de ruimte die de Unie aan Europese ondernemingen geeft en de negatieve effecten op ontwikkelingslanden die dat tot gevolg heeft.

10 min leestijd
Placeholder image

 

Op 9 november presenteerde eurocommissaris De Gucht een nieuwe Europese handelsstrategie, getiteld ‘Trade, Growth and World Affairs‘. Deze strategie vervangt de ‘Global Europe: Competing in the World‘-strategie die dateert van 2006. De nieuwe strategie maakt onderdeel uit van de Europese economische strategie ‘Europe 2020’ [1] die eerder dit jaar is aangenomen.

Het Seattle-to-Brussels Network [2] kwam meteen met een kritiek [3] waarin het aangeeft dat de nieuwe Europese handelsstrategie het beleid zal versterken dat leidde tot de huidige economische, sociale en ecologische crises. Kritiek kwam er ook van de kant van ontwikkelingsorganisaties. Zo bracht een vijftal organisaties – Traidcraft Exchange (UK), Oxfam (Duitsland), AITEC (Frankrijk), WEED (Duitsland) en Comlamh (Ierland) – een rapport uit [4] dat aantoont hoe dit handelsbeleid de zwakke economische positie van ontwikkelingslanden nog verder zal ondermijnen waar het gaat om de export van ruwe grondstoffen. Een andere ontwikkelingsorganisatie, War-on-Want, gaf aan dat de ‘Trade, Growth and World Affairs’-strategie ook op andere terreinen wordt ingezet (zoals openbare aanbesteding, deregulering van financiële diensten, uitbreiding en versterking van intellectueel eigendomsrechten) om zogenaamde ‘barriers to business’ te slechten en dat het een rol zal spelen bij de voortdurende druk op ontwikkelingslanden om bilaterale akkoorden af te sluiten met de Unie [5].

Hieronder volgt een (vrije) vertaling van het persbericht van het Seattle-to-Brussels Network [3] en van de samenvatting van het Traidcraft-rapport [6]

* De nieuwe handelsstrategie van de EU zal het beleid versterken dat verantwoordelijk
is voor de economische, sociale en ecologische crises
Seattle-to-Brussels Network, 9 november 2010

Vandaag lanceerde de Europese Commissie haar nieuwe handelsbeleid, de ‘Trade, Growth and World Affairs’-strategie [7]. Dit nieuwe beleid vormt een belangrijk onderdeel van ‘Europe 2020’, de economische strategie van de EU, en vervangt de ‘Global Europe – competing in the world’-strategie uit 2006. Maar het voegt niets nieuws toe, aldus Bruno Ciccaglione, coördinator van het Seattle-to-Brussels Network. Hij zegt hierover: “De beleidsvoorstellen die in de ‘Europe 2020’-strategie zijn ingebed tonen aan dat de EU niet van koers is veranderd ondanks de huidige crises. En dat men nog steeds ontkent dat de liberalisering van handel en investeringen, en de deregulering van financiële diensten in het bijzonder, in grote mate hebben bijgedragen aan die crises.”

Het Seattle-to-Brussels Network, dat ruim 70 groepen, maatschappelijke organisaties en netwerken uit heel Europa vertegenwoordigt die zich actief bezighouden met handelsbeleid, heeft herhaaldelijk uiteengezet hoe de ondernemingsgerichte handels- en investeringsstrategie van de EU (de ‘Global Europe’-strategie) leidde tot ondermijning van het Europese sociale model, tot toename van ongelijkheid en uitbuiting, en tot het onthouden aan landen en gemeenschappen van de mogelijkheid om sociale, culturele en politieke mensenrechten te verwezenlijken. Het weerhield hen van het reguleren van hun economieën in het belang van ontwikkeling, het milieu en sociale rechtvaardigheid.

Alleen Europese ondernemingen hebben voordeel gehad bij het huidige model, ten koste van mens en milieu. De concurrentie-agenda van de EU die in het kader van het nieuwe handelsbeleid van de ‘Europe 2020’-strategie wordt gepromoot, zal daarom niet leiden tot het behalen van de gestelde doelen van de ‘Growth and Jobs’-strategie van de Unie, maar wel tot verder toenemen van de negatieve gevolgen van de economische, sociale en ecologische crisis in Europe en in de ontwikkelingslanden.

De Europese Commissie zou daarentegen juist een handel- en investeringsbeleid moeten bevorderen dat coherent is met het algemene EU-buitenlandbeleid volgens artikel 208 TFEU van het Lissabon Verdrag waarin het behalen van de Millennium Development Goals en van armoedereductie wordt gedefinieerd als overkoepelende doelstelling.

De ‘Trade, Growth and World Affairs’-strategie wordt gepresenteerd als een belangrijk element uit het antwoord van de EU op de wereldwijde crises. De Commissie beargumenteert dat verdergaande liberalisering van handel en investeringen noodzakelijk is, gezien de economische crisis. Het versterken van het concurrentievermogen van de Unie (’thuis’ en ‘over de grens’) is een hoeksteen van de ‘Europe 2020’-strategie en het motto van het nieuwe handelsbeleid.

Binnen de Unie zou versterking van het concurrentievermogen kunnen worden uitgelegd als verdergaande deregulering en arbeidsmarktflexibilisering, bevordering van publiek-private partnerschappen (PPP’s), privatisering van dienstenverlening, ontmanteling van sociale bescherming en de verwijdering of verlichting van bepalingen voor ondernemingen binnen het kader van ‘betere’ of ‘slimme’ regulering [8]. Buiten de Unie betekent dat het verkrijgen van meer toegang tot essentiële natuurlijke hulpbronnen en ruwe grondstoffen wereldwijd en het inzetten op de verbetering van de – al gunstige – positie van Europese bedrijven aldaar.

Het Europese handels- en investeringsbeleid moet dringend 180° worden gedraaid
Het Europese handels- en investeringsbeleid wordt in toenemende mate gedomineerd door een beperkt aantal belangen. De EU moet op kritische wijze de ontwikkelingen van de laatste tien jaar op het gebied van handel- en investeringsbeleid onderzoeken. Het is nu tijd om het handels- en investeringsmodel van de Unie te heroverwegen en om beleid op te stellen dat uitgaat van samenwerking, solidariteit en duurzame ontwikkeling en dat is gebaseerd op wederzijdse steun en maatschappelijke behoefte in plaats van concurrentie en winstaccumulatie.

Het funktioneren van het Europese handels- en investeringsbeleid is niet slechts een technische kwestie die is gereserveerd voor deskundigen, maar veel meer een politieke kwestie die alle burgers aangaat. Het handels- en investeringsbeleid van de EU zou daarom onderwerp moeten zijn van maatschappelijk kritisch onderzoek en de vaststelling ervan zou moeten zijn gebaseerd op democratische strukturen waarin burgers een belangrijk aandeel hebben.

Een alternatief Europees handels- en investeringsbeleid zou een integraal onderdeel moeten vormen van een alternatief Europees economisch en sociaal beleid.

* EU’s nieuwe graaien naar ruwe grondstoffen zal de armoede doen toenemen
Traidcraft, 10 november 2010

De push van de EU om de Europese bedrijven te helpen toegang te verwerven tot ruwe grondstoffenmarkten in ontwikkelingslanden zal leiden tot toename van de armoede daar, zo wordt vandaag geconcludeerd in een nieuw rapport.

Het ‘Raw Materials Initiative’ van de Unie [9], dat de Europese Commissie later deze maand nader zal toelichten, is de aankondiging voor een nieuwe zoektocht naar ruwe grondstoffen als platina, zeldzame aarde-elementen, hout en huiden.

Volgens Brussel zijn deze materialen essentieel voor de ontwikkeling van het toekomstige industriële concurrentievermogen van de EU. Het handelsbeleid [10] dat dit initiatief begeleidt, zal echter leiden tot grotere armoede van en in ontwikkelingslanden.

Twee aspecten van het EU-beleid zijn van speciaal belang. Zo dringt de EU er bij ontwikkelingslanden op aan dat zij hun exportrestricties, zoals exportheffingen, niet of slechts in beperkte mate gebruiken, terwijl veel van deze landen die heffingen juist nodig hebben voor de ontwikkeling van hun eigen industrie, voor de openbare dienstverlening en voor milieubeschermning.

Ten tweede probeert de EU te komen tot onderhandelingen over nieuwe investeringsregels die Europese ondernemingen ongeëvenaarde toegang verschaffen tot de markten van arme landen, vooral met betrekking tot natuurlijke hulpbronnen, op basis van dezelfde of betere voorwaarden als lokale bedrijven, en die de mogelijkheden van ontwikkelingslanden beperken om investeringen te doen met als doel de armoede te reduceren.

Het rapport, getiteld “The New Resource Grab: How EU Trade Policy on Raw Materials is Undermining Development” is geschreven in opdracht van een coalitie van Europese NGO’s die zich bezig houden met handelskwesties in ontwikkelingslanden.

Paul Spray, beleidsdirecteur van Traidcraft Exchange, het coalitielid uit de UK, zei: “Op zijn best komt dit neer op het afstoppen door de Europese strategie van pogingen van regeringen om zinnig ontwikkelingsbeleid uit te voeren; op zijn slechtst lijkt dit op een traditionele vorm van roof van ruwe grondstoffen, onderdeel van een nieuwe graaitocht in Afrika.”

De schrijver van het rapport en deskundige in handelsontwikkeling, Mark Curtis, voegt toe: “Ons onderzoek laat zien dat bijvoorbeeld in Kenia de exportheffingen op onbewerkte koeienhuiden de ontwikkeling van de lokale leersector mogelijk hebben gemaakt. Dat heeft gezorgd voor zevenduizend nieuwe banen, de toename van de inkomens van 40.000 anderen en verhoging van de opbrengsten uit de sector met bijna 8 miljoen euro. Desondanks eist de EU dat het gebruik van exportheffingen in Kenia – en elders – wordt beperkt.”

Het onderzoek maakt duidelijk dat de strategie van de EU is aangestuurd door Europese ondernemingen die toegang willen tot goedkope ruwe grondstoffen. Er is sprake van toenemende weerstand van veel ontwikkelingslanden die het recht op gebruik van exportbelasting proberen te behouden en die lange tijd tegenstand hebben geboden tegen onderhandelingen over investeringsakkoorden met de EU. Ondernemingen in de ruwe grondstoffensector, vooral mijnbouwbedrijven, zijn al zeer berucht waar het gaat om het respecteren van mensenrechten. Toch dringt de EU sterk aan op veelomvattende investeringsliberalisering met een ‘maximale bescherming voor investeerders uit de EU’.

Het door de EU voorgestelde investeringsbeleid kan leiden tot vergemakkelijking van ‘land-grabbing’, de ontmoediging van regeringen om milieumaatregelen te nemen, en het tegengaan van de capaciteit van regeringen om belastingbeleid uit te voeren gericht op het verwerven van overheidsinkomsten en het laten opkomen van een eigen industrie.

Het ‘Raw Materials Initiative’ zal waarschijnlijk ook Europa’s eigen afhankelijkheid van ruwe grondstoffen verhogen. De gemiddelde Europeaan consumeert nu al drie keer zo veel als de gemiddelde Aziaat en meer dan vier keer de gemiddelde Afrikaan. Europea is in grotere mate afhankelijk geworden van geïmporteerde hulpbronnen dan enige andere regio in de wereld. Hoewel het initiatief ook gaat over recycling, is het pushen van steeds meer toegang tot ’s werelds ruwe grondstoffen niet in lijn met het verminderen van de bestaande consumptie ervan in Europa.

De studie roept de EU op om te stoppen met het promoten van dit eenzijdige initiatief en om in plaats daarvan een internationaal proces voor een billijk gebruik van de beperkte natuurlijke hulpbronnen in de wereld te bevorderen. Brussel moet stoppen met het eisen van beperkingen op het gebruik van exportbelastingen en het moet ontwikkelingslanden toestaan buitenlandse investeringen in eigen belang te reguleren.

“The New Resource Grab: How EU Trade Policy on Raw Materials is Undermining Development,” is uitgebracht door Traidcraft Exchange (UK), Oxfam-Germany, AITEC-France, WEED-Germany en Comlamh-Ireland.

Noten:
[1] Zie de ‘Europe 2020′-website van de Europese Commissie.
[2] Een zeventigtal organisaties op gebied van ontwikkeling, milieu, mensenrechten, vrouwen- en boerenbelangen, arbeid, sociaal beleid, als ook onderzoeksgroepen.
[3] “The new EU’s 2020 trade strategy will reinforce the policies responsible for the economic, social
and environmental crises,” persbericht S2B, 9 november 2010.
[4] “The New Resource Grab: How EU Trade Policy on Raw Materials is Undermining Development,” Traidcraft cs., 10 november 2010.
[5] Zie “New EU trade policy a ‘failed agenda’ – Blueprint makes poor pay for crisis – charity,” War-on-Want, 9 november 2010 en “A new trade strategy for Europe? No, it’s more of the same forced liberalisation we’ve seen for 40 years,” door Heidi Chow (War-on-Want), 11 november 2010.
[6] “EU’s new grab for raw materials will increase poverty,” Traidcraft, 10 november 2010.
[7] Website: “The future of trade policy 2010-2015” en bijbehorende tekst “Trade, Growth and World Affairs – Trade Policy as a core component of the EU’s 2020 strategy”.
[8] “Better Regulation“-website van de Europese Commissie.
[9] Zie: hier en daar. Het ‘Raw Materials Initiative’ werd in 2008 door de Europese Commissie opgestart. Het benadrukt de Europese afhankelijkheid van “strategisch belangrijke ruwe materialen” zoals ‘high-tech’ metalen (platina, zeldzame aarde-elementen, titanium, etc), hout, chemicaliën, en huiden. De belangrijkste hindernis voor toegang tot deze materialen zou de “proliferation of government measures that distort international trade in raw materials, notably export taxes and ‘restrictive investment rules'” zijn in 70 landen (waaronder China, Rusland, Ukraïne, Argentinië, Zuid-Afrika, India en andere landen in het grondstofrijke Afrika en Zuid-Amerika. Het toepassen van exportheffingen zijn echter toegestaan volgens de regels van de Wereld Handels Organisatie. Het beperken van de export stimuleert het plaatselijke gebruik van ruwe grondstoffen en de ontwikkeling van een eigen verwerkingsindustrie, en daarmee van het opzetten van concurrerende fabrieken. Het geeft ontwikkelingslanden de mogelijkheid om minder afhankelijk te worden van de export van ruwe grondstoffen.
[10] Zie noot [5].