Ga naar de inhoud

Geen ‘happy’ illusie, maar wat wel?

Het nieuwe idealisme is niet anders dan feesten met een verantwoord jasje, stelt Kees Hudig terecht (NRC, 13 december). Nu hij de voorbeelden van Evert Nieuwenhuis overtuigend onderuit heeft gehaald, is het tijd om te kijken wat wél werkt.

6 min leestijd
Placeholder image

Het stuk is een reaktie op Kees Hudig en Evert Nieuwenhuis (zie elders).

Het feest-idealisme zien als een een reactie op de hemelbestormers van de vorige generatie met hun onbuigzame principes, is in mijn ogen te veel eer. Refereren aan een generatieconflict suggereert een verband dat er niet is. Feest-idealisme heeft helaas weinig te maken met het streven naar werkelijke veranderingen in de wereld. Het is cool om je de status van rebel aan te meten – zie de ruime keuze aan T-shirts met Che Guevara in de Kalverstraat – maar de gevestigde orde schrikt er niet van. Of, zoals de Canadese auteurs van het boek The Rebel Sell betogen, het succes van de tegencultuur heeft zich verzekerd van een eigen plek in de consumptiemaatschappij; en het bedrijfsleven is daar maar wat blij mee (Heath en Potter, 2005).

Deze flirt met verzet kan zich spiegelen met de trends in groen en maatschappelijk verantwoord ondernemen: het ziet er allemaal leuk en hoopgevend uit, maar of het echt wat oplevert is zeer de vraag.

Op z’n best lift de nieuwe generatie mee op het succes van de anti-globaliseringsbeweging die de laatste tien jaar internationaal enorm aan kracht gewonnen heeft (maar vreemd genoeg in Nederland niet de omvang heeft gekregen als elders in Europa). Deze beweging had vorig jaar zoveel momentum, dat een coalitie van arme landen het bij de WTO-onderhandelingen in Cancun aandurfde om nee te zeggen. Nee tegen de rijke landen die hun markten willen overspoelen met goedkope rotzooi, terwijl de economie van het Zuiden niet kan groeien door importheffingen van Amerika en landbouwsubsidies van de EU.
Deze overwinnig is echter niet alleen te danken aan de grote diversiteit van mensen die zich ook daar weer op straat manifesteerden. De kracht van deze beweging zit hem juist in het groeiend aantal netwerken tussen groepen overal ter wereld. Mensen die de gevolgen van de globalisering uit eigen ervaring ondervinden, mensen die informatie verzamelen over misstanden veroorzaakt door privatisering en deregulering, en mensen die de mogelijkheid en de vaardigheid hebben dit alles aan de kaak te stellen, op een plek waar er geluisterd wordt.

Het ondersteunen van deze wereldwijde beweging, of van specifieke groepen daarbinnen, is een vorm van idealisme die wel zin heeft. En dat is waar Solidariteitsfonds XminY van Kees Hudig zich hard voor maakt; en zij zijn gelukkig niet de enigen in Nederland.

Organisaties als de Schone Kleren Campagne, de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen SOMO, het Transnationaal Institute TNI, allemaal doen ze onderzoek naar wat zich grof laat samenvatten als de gevolgen van de globalisering. Ze voeren ze solidariteitsacties voor mensen die helemaal aan het eind van de productieketen onder de slechtste voorwaarden artikelen in elkaar zetten. Ze werken aan Codes of Conduct, regels waaraan de industrie zich dient te houden en onafhankelijke controle daarvan. Ze kijken hoe mensen zelf zich het best kunnen organiseren.

Dat is geen werk dat onmiddelijk resultaat oplevert; er is doorzettingsvermogen voor nodig, en een lange adem. Wie weet is voor sommige mensen het dragen van een wit armbandje uit solidariteit met de armoede in de wereld een opstapje naar dit soort werk – dat zou winst zijn.

Aandacht voor de strategiën van grote bedrijven is meer nodig dan ooit. Politieke beslissingen worden steeds meer bepaald door de belangen van het bedrijfsleven. En die beïnvloeding gaat op alle mogelijk denkbare manieren, zo blijkt uit een plan dat vorige week is uitgelekt via kranten in Engeland en België.

De milieumaatregelen van de EU komen onder vuur te liggen, als het aan de grote bedrijven ligt. In de VS is een informele coalitie er in geslaagd het invoeren van Kyoto-maatregelen tegen te houden. Het Competitive Enterprise Institute, een conservatieve door ExxonMobil gesponserde denktank, is daar trots op. Dat moet hier ook lukken, schrijft Chris Horner, een lobbyist die werkt voor de Brusselse afdeling van deze denktank. Blijkens een email (die nu op straat ligt) zoekt hij partners voor een vergelijkbare campagne in Europa, de “Sound Climate Policy Coalition”. ExxonMobil, Lufthansa en Ford toonden zich al geïnteresseerd voor deze frontale aanval op het EU-beleid tegen verdere opwarming van de aarde.

Het uitlekken van dit plan markeert de start van een invasie van Amerikaanse denktanks in Europa. Dat gaat gepaard met lobby-strategiën die we hier nog niet zo gewend zijn. Geen middel wordt geschuwd om de anti-Kyoto agenda te promoten, zo blijkt uit de stukken van Horner. Adverteren en het schrijven van ingezonden stukken is niet genoeg. Journalisten, politici, academici en politieke commentatoren moeten de juiste opinies naar voren brengen. Internet is belangrijk in de strategie. Politieke discussies beïnvloeden kan via eigen blogs, maar ook door het gebruik van ‘un-attributable quotes’, niet-traceerbare meningen van zg. onafhankelijke derden. Horner stelt voor om “NGO bijeenkomsten te bezoeken, en informatie uit te wisselen over interne tegenstellingen en taktieken”. Inlichtingen verzamelen via het al dan niet openlijk deelnemen aan mailinglisten is een andere optie.

Deze voorstellen doen meer denken aan een geheime operatie van een inlichtingendienst dan aan het voeren van een publiek debat. Nu dit plan is uitgelekt zal het wat moeilijker zijn om bedrijven bij deze coalitie te krijgen, maar de lobby gaat door.
Vorige week werd in Brussel de Worst Anti EU Lobby Award uitgereikt, om aandacht te vragen voor dit soort praktijken – maar dat is niet genoeg. Award-organisator Corporate Europe Observatory en SpinWatch.org gaan door met hun onderzoek naar het lobby-circuit in Brussel, en naar PR van bedrijven en politieke spin. Een beetje hulp daarbij kunnen we goed gebruiken. Het planten van een boom voor afgelegde vliegmijlen weegt niet op tegen de middelen die het grootkapitaal inzet, om maar eens een ouderwets woord te gebruiken. De invasie van Amerikaanse denktanks is nog maar net begonnen. Het zou goed zijn als onderzoeksjournalisten bij kranten, en freelancers als Evert Nieuwenhuis, hun aandacht hierop richtten.

Zie worstlobby en spinwatch

Eveline Lubbers maakte het boek Schone Schijn, smerige streken in de strijd tussen burgers en bedrijfsleven en werkt nu aan een PhD over dit onderwerp. Ze is mede-oprichter van SpinWatch.org

Zie ook: The Rebel Sell.

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Eveline Lubbers.)