De Verbeelding aan de macht
Is een revolutionair project heden ten dagen nog mogelijk? Filosoof Pierre Dardot en socioloog Christian Laval zien hiervan de voortekenen in een concept dat zich ontwikkelt binnen de (‘nieuwe’) sociale bewegingen: de ‘commons’.
(interview afgenomen door Jean-Marie Durand. Les InRockuptibles, 30 april 2014 vertaling Q&D Patrice)
De sociale bewegingen die zich sinds het begin van het millennium wereldwijd aan het verspreiden zijn hebben het begrip ‘de commons’ in het middelpunt van de strijd om een alternatieve politiek gezet. Pierre Dardot en Christian Laval nemen deze explosie van activisme als uitgangspunt om met hun boek ‘Commun – Essai sur la révolution au XXIe siècle’ hun kritiek op het neoliberalisme voort te zetten (#) en te komen tot een nieuwe definitie van het denken in term van de commons.
Het boek is een pleidooi om het kapitalisme over te stijgen en zich collectief goederen en diensten terug te eigenen…….
Jean-Marie Durand (JMD): Volgens U is het begrip ‘commons’ centraal komen te staan binnen de alternatieve politieke praktijken. Hoe zou U dit streven willen definiëren?
Pierre Dardot (PD): Wij zijn begonnen met te kijken naar het ontstaan van(‘nieuwe’) sociale bewegingen over de hele wereld, vaak zonder directe banden onderling: wij constateerden dat het begrip ‘commons’ aan het werk was, maar zonder dat men zich er noodzakelijkerwijs bewust van was. Wat ons het meest getroffen heeft zijn de gebeurtenissen rond het Gezi Park in Istanbul (in juli 2013, op een plek die geheel op de schop zou gaan om plaats te maken voor een winkelwalhalla. Het werd het symbool van het verzet tegen de regering (van eerste minister Recep Tayip Erdogan – redactie InRock). Het ging om het idee van stedelijke open en openbare levensgebieden die de burgers van Istanbul wilden behouden voor gezamenlijk gebruik; en aan de andere kant was er de wil van de regering om het van de burgers af te pakken en daar een moskee en een supermarkt neer te zetten. Tegelijkertijd was er een duidelijke referentie naar de (Parijse) Commune, dat wil zeggen naar plaatselijk politiek zelfbestuur. Die verbindingen vonden wij zeer verhelderend. Uitgaand van deze drieluik waren wij in staat om het principe van de commons te distilleren.
Christian Laval (CL): Over politieke alternatieven denken wij nu al een flink aantal jaren. Wij stelden ons ten doel om een kritisch onderzoek in te stellen naar de toestand in de wereld aan de hand van onze analyses van het neoliberalisme. Wij wilden ook afkomen van de klaagzang-fase die beweert dat er geen alternatieven zouden bestaan, en dat woorden en concepten zouden ontbreken om over het post-kapitalisme te kunnen nadenken. Welnu, met bewegingen zoals die rond Gezi Park zijn we beland op een moment waar de acteurs zelf de termen van het alternatief vaststellen en dat doen door middel van de ideeën rond de ‘commons’ – en die van de (Parijse) Commune.
JMD: Maar wat zijn dan de zwaartepunten van dit principe van ‘de commons’?
PD: Toen het hele thema zijn opwachting maakte, zo tegen het einde van de jaren 1990, waren er twee ‘zorgpunten’: het verdedigen van openbare nutsdiensten die wereldwijd bedreigd werden (door privatisering – vert): dit werd het hoofdthema van het ‘altermondialisme’ (‘anti-globalisering’). En tegelijk nam de onrust over de milieucrisis enorm toe. Die twee kwesties kwamen op een heel praktisch niveau bij elkaar. In het begin zag men geen verband tussen de openbare commons en de milieu/natuur-commons. Maar het besef in binnen de bewegingen zelf ontstaan: de activisten kregen snel door dat het ging om de twee gezichten van een en dezelfde vijand.
CL: Er ontstond een ‘click’ tussen het verzet tegen de arrogatie en appropriatie (als gevolg van de schade die intellectuele eigendomsrechten
veroorzaakten) enerzijds, en een besef, anderzijds, van het positieve van samenwerking, met name door het gebruik van de nieuwe(informatie en communicatie) technologieën. De commons als issue is ook ontstaan vanuit de smeulende ruïnes van de staats-gebonden illusies. In de twintigste eeuw had de arbeidersbeweging bescherming gezocht bij de overheid. Het neoliberalisme heeft het karakter van de overheid echter ingrijpend veranderd, zowel in de vorm als qua functie. Het idee van de commons ontstaat dan ook in een periode van de geschiedenis waarin duidelijk is geworden dat staatsbezit beslist niet de manier is om tot een daadwerkelijke herverdeling van de (nationale/mondiale) rijkdom te komen.
Ons boek over het principe van de commons volgt daarmee logischerwijs op onze kritiek van het neoliberalisme als een specifieke vorm van
staatsinterventie (in ons vorige boek). Vandaar dus dat wij het belangrijk vinden om in het politiek denken en het strategiseren verder te gaan dan de verdeling tussen publiek en privaat. De traditionele tegenstelling tussen overheid en markt is tegenwoordig puur zinsbedrog.
JMD: En wat maakt de commons tot het fundamenteel principe van alles, volgens U?
PD: Wij onderwerpen ons aan een mentale oefening die velen ergens in de jaren 1980 achter zich hebben gelaten: politieke verbeelding. We moeten gewoon naar een andere horizon uitkijken. Tenzij je definitief de witte vlag wilt hijsen ten opzichte van de bestaande orde natuurlijk … Waar het ons om gaat is te begrijpen hoe en waarom het principe van de commons, die bepalend is voor emancipatiebewegingen, tevens ook een ordeningsprincipe kan worden voor de wederopbouw van de maatschappij als geheel. Dit betekent niet dat je de markt of privébezit in z’n geheel moet afschaffen. Maar waar het wel om gaat, is de tegenwoordige onderschikking van alle vormen van sociale organisatie aan die laatsten. Wat tot gevolg heeft dat, wat privébezit betreft, dat het niet echt mogelijk is om aan te nemen dat het zich in de huidige, historische, rechtsvorm kan handhaven, met name ten aanzien van het ‘recht op misbruik’ waarbij de privé eigenaar alle rechten heeft om
over het goed te beschikken, inclusief het recht om het te vernietigen. Wij vinden dat de regels van gezamenlijk gebruik moeten prevaleren boven eigendomsregels.
Waar het dus om draait is de mogelijkheid om collectief een in-gebruik-neming te regelen zonder daar meteen als eigenaar op te treden.
Voor ons is dit het fundamenteel punt. Tegen de eigendomslogika eisen sociale bewegingen niet zozeer het eigendom, als wel het gebruiksrecht – of het nou om de logica van staats- of van privébezit gaat.
CL: Eigenlijk komt het erop neer dat, als je spreekt in termen van het inrichten vanuit de commons, alle sectoren van economische activiteit op
grond van democratische principes en structuren georganiseerd zouden moeten zijn, omdat zij de plekken zijn waar goederen en diensten
gezamenlijk geproduceerd worden. Wij vinden daar een aloude maatschappelijk streven terug, die geboren werd met de historische strijd om economische productie-activiteiten binnen democratische organisatie-vormen in te bedden.
JMD: Wat maakt de commons volgens u tot een revolutionair project?
CL: Wij moeten het idee van revolutie in zijn oude glans herstellen nu het gekaapt en vervormd is door het conservatieve/reactionaire denken en de marketingindustrie. Sommige van die lui spreken onverschrokken van ‘een conservatieve revolutie’ – alsof het geen oxymoron is. Wij moeten ons dus het idee van revolutie terug eigenen, maar zonder het te begrijpen als een staatsgreep, een machtsovername, maar zoals de filosoof Cornelius Castoriadis (die een maatschappelijk project ontwierp met individuele en collectieve autonomie als kernpunt – red) het verstond: de revolutie is dat moment waar een gemeenschap haar eigen lot weer in handen neemt, en haar kern-instituties opnieuw bedenkt en instelt. De sociale – en milieurampen die wij ondergaan, het steeds verder in zichzelf keren van de parlementaire democratieën die wij verkiezing na verkiezing meemaken, lijkt ons een duidelijke teken dat wij snel een zeer kritische moment naderen.
PD: Niet elke opstand is een revolutie. Wat ons cruciaal schijnt, is de rol dat toegekend wordt aan de sociale verbeelding. Het idee dat een
maatschappij nieuwe waarden kan instellen, wat Castoriadis “nieuwe verbeelde zingevingen” noemde. Voor ons betekent revolutie, ongeacht haar vorm, een terugkeer van de maatschappij tot zichzelf: de oude waarden hebben het afgedaan, zaak is nieuwe waarden in te stellen. Dit is een kernpunt dat doorgegeven dient te worden.
JMD: En waar denkt u dat zich de ‘brandhaarden’ bevinden waar die revolutie al in de eerste fase zit?
CL: Het zijn er meerderen, die niet bij voorbaat met elkaar in verbintenis staan. Men kan er een aantal noemen: bijvoorbeeld allerlei experimenten die met en op het Internet plaats vinden, en die gepaard gaan met veel nadenken over de commons. Denk bijvoorbeeld aan free software, wiki’s, ‘makers’ enz. Of de vele campagnes tegen de ont- en toe-eigening van landbouwgrond, het verzet tegen het verdrijven van boeren van hun land en de monopolisering van lokale kennis. Je ziet er veel van in Latijns Amerika – rond co-ops in Argentinië, rond water in Bolivia, in Brazilië rond de beweging van de landlozen en het stedelijke verzet. Ook in Europa gebeurt er van alles en nog wat, met name in Italië, het land waar het denken beslist het verst gevorderd is. De Italiaanse maatschappij is massaal in beweging gekomen, bijvoorbeeld ten tijde van het referendum over (de privatisering van) het drinkwater en andere publieke diensten en goederen (werden afgewezen -vert) in 2011. Er werden toen zowat overal comités ter verdediging van de commons opgericht. En, teken des tijds: net zoals in de VS zie je de ontwikkeling van een heel vernieuwende manier van denken op juridisch gebied over de commons en die vervlecht zich dan met de sociale praktijk van alledag. Ons werk is gericht op het aantonen van het verband tussen al die haarden van verzet, teneinde tot een soort strategische coherentie tussen praktijken die allemaal vanuit dezelfde logica opereren te komen. Kritische juristen zijn hard bezig om het principe van de commons in de praktijk van de democratie en sociale grondrechten binnen de grondwet en het burgerlijk wetboek te krijgen. Dit is de voorbode van een geheel nieuwe opstelling ten opzichte van ‘het gemene goed’.
——-
(#) La Nouvelle Raison du monde – Essai sur la société néolibérale, Paris: La Découverte, 2009 In januari 2014 als The New Way of the World bij Verso verschenen: http://www.versobooks.com/books/1511-the-new-way-of-the-world
—————————–
(*)
http://www.nrc.nl/boeken/2014/05/10/een-spoedcursus-capital-4-vragen-over-het-succes-van-thomas-piketty/
http://globalinfo.nl/Recensies-enzo/vergeet-piketty-lees-the-new-way.html
(**) Commun – Essai sur la révolution au XXIe siècle, Paris , la Découverte, 592pp, 25€.
(http://www.editionsladecouverte.fr/catalogue/index-Commun-9782707169389.html)
(***)
http://www.intermediair.nl/carriere/werk-en-leven/werk-prive-balans/boek-hoe-te-praten-over-boeken-die-je-niet-hebt-gelezen
(Noot van de vertaler: Ik heb het woord ‘commons’ maar gehouden, bij gebrek aan beter, zoals ‘meent’ of ‘gemeengoed’ …)