Ga naar de inhoud

Lucio Urtubia in Appelscha

Zijn levensverhaal is de wereld ingegaan nadat er een documentaire over gemaakt werd, die op het IDFA-festival in 2007 in Nederlandse première ging. Door de film – en inmiddels drie boeken – is de bescheiden en inmiddels 78-jarige anarchistische metselaar een beroemdheid geworden in activistische kringen. Hij heeft zijn hele leven identiteitspapieren vervalst en banken geld afhandig gemaakt voor de goede zaak en heeft daar geen greintje spijt van.

8 min leestijd

Nu is hij – op zaterdag 30 mei – te gast op het jaarlijkse anarchistische kampeerweekend in Appelscha. Lucio is in de jaren vijftig uit Spaanse militaire dienst gedeserteerd en naar Parijs gevlucht, waar hij terecht kwam in de wereld van politieke vluchtelingen. Zijn grootste faam heeft hij te danken aan het feit dat hij in de jaren ’70 de Citi-bank, toentertijd de grootste van de wereld, miljoenen dollars afhandig maakte met vervalste travelerchecks. Toen Lucio gepakt werd, en enkele maanden in de cel doorbracht, wist hij de bank te bewegen om (in ruil voor de drukplaten) de rechtszaak te laten vallen en nog een paar miljoen cadeau te doen. Na vertoning van de film over zijn leven (waarover eerder is geschreven) staat hij de zaal te woord. Eerst houdt hij een monoloog, daarna beantwoordde hij – in het Spaans – vragen uit het publiek. Tijdens de rest van het weekend blijft Lucio aanwezig op de Pinksterlanddagen en is daar makkelijk aanspreekbaar, voor degenen die Frans of Spaans kunnen tenminste.

“Ik ben geen intellectueel, ik ben iemand van de daad, van de praktijk” valt Lucio met de deur in huis, als om te waarschuwen dat je van hem geen theoretische hoogstandjes hoeft te verwachten. In zijn verhaal benadrukt hij telkens weer het belang van “de daad”. “We moeten nooit vergeten dat het werken aan een rechtvaardige wereld, of strijden tegen de ongelofelijke onrechtvaardigheid in deze wereld, vooral een kwestie is van de schouders eronder te zetten. Het is een kwestie van hard werken, anders verandert er niets. In de anarchistische wereld ben ik daarin misschien een buitenbeentje, maar ik ben altijd een voorstander van arbeid geweest. Die heeft me in feite alles gebracht wat ik heb, en wat we samen hebben. Alleen door te werken krijg je alles, van een huis tot politieke projecten. De arbeid is ook de enige manier om vakkennis op te doen, dat gaat echt niet met een boekje.” Een andere observatie  die steeds in zijn verhalen terugkeert, is dat hij geen persoonlijke roem wil opeisen en het problematisch vindt dat zijn persoon in het middelpunt van de belangstelling staat. “Alles wat we bereikt hebben, hebben we bereikt door samenwerking, is een collectief project van de anarchistische beweging. Er hebben altijd veel meer mensen meegewerkt die even hard gewerkt hebben en evenveel durf hadden, maar soms minder gelukkig waren dan ik, en wel de gevangenis in verdwenen of zelfs het leven hebben moeten laten.”

img 1877Lucio is er ook trots op dat ze nooit sektarisch of dogmatisch te werk zijn gegaan en allerlei organisaties gesteund hebben die in verzet kwamen. “Natuurlijk kun je kritiek op elkaar hebben. Maar wij hebben de waarheid niet in pacht. Ik weet het definitieve antwoord op alle problemen net zo min. De enige manier is om aan de slag te gaan. Al doende leert men. En als het om identiteitspapieren gaat, gaat het er in eerste instantie om slachtoffers van staatsrepressie te helpen. Dan ga je niet eerst vragen of die wel helemaal recht in de leer zijn. De meeste mensen die we ondersteund hebben, hebben we trouwens nooit gekend. Ik kom nog steeds mensen tegen die zeggen dat ze vroeger als politieke vluchteling dankzij ons drukwerk konden overleven. We hebben trouwens ook vaak met zogenaamde ‘gewone criminelen’ samengewerkt, waar mensen bij zaten die voortreffelijker waren dan de grootste revolutionairen.”

Als vanuit het publiek gevraagd wordt of hij niet ontmoedigd is geraakt als hij nu naar de politieke bewegingen om zich heen kijkt, toch een schim van wat hij ooit heeft meegemaakt, verzekert hij dat anarchistische ideeën momenteel overal opbloeien. “Door de film en de boeken kom ik op veel plekken om lezingen te geven. Overal zie je groepen die het anarchisme bespreken en aan basisinitiatieven werken. Er is een grote opleving te zien van anarchistische ideeën en acties. Het zijn de heersende politieke kringen die in de problemen zitten, de mensen die hen steunen vormen momenteel een minderheid”. Spaans Baskenland (waar de film over zijn leven gemaakt is, red.) is ook een goed voorbeeld. “Je zou denken dat nationalistische ideeën daar de overhand hebben, maar dat is niet zo. Als ik er kom valt me altijd op dat de meeste activisten libertaire ideeën koesteren.
Probleem is echter dat men hier in Europa vaak te weinig georganiseerd is, er wordt te weinig samengewerkt, het lijkt wel of iedereen het belangrijker vindt om zijn eigen scheepje te varen dan samen wat te bereiken”. Als lichtend voorbeeld van hoe het zou kunnen, verwijst hij naar de vuilnisrapers in de Braziliaanse stad Porto Alegre, die zich georganiseerd hebben in een anarchosyndicalistische vakbond, waar alles in zelfbeheer is en iedereen hetzelfde loon verdient. “Ze hebben nu zelfs eigen vrachtwagens, en zijn zo sterk geworden dat ze andere steden kunnen helpen om te organiseren en met de landloze boeren samenwerken.” “Of neem Argentinië, in Buenos Aires is het grootste hotel van de stad, Bauen, door het personeel in eigen beheer genomen.”

Lucio is straatarm geboren en verklaart dat hij daar dankbaar voor is. “Ik heb moeten toekijken terwijl mijn vader stierf en we geen geld hadden om medicijnen of pijnstillers te kopen. Ik draaide op 10jarige leeftijd al de bak in omdat mijn moeder geen geld had om de boetes te betalen die we opgelegd kregen. Dat heeft me verlost van elke illusie over wat het ‘legale systeem’ ons zou kunnen bieden. Voor mij is de armoede de grootste rijkdom”. Hij draait die vergelijking om als hij beschrijft wat hij zag toen hij door Nederland naar de camping op Appelscha reisde. “Ik zag op de weg hier naartoe hoe ongelofelijk rijk dit land is, je hebt er mensen die in een dag uitgeven wat wij hier met z’n allen (wijzend naar de zaal met zo’n zeventig belangstellenden) in een week nog niet op zouden krijgen. Rijkdom kan zo armoedig zijn.” “Iemand die meer heeft is voor mij niet meer waard, en andersom. Trouwens deelnemen aan politieke strijd levert ook veel op. Doordat ik nooit wat voor mezelf achter heb gehouden van de politieke projecten die we deden, zit ik nu waar ik zit. Ik mag de hele wereld over reizen, zelfs naar de VS, en zo’n groep als jullie toespreken. Dat was me nooit overkomen als ik alleen aan mijn eigen hachie had gedacht.”

“Ik ben het levende bewijs dat alles mogelijk is”, roept hij uit als er gevraagd wordt wat hij nu bereikt heeft. “Kijk mij nou, een simpele metselaar en ik word tegenwoordig  overal op de wereld uitgenodigd om toespraken te houden en interviews te geven, tot aan de Sorbonne en Oxford toe. Het boek over mijn leven wordt vertaald in het Duits en Engels. Niet gek voor iemand die nooit gestudeerd heeft! We hebben de utopie werkelijkheid gemaakt. We hebben massaal identiteitspapieren uitgegeven en ook geld en waardepapieren. In feite hebben we gewoon de overheid vervangen en zijn we dat zelf gaan doen. Dat is dus mogelijk, als je maar wilt en er hard aan werkt. De staat heb je helemaal niet nodig. Staten of politieke partijen zijn nergens goed voor, het enige wat die goed kunnen is geld uitgeven.” En een misdadiger heeft hij zich nooit gevoeld. “ik ben trots op elke cent die we bij de banken weggehaald hebben, want dat zijn de ware schurken”. Hij haalt Machiavelli aan voor de leus: “Om te regeren moet je crimineel zijn”.

Image“Als we wat willen bereiken moeten we het dus zelf doen, en samen, van onderop. Het is een kwestie van hard werken. Alles heeft zijn prijs, geloof maar niet dat het vanzelf komt. Ik heb uren en uren besteed aan poetsen en schoonmaken, om te zorgen dat er geen sporen van het drukwerk achterbleven.  Mede daardoor hebben we tientallen jaren ons werk kunnen doen zonder dat we gepakt werden. Want reken maar dat ze dat wilden. Dat principe van hard werken en vroeg opstaan om wat te bereiken geldt overal voor. Als iedereen die hier bij elkaar is alleen al een dag per week of maand zou besteden aan het anarchisme, zouden we al een heel eind komen.”

Een dag later, bij een gesprek tussen de caravans, vertelt Lucio dat hij de leus van Domela Nieuwenhuis mooi vindt die bij de ingang van het kampeerterrein hangt en voor hem vertaald was: “Dat arbeiders die drinken niet denken, en arbeiders die denken niet drinken”. “Dat past wel bij mij, ik heb nog nooit een nachtclub van binnen gezien”. Tegelijkertijd moet hij hard lachen als hem verteld wordt dat het deel van de bezoekers dat wél alcohol wil drinken, net buiten het terrein rond het kampvuur een bacchanaal aanricht. Gevraagd naar zijn oordeel over de actie-beweging, merkt hij op dat die er bruisend en jong uitziet maar ook erg naar binnen gericht lijkt. Hij kent de kraakpanden en vrijruimtes en vindt het geweldig dat ze hun lot in eigen handen nemen, maar hoopt ook “dat ze minder subcultuur worden, en zich meer gaan bemoeien met de wereld buiten hun vrijruimtes, met de arbeiders en ongedocumenteerden. Dat hebben wij ook altijd gedaan”.

Pinksterlanddagen website
Trailer film
Website van de film.