Ga naar de inhoud

Effecten van het Europese beleid op het Zuiden en mogelijke alternatieven

Recommons Europe is een initiatief om een structureel alternatief te formuleren voor het Europese economische beleid. In 2019 kwam een manifest uit, met voorstellen op negen terreinen. Nu is er een speciaal rapport uitgebracht over de ‘effecten van het Europese beleid op het Zuiden en mogelijke alternatieven’. Hierbij de vertaling van de inleiding.

8 min leestijd

(Bron: ReCommons Europe op CADTM vertaling globalinfo.nl)

Het jaar 2020 werd gekenmerkt door twee gebeurtenissen die opnieuw de grenzen van het kapitalistische systeem aan het licht brachten. Ten eerste heeft de CoViD-19-pandemie, veroorzaakt door het nieuwe coronavirus SARS-CoV-2, dat verantwoordelijk is voor de dood van enkele honderdduizenden mensen en de teller loopt door, de kwetsbaarheid van de menselijke samenlevingen bij gebrek aan voldoende gefinancierde volksgezondheidsdiensten aan het licht gebracht. Het heeft ook duidelijk gemaakt welke activiteiten essentieel zijn voor het bestaan van menselijke samenlevingen.

Ten tweede heeft de pandemie de grootste economische crisis sinds de jaren dertig van de vorige eeuw veroorzaakt. Door de kwetsbaarheid van samenlevingen bloot te leggen waar de uitwisselingen extreem snel verlopen en de productieketens geïnternationaliseerd zijn, heeft de pandemie ook de meest irrationele aspecten van het economische systeem aan het licht gebracht dat de sociale betrekkingen in bijna alle delen van de wereld regeert en structureert. Zo lijkt het kapitalisme niet alleen niet in staat te zijn om in de menselijke basisbehoeften te voorzien, maar ook niet om zijn eigen functioneren te reproduceren. Alle regeringen die in eerste instantie proberen om zowel de wet van de winst als het leven van hun burgers te beschermen, komen onvermijdelijk in de verleiding om de eerste tegen de tweede te verdedigen.

Het decennialang gevoerde neoliberale beleid van structurele aanpassing heeft een belangrijke rol gespeeld bij het vergroten van de ongelijkheid en, uiteindelijk, bij de verspreiding van de epidemie. In tegenstelling tot wat algemeen wordt aangenomen, maakt de epidemie inderdaad een onderscheid tussen de herkomst van mensen en de sociale klassen, waarbij met name degenen die zich onderaan de sociale ladder bevinden, worden getroffen. De epidemie heeft ook vooral landen getroffen die, onder het mom van een strikte begrotingsdiscipline, hebben afgezien van of verhinderd dat er een efficiënt en toegankelijk gezondheidszorgstelsel werd opgebouwd.

Terwijl veel landen in het Noorden van de wereld dus de schadelijke gevolgen ondervinden van de privatiseringen en bezuinigingen van de afgelopen decennia, worden de landen in het Zuiden voor het grootste deel belemmerd in de ontwikkeling van efficiënte gezondheidszorgsystemen vanwege de zware schuldenlast op hun overheidsbegroting.

In de Europese Unie wordt de crisis opnieuw gekenmerkt door een onvermogen van de lidstaten om hun reacties te coördineren en gemeenschappelijke strategieën te ontwikkelen. Terwijl de kleine eilandnatie Cuba – die al 60 jaar onderworpen is aan een Amerikaanse blokkade – medische teams naar meer dan 20 landen stuurde, waaronder Italië, dat hard werd getroffen door de pandemie (dit is in overeenstemming met het Cuba’s beleid van internationale solidariteit, zoals onlangs werd aangetoond in Haïti na de aardbeving van 2010 of in Afrika tegen het ebolavirus), is het beleid van de EU-lidstaten op dit gebied meer dan timide, zo niet non-existent geweest. Er waren in de EU geen gemeenschappelijke voorraden van maskers of medische apparatuur overeengekomen. Er is geen Europees medisch team gevormd. De nationale beperkingen die door de extreemrechtse krachten werden nagestreefd, scoorden een punt toen de verschillende overheden hun grenzen (op zeer wanordelijke wijze) sloten. Pas na maanden van gedraal lijken de lidstaten van de eurozone er schoorvoetend mee te hebben ingestemd om een klein deel van hun staatsschuld te bundelen – een beslissing die de sterkere staten de zwakkere zeker zullen laten betalen door de felle concurrentie die de Economische en Monetaire Unie kenmerkt, voort te zetten.

Wat betreft de verdediging van de belangen van de kapitalistische klasse en hun bedrijven, waren de lidstaten van de EU daarentegen, net als de andere landen van het Mondiale Noorden, in staat om een soortgelijke politieke oriëntatie te ontwikkelen die erop gericht was, zoals in het geval van de reddingsoperaties voor banken die vanaf 2008 plaatsvonden, de verliezen van grote bedrijven te socialiseren (zonder garantie dat de banen behouden zouden blijven) door enorme hoeveelheden overheidsgeld in deze bedrijven te injecteren. Om dit te doen hebben de EU-lidstaten niet geaarzeld om het dogma van de fiscale en begrotingsdiscipline, op basis waarvan Griekenland en andere landen in de Europese periferie als “slechte leerlingen” waren aangewezen en tijdens de vorige crisis gedwongen waren om strenge bezuinigingsmaatregelen te nemen, te laten varen. De Europese regeringen komen dus opnieuw overeen hun overheidsschuld te verhogen om het grote kapitaal te helpen en zo de bevolking te laten opdraaien voor de crisis.

De specifieke impact van de CoViD-19-pandemie in de landen van het Zuiden is een treffend voorbeeld van de accentuering van de ongelijkheden tussen de verschillende regio’s in de wereld. Het is een situatie waarin de Europese Unie en veel Europese landen een grote verantwoordelijkheid hebben, vanwege het vroegere en huidige beleid ten aanzien van deze landen in het Zuiden. Elke kracht die wil breken met de dominante kapitalistische orde op het Europese continent moet in actie komen om een einde te maken aan de uitbuiting van de bewoners van het mondiale Zuiden.

Het huidige werk is de vrucht van het project ReCommonsEurope, dat we sinds 2019 binnen het consortium “Citizens for Financial Justice” uitvoeren. Eerder, vanaf 2018, heeft dit project het CADTM, in samenwerking met het European Research Network on Social and Economic Policy (EReNSEP) en de Baskische vakbond Eusko Langileen Alkartasuna (ELA), ingeschakeld in een project dat het debat over de maatregelen die een volksregering (‘popular government’) in Europa zou moeten prioriteren, moet aanwakkeren. Het werk is relevant voor alle sociale bewegingen, bevolkingsgroepen en politieke bewegingen die een radicale verandering ten gunste van de 99% nastreven. In overeenstemming met ons engagement om concrete voorstellen te ontwikkelen voor de aanpak van onmiddellijke problemen, hebben we ervoor gekozen om dit project “Impact van het Europese beleid op het Zuiden en mogelijke alternatieven” te noemen.

Met deze tweede fase proberen we een reeks duidelijke voorstellen te definiëren die een volksregering zou moeten uitvoeren om de onrechtvaardige betrekkingen tussen de Europese staten en de bewoners van het Zuiden daadwerkelijk en ingrijpend te veranderen. Daartoe zijn we bezig met een proces van het opstellen van teksten, gebaseerd op het gezamenlijke werk van activisten, politici en onderzoekers uit landen van het Zuiden en het Noorden van de wereld. Dit werk heeft betrekking op de volgende gebieden: schulden die landen van het mondiale Noorden – in het bijzonder Europese landen – opeisen van landen van het mondiale Zuiden; vrijhandelsovereenkomsten; migratie- en grensbeheerbeleid; militarisme, wapenhandel en oorlogen; en herstelbeleid met betrekking tot de spoliatie van culturele eigendommen. Om een algemeen kader te schetsen, nemen we in deze brochure het hoofdstuk over internationale betrekkingen over uit het Manifest voor een nieuw populair internationalisme in Europa, dat in 2019 door meer dan 160 mensen uit 21 Europese landen werd ondertekend, en vullen dat aan.

Dit manifest werd gepubliceerd in vier talen (Frans, Castiliaans Spaans, Engels en Servokroatisch). Het presenteert de meest urgente maatregelen met betrekking tot de volgende onderwerpen: geld, banken, schulden, arbeids- en sociale rechten, de energietransitie om het eco-socialisme op te bouwen, vrouwenrechten, gezondheid en onderwijs, maar ook meer in het algemeen de internationale politiek en de noodzaak om de constituerende processen te bevorderen.

Meer dan ooit zijn wij van mening dat het essentieel is om het debat aan te wakkeren en te ontwikkelen over alternatieven voor een systeem dat steeds meer onverenigbaar is met een fundamenteel recht als het recht om een waardig leven te leiden.

ReCommonsEurope is geïnitieerd door twee internationale netwerken, de CADTM en EReNSEP, en de Baskische vakbond ELA, om een bijdrage te leveren aan de strategische debatten die vandaag de dag binnen Europees ‘populair’links plaatsvinden. Het werd in één jaar tijd geschreven door zestien mensen die actief zijn in zes verschillende landen (België, Bosnië, Frankrijk, Griekenland, de Spaanse staat en het Verenigd Koninkrijk); de auteurs zijn actief in verschillende organisaties en bewegingen (vakbonden, politieke partijen, activistische bewegingen) en brengen uiteenlopende en complementaire expertise samen (economie, politieke wetenschappen, filosofie, antropologie, recht, ecologie, syndicalisme, feminisme, Noord-Zuidsolidariteit, enzovoort). Drie generaties zijn vertegenwoordigd. Het Manifest wordt gesteund door meer dan 160 ondertekenaars uit 21 verschillende Europese landen, in meerderheid vrouwen.

Het rapport kent naast het voorwoord dat hier vertaald is, 6 hoofdstukken over respectievelijk

1) De betrekkingen tussen het mondiale Noorden – met name de Europese landen – en het mondiale Zuiden: Een algemeen kader

2) Afschaffing van onwettige en onrechtvaardige schulden die door Europese landen worden opgeëist van derden, waarbij absolute voorrang moet worden gegeven aan de mensenrechten.

3) Beëindiging van het neokoloniale beleid van de EU op het gebied van handel en investeringen

4) Beëindiging van het onmenselijke migratiebeleid van Fort Europa

5) Een project tegen het militaristische Europa

6) Reparaties voor de misdaden van de Europese koloniale machten en het Europese neokolonialisme

Zie hier de Engelse versie van het rapport