Ga naar de inhoud

Disneyland, Doha en de WTO in Hongkong:

Spektakel van angst, absurditeit en het Nieuwe Universalisme (door Hidayat Greenfield [1])

11 min leestijd
Placeholder image

Het is passend dat de Zesde Ministeriële Conferentie van de WTO luttele maanden na de opening van Disneyland naar Hongkong komt. In beide gevallen wordt de werkelijkheid bij de ingang verlaten en nemen Fictie en Fantasie het roer over (…). In de achtbaan door een fictieve wereld beginnen we bij wereldwijde armoedebestrijding en bereiken uiteindelijk onze bestemming van de toegenomen verarming. Veel rook, spiegels en oogverblindende ‘special effects’, maar we eindigen waar we zijn begonnen. (…) In de fantasiewereld van de Doha Ronde is ‘markttoegang’ het toverwoord: kleine boeren en arbeiders moeten harder concurreren, meer voor minder geld produceren en onderwijl hopen op toegang tot overzeese markten opdat ze meer kunnen verkopen van het spul dat hen arm maakt. (…)

Bij het binnenstappen van de fantasiewereld van de WTO en haar magische Doha Ronde wordt van ons verwacht dat we het irrationele en absurde omarmen, dat we wonderbaarlijke transformaties accepteren die elders ons begrip van realiteit en rationaliteit geweld aan zouden doen. (…) In de echte wereld zouden we ons bijvoorbeeld afvragen: “Wat is in godsnaam een watermarkt?” Toegang tot water is een mensenrecht (hoewel het evengoed miljoenen ontzegd wordt) [2]. In de WTO-wereld wordt ons echter verzekerd dat alles een markt is – of zou moeten zijn – waarop particuliere ondernemingen vrijelijk kunnen investeren, kopen, verkopen en winst maken. En alles wat de bedrijven daarbij hindert, is een belemmering, een “oneerlijke handelspraktijk”. Laten we daarom fair zijn voor bedrijven, vertellen ze ons. Deze absurde logica is bedoeld om aanvaarding van het absurde te bereiken, vragen worden niet gesteld. (…)

Naast absurditeit kent dit spektakel een onderstroom van angst – angst dat de Doha Ronde zal mislukken en de WTO-onderhandelingen zullen vastlopen – wat het einde van het multilateralisme en het begin van een globale economie “zonder regels” zal inluiden. Angst en absurditeit – twee essentiële bestanddelen van de afgelopen 25 jaar van neo-liberalisme – spelen een doorslaggevende ideologische rol bij het rechtvaardigen van onrechtvaardigheid en het verbergen van de wrede ongelijkheden en het sociaal geweld van het globale kapitalisme. Het wekt dan ook geen verbazing dat in de aanloop naar de Ministeriële Conferentie van de WTO in Hongkong de angst/absurditeits-matrix wordt geactiveerd. Angst voor het falen van Hongkong wordt niet alleen ingezet om concessies van ontwikkelingslanden veilig te stellen (…) maar ook van die ‘civil society’-organisaties die geloven dat een hervormde WTO essentieel is voor de toekomst van het multilateralisme. Voor het overeind houden van deze fictie van een ‘bedreigd multilateralisme’ wordt van ons verwacht dat we het feit ignoreren dat de WTO de unilaterale macht van de VS consolideerde (en nooit uitdaagde), de dwang van eenzijdige handelssankties rechtvaardigde en de kloof van ongelijkheden binnen en tussen naties verder vergrootte. Ook wordt het conflict vergeten tussen nieuwe regels uit de koker van het WTO-regime en een trits van internationale afspraken over mensenrechten, culturele, sociale en economische rechten, het milieu en conventies over de rechten van werknemers en vakbonden – die allemaal onderdeel zijn van het misbruikte en gemanipuleerde multilateralisme van de VN.

Op dit terrein hebben angst en absurditeit een ongekende hoogte bereikt. Op 25 oktober 2005 richtten bedrijven en bedrijfsverbanden uit de VS de American Business Coalition for Doha (ABCDoha) op [3] met als doel te voorkomen dat de Doha Ontwikkelings Ronde mislukt. (…)
Op de persconferentie waarop ABCDoha is gepresenteerd, riep de CEO [4] van Cargill om “harde beslissingen over markttoegang” en de CEO van Wal-Mart herinnerde de regering van de VS eraan dat zijn bedrijf “een vitaal belang heeft bij de uitbreiding van de internationale stroom van goederen, landbouwproducten, winkelverkoop-diensten en financieel kapitaal.” [5] (…)
ABCDoha is door de president van de National Association of Manufacturers (NAM) omschreven als “een machtige nieuwe kracht ter ondersteuning van een succesvolle Doha Ronde voor landbouw-, industriële- en dienstenbelangen” [6] en zal als krachtig middel worden gebruikt om het fragiele multilateralisme dusdanig te redden dat de winsten van de uitgebreide globale handel bedrijven in de VS ten goede komen. Dat geeft ons een aardig beeld van het soort multilateralisme dat in de Doha Ronde aan de orde is.

Het multilateralisme van de Doha Ronde wordt nog beter onthuld door de onverbloemde oppositie tegen elke vorm van bindende regels die mogelijkerwijs de rechten van bedrijven schenden. Daaronder wordt ook verstaan het recht van bedrijven om inbreuk te maken op internationale mensenrechten. Bedrijven uit de VS, ondersteund door de Nationale Raad voor Buitenlandse Handel, de Amerikaanse Kamer van Koophandel, de Amerikaanse Raad voor internationale Handel en de NAM [7], hebben zich decennialang op aggressieve manier verzet tegen de toepassing van elke multilaterale of nationale maatregel die hen verantwoordelijk zou kunnen stellen voor schendingen van het internationale recht, vooral op gebied van mensenrechten. De belangen achter ABCDoha promoten dus nieuwe universele normen en waarden voor een geglobaliseerde economie terwijl ze zich verzetten tegen de universele toepassing van ingeburgerde internationale mensenrechtenverdragen.

Dit wordt treffend geïllustreerd door het offensief van bedrijven tegen de Alien Tort Claims Act (ATCA) of Alien Tort Statute (ATS) [8], een obscure VS wet uit 1789 die onlangs door slachtoffers van mensenrechtenmisbruik is gebruikt om Noordamerikaanse bedrijven voor rechters in de VS te dagen. Boeren, arbeiders, vissers en lokale gemeenschappen uit meer dan twaalf landen spanden processen aan tegen bedrijven als Texaco, Chevron, ExxonMobil, Gap Inc., Unocal, Royal Dutch/Shell, Rio Tinto, Coca-Cola, Del Monte, Union Carbide, and Freeport McMoran. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de tragedie van Union Carbide in Bhopal in India waar in 1984 20.000 mensen stierven en 140.000 gewond raakten, de inzet van dwangarbeiders bij de bouw van een oliepijplijn voor Unocal in Burma, en de martelingen en giflozingen door Freeport Mining in Indonesië [9].

(…) De strategie van de bedrijven is te voorkomen dat deze zaken door een rechter beoordeeld worden. Het is opvallend dat ze niet de claims van de slachtoffers over de gruwelijkheden aanvechten, maar de gerechtshoven in de VS wreken zodat die deze zaken niet kunnen behandelen. (…) Met andere woorden: bedrijven kunnen niet aantonen dat deze zaken niet zijn gebeurd of dat zij er niet van hebben geprofiteerd. Ze verklaarden dat ze domweg niet verantwoordelijk gesteld moeten worden en dat elke “internationale of nationale wet die gebruikt wordt om verantwoordelijkheid voor deze misdaden af te dwingen genegeerd, geamendeerd of ingetrokken dient te worden.” (…)

De angst/absurditeits-matrix kwam met een nieuwe vondst op de proppen: het gebruik van ATS om Noordamerikaanse bedrijven verantwoordelijk te houden voor schendingen van internationaal recht, rechten of principes waarmee de regering van de VS niet heeft ingestemd, is niets minder dan “juridisch imperialisme.” [10] (…)
Vervolgens kaartte Bush herziening danwel herinterpretatie van ATS aan bij het Supreme Court, wanhopig als hij was om de slachtoffers onder de bedrijven te behoeden voor “judicial imperialism”. En richtten de deelnemers van de ABCDoha plus andere bedrijfsverbanden (toevoeging vertaler) op 23 januari 2004 een soortgelijk verzoekschrift (“brief”) aan het Supreme Court, met een opvallende subtitel die hun hoofdargument perfect samenvat: “ATS Lawsuits Harm The Economy By Putting Companies With A US Presence At A Unique And Unfair Competitive Disadvantage.” (…) [11]

We zien hier dus de leden van ABCDoha, de verdedigers van het multilateralisme van de WTO en een ‘rule based’ wereldeconomie redeneren dat wettelijke aansprakelijkheid voor schendingen van internationale mensenrechten in de wereldeconomie een concurrentienadeel is.

Maar de vrees voor juridisch imperialisme houdt hier niet op. Volgens een apart verzoekschrift van de NAM aan de Supreme Court (…) zit het probleem hem juist in de dreiging van de notie van ‘universalisme’ als zodanig. NAM redeneert dat een norm niet universeel kan zijn “tenzij de VS ermee heeft ingestemd.” Daarom kan geen enkel internationaal verdrag, wet of conventie die niet is geratificeerd door de regering van de VS als universeel worden beschouwd. In een voetnoot bij het verzoekschrift wordt een speciaal gevaar van dit stiekeme universalisme genoemd: de toepassing van universeel erkende arbeiders- en vakbondsrechten (…) [12]

Deze vrees voor toepassing van internationaal erkende arbeiders- en vakbondsrechten in de VS na decennia van effectief verzet tegen ratificatie van ILO-verdragen geeft ons een inkijkje in de veelbelovende wereld van de Doha Ronde. Terwijl de ABCDoha-website ons verzekert dat de armen in de wereld worden empowered [13], doet men al het mogelijke om arbeiders hun collectieve rechten te onthouden. (…)
De vrees om slachtoffer te worden, bereikt ten slotte ongekende hoogte in het “nachtmerriescenario” dat wordt geschilderd in ‘Awakening Monster’, een beleidsstuk over het ATS dat het Instituut voor Internationale Economie publiceerde. In deze achtbaanrit door het huis der verschrikkingen, zien we 100.000 class action lawsuits door Chinese klagers tegen de grote Noordamerikaanse ondernemingen vanwege hun steun aan het Chinese beleid inzake politieke rechten, vakbonden en milieu. (…)
Bij dit horrorscenario voor ondernemingen komt het risico dat het ATS in handen van “antiglobaliseringskrachten” kan vallen, “wat uiteindelijk destructiever voor de liberaliseringsagenda kan zijn dan de protesten in Seattle, Praag of Washington D.C.” [14]

Antiglobaliseringsactivisten voelen allicht de verleiding om deze nachtmerrie te doen uitkomen. Maar het punt is natuurlijk niet om het ATS te verdedigen als middel om bedrijven uit de VS aansprakelijk te stellen. Het punt is dat de slachtoffers van misdaden begaan door ondernemingen gedwongen zijn om deze ineffectieve, bevooroordeelde wet van de VS te gebruiken omdat er niets anders bestaat. Alle gezeur over bedreigd multilateralisme en vrees voor een wereldeconomie zonder regels ten spijt: feit is dat zulke regels niet bestaan. In de echte wereld hebben boeren, arbeiders, vissers en lokale gemeenschappen geen internationaal bindende juridische instrumenten om multinationale bedrijven aansprakelijk te stellen voor wetsovertredingen, gruweldaden, medeplichtigheid aan marteling en oorlogsmisdagen of genocide.

Natuurlijk bestaan er internationale gerechtshoven en richtlijnen voor transnationale ondernemingen zoals van de OECD. Maar geen ervan heeft de afdwingbaarheid (…) die voor een effectieve regulering van transnationaal kapitaal vereist is. Dit soort sociale regulering zou tegen de logica van het WTO-regime indruisen. Daarom is het ook absurd om te proberen sociale clausules aan WTO-regels toe te voegen, om internationale mensenrechten als een voetnoot op de ondernemersagenda te krijgen. Voorstellen zoals sociale clausules zijn gebaseerd op de vooronderstelling dat rechten onopgemerkt zijn verontachtzaamd, dat zij op een of andere manier vergeten zijn in de agenda. Maar in de echte wereld zien we een georchestreerde campagne van transnationale ondernemingen om de toepassing van elke vorm van verplicht, afdwingbaar en effectief multilateraal instrument voor mensenrechten te voorkomen. Dat is een van de redenen voor de populariteit van vrijwillige maatregelen zoals de Global Compact van de VN voor bedrijven: ze stellen bedrijven in staat om openbare goedkeuring te krijgen voor de vrijwillige erkenning van mensenrechten die reeds vervat zijn in VN-conventies en -verdragen. Het is gedaan met de verplichting tot erkenning van mensenrechten als fundamenteel en universeel. In plaats daarvan is het vrijwillig en selectief (…) en wordt het gebruikt om neerbuigend te verklaren: “We hebben besloten mensenrechten te erkennen.” Dat is hetzelfde als erkennen dat mensen humaan zijn.

Wat betekent dit?

Twintig jaar na de nachtmerrie van Bhopal en veertig jaar na de tragedie van Agent Orange in Vietnam zijn we getuige hoe er elke dag weer nieuwe tragedies worden voorbereid. Onderwijl zijn boeren, arbeiders, vissers en hun gemeenschappen gedwongen om in de schaduw van angst en absurditeit te leven. Hen wordt voortdurend beloofd dat zij door meer wereldhandel uit de armoede worden gehaald terwijl hen tegelijkertijd systematisch hun individuele en collectieve rechten worden onthouden die in generatieslange strijd als fundamentele en universele mensenrechten zijn erkend. In de fantasiewereld van de WTO en de magische Doha Ronde wordt dit allemaal weggevaagd. In Disneyland houden fictie en fantasie tenminste op als je naar buiten loopt.

[1] Origineel: “Disneyland, Doha and the WTO in Hong Kong: The Spectacle of Corporate Fear, Absurdity and the New Universalism”, ZNet, 21 november 2005 (link). Hidayat Greenfield is arbeidsonderzoeks-activist en vakbondskader in Oost en Zuidoost Azië. Vertaald, ingekort en aangevuld door Renate Ebner.
[2] In juridische termen: het UN Committee on Economic, Cultural and Social Rights erkende in november 2002 dat het recht op water neergelegd is in de artikelen 11 en 12 van het Covenant on Economic, Social and Cultural Rights.
[3] Leden van ABCDoha zijn ondermeer de bedrijven Cargill, Caterpillar, Eastman Kodak, Goldman & Sachs, Intel Corporation, Procter & Gamble, Johnson & Johnson, Pfizer, Time-Warner en Wal-Mart.
[4] Corporate Executive Officer (topman/-vrouw van een bedrijf).
[5] ABCDoha Press Release, 25 October 2005.
[6]”NAM helps form ABCDoha Coalition,” NAM Press Release, 25 October 2005 (link).
[7] Alle vier maken deel uit van het ABCDoha-bestuur.
[8] Heeft betrekking op elke vorm van onrecht jegens particulier of burger (behalve waar het gaat om contractbreuk) waarvoor de gedupeerde schadeclaims kan indienen.
[9] Voor een lijst van recente ATS-zaken tegen Amerikaanse bedrijven, zie:
link
[10] “Judicial Imperialism,” door Robert H. Bork, Wall Street Journal, 17 juni 2003 (link http://www.opinionjournal.com/extra/?id=110003659 link>); “Judgment day: Will an obscure law bring down the global economy?”, door Daphne Eviatar, Boston Globe, 28 december 2003 (link).
[11] Zie ook: “Brief for the National Foreign Trade Council, et al. as Amici Curiae in Support of Petitioner, 23 January 2004, p.12 (link).
[12] “Brief for National Association of Manufacturers as Amicus Curiae in Support of Reversal, 23 Janauary 2004, p.8, footnote 11 (link).
[13] Middelen en mogelijkheden krijgen om de eigen (sociaal-economische) situatie te verbeteren.
[14] “Awakening Monster: The Alien Tort Statute of 1789 (Policy Analyses in International Economics 70),” door Gary Clyde Hufbauer en Nicholas K. Mitrokostas, Institute for International Economics (IIE), juli 2003, p.1-2 (link).

(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Hidayat Greenfield.)