Ga naar de inhoud

Denk nou eens positief, ouwe lul

Het zogenaamde reactiveringsprogramma Vergrijzen of Verzilveren is opgezet om ouderen – 50plus, scholingsniveau MBO4 en hoger, korter dan een jaar werkloos, geen schulden, niet in aanraking geweest met justitie – te helpen bij het profiteren van opgedane ervaringen door hen te begeleiden naar werk op Schiphol: een flex baan, verdwaalde bagagekarretjes slepen.

5 min leestijd

(Door Joop Zinsmeister, oorspronkelijk verschenen op solidariteit.nl foto luchtvaartcommunity Schiphol)

Geen baan hebben, betekent vergrijzen: nog niet oud genoeg voor pensioen en niet meer kunnen bijdragen aan de BV Nederland. Nadrukkelijk moeten 50plussers ‘arbeidsfit’ worden, lichamelijk èn geestelijk. Ze worden gestimuleerd de regie in handen te nemen en een positieve houding te laten zien ten opzichte van werk en eigen mogelijkheden. Het UWV selecteert dertig kandidaten die op gesprek mogen komen bij de initiatiefnemer en uitvoerder van het programma, de Luchtvaart Community Schiphol die daaruit vijftien deelnemers kiest. Het project Vergrijzen of Verzilveren past binnen de overheidsplannen om werkloze ouderen economisch rendabel te maken.

Individualisering

Een grotere benutting van oudere werknemers staat hoog op de politieke agenda. Vervroegde uittreding is zo goed als onmogelijk gemaakt. De arbeidsdeelname van ouderen is gestegen, met een opmerkelijke groei van het aantal oudere zelfstandigen. Inmiddels is ongeveer 20 procent van de werkenden tussen de 55 en 65 jaar zelfstandig. De zzp’ers van 55plus kiezen daar vaak voor, omdat de WW stopt en zij vanwege een eigen vermogen of werkende partner niet in aanmerking komen voor een uitkering. Zij verdienen echter onvoldoende om financieel onafhankelijk te zijn.(*1) Een tekenend voorbeeld hoe een sociaal probleem geïndividualiseerd wordt, kenmerkend voor de initiatieven om oudere werknemers aan het werk te houden of te krijgen. Risico’s en onzekerheden worden bij individuele burgers over de schutting gegooid.

De ‘neoliberale mens’ verschilt enorm van de mens in het klassieke liberalisme die allerhande onvervreemdbare vrijheden en rechten heeft. In de verzorgingsstaat kreeg na de Tweede Wereldoorlog de geleidelijke realisatie van dat mensbeeld vorm. De ‘neoliberale mens’ is de vrijheden ontnomen die het individu moeten beschermen tegen een opdringerige overheid (bijvoorbeeld de participatiewet). De wereld bestaat nu uit gelijke kansen en niet meer uit een te realiseren gelijkheid. En de manier waarop mensen kansen kunnen realiseren, is afhankelijk van allerlei voorwaarden. Gelijkheid wordt geconditioneerd door ongelijkheid – ook in een competitie van ‘gelijken’ kan er slechts één (ploeg) winnen – want de enige echte vrijheid in de participatiesamenleving is de vrijheid van kapitaal, een onbeperkte en onbelemmerde economische vrijheid. Menselijke vrijheden zijn daaraan ondergeschikt. De competitie die de economische vrijheid bepaalt, wordt doorgetrokken naar alle regionen van de samenleving. Mensen moeten vanuit een onderlinge competitie strijden voor schaarse goederen, waarbij hebzucht de leidende waarde is. Het arbeidsbeleid dat vroeger volledige werkgelegenheid centraal stelde, is gewijzigd in een samenlevingsmodel, waarin grote delen van de bevolking aan de slag is met een flinke buffer aan werkzoekenden. Een buffer die al naargelang de noden op de arbeidsmarkt kan worden aangesproken. Werkloosheid heeft, als logisch economisch effect, in een vrije markteconomie een neerwaartse druk op de lonen. Neoliberalisme is liberalisme zonder het liberale, humanistische mensbeeld. Net als in de economische wereld geloven neoliberalen dat een dergelijke vrije concurrentie uiteindelijk de beste normen en waarden voortbrengt.

Jij moet veranderen

Uitgaan van eigen kracht, zoveel mogelijk zelf doen en meedoen naar vermogen, lijken positieve uitgangspunten. Het leidt echter tot het dolgedraaide enthousiasme over ondernemerschap en eigen verantwoordelijkheid waaraan velen niet kunnen voldoen. Maar dat wel moeten, want de wereld is nu eenmaal een gegeven, dus jij moet veranderen. Het voorbeeld van Schiphol is kenmerkend voor hoe tegen de werkloosheid wordt aangekeken. De oudere werkzoekenden zijn het probleem, krijgen een les in zelf disciplinering: moeten zich activeren, eigen verantwoordelijkheid nemen en hun vitaliteit op orde brengen. Mocht een werkgever daaraan behoefte hebben, moeten zij zich flexibel kunnen aanbieden.

De oudere werkzoekende is maakbaar tot een gedisciplineerde werknemer. En niet alleen mentaal, maar ook lichamelijk. De veroudering van het lichaam moet tegengegaan worden en het is de verantwoordelijkheid van de werkloze zelf om te zorgen dat haar/zijn lichaam voldoet aan de eisen die werkgevers stellen. Denk als een ondernemer, wees vitaal als een jongere. Zo worden maatschappelijke problemen (werkloosheid en discriminatie van ouderen) geïndividualiseerd en vervalt iedere vorm van verantwoordelijkheid voor werkgevers en overheid.

Lessen in optimisme en tegengas

Een bijkomend probleem dat nog om een oplossing vraagt, is dat werkgevers vooroordelen hebben en ouderen die daar nadeel van ondervinden zich daar terdege van bewust zijn. De oudere werkzoekenden hebben dikwijls al tientallen of meer sollicitaties achter de rug op meer en minder relevante functies, zonder uitnodiging voor een gesprek, zonder resultaat. De oplossing wordt gezocht bij de ouderen zelf: zij moeten optimistisch en vitaal zijn, dan komt het vanzelf wel goed. Het gehele individu met zijn emoties, een eigen leven en hechting aan het arbeidsverleden moet veranderen en tegelijkertijd gemobiliseerd worden om de precaire arbeidsmarktpositie met slechts kansen op onderbetaald werk te accepteren. Werkzoekenden moeten leren omgaan met structurele onzekerheden, want daar zal weinig aan veranderen. En tegelijkertijd leren optimistisch te zijn over de toekomst. Motto: leren te denken in kansen en mogelijkheden, zelf aan de slag gaan door positief te denken en te doen. De realiteit doet er niet toe. Ook al behoor je bij de grote groep werkenden met burn-out klachten (bijna 20 procent), het ligt niet aan het werk, jij moet veranderen. Als de werkdruk boven je hoofd groeit, kun je niets anders doen dan timemanagement accepteren. Jij moet veranderen, de uitdaging zit in jezelf. Als je maar de juiste mentaliteit ontwikkelt, slaag je vanzelf.

Het wordt tijd dat we problemen verplaatsen van het individu naar het collectief en vanuit solidariteit nieuwe, gezamenlijke slagkracht organiseren. Dat zal een hele opgave zijn in een tijd dat president-commissarissen van AEX-bedrijven vrij binnenlopen bij de minister-president om leuke dingen te eisen voor het bedrijfsleven, terwijl de publieke opinie zich daar nauwelijks over opwindt en slechts een handvol Kamerleden daar een enkele vraag over stelt. Het is tijd om voorbij de morele verontwaardiging te stappen en in actie te komen.

—————

(*) L. Kösters, M. van den Brakel, B, Loog, Sociaaleconomische trends. Zzp’ers met een korte werkweek. CBS, 2016.