Ga naar de inhoud

Gilets jaunes: “Niets zal ons nog stoppen!”

Op zaterdag 23 maart kwamen de gilets jaunes voor de negentiende week op rij op straat in vele Franse steden. DeWereldMorgen.be zakte af naar Lille voor de acte XIX, liep mee in de betoging en zag een beweging die na negentien weken nog steeds springlevend is.

8 min leestijd

(Door Thomas Decreus, oorspronkelijk verschenen op DeWereldMorgen)

1. In november, bij de aanvang van de het protest van de gilets jaunes, had schrijver Edouard Louis zich laten ontvallen dat hij in de lichamen van de gilets jaunes het lichaam van zijn vader en zijn familieleden herkende. Gebroken lichamen, kromgewerkte lichamen, lichamen die getekend zijn door de zwaarte van een leven. Ik snap maar al te goed wat Louis bedoelt wanneer ik op de Place de la République sta in Lille, de plaatst waar de gilets jaunes verzamelen hebben geblazen voor hun negentiende act. Hier zie ik bijna uitsluitend lichamen die afgezien hebben, lichamen die je bijna in het gezicht schreeuwen, een vorm van protest zijn op zich.

Echt verrassend is dat niet. Lille is het centrum van de regio Hauts-de-France, de op één na armste regio van Frankrijk. 18,3 procent van de mensen die er wonen, heeft een inkomen dat onder de armoedegrens ligt, de werkloosheid schommelt er rond de twaalf procent. Vooral jongeren worden ongemeen hard getroffen, 30 procent van hen zit zonder werk of opleiding. Wie vanaf de Belgische grens richting Lille spoort, passeert gemeentes als Tourcoing en Roubaix. Het zijn plaatsen waar niemand uitstapt die er niet hoeft te zijn, waar de dominante kleuren baksteenbruin en grijs zijn. Woestijnen van precariteit.

2. In deze regio haalde Le Pen bij de laatste verkiezingen vlot veertig procent, maar bij de gilets jaunes die in de vroege namiddag verzamelen op de Place de République valt geen enkele verwijzing naar Le Pen of haar partij te horen of te zien. Dit protest gaat over het opeisen van een waardig leven, het einde van de maand halen.

Er is al veel inkt gevloeid over de politieke samenstelling van de beweging van de gilets jaunes. Tegenstanders verwijten de gilets jaunes racistisch, homofoob of antisemitisch te zijn en aan te schurken bij extreem rechts. In de realiteit valt daar weinig van te merken. Als ik goed rondkijk zie ik hier en daar symbolen of tekens die misschien kunnen gelinkt worden aan extreem rechts of aan nationalisme, evengoed zie ik roodzwarte vlaggen, een Algerijnse vlag, een regenboogvlag of een hamer en sikkel.

Algauw besef ik dat het eigenlijk volstrekt zinloos is om de samenstelling van dit protest te proberen af te lezen aan de hand van de meegedragen symbolen. Wat veel belangrijker is, is de reële, menselijke samenstelling van dit protest. Vanuit dat perspectief bezien is dit een bijzonder divers protest. Hier lopen mensen met een beperking mee, een groep sans papiers, kinderen, mensen met werk, zonder werk, mensen van kleur, veel vrouwen, anarchisten, studenten, nationalisten, feministen en LGTBQ-activisten. Je moet echt van heel slechte wil zijn om dit als extreem-rechts te catalogeren.

Het enige wat je hier niet ziet zijn mensen die meer dan 2.000 euro per maand verdienen.

3. Na negentien weken zijn de hesjes die gedragen worden tijdens het protest uitgegroeid tot ware eretekens. Ze worden gekoesterd zoals een militair zijn onderscheidingen. Mensen schrijven er met zwarte stift de data op van de acten waaraan ze deelgenomen hebben, tekenen er karikaturen van Macron of Castaner op, of leggen aan de hand van slogans uit waarom ze zelf protesteren. Een geel hesje is niet alleen een ereteken, het is ook een vlag en een kenteken, geniaal in zijn eenvoud. Een geel hesje is universeel, iedereen heeft het in zijn auto liggen, het wordt gedragen door wie werkt, door wie zich moet voortbewegen om te kunnen rondkomen. Het is een symbool van de werkende klasse. Geel is het nieuwe rood.

4. Op sociale media verwijzen de gilets jaunes vaak naar zichzelf als #lafamille. Wanneer ik me tussen de gilets jaunes in Lille beweeg, snap ik waarom. Er heerst een sterke kameraadschappelijkheid onder de betogers. De rondepunten die bezet werden, de betogingen, de gevechten met de politie en het moeten ondergaan van dezelfde repressie, hebben ertoe geleid dat mensen elkaar kunnen ontmoeten die elkaar anders nooit zouden ontmoet hebben. Het heeft een solidariteit gecreëerd tussen volslagen onbekenden, tussen mensen die verondersteld worden elkaar nooit te ontmoeten, elkaar te haten zelfs.

5. Rond twee uur vertrekt de betoging. Helmen, duikbrillen, k-ways en skibrillen worden aangetrokken. In het hart van de betoging tekent zich een black bloc af. Naast geel is vooral zwart een dominante kleur. Slogans die normaal voorbehouden zijn voor de meest doorwinterde linkse activisten resoneren hier door de ganse betoging. Duizenden mensen scanderen “ah-anti-anticapitalista”, “aux armes” of “révolution”. Niemand behalve ik, lijkt er echt van op te kijken.

6. Wat zich aftekent in het protest van de gilets jaunes zou je kunnen omschrijven als een vorm van acceleratie. Nieuwe identiteiten, relaties, affiniteiten en strategische inzichten ontwikkelen zich hier razendsnel. Dit is in alle opzichten een beweging. Niet alleen komen mensen samen om zaken in beweging te krijgen, ze bewegen ook zelf, als individu, in richtingen die ze wellicht voor de aanvang van deze beweging nooit hadden kunnen vermoeden. En ook de beweging als beweging beweegt voortdurend: de gilets jaunes van november zijn wellicht niet dezelfde als de gilets jaunes van janauri, de gilets jaunes van januari zijn niet dezelfde als die van maart. Net daarom heeft het ook geen zin om deze beweging te pogen categoriseren aan de hand van steekproeven of bevragingen. De gilets jaunes zijn volop bezig met het opblazen van bestaande categorieën, laten zich niet definiëren omdat ze zichzelf iedere week opnieuw herdefiniëren.

7. De politie wordt gehaat. “Tout le monde déteste la police” is een slogan die vaak weerklinkt. En iedereen die ooit meeliep tijdens een protest in Frankrijk, begrijpt waarom. Hier wordt aan wanordehandhaving gedaan, niet aan ordehandhaving. Politiemannen staan altijd zichtbaar klaar in vol ornaat, op een steenworp afstand van de manifestatie. Een bommetje of blikje richting de politie wordt altijd ogenblikkelijk beantwoord met een regen traangas. Ook in Rijsel was dat het geval. Na nauwelijks tien minuten wandelen, werd er om een reden die me nooit echt duidelijk is geworden. traangas afgeschoten op de staart van de betoging. Dat zorgt er meteen voor dat de betoging onder hoogspanning komt te staan, woede stapelt zich op. Niets radicaliseert sterker dan traangas.

8. Het protest van de gilets jaunes is een protest dat in de eerste plaats lokaal verankerd is. Eigenlijk is het bij uitzondering dat er op Parijs gemobiliseerd wordt. De voorbije negentien weken werd er vooral in regionale centra zoals Lille op straat gekomen. Dat maakt het tot een soort anti-mediatiek protest. Hier in Lille zie je nauwelijks tot geen journalisten. Dat hier duizenden mensen door de stad wandelen om het ontslag van Macron te eisen, zal niemand geweten hebben. Buiten de mensen die meewandelden, die er op één of andere manier getuige van waren of die via sociale media de verschillende pagina’s en accounts van de gilets jaunes volgen. The revolution will not be televised en dat is ook haar grote sterkte. Het gedecentraliseerde, lokale karakter zorgt ervoor dat overheid en klassieke media heel moeilijk vat krijgen op wat er op het terrein gebeurt. Soms lijkt de beweging in sommige steden af te zwakken, terwijl ze net in andere regio’s aan kracht wint. De centra waarop gemobiliseerd wordt veranderen voortdurend. Nieuwe mensen voegen zich aan het protest toe, anderen komen maar om de paar weken. Maar binnen de gilets jaunes groeien de contacten en de netwerken voortdurend. Op die manier weet de beweging zichzelf ook in stand te houden en te vernieuwen.

9. De mensen die ik spreek zijn vastberaden. Ze willen het hoofd van Macron. Ze willen het einde van de vijfde republiek. Een referendum. Een leven. Een toekomst. Wat ze vooral niet zullen doen is opgeven. Na negentien weken protesteren is er geen weg meer terug. Niemand staat negentien weken voor niks op straat. Sommigen willen de aankomende Europese verkiezingen boycotten, anderen plannen een finale act op 14 juli – de revolutie. Ook voor Macron is er nu geen weg meer terug. Hij heeft de gemoederen geprobeerd te bedaren met zijn grand débat, had er op gegokt dat het protest ging breken onder de repressie. Maar dat gebeurde niet. Een normaal presidentschap zit er na een protest van dit kaliber niet meer in.

10. Niemand die weet wat er komt na Macron. Niemand die ook weet wat de komende maand zal brengen of wat de uitslag van de Europese verkiezingen zal geven. Misschien zal deze opstand uiteindelijk toch langzaam uitdoven en eindigen in cynisme en frustratie. Een gedroomd scenario voor extreem rechts dat historisch gezien altijd geprofiteerd heeft van het vacuüm van gefaalde revoluties. Niets is gegeven en alles valt nog te winnen. Of te verliezen. De gilets jaunes hebben een sprong in het duister gewaagd en zich op onbekend politiek en sociaal terrein begeven. Omdat hun geen andere keuze meer rest. Omdat springen altijd eervoller is dan vallen.