Ga naar de inhoud

Honduras in Vlammen

De chaos rond de presidentsverkiezingen van vorige week in Honduras weerspiegelt een rechtse consolidatie van de macht in het land, aangespoord door de Verenigde Staten. 

9 min leestijd

(Door Aaron Schneider en Rafael R. Ioris, oorspronkelijk verschenen bij NACLA op 7 december)

Onderschrift foto: Blokkade van snelweg op 1 december tegen het manipuleren van de verkiezingsuitslag ten gunste van President Juan Orlando Hernández, in de volksmond JOH genoemd – “ Weg met JOH, drugs-dictator!” (Honduras Solidarity Network)

Tien dagen na de presidentsverkiezingen in Honduras zijn de resultaten nog niet bekendgemaakt en staat Honduras in de fik. Duizenden demonstranten hebben in de straten van Tegucigalpa gevochten tegen traangasgranaten en kogels, waarbij ze minstens 11 doden hebben achtergelaten. Na eerst de straten waren opgegaan om te onderdrukken, hebben de door de VS opgeleide en gefinancierde strijdkrachten geweigerd de bevelen van de president te volgen om een snel opgelegde avondklok af te dwingen. Ondanks het geweld van de regering blijven studenten en leden van verschillende sociale bewegingen hun leven riskeren en eisen ze democratie, die in gevaar komt door het huidige regime van president Juan Orlando Hernández van de rechtse Nationale Partij. De Nationale Partij is aan de macht sinds een coup de voormalige president Manuel Zelaya in 2009 heeft verwijderd.

De afzetting van Zelaya – die uiteindelijk werd geaccepteerd door de regering-Obama ondanks wijdverspreide regionale veroordeling – was verbonden aan zijn plan om het electoraat te raadplegen over de mogelijkheid om voor een grondwettelijk verboden tweede termijn te gaan. Het is dan ook pijnlijk ironisch dat de huidige president van Honduras, Hernández, de grondwet op zijn kop zette door een beroep te doen op een Hooggerechtshof dat hij had ingepakt om hem het recht te geven om te worden herverkozen. Dit vier jaar na zijn eerste verkiezing in 2014, waarna hij besmet raakte door een schandaal dat onthulde zijn campagne geld had gestolen van nationale socialezekerheidsrekeningen.

En toch, tegen alle verwachtingen in voor het stevig verankerde regime, wezen initiële verkiezingsuitslagen op een schijnbaar onoverkomelijk voorsprong voor de oppositiekandidaat en politieke nieuweling Salvador Nasralla, wiens politieke coalitie wordt ondersteund door Zelaya. De kiesrechtbanken (TSE) werden vervolgens 72 uur geschorst en toen ze weer aan de slag gingen met het uitbrengen van resultaten, stond Hernández ineens aan de leiding met een marge van 1 procent. Het duidelijke gebrek aan transparantie en het bewijs van het knoeien met stemmen was te veel zelfs voor een land met een veel zwakkere linkerzijde dan de meeste van zijn regionale buren. Mensen begonnen de straat op te gaan. Op dit moment lijkt een vreedzame oplossing steeds minder waarschijnlijk.

De regering heeft een plan aangekondigd om ongeveer 1% van de stemmen te hertellen, de EU en de OAS hebben opgeroepen tot een hertelling van alle betwiste stemmen, en de oppositie pleit in toenemende mate voor nieuwe verkiezingen of op zijn minst om herziening van alle stembussen die zijn geopend sinds de TSE blackout tijdens de oorspronkelijke telling.

De gebeurtenissen van de afgelopen tien dagen wijzen op een groeiende consolidatie van de macht door een nieuw soort rechtse alliantie in Honduras en in Latijns-Amerika: een bondgenootschap dat de kracht van de traditionele gevestigde elites verenigt met die van de financiële elites die meer recentelijk hebben geprofiteerd  van het gemondialiseerde neoliberalisme. Deze alliantie ontstond te midden van de ruines van de Koude Oorlog en het begin van de Washington Consensus- en kan helpen het verklaren van een deel van de dynamiek van de huidige electorale crisis in Honduras evenals recente gebeurtenissen in de regio.

Aan het einde van de jaren tachtig waren er drie politieke en economische verschuivingen die de weg vrijmaakten voor de opkomst van een neoliberale elite in Latijns-Amerika. Ten eerste, een decennium van Centraal Amerikaanse revoluties en regionale schuldencrises delegitimeerde zowel oligarchieën als economisch nationalisme, omdat politieke actoren niet in staat leken de meerdere crises waarmee zij werden geconfronteerd op te lossen. Tegelijkertijd betekende de val van de Sovjetunie dat de ideologische bedreigingen die de Koude Oorlog hadden bezield sterk aan kracht verloor. Dit viel samen met een nieuw tijdperk van Amerikaanse internationale invloed toen het zich wendde tot het neoliberale mondialiseringsbeleid dat wordt geïllustreerd door de tweeledige Washington Consensus. In Honduras en in de rest van de regio kreeg dergelijk beleid gestalte in het wegnemen van handelsbelemmeringen, privatisering van staatsbedrijven, liberalisering van bank- en dienstensector, sober begrotingsbeleid dat overheidsprogramma’s beknotte en een algemene afstand van de staat van economische planning.

In de jaren negentig domineerden degenen die van plan waren een neoliberaal, gemondialiseerd regime te bevorderen de regio. Ze vormden nieuwe partijen die macht veroverden in landen zoals El Salvador, werkten via traditionele partijen in landen zoals Mexico, of deden het publieke beleid over aan technocratische elites in landen zoals Honduras. Neoliberaal beleid loste misschien inflatiecrises tijdelijk op, maar deed weinig voor lang uitgesloten sectoren of aan de bevordering van meer gelijkwaardige ontwikkeling.

In de jaren 2000 won een golf van linkse en centrumlinkse regeringen de electorale macht door de Washington Consensus te verwerpen. De VS leken geen antwoord te hebben, tot Honduras in 2009. Traditionele oligarchische belangen en nieuw-rijke elites die het neoliberalisme hadden omarmd, legden het aan met een Amerikaanse ambassade die aanvankelijk weinig belangstelling had, om een president te verwijderen die naar links dreigde op te schuiven. Sinds de staatsgreep heeft de coalitie traditionele oligarchen en neoliberalen bij elkaar gebracht, met Amerikaanse steun.

In Honduras hebben zowel oude als nieuwe elites geprofiteerd van de machtsgreep van de Nationale Partij in 2009. Om de nieuwe neoliberale elite te helpen, heeft Honduras land afgestaan aan besturen van internationale en lokale zakenmensen met de macht om regels en wetten voor investeringen in zogenaamde Charter Cities. Ten behoeve van de oligarchie die het land bezit, clientelistische politici en het leger, heeft Honduras grootschalige infrastructuurprojecten en mijnbouw ondernomen. Het geweld dat inherent is aan deze oligarchisch-neoliberale alliantie wordt het best geïllustreerd door de moord op de inheemse milieuactivist Berta Cáceres in 2016. Cáceres was een obstakel voor de bouw van een hydro-elektrische dam waartegen zij en haar gemeenschap zich verzetten. In het kielzog van haar dood onthulde een voormalige soldaat dat de Cáceres op een militaire “hitlijst” was gezet.

————

De onwettige verkiezing in Honduras die momenteel vorm krijgt, zal de ondemocratische alliantie tussen oligarchen en neoliberalen in de regio consolideren. Zo’n coalitie verscheen in Haïti in 2004, zette de staatsgreep van 2009 in Honduras op, voerde in 2012 een 24-uursafzetting uit in Paraguay en verwijderde in 2016 een president in Brazilië. Vergelijkbare coalities hebben geprobeerd presidenten in Venezuela, Bolivia en Ecuador  te verwijderen.

Hoewel de gebeurtenissen zich nog steeds ontvouwen, zijn er al enkele lessen te bespeuren. Ten eerste lijkt het erop dat het oligarchisch-neoliberale bondgenootschap op sommige plaatsen verkiezingen kan winnen en regeren, zoals in 2016 in Argentinië, en in Chili in 2010 en misschien ook weer dit jaar. Op andere plaatsen kunnen dergelijke allianties macht verwerven door ondemocratische manipulaties of ‘constitutionele staatsgrepen’, zoals in 2009 in Honduras, Haïti in 2010, Paraguay in 2012 en vorig jaar in Brazilië. Ten tweede is links op veel plaatsen zwak en blijft alleen aan de macht waar oligarchen en neoliberalen zich niet kunnen verenigen, zoals El Salvador, Uruguay, Ecuador, Bolivia, Nicaragua en Venezuela. En deze linkse krachten zijn zelf niet onberispelijk, in sommige gevallen behandelen ze  democratische instellingen net zo tragisch met dezelfde machiavellistische minachting als rechts, al is dat om verschillende redenen.

Ten derde, heeft de VS veel invloed, maar niet voldoende, om de politieke uitkomsten in de regio te bepalen. Telkens weer, verzet de VS zich selectief tegen democratische manipulaties wanneer de linkerzijde regeert en knijpt een oogje dicht wanneer rechts soortgelijke machinaties bewerkstelligt. Dit mislukt op twee manieren. Ten eerste verenigt Amerikaanse ondersteuning zelden neoliberalen en oligarchen. Ten tweede, instemming met en berusting in antidemocratische manipulaties waar rechts regeert, ondersteunt het uitsluitende oligarchisch-neoliberale bondgenootschap en holt elke claim uit van de Verenigde Staten om elders democratie te verdedigen.

Ten slotte is het de moeite waard om de Hondurese verkiezingen in het kader van de Trump-regering te bezien. Gedurende de Clinton-, Bush- en Obama-regeringen heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken gehandeld om zijn visie op de neoliberale mondialisering te bevorderen en leek het met tegenzin op te willen trekken samen met de oligarchisch-neoliberale alliantie toen die verscheen. Nu heeft Trump het ministerie van Buitenlandse Zaken uitgehold en openlijk steun uitgesproken voor de nieuwe rechtse alliantie.

Op maandag meldde Reuters dat Honduras zijn volledige steunpakket zal ontvangen – waarvan delen afhankelijk waren van of het land significante vooruitgang liet zien op het gebied van bepaalde mensenrechtenaspecten – ondanks het feit dat dit laatste duidelijk niet is gebeurd. Bovendien verheft Trump’s antagonisme tegen vrije handel en steun voor gemilitariseerd extractivisme de oligarchie op een dominante positie in de alliantie.

Alsof het speciaal daarvoor ontworpen is, brengt dit ons terug naar Trumps idylle  van de internationale betrekkingen uit de jaren 1950, toen door de Verenigde Staten gesteunde oligarchische elites waar mogelijk verkiezingen wonnen, ze indien nodig ongedaan maakten en instellingen manipuleerden om hun voortdurende greep op macht te bestendigen. Als de geschiedenis een aanwijzing is, zou een dergelijke trend ons te denken moeten geven. In de jaren ’60 en het begin van de jaren ’70 sloten oligarchisch geleide alliantie uiteindelijk de democratische opties volledig af, waardoor lange perioden van repressieve militaire heerschappij over het halfrond ontstonden. De VS, die meer te vrezen hadden van de volksbewegingen dan van de oligarchen, ondersteunden dergelijke dictatoriale wendingen of stelden hen in staat om op te treden. Het toestaan van de alliantie tussen gevestigde oligarchen en neoliberale elites om een verkiezing in Honduras te stelen, geeft op een tragische manier aan dat we graag onze fouten uit het verleden willen herhalen.

———————

Aaron Schneider is Leo Block universitair hoofddocent Internationale Betrekkingen aan de Universiteit van Denver.

Rafael R. Ioris is universitair hoofddocent Latijns-Amerikaanse geschiedenis en politiek aan de universiteit van Denver.

————–

Ps: steun globalinfo.nl, meer informatie hier!