Ga naar de inhoud

Een nieuw jaar – een nieuw sociaal forum in Porto Alegre

Het is voor de vijfde keer dat er eind januari 2005 in Porto Alegre een wereldwijd sociaal forum zal gehouden worden. Het wordt bijna een traditie … maar toch is er dit jaar heel wat nieuws onder de Braziliaanse zon.

8 min leestijd
Placeholder image

De alternatieven zijn er

Dit stuk is afkomstig van het emailmagazine Zand in de Machine van Attac-Vlaanderen. En ook op de website Ya Basta!

Vorig jaar werd het Wereld Sociaal Forum in Mumbai, Indië, gehouden. Daar werd besloten dat het jaarlijks organiseren van een dergelijk grootschalig evenement – 100.000 bezoekers, een begroting van 5 tot 6 miljoen $ – iets te veel van de krachten vergt. Er werd afgesproken dat het Wereld Sociaal Forum ‘van Porto Alegre’ zou heten, maar dat het na 2005 slechts om de twee jaar zou plaats vinden. De volgende afspraak, in 2007, wordt in principe in Afrika gemaakt.
De organisatie voor dit jaar is ook geheel anders aangepakt. Om het ‘geheugen’ en de continuïteit te bevorderen, werd besloten geen ‘plenaire’ vergaderingen meer te houden. Dat waren grote conferenties die door het WSF zelf georganiseerd werden en waar de ‘goeroes’ van de beweging hun voor iedereen bekende standpunten kwamen herhalen.

Dit jaar werden alle vorige deelnemers uitvoerig geraadpleegd over de thema’s die men wilde behandelen, iedereen kon voorstellen doen voor de organisatie van seminars, en daarna begon er via internet een oefening in ‘aglutinaçao’, dit is een samenvoegen van thema’s en initiatieven. Op die manier heeft men willen proberen overlappingen te vermijden, zoals vier verschillende seminars over de Tobintaks of over de Wereldbank b.v. Dat is niet echt van een leien dakje gelopen, en ook niet helemaal geslaagd. Attac België b.v. organiseert een seminar over het ontwikkelingsbeleid van de Wereldbank, en kan dus moeilijk aansluiten bij hen die enkel de ‘financiële aspecten’ van de mondialisering behandelen. Het kan ook niet aansluiten bij de grote groepen die niet echt een wijziging van het beleid willen, maar enkel hier en daar wat meer armoede-accenten.

Tenslotte is ook de locatie veranderd. Vroeger vonden de meeste seminars plaats in de grote katholieke universiteit van de stad, en op nog twee andere locaties. Nu wordt langs het water, van in het centrum van de stad, over een lange afstand alles bij elkaar gehouden. Vrijwilligers bouwen er tenten en lemen ruimten waarin de seminars zullen plaats vinden. Er is ook een groot jeugdkamp voor zo’n 20.000 deelnemers. En opnieuw zullen er honderden tolken vrijwillig hun diensten aanbieden.

De bedoeling is dat alle activiteiten meer actiegericht zijn en uitlopen op concrete alternatieven. Er werden 11 grote thema’s gekozen, rond vier grote krachtlijnen:
* sociale emancipatie en politieke dimensie van de strijd
* strijd tegen het kapitalisme en het patriarchaat
* verscheidenheid en gender
* strijd tegen het racisme
Zoals men kan zien, is de helderheid nog niet echt van de partij. De overlappingen zijn niet helemaal uit te sluiten. De internationale raad van het WSF is een erg verscheiden groep, met, hoe kan het anders, een interne machtsstrijd. Attac België kon met zijn seminar in twee tot drie van de grote thema’s terecht, maar koos uiteindelijk voor ‘Op weg naar een democratische internationale orde en de integratie van de volken’
.
Tenslotte zijn er diverse grote betogingen gepland, en daar zijn de Brazilianen bijzonder goed in. Het worden dus hoe dan ook zes drukke dagen.
Tot hier toe hebben zich meer dan 60.000 mensen ingeschreven voor het WSF. Er worden zo’n 2000 seminars gehouden, over de meest uiteenlopende onderwerpen. Er is ook een verzamelpunt voor alle voorstellen voor een alternatief beleid.

Verscheidenheid troef
Al deze inspanningen om dit grote gebeuren iet of wat te stroomlijnen zijn zeer welkom. Een jaarlijkse bijeenkomst waar iedereen zijn ding komt doen, wat enthousiasme en energie opsteekt en weer naar huis keert, is niet lang vol te houden. Toch is deze nieuwe organisatie nog geen garantie op succes.
Op de plenaire vergaderingen viel weinig nieuws te horen, dat klopt. Het waren wel momenten van vaak grote ontroering en een sterk engagement, je kreeg er de overtuiging dat je in één grote wereldwijde beweging zat. Nu is er een risico van versplintering. Er is geen enkel gezamenlijk moment meer, behalve wellicht de betogingen bij het begin en het einde van het forum. En we kunnen wel smalend doen over de ‘goeroes’, maar de beweging heeft zeker leidende figuren nodig, ze is al meer dan verscheiden genoeg.

Een tweede probleem is dat nu ook veel beter de interne machtsstrijd zichtbaar wordt. Enkele grote bewegingen, zoals de vakbonden of enkele grote ngo’s, organiseren meteen seminars gedurende twee of drie dagen, non-stop. Indien hun leden enkel die seminars volgen, dan gaat een deel van de onderlinge contacten verloren.

Waar de beweging duidelijk vooruit gaat, is in het contact met de vakbonden. Vorig jaar in Mumbai waren voor het eerst de sociale thema’s duidelijk aanwezig, en ook dit jaar is dit het geval. De grote vakbonden zijn met onderhandelingen over hun eenmaking begonnen, als nu ook een betere samenwerking met de andere sociale bewegingen kan lukken, dan zijn we inderdaad op weg om sterker te worden.

De alternatieven zijn er
Het is een beetje gek dat altijd weer wordt herhaald dat de andersmondialiseringsbeweging geen alternatieven zou hebben. Het klopt dat er geen eenheid in de beweging is, sommigen zijn ‘neokeynesiaans’, anderen zijn ‘postkapitalistisch’, nog anderen blijven radicaal antikapitalistisch. Er is een sterke postmodernistische en zelf een antimodernistische stroming aanwezig. Maar elk van deze strekkingen heeft duidelijke alternatieven, en voor een stuk vallen deze alternatieven zelfs samen. Waar de hele beweging zich in herkent is in het afwijzen van het neoliberalisme en in het eisen van meer participatieve democratie. Dat is op zich al een heel programma. Er zal ook een grote mate van akkoord kunnen gevonden worden over de eisen voor de kwijtschelding van de derdewereldschuld, over de afwijzing van oorlog, over internationale fiscaliteit, over het noodzakelijke respect van alle mensenrechten, dus ook de economisch en sociale rechten, enz.

Maar er zijn heel wat punten waar de beweging veel systematischer en grondiger zou moeten aan werken, zoals een internationaal sociaal beleid, de rol van nationale staten, en vooral duurzame ontwikkeling.
Dat zijn geen onoverkomelijke problemen. De grootste moeilijkheid voor de beweging is niet het gebrek aan alternatieven, wel een gebrek aan strategie. Iedereen is het erover eens om te stellen dat er geen blauwdruk voor een nieuwe wereld moet gemaakt worden, dat de verbeelding een kans moet krijgen, dat de verscheidenheid tot uiting moet komen. Maar ondertussen werken GATS en WTO verder met wel een erg duidelijke strategie, wordt er enkel wat lippendienst bewezen aan zogenaamde ‘armoedebestrijding’, en blijven de ongelijkheden en de conflicten toenemen.

Langzaam maar zeker groeit lokaal de bewustwording, gaat men beseffen dat de mondialisering ook het kleinste dorp in Vlaanderen raakt, net zoals het kleinste dorp in Peru. Met de tsunami van Zuid-Azië de afgelopen weken, beseffen we allemaal hoe klein de wereld is geworden, hoe mensen van alle werelddelen door eenzelfde ramp kunnen getroffen worden.

We kunnen de natuur niet ‘beheersen’, we kunnen geen aard- en zeebevingen tegen houden, maar we kunnen zeer veel (meer) doen om de gevolgen ervan te beperken. Maar vooral: de mondialisering is géén natuurlijk fenomeen. De mondialisering is níet onvermijdelijk. Ze wordt politiek en economisch gestuurd door diegenen die er rechtstreeks voordeel uit halen. Als straks de lokale overheden hun bevoegdheid verliezen om zelf openbare diensten te organiseren en te reguleren, dan is dat een gevolg van geheime onderhandelingen en afspraken in GATS. Vandaar dat de andersmondialiseringsbeweging ook een kennisbeweging moet worden, een netwerk van duizenden ngo’s die kennis verzamelen en verspreiden, om mensen op de hoogte te brengen van wat er aan het gebeuren is, om mensen te mobiliseren en te vermijden dat we voor voldongen feiten worden geplaatst.

Het Wereld Sociaal Forum in Porto Alegre zal geslaagd zijn als er enkele concrete alternatieven in alle duidelijkheid uit de bus komen. Als er meer mensen met een nog sterker engagement en meer energie weer naar huis gaan om lokaal verder te werken aan verandering. Als er beter kan worden samengewerkt tussen alle sociale bewegingen om een begin van strategie op te stellen. Als de linkse politici beseffen dat zij mee aan de kar van de verandering moeten trekken.

En de politiek?
Vandaar dat ook de discussie over de politieke situatie in Brazilië belangrijk zal zijn. Lula is twee jaar geleden aan de macht gekomen en heeft een enorme hoop doen ontstaan. In Latijns-Amerika is de linkerzijde aan de winnende hand, met presidenten in Chili, Argentinië, Brazilië, Uruguay, Venezuela en Ecuador. Na twintig jaar ‘structurele aanpassingen’ weet de bevolking dat het neoliberalisme niets te bieden heeft voor hen. Een meerderheid is er bereid af te zien van democratie als er in ruil meer economische en sociale ontwikkeling komt. Maar veel heeft de linkerzijde nog niet veranderd, behalve in Venezuela. Lula volgt trouw de IMF-voorschriften en kan zijn sociale beloften niet inlossen. Hij rekent op de economische groei om iets meer ruimte te krijgen. Als dit niet snel verandert kan dit bij de bevolking omslaan in een grote teleurstelling en in een ernstige terugval voor alle linkse en democratische krachten. Want als een groot land als Brazilië niets kan, wie dan wel?

Met de grote natuurramp in Azië is 2005 niet goed begonnen. We moeten hopen dat Porto Alegre wat nieuwe hoop kan brengen. Want een andere wereld is wel degelijk mogelijk. We moeten hopen dat die op een democratische manier tot stand kan komen.

Website WSF

Zie ook Wereld Sociaal Forum lijdt aan sociale bloedarmoede Van Diego Cevallos, persbureau IPS, 21/01/05.

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Francine Mestrum.)